DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. jj_
No. 258.
VRIJDAG 4 NOVEMBER 1910.
7e JAARGANG
Een weg naar eene betere partij-
groepeering.
BUITENLAND.
Hoofdredacteur R. <J. R IJ K K Jf 8
Bureau: KI.KIVE Hil<tO 6. Telef. Interc. 183.
Abonnementsprijs:
Prijs der Advertentiën:
Per jaarf 4.Franco per
post id. f 5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
®3Ë3
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor lederen regel meer f 0.08.
Bt'Hcn het Kanton Amersfoort per rogel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing vau advert, en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen- en Buitenlandsch Advert.- bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78; Amsterdam
In een der kleinere vrijzinnige persor
ganen, in „Hou eu Trouw", vrijzinnig
weekblad voor de districten Ridderkerk en
Sliedrecht, werd onlangs een vraagstuk
aan de orde gesteld, dat meer aandacht
verdient dan waarop het, door de plaats
waar het werd behandeld, kon rekenen.
"Wij wenschen het onze te doen, om de
gedachten wisseling over dit onderwerp
breeder te maken.
In het bedoelde artikel, getiteld „Parle
mentaire meerderheid", werd n.l. de vraag
gesteld of de parlementaire oppositie steeds
zal hebben te voldoen aan dezen plicht
eener minderheid, dat zij aan wetsontwer
pen, met den inhoud waarvan zij zich kan
vereenigen en wier tot standkoining zij in
'a lands belang acht, haar stemmen geeft.
In abstracto kan het antwoord op deze
vraag niet twijfelachtig zijn. De parlemen
taire oppositie is er niet om de tot stand-
koming van wetsontwerpen te verhinderen;
zij is er om kritiek te oefenen op wets
ontwerpen of gedeelten daarvan, waartegen
zij bezwaren heeft. Zij mag en moot stem
men tegen ontwerpen, die in strijd zijn
met hare beginselen, maar zij behoort
gaarne mede te werken aan het nemen
van maatregelen, waartegen bij haar geen
bezwaren bestaan.
Werkelijk nationale wetten kunnen op
deze wijze worden aangenomen met groote
meerderheden; wetten, slecht door de
meerderheid gewild, gaan er zoodoende
door met de stemmen der oppositie tegen.
Dit is nu in de praktijk, ook de meest
gewenschte toestand. Bij normale verhou
dingen kan het der oppositie slechts aan
genaam zijn als zij hare stem kan geven
aan regeeringsvoorstellen.
Maar, wij weten het, in ons land zijn
de partij-verhoudingen abnormaal. Het
is in ons land voor onafzienbare^ tijd
onmogelijk, dat ééu politieke partij alleen de
meerderheid heeft en dat een ministerie,
op één partij steunend, aan de regeering
komt. Vandaar dat nog tientallen jaren
en misschien wordt liet zelfs nooit meer
anders do noodzakelijkheid voor politieke
partijen zal bestaan, een accoord aan te
gaan, berustend op den wcnsch naar tot
standkoming van die wettelijke maatregelen,
die op de programma's dier partijen voor
komen.
Zoo is het mogelijk, dat eene partij
combinatie de meerderheid der zetels in
het parlement verovert, dat er een minis
terie optreedt tot verwezenlijking van de
programpunten der in de meerderheid ver
tegenwoordigde parijen.
Op die wijze is voldaan aan een eisch,
die een parlemeutair stelsel noodzakelijk
stelt: Een, ten opzichte van de belangrijkste
vraagpunten, die aan de orde komen, ééns
willende meerderheid en eene combinatie
van minderheden als oppositie, die zulke
maatregelen, als de meerderheid verlangt,
niet in 's lands belang achten.
Aan dezen eisch nu wordt door de tegen
woordige partijgroepeeiing in ons land niet
voldaan. De meerderheid der kamerzetels
wordt niet ingenomen door mannen van
partijen, die het onderling ever de belang
rijkste punten van regecringsbeleid, die
om voorziening vragen ééns ziju; de op
positie bevindt zich evenmin in normale
omstandigheden, want zij staat niet aan
ééngesloten tegenover de verlangens der
meerderheid. Wat nog al natuurlijk is,
want die gemeenschappelijke verlangens
der meerderheid bestaan, ten opzichte van
de voornaamste programpunten der regee-
nug, niet.
Normaal zou de toestand op dit oogenblik
zijn, als de parlementaire meerderheid was
gekozen op een gemeenschappelijk program
en indien het kabinet, op die meerderheid
steunende, dit program tot uitvoering wilde
brengen.
