DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. Politieke taktiek. No, 3. WOENSDAG 4 JANUARI 1911. 8e JAARGANG BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hooldrrdnctf nr R. <3. RIJ KR I M. Abonnementsprijs: Per jaarf 4.Franco per poet id. f5.60. Per 3 maanden id. II.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Riiretm: KIjKINR HaAO 6. Telel. liitere. IK». Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels (0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het. Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend1' gerechtigd het Alg. Binnen- en Buitenlandsch Advert.- bureau D. Y. ALTA,; Warmoesstr. 71.7b Amsterdam Indien ooit een artikel weinig welwillend is ontvangen, door vijand en vriend, dan was het mijn betoog, getiteld „Ken weg naar eene betert partijgroepeering", van nu reeds een paar maanden geleden. Dat men van de overzijde toornde, dat was niet te verwonderen. Men is daar, ondanks enkele theoretische uiteenzettingen waaruit het tegendeel zou moeten volgen, volbloed coalitief. Elke redeneering, die het immoreele dier coalitie betoogt, dient dus bestreden; elke poging om de coalitie te doen uiteenspatten, dient als ongeoorloofd gesignaleerd. De van rechts geuitte opiuies over myn artikel kan ik dus wel stil zwijgend voorbij gaan. Blaam van de tegenpartij zoo ongeveer schreef een tijd geleden De Standaard bewijst vol strekt niet, dat ge op den verkeerden weg zyt. Anders is het met do stemmen in onze eigen partij, die zyn opgegaan ter bestrij ding van mijn voorstel. In de Nieuwe Amsterdammer werd ik als „verpolitiekt" bestreden; Land en Volk sprak van mijn betoog als van een „najaars-komkommer" en de Bredascho Courant bestreed de Btrekking er van in een artikeltje: „Ver keerde taktiek". Kalmer was de brief gestemd van een partijgenoot, die mij schreef: „Ik zou er niet gauw toe komen zelf aldns te stemmen of auderen aan te raden aldus te stemmen." Dit nu ben ik volkomen met bom eens. Ik heb niet gozegd, dat de door my aan gegeven weg tot eene betere partijgroe peering de eenig juiste was, ik ben integen deel begonnen met te schryven: „wij wenschen het onze te doee, om de ge- dachtenwisseling over dit onderwerp breeder te maken". Maar daarin heeft men mij niet gevolgd. Men heeft zich met eene verontwaardiging, die mij niet geheel gemotiveerd voorkomt, van de beraadslaging over de door mij geponeerde stelling afgemaakt of met een dooddoener of met een argumentatie uit te grooto hoogte. Intusachen blijkt wel, dat in onze gele deren de instemming met de door mij als in een bepaald geval wenschelijk aangeprezen taktiek niet groot is. Was ik dan werkelijk zoo verpolitiekt, toen |ik dit idee meende te moeten oppe ren? Ik meen van neen. Laten we toch niet vergeren, dat het in de Staten Qeneraal meer dan eens is voor gekomen, dat afgevaardigden van eene politieke partij vóór hebben gestemd, terwijl zy in hun hart tégen waren. Onder do partijen van rechts wordt dik wijls vóór een wetsontwerp of eene begroo ting gestemd om het bevriende ministerie niet te mishagen; onder de partijen links is dit ook wel geschied. Vrage: is er nu zóóveel verschil in het vóórstemmen als men tegen is en het tegenstemmen als men vóór is? Men zou zelfs kunnen betoogen, dat het eeiste practisch vaak voorkomende geval erger is. Door vóór te stemmen maakt men, dat een voorstel wordt aangeno men, dat men niot in het belang van land en volk acht. Men bevordert met die stem dus iets verkeerds. Terwyl met een tegen stemmen tegen een voorstel, dat men wel jn 's lands belang acht, men alleen iets goeds tegenhoudt en wel slechts tijdolijk. Zoo heel erg „politiek" iu den slechten zin kan ik dus, ook na de uitvallen mijner vrienden, het bedoelde tegeustem-idee niet vinden. Wat mij er in aantrok was demogelijk heid om sneller dan dit langs den gewo- neu weg waarschijnlijk zal geschieden, de partijgroepeering gezonder te maken. Zeker, ik geloof wel, dat dio veranderde partij groepeering er toch zal komen, maar ik vrees, dat dit nog jaren duren zal. decen niën misschien. Ik zou dit pioces willen bespoedigen; ik ben hot zoo geheel eens met wat Lloyd George onlangs zei, toen hij verklaarde waarom hij geen socialist was: „Ik tracht het leven beter te maken voor nu; ik kan niet weiken voor de 25e eeuw." Zoo gaat het ook mij. Als er eene moge lijkheid bestaat, te komen tot gezonde parlementaire toestanden, wat wy allen toch voor de tot standkoming eener goede wetgeving noodig achten, verdient het dan geen aanbeveling, over die mogelijkheid althans onderling te discussieeren? De krokodillentranen van rechts over zooveel ondeugendheid, ze roeren mij uiet. Als Het Centrum aan de Middelburgsche Courant verwijt, dat deze mijn artikel zon der commentaar opnam, dan blijkt, dat men de onzen gaarne iets wil verwijten. Waar hoeft ooit een redactie die de Y. D. artikelen opneemt, daaraan commentaren toegevoegd? Ik geloof, dat de onzen, die terecht tegen verpolitieking willen waken, zich niet zoo moeten opwinden, als in onze eigen partij eens een taktiek wordt ter sprake gebracht die voor ons vreemd is. Ik meen, dat wij ons vooral niet moeten laten leiden, door wat de door-en door- verpolitiekte rechterzijde als in de politiek ongeoorloofd signaleert. Rechts wijde liever zijn aandacht aau den balk in eigen oog, dan aan den splinter in dat zijner tegenstanders. Partijen, die o.a. op hun politieken kerfstok hebben de onverantwoordelijke non-possumus-taktiek van 1S86, toen de medewerking aan een dringend noodige Grondwetsherziening werd geweigerd als niet eerst de regeling van het onderwijs in de Grondwet haar beslag kreeg missen het zedelijk recht om zoo'n misbaar te maken als dezerzijds maar even een denkbeeld als het mijne wordt ter sprake gebracht. „Tusschen doen en zeggen, vele mijlen leggen" maar zij hebben wel degelijk durven doen. Wij, vrijzinnig-democraten, wij zijn zeker te weinig politiek om te doorzien, hoe politiek men ginds is, Weten wij zelfs met welke bedoeling do val van minister Cool is veroorzaakt, door toedoen van zijne rechtsche „vrienden"? Hebben niet de dagbladen commentaren geleverd op het gevallen besluit, waaruit blijkt, dat men niet beprijpt, hoe en waar om Cool is geen gegaan. Heeft men van anti-revolutionaire zijde het zoo gewild? Is het een succes voor Duymaer van Twist of voor den grooten leider in eigen persoon? Hoe komt bet, dat alleen de christelijk-historische party zich unaniem voor Cool heeft nitgosproken ofschoon de coalitie goedgunstig bad be sloten hem te handhaven. Werd by deze gelegenheid door velen geBtemd op politieke overwegingen of puur in 's lands belang? De politiek ligt er duimdik op. Zouden wij ons dan moeten schamen, als wij nog niets anders doen dan een voorstel in discussie brengen in hot openbaar onder onze eigen partijgenooten in de eerste plaats om langs een „politieken" weg een einde te maken aan het politieke geknoei, waaraan nu ons land is overge leverd? Ik vermag het niet in te zien. V. D. Een merkwaardig beleg. In ons vorig nommer hebben we reeds het een en ander meegedeeld omtrent een bombardement in de stad LondeD. De part. corr. van de N. R. Ct. meldt over dit merkwaardig voorval het volgende: Vanmorgen hoorde de Citypolitie. dat een zeker huis in de Sydneystraat, White- chapel, moordenaars van Houndsditch borg. Gewapende agenten, die poogden het pand binnen te dringen, werden met revolver schoten ontvangen. De politie ontbood hulp en het huis werd onsingeld, zoodat ant- snapping onmogelijk was. Er ontstond een vuurgevecht tus6chen belegerden en belegeraars, dat vele uren duurde. De belegeraars ontboden troepen uit den Tower. De minister van binnenlandsche zaken, die omstreeks 12 u. ter plaatse verscheen, sloeg de operatien van politie en iroeper. geruimen tijd gado. De belegerden ontvingen blijkbaar munitie uit de belendende panden, waar mede zij het geweervuur geruimen tijd konden onderhouden. De belegeraars ant woordden bij tus8chenpoozen en kregen ten slotte versterking van een mitrailleuse, waarmede zij het huis der anarchisten kon den plat schieten. Maar omstreeks 1 u. begon het huis te branden, vermoedelijk hebben de verdedi gers het zelf aangestoken. De brandweer liet het perceel rustig branden, doch toen het oen rookendc puinhoop was geworden, drongen politie en troepen er binnen en vonden twee verkoolde lijken, niet zee, zooals abusievelyk is beweerd. De politie gelooft, dat do beide lijken die van de moordenaars van Houndsdi ch zijn. Het is nog niet vastgesteld of zij zelf- mooid hebben gepleegd, doodgeschoten of levend verbrand zijn. Het beleg van het huis in de Sydnoy- straat, waaraan op een gegeven oogenblik ruim duizend man politieagenten en soldaten deelnamen, trok dnizonden toeschouwers, die overal vandaan kwamen. Om 3 u. kwamen er liefst drie stukkeu van de Royal Horse Artillery tor plaatse. De politie twijfelt er niet aan, of een der lijken is dat van Fritz; of het andere dat van Peter is, staat niet vast. Spoedig nadat de lijken gevonden zyn, is de vloer ingezakt, waardoor vier brandweermannen ernstig vewond zyn. Twee politieagenten en een soldaat zijn gedood. Drie toeschouwers zyn gewond. Vim deze opzienbare gebeurtenis, geeft do corr. van de Tel. nog de volgende be schrijving: Gedurende drie uur woonde ik het ge vecht van de gewapende politie en de soldaten tegen de anarchisten-moordenaars van Houndsditch bij in Sidney-street en Commer8ial Road. Sidney-street, een nauwe straat, wordt bewoond door een dichte Joodsche bevolking. De moordenaars waren verborgen in een tuin in het midden van de straat in een apothekerswinkel op den hoek daarvan. In den middag gelukte het mij op het dak van 1 et Princess Royal- bierhuis in Sidney-street te komen, op 150 yards van het belegerde huis, waar ik nu recht op uit zie. Een hevig geweervuur werd op hot huis geopend. Honderden soldaten joegen kogels in de woniug, van waar de anarshisten schoten losten Sommigo daarvan klonken als karabijn-schoten. Ik zag do anarchisten in de strsat twee burgers neorschieten. Zij verscheuen aau alle vensters, voor en ach ter. Plotseling vlogen drie kogols over ons dak. Zij werden gelost uit een raam van de bovenste verdieping van den apo thekerswinkel. Om één uur steeg rook uit het huis op. Het verwoede geweervuur hield aan Om halftwce sloegen de vlammen uit het huis. De braudweermannen werden door schoten teruggedreven. De vlammen sloegen steeds woester om zich heen en wolken rook stegen uit het huis op. Toch waren <lc anarchisten om 2 u. 10 nog in leveu. Zij vuurden hun laatste schoten. Het huis was na een aangrijpende stilte van een half uur uitgebrand. Men kon onze harten hooien kloppen. Detectives, met revolvers in de hand, renden op het huis toe, beukton de deur open. Er werden geen schoten meer op hen gelost. De verdedigers schenen dus dood. De brandweermannen kwamen nu aau- gcsneld en richtten waterstralen op het huis. Na een kwartier was de brand ge- bluscht. Ik zag toen twee menschen naar buiten dragen en verliot daarop mijn dak en baande mij met moeite een weg door de ontzettende menigte vreemdelingen. Groot Britanwie. Men beeft opgemeikt dat bij de nieuw- jaarsonderschcidingen in Engoland wel een aantal leden van don Geheimen Raad, Baronets on Knights zijn benoemd, maar geen enkele nieuwe peer. Het vermoeden ligt voor de hand, dat dit in verband staat met de mogelijkheid, dat de Koning tot een peersbenoeming zul moeton over gaan om do Lords tot toegeven in do veto-quaestie te dwingen. Dan moeten er wellicht circa 500 peers benoemd woiden en 't is te begrijpen dat ineu er daarom bij deze gelegenheid zuinig mede is. Duitswiland. Aan de Küluische Zeitung wordt uit Potersburg geseind, dat de luededeoling van het Nowojé Wremja omtrent Ruslaud's plan om de Duitschc nota van 1907 te beantwoorden, druk besproken wordt. Vooral spreekt inon er over dat volgens het blad beide landen zich verbonden hebben, uiet deel te nemen aan even- tueele combinaties van mogendheden be treffende het Verre Oosten, gericht tegen ecu der beide naties. Kanselier Bethmann heeft namelijk hetzelfde in den rijksdag medegedeeld, als zijnde het resultaat der onderhandelingen te Potsdam, maar zonder de beperking tot aangelegenheden, het Verre Oosten betreffende. Men vermoedt nu, dat de Russische regeering met de niededeeling in het Nowoje Wremju den kanselier wil corrigeeren. Aan den anderen kant wordt dit weer onmogelijk genoemd,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1