DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
buitenland!
binnenland.
No. 298. WOENSDAG 21 DECEMBER 1910. 7e JAARGANG.
NABETRACHTING UVER
DEN GEMEENTERAAD.
LANDER.
Hoofdredacteur B. O. RIJ KR S H.
Abonnementsprijs
Per jaarf 4.Franco per
post id. f 5,60. Per 3 maanden id. f 1Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: KRRINR Ht UJ 6. TelefInterc. 183.
Prijs der Advertentién:
Van 1 tot 5 regels f|0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing vanadvert. en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen- enj Buitenlandseh Advert.- bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78 Amsterdam
Een bijna discussielooze raadszitting. Aller
lei herbenoemingen enz.
Onder de ingekomen stukken wijzen we
op een adres van Dr. E. Kruisinga t h a n e
gepubliceerd (we herinneren er
aan, dat dit met het vorige adres niet
het geval was), waarin hij verzoekt zijn
vorig adres weer te mogen intrekken,
omdat hij gehoord heeft, dat de Raads
commissie meende, dat de zaken, die hij,
Dr. Kruisinga, te berde gebracht had, eerst
door B. en W. behandeld moesten worden.
Genadiglijk wordt hem de toestemming
tot intrekking van 2ijn adres verleend.
Zullen nu de zaken zeker nog al ge
wichtige—die hij „te berde" heeft gebracht,
door B. en W. worden besproken en be
handeld, ook nu hij zijn adres intrekt
Er is iets in die zaak, dat ons niet
aanstaat. De eenige conclusie, die wij er
nu uit kunnen trekken is deze, dat Dr.
Kruisinga een adre6 ingediend heeft, zonder
over de gevolgen er van behoorlijk te
hebben nagedacht. Maar wat er bij ons
niet inwil, dat is het recht van B. en W.
om het vorig adres geheim te houden.
De raadszittingen zijn openbaar en wanneor
dit zich niet uitstrekt tot de bij don Raad
door ingezetenen ingekomen adressen, dan
kan dat aanleiding geven tot willekeur.
't Is mogelyk en waarschijnlijk, dat B.
en W. bij het eerste adres tot geheim
houding zijn overgegaan om aen inzender
te sparen; een volgende keer gebeurt dit
of kan dit althans gebeuren om
eigen vergissingen aan de publieke conti óle
te onttrekken.
Het verwondert ons, dat geen der raads
leden tegen die manier van zaken doen is
opgekomen.
Verder willen we nog wijzen op twee
klachten, die inkwamen.
Een van het Raadslid Rijkens, dat men
de kosten voor het Burgerlijk Armbestuur
zoo slecht voorzien had, dat er nog 3 maal
zooveel bij moest, als bij de begrooting
is toegestaan.
De heer Celosse antwoordde, dat in de
wintermaanden het beste te zien is of de
post verhoogd moet worden.
Gebeurt dit dan elk jaar?
Is dat verleden jaar ook geschied?
Op welke gegevens berust dan de be-
grooting?
Dit zijn geen aanmerkingen op den
wethouder, maar op hen. die met het
samenstellen van dien post bela6t zijn.
Hadden B. en W. nu maar ruiterlijk
erkend, dat er een blunder begaan was.
dan had deze discussie haar min of meer
onaangenaam karakter verloren.
Enfin het armbestuur krijgt wat het
denkt noodig te hebben, dat is het voor-
paamste.
Een ernstiger en naar het ons voorkomt
volkomen gerechtvaardigde klacht ontboe
zemde de heer van Duinen.
We laten het verkeerd weergeven van
hetgeen dit raadslid gesproken heeft, nu
eens rusten. Dat is een zaak, waarover
het onderzoek loopen kan, dat toegezegd
is door den Burgemeester.
Maar dat hut noodig is, dat een Raads
lid er op moet wijzen, dat by voortduring
de drukproeven van het officieelc raadsver-
slag een weok te laat komen, dat is kras.
Had men daar ten Stadhuize niets van
gemerkt?
De datums van den hoer v. Duinen kan
men nu niet met een gevleugeld woord
als: „overdreven" of zoo iets, omver gooien.
Nous ven-ons.
Vreemd dat do heer Plomp opnieuw
weer in tal van commissies benoemd is.
Het pleit wel voor '3 heeren Plomp's
onmisbaarheid ten stadhuize, dat men hem
nog eenige dagen in Januari wenscht te
behouden.
Of gaat de heer Plomp niet weg?
Of is er onder de andere raadsleden
geen opvolger voor hem te vinden?
Niet vleiend voor die heeren.
De gewoonte om altijd dezelfde per
sonen in dezelfde raadscommissies te be
noemen kunnen we niet goedkeuren.
Waarom brengt men daar niet eens
verandering in
Nieuw bloed waarborgt tegen sleur, die
anders zoo heel licht ontstaat.
Belangrijker, dan wat er behandeld is,
is zeker datgene, waarover niet is ge
sproken.
We bedoelen het krasse adres van de
Utrechtsclie waterleiding aan den Raad.
De burgerij had stellig verwacht, daar
iets van te hooren.
Waarom is niet een van de leden van
den Raad opgekomen tegeu do beleedi-
gende uitdrukkingen in dat adres vervat
Men had moeten voorstellen, dunkt ons,
het in do snippermand te deponeeren;
veel meer is het niet waard.
S.
Frankrijk.
De Matiu-correspondent te Lens schrijft
over de toenemende verwarring in het
vervoer der steenkolon in het Noorder
mijnbekken.
Werkelijk wordt de toestand onrustba
rend, zoo meldt hij. Voortdurend groeien
de voorraden aan, waardoor men haast
geen ligplaatsen meer beschikbaar heeft.
De mijnmaatschappijen lijden hierdoor na
tuurlijk groote schade, maar ook voor de
mijnwerkers bogint het er slecht uit te
zien, daar de directies gedwongen zullen
worden, het werk gedeeltelijk stop te zetten.
Hoe diep deze onhoudbare toestand
ingrijpt in het mijnwerkersbestaan, blijkt
duidelijk uit het gebeurde bij de jongste
viering van het St. Barbefeest, of liever
bjj de niet-viering. Sinds onheuglijke tijden
is het gewoonte, dat de laatste twee weken
van November door de arbeiders dikwijls
zebtien en achttien uren gewerkt wordt,
om zooveel mogelijk extra-loon te verdienen,
teneinde met het feest van de patrones,
den vierden December, volop pret te kun
nen maken. Dan wordt op geen geld gezien,,
waarbij de verschillende leveranciers na
tuurlijk wel varen. Dit jaar is het feest
zoo goed als niet gevierd. De meeste mijn-
directies toch hebben eenvoudig geweigerd
deze extra-uren te betalen, om zoodoende
te beletten, dat de opgelegde voorraden
nog vergroot zouden worden; andere maat
schappijen lieten slechts die schachten be
werken, welke het moeilijkste te ontginnen
zijn.
Indien niet spoedig verandering in den
toestand komt, ziet de toekomst er donker
uit, vreest de correspondent.
De burgemeester van Duinkerken
heeft aan een journalist modegedeeld, dat
de stad door het tekort aan goederenwagens
enorme schade lijdt, op de kaden liggen
25,000 ton goederen, die niet vervoerd
kunnen worden. Men vreest, dat de vreemde
schopen, die niet kunnen lossen naar Bel
gische havons zullen gaan, hetgeen reeds
geschied is met een schip, dat 5 dagen
lang in de haven heeft gelegen, zonder de
lading ce kunnen lossen. De secretaris van
de K. v. K. begrootte de schade, die de
handel van Duinkerken lijdt, op niet minder
dan 100,000 fres. daags.
In de Kamer was gister aan de orde
de weerindieu8te]ling der ontslageu spoor
wegbeambten.
De afgevaardigde vraagt onder groot
tumult voorkeur voor een motie, die do
debatten wil uitstellen, totdat de dienst op
de spoorwegen weer normaal is geworden.
Deze motie wordt met 454 tegen 78
stemmen verworpen.
Daarna licht de afgevaardigde Ceccaldi
oen motie toe, waarin hij de regeering
verzoekt, onmiddellijk alle ontslagen spoor
wegbeambten. die zich niet hebben schuldig
gemaakt aan daden van geweld of sabotage,
weer in dienst te nemen en by de spoor
wegmaatschappijen stappen te doen, opdat
daar hetzelfde geschiedt. De regceriug
moet zich dan echter het recht voorbe
houden, de dossiers der beambten, die
onder de categorie saboteurs zijn onderge
bracht, te onderzoekeu.
Berteaux verwijt Briand, dat hij niet
genoeg zijn invloed heeft doen gelden bij
de spoorwegmaatschappijen, om de staking
te vermijden.
Briand antwoordt, dat do regeering niet
werkeloos is gebleven en dat de belang
hebbenden de wijze, waarop hun belangen
behartigd werden, aanvaarden.
Toen een begin van uitvoering werd
gegeven aan de regeling, die de regeering
had verkregen, veroutrustten het succes en
de resultaten, waarop zjj kon bogen, de
leiders der stakingsbeweging, die daarop
het uitbreken der staking verhaastten.
Berteaux vraagt weerindienststelling van
de spoorwegbeambten, die geen ernstige
fouten hebben begaan.
Briand antwoordt, dat geen enkel ontslag
gehandhaafd zal worden alleen om feiten
van staking. Maar er kan geen kwestie
zijn van een algemeene amnestie. De
regeering wil vooruitgang op sociaal gebied,
maar zij wil ook handhaving der orde. En
op deze voorwaarde alleen zal zjj aan bet
bewind blyven.
Jaurès wil, dat de Kamer wederindienst-
stelling zal eischen van van alle spoorweg
beambten, zonder eenige restrictie.
De regeering stelt de kwestie van ver
trouwen en aanvaardt oen motie-Rabier
van den volgenden inhoud:
De Kamor noemt kennis van de ver
klaring der regeering en vertrouwt, dat de
regeering op de staatsspoorwegen zal over
gaan tot herziening van de gevallen van
ontslag in een ruimen geest van welwil
lendheid en menschelijkheid en in den-
zelfden zin stappen zal doen bij de spoor
wegmaatschappijen.
Deze motie wordt met 405 tegen 90
stemmen aangenomen.
Belqie.
De roerende en do onroerende vermo
gens van Belgic worden op 27 milliard fr,
geschat mot een inkomen van 900 millioen fr.
De inkomsten van den handel, de nijver
heid en den arbeid worden op 4500 mil
lioen fr. geschat; do kapitalen der Spaarkas
bedragen anderhalf milliard.
Duitschland.
De ontvangst 7an het ontworp-grondwet
voor Elzas-Lotharingen blijft in het rijks-
land uitermate koel. Wel erkent men de
goede bedoeling der rijksregeering om een
kleine verbetering aan te brengen in den
toestaud van het land, maar het gegovene
blijft zoo ver beneden het geweuschte,
dat men toch algemeen hoogst onvoldaan
is. Vooral is men verontwaardigd, Jat
Elzas niet in den bondsraad vertegenwoor
digd wordt, ni. a. w. geen bondsstaat
wordt, maar wingewest bljjft.
Tweede Kamek.
Minister Wentholt heeft gisteren alles
behalve prettige oogenblikken beleefd in
do Kamer.
Toon de heer de Meestor een ecresaluut
weidde aan viceadmiraal van don Bosch,
die zyn hooge positie heeft geofferd aan
zijn ovortuigiug en vond dat dit wel eens
gezegd mocht worden in deze dagen, waarin
wij helaas tevaak getuige zijn van beginsel
verzaking, riep de heer Thomson uit
„Wien de schoen past, trekke hem aan".
Dat moet als men zich sohuldig weet
zijn om uit je vel te springen.
De quaestie van den vlootpredikaut was
aan de orde. Nieuw is in deze zaak, wat
de heer de Meester te berdo bracht.
De afgevaardigde van Den Helder ver
klaarde vooral, dat hy zyn licht had opge
stoken bij den nu gopeusionneerden vice
admiraal Van den Bosch en dat deze hem
verlof had gegeven, te zeggen wat hij nu
vertellen ging.
En toen kreeg men eenige modedeelin-
gen te hooren, die nu en dan kreten van
vorbazing en verontwaardiging ter linker
zijde deden opgaan en haar soms zelfs in
groote beweging brachten, zegt de over
zichtschrijver in het Hbld.
Do vice admiraal bad, zoo verzekerde
de heer De Meester, den predikant van
den aanvang af alle mogelyko medewer
king verleend en de Heldersche afgovaar-
digde gaf daarvan eenige voorbeelden.
Doch na een eerBte bezoek; waarin