Maar dit is geenszins het geval. De
meerderheid is gekozen op grond van op
dit oogenblik niet nader te qualificeeren
leuzen, die dit zal wel worden toege
geven in geen enkel opzicht verband
houden met de voornaamste wetsontwerpen
die aan do orde zijn. Nóch omtrent de
grondwetsherziening cn de wijziging van
de kiesrechtartikelen, waarom die herziening
in de eerste plaats noodig is, nóch omtrent
de wijziging vud het tarief van invoerrech
ten; cveumin omtrent andere belastingplan
nen, als omtrent de wijze, waarop aau de
sociale nooden van het volk zou worden
tegemfcet gekomen, bestond cr bij de par
tijen, die nu de meerderheid vormen, over
eenstemming.
De wrange vruchten van het meerder
heid-spelen zonder wel gefundeerde toe
komstplannen bleven niet uit. Nu pas, bij
de algemeene beschouwingen over Talma's
eerste poging tot sociale wetgeving, by de
bakkerswet, bleek het, dat de partijen, die
op één wortel stoelen, zóó ver uitéén zijn
gegroeid, dat van samenwerking bij dit
soort ontwerpen, waarvan er nu meerdere
te wachten zijn, is uitgesloten.
Tenzij dan minister Talma bereid is
zooveel water in zijn democratischen wijn
te doen, dat de verduude groc die ontstaat
ook voor de conservatieven rechts aanneme
lijk zal ziju. Geschiedt dit en zijn de par
tijen rechts daarmee tevreden, dan zal de
toestand in zooverre normaal zijn geworden,
dat de recktsche coalitie als conservatief
bloc inderdaad praktisch in staat is tot
gemeenschappelijke wetgeving.
Dan is in zooverre ook de toestand
normaal, dat de meoste der linksche par
tijen in de oppositie moeten blijven, omdat
zij een stel sociale maatregelen wenschen,
die het conservatieve bloc niet kan geven.
Normaal is het dan, als zij tegen die groc-
voorstellen stemmen.
Maar waarschijnlijk loopt het anders.
Al zal de heer Talma allicht iets toegeven
aau de conservatieve coalitiebroederen, hij
zal b.v. van de bakkerswet wel zooveel
handhaven, dat de heeren Idsinga c.s. met
een ,non possumua" aankomen en tegen
stemmen. Iets dergelijks dreigt by do
sociale verzekeringswetten.
Wat is in dit geval de taak der demo
craten links? Zullen wij vrijziunig-demo-
craten, omdat wc met die voorstellen in
genomen kuunen zijn, moeten vóór stemmen
Reeds zooeven hebben we het ongemerkt:
in normale omstandigheden ja
Maar, zooals is aangetoond, de omstandig
heden zijn abnormaal. Door vóór te
stemmen en de ontwerpen te doen aan
nemen, bestendigen wij den bestaanden
toestand. Wij laten een kabinet aan de
regeering, dat voor ziju belangrijkste ont
werpen geen meerderheid vindt in de
regeeringspartijen en dat voor maatregelen,
die wij niet willen zien genomen, misschien
wel den noodigen steun vindt.
Al is het dus in het algemeen volstrekt
niet de taak van de minderheid een voorstel,
dat haar bevalt af te stemmen, het komt
ons voor, dat de abnormale politieke om
standigheden ons dit als plicht opleggen.
Heeft een min of meer democratisch voorstel
geen meerderheid rechts, dan achten wij
het gewenscht, dat de onzen tegen stemmen
en op die wijze de aanneming vau het
voorstel onmogelijk maken. Wil dan het
ministerie geheel of gedeeltelijk heengaan
en plaats maken voor, of zich vervormen
tot een kabinet, dat steunt op eene
meerderheid die er is! van de demo
cratische elementeu rechts en links, dan
zullen we in het parlement hebben bereikt,
wat wo bij de stembus niet kunnen be
reiken, zoolang men daar met leuzen
komt iu plaats van mot programma's, do
verandering van de bestaande partiigroe-
peering.
Dan zal de politieke toestand gezond zijn
geworden. Om dat te bereiken is geen
opoffering te groot. Dc opoffering, dat
wo tegen een voorstel moeten stemmen,
ofschoon we het gaarne tot wot zouden
zieu verheven, moge groot zijn, we zijn
verplicht dit offer te brengen.
Wij deelen dus de nicening, door het
genoemde weekblad geuit. Wij dringen
er bij de partijgenooten in de Tweede
Kamer op aan om langs dezen weg een
einde te maken aan de politieke antithese,
die de wetgevende machino reeds te lang
remt.
V. D.
Duitschland en Perzie.
