WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
HEDEDEELINGEN YAH HET
KONINKL. NED. HET. INSTITUUT
Opgemaakt voorm. 10.50 uur.
De Bilt, 12 Januari 1911.
Hoogste barometerstand 773.0 m.M. te
Horta, laagste 740.7 te Wisby.
Verwachting tot den avond van 13 Januari
1911. Krachtige Noordelijke tot N.W.-
lijkc later afnemende en krimpende wind.
Gesteldheid van de Incht: Aanvankelijk
buiig later tydelijk opklarend.
Temperatuur: Dezelfde.
(Barometerstand le AMERSFOOP.T-
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
752 m.M.
Vorige stand te 12 uur 773 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisteren
Laagste hedennacht
Hedenmiddag 12 uur
F. 38
F. 32
F. 36
Een ding schijnt zeker. De wederople
ving van den anti-clericalen strijd zal van
het een en ander het gevolg zijn.
Ook de bisschoppen van Autun en Gre
noble hebben een verbod uitgevaardigd
aan de geloovigen, om een aantal radicale
bladen te lezen.
Ton slotte vinden we nog vermeld, dat
een door den maatregel van den
Lyonneeschen clerus getroffen blad te
St. Etienne bij de Lyonneesche Rechtbank
tegen den aartsbisschop van Lyon een
klacht op schadevergoeding heeft ingediend.
Zoo is dus de strijd reeds begonnen
Een open brief aan Prins Max.
De „Revue Moderniste Internationale"
zal in haar eerstvolgend nummer een open
brief aan Prins Max van Saksen publicec-
ren, van de hand van den bekenden ex-
pater Hyacinthe Loyson, uit Gent. Loyson
stelt daarin vast, dat niemand herroepen
mag, wat zijn wetenschappelijke studie hem
als zijn innigste overtuiging