Firma J. KOOL,
I St. NICOL|A|AS-CADEAU
Magazijn ,,'t LAM" Jacobs en Co.
ADRESBOEK
VAM AMERSFOORT.
NORA
- M o d e- f
MAGAZIJN
Utreehtsehestraat 33
Telefoon 159.
St, MCOLAAS-CADEAUX.
jgfo
meeat
£a£ene)e
1/aSrie/ccei
ÜVe&s^röxnd.
Boterletters en St. Nicolaas,
3e JAARGANG.
_AlIe week-abonnés op dit blad, dia in het bezit zijn eener verzekeringspolis, zijn volgens de bepalingen in die polis vernield.
tegen ongelukken verzekerd voor een bedrag van:
I LANGESTRAAT 110 AMERSFOORT.
Groote sorteering
Bureau- en Pianolampen
voor Gas en Petroleum
Ontvangen een ruime keuze
Portorico
Varinas en Maryland tabak
G. KIERS.
L. VAN ACHTERBERGH.
JAC. VERNOOYS, Hof 15, hoek Lavendelstraat.
Prijs voor geabonneerden op „De Eemlander" f 0.75
Voor anderenf 1.00.
GULDEN GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij
bij OOÜ ve|,l'eB van één 2ÖO verlies vau 1 O0 ver^eB van öO verlies van |Q verlies van eiken
overlijden. band of voet. één oog. een duim. een wijsvinger. anderen vinger.
Uitkeering dezer] bedragen is gewaarborgd door THE OCENN ACCIDENT GUARENTEE CORPORATION Ltd., Directeur voor Nederl. Edward Heijmao, Oude Turfmarkt 16, Amsterdam
xri
GULDEN bij
2000 levenslange 400
ongeschiktheid.
IIET GESCHIKTSTE EN' DEGELIJKSTE
AMSTERDAM.
Is niet te overtreffen.
ALOM VERKRIJGBAAR.
Zie de prijscourant in elk pakje.
Let op den naam Ol c!en kott.
Eerste Amersfoortsche
Glazenwasscherij.
Goedkoopste en soliedste adres
voor srlioonmaakn-erkzaamhe.
den enz.
UTKEC'MTNCHE WE© 45.
GEVESTIGD 189Q.
HANDEL IN le. KWALITEIT.
Brandstoffen,
Magazijn: Koestraat
Bestelkantoor: Arnhemschestr. 1.
Telefoonnummer 155.
„De Graaf van Atlone".
beveelt zich beleefd aan voor het leveren van
St. Nicolaas-Etalage gereed.
De oudergeteekende wenselit te ontvangen ex.
van deu 3en jaargang van het Adresboek van Amersfoort.
Uitgave der Naaml. Venn. „De Ecmlauder").
Straat en Iluisnommer.
Handteekening.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch
door
CHARLES GAR VICE.
(7
Zij waren nu vlak bij Brindle geko
men, en Nora verborg haar verbazing
door de vaars te beknorren en voor
zich uit te drijven.
Er volgde nu een ietwat pijnlijke stilte,
die Nora weer verbrak door te vragen:
Waarom zat u dan daar zoo alleen?
Waarom was u niet bij de anderen om
te zingen en te dansen? Zij dansen nu,
hooi maar, dat is een wals.
Ja, waarom niet? zei hij.
Dat is een laDg verhaal. Ik beu wel
een bloedverwant van Sir Jozef, maar
toch behoor ik, om zoo te zeggen, niet
tot de familie. Mijn vader maar
waarom zou ik u met mijn zaken las
tig vallen?
Natuurlijk behoeft, u niet, als u
liever niet wil, zei Nora, en het
spijt mij, dat ik er u naar vroeg. Ik
ben niet nieuwsierig
O, daar ben Ik van overtuigd,
zei hij goedhartig. Omdat u mij daar
op het terras gezien heeft, begrijp ik
heel goed, dat u er naar vroeg. Kijk,
dat komt zoo. Met mijn vader is het
slecht afgeloopeD; bet doet er niet toe
waardoor. Hij is dood. Er was totaal
geen geld, ik wist niet wat te beginnen.
Sir Jozef kwam mij te hulp, door mij
hier een betrekking aan te bieden. Hij
fokt paarden en ik verzorg ze; ik ben
een soort van stalmeester ofschoon ik
niets te maken heb met de huiselijke stal
len en alleen de paardeu-fokkerij beheer.
Ik weet wat u denkl; dat ik nog wel wat
jong ben voor zoo'n positie.
Juist, dat dacht ik, ei Nora.
Ik ben mijn geheele leven aan
paarden gewoon geweert, zei hij.
Wij woonden in Australië en fokteD ze
zelf. O, ik kau die zakeu heel goed be-
heeren, vregde hij er bij, met een kalm
zelfvertrouwen, dat hij voor 't eerst liet
blijken.
Ja, daarvan beu ik overtuigd,
zei Nora. Maar ik vraag mij at
Zij zweeg en hij wachtte; toeu zei-
de hij.
Waarom gaat u niet door Wat
vraagt u zich af?
Wel, zei Nora, ik vraag mij
af, waaiom Sir Jozef er op gesteld is
eeti bloedverwant in zijn huis te hebben,
om hem te behandelen als een
Dienaar? zei hij zonder een
zweem van verwijt.
Ja, ik denk niet, dat hij er op
gesteld is; maar niemand weet, dat ik
zijn bloedverwant ben behalve u. Eu,
bij lachte en keek naar haar als
schoot hem plotseling iets raadselachtigs
te binnen; ik weet niet, waarom ik het
u verteld heb.
Het doet er niet toe, zei Nora,
ik zal het niemand vertellen. Maar
ik vind het minnetjes van hem.
Och, dat weet ik niet, zei hij.
Ik heb geen gevoel of ik zijn zoon
of neef ben. En hel kan mij nu uiet
meer schelen, eerst wel. En eigenlijk
ben ik veel liever die ik ben, dan dat
ik daar in huis moest zijn bij dat voor
name gezelschap. Ik houd van de bui
tenlucht, ben graag bij de paarden; ik
zou er een hekel aan hebben zulke klee
ren te dragen als die heeren, om die
dames heen te draaien en mij te gedra-
geD als eeD poedel.
Zoo denk ik er ook over, zei
Nora met hartelijke sympathie.
En toch is u zelf een vrouw,
zei hij glimlachend.
Ja, dat ben ik, stemde N >ra
plotseling met iets weeks in haar stem
toe; maar ik dacht er over, hoe ik
mij zou voelen als ik een man was. Ik
zou liever in uw plaats geweest zijn, dan
in de plaats van een dier heeren, die ik
zooeven op het terras zag. U kan iets
doen, en naar hun uiterlijk te oordeelen,
zou ik deuken, dat zij niets kunnen
doen dan eigaretten rooken en om de
dames heen draaien, zooals u zegt.
Zij waren zóó verdieptiu hun gesprek,
dat zij Brindle bijna vergaten; deze maak
te gebruik van een bocht in het paden
ging, al kopschuddend en zwaaiend met
hear staart, haastig den weg terug, dien
zij gekomen was.
Nora en haar geleider holden haar
achterna en de vaars sprong dartel in
Stoomdrukker^ W. H
een boscbje laurierstruiken, wist er door
heen te kruipen en kwam zoo op het
teunisveld, haar vervolgers achter zich
latend.
Tot Nora's schrik zag zij weer eenige
gestalten op het terras, maar het was
haar onmogelijk terug te keereu en zij
snelde voort, terwijl zij haar stroohoed
nog dieper over het gelaat trok.
De rampzalige vaars liep recht op het
terras af, dwars over een bloemperk
heen en in het volle maanlicht keken
de dames en heeren op het terras naar
dit eigenaardige tooneel.
Nora hoorde het meisje met het blon
de haar roepen:
Kijk eens hier! er is een koe los
gebroken en het beest wordt vervolgd.
Wat amusant! Wat een knappe jongen!
Eu die ander, is dat een meisje? Hoe
zou het beest losgekomen zijn?
Zij lachte en keek den man aan die
naast haar stond; het geval scheen haar
te amuseeren.
Wel natuurlijk is het een roman,
begrijp jö dat niet? Hoe dom toch!
Natuurlijk is het een paartje en hebben
zij vergeten naar de koeien om te
kijken.
Ieder woord van die kooge, heldere
stem werd door Nora en den jongen
duidelijk verstaan; zij kregen allebei
een kleur en de hand, waarmee Nora
baar cape dicht hield, sloot zich vaster.
(Wordt vervolgd).
A. Eymaun, Kleine Haag 6