Naar aanleiding van het bezoek, dat de
Tsaar aan den Duitschen Keizer zal breu
gen en de overkomst daarvoor van deo
nieuwen Rusaischen Minister van Buiten-
landsclie /aken Sasonoff, geeft men als do
opvatting in gezaghebbende Berlijnsche
kringen bet volgende weer ovor de positie
van Duitschland in Perzië:
„In ieder geval zal het initiatief tot de
bespreking van speciale vragen niet vau
Duitschland uitgaan, maar dc beer Saso-
noff, die hier als gast vertoeven zal, zou
naar diplomatiek gebruik doze vragen uit
eigen beweging moeten te berde brengen.
Zou het gesprek bijv. op Perzië komen,
dat de opmerkzaamheid der diplomateu
tegenwooidig het meest ïnteusief op zich
vestigt, dan zou de heer Sasonoff, naar wy
golooven, dc verzekering krijgen, dat
Duitschland niets ondernemen zal om
Rusland of Eugolaud uit Perzië weg te
dringen, dat echter anderzijds een verdee
ling van Perzië in geen geval met de
wenschen van Duitschland overeenstemt.
Dit land houdt (evenals eertijds in Ma
rokko) aan de grondstelling vast dat de
open deur voor den handel van alle Staten
in Perzië gehandhaafd blijven moot
Legt tnen in deze zeer correcto verkla
ring aldus merkt het „Berliner Tage-
blatt" op den nadruk op hot laatste
woordje „moet", dan rijst de vraag op,
welke stappen zullen worden gedaan, om
do verleeniug van waarborgen voor de in
het belang van den Duitschen handel
werkelijk noodzakelijke handhaving van liet
beginsel van de open deur door te zetten.
Portugal.
Het te Lissabon verschijnende dagblad
Capita! deelt heden de akto van beschul
diging tegen het ministerie-Pranco mede.
Daaruit blijkt, dat het proces niet door do
regeeriug, maar door een particulier aan
hangig is gemaakt.
Deze beweert, dat hij in 190S op last
van Franco gevangen is genomen en nu
gebruik maakt van het recht dat ieder
Portugees heeft om wanneer hij zich door
een misdaad benadeelt acht, den schuldige
persoonlijk voor de rechtbank te doen
dagOD.
De officier van justitie zal voorstellen, de
aanklacht wegens ambtsmisbruik niet ont
vankelijk te verklaren, daar tengevolge van
de amnestie vbh 8 Mei 1908 staatkundige
misdrijven, voor dien datum gepleegd, niet
meer vervolgd kunnen worden.
De aanklacht wegens het vorleenen van
voorschotten aan de koninklijke familie
blijft echter bestaan eu wordt in de akte
van beschuldiging gekenschetst als poging
tot verduistering van staatsfondsen.
Volgens don berichtgever van de Köln.
Zeit. te Lissabou is dc regeeriug volstrekt
niet iugenomen met het proces. Machado,
de minister van buitenlandsche zaken ver
zekerde den correspondent, dat de regeering
zich totaal onzijdig zou houden, daar zij
weinig gevoelt voor politieke vervolgiDgen.
Groot Britannie.
De „Standard" meldt dat de Eugelsche
regeeriug zich op het oogenblik een
luchtvloot aa-schuft, die in 1911 zal bestaan
uit zes bestuurbare luchtschepen, waarvan
twee in [Fraukr'yk gebouwd, en zes
In een zeer druk bezochte vergaderig
hebben nu ook de te Louden woonachtige
Mohamedanon protest aangeteekend tegen
Engelauds optreden in Perzië en tevens
een motie aangenomen, waarin deBritsche
regeeriug wordt verzocht haren invloed op
Rusland te doeu gelden om de torugroe-
piug der Russische troepon te bewerken.
Verschillende personen richtten hefsige
verwijten aan het adres vau Rusiaud en
Engeland, terwijl bij het noemen van den
Duitschen keizer de geheele zaal in toe
juichingen uitbarstte.
Slechts met moeite kon de voorzitter de
opgewoudoti vergadering weerhouden van
hot zouden van telegrammen aau den
Sultan en don Emir van Afghauistau.
In de gisteren gehouden vergadering van
de City Council te Londen deelde de voorzit
ter van de naveugezondheidscommissie mede,
dat ratten die aan boord van schepen, uit
buitenlaudscho havens komende, gevangen
waren, met pest besmet bleken ts zijn.
Door de gezondheidscommissie ziju de
noodige maatregelen genomen. Een nieuwe
speciale ontsmotter, die de ratten geheel
en al vernietigd, wordt beschikbaar gesteld
voor elk schip, dat de haven van Londen
binnenkomt.
De voorzitter voegde daar aan toe
„Dezo zaak houdt ons dag en nacht bezig;
wij wijden er voortdurend de grootste aan
dacht aan eu zullen niet nalaten al datgene
te doen wat er te doen valt."
Het nieuwe Fransche Ministerie.
Het nieuwe Fransche ministerie is als
volgt samengesteld: president en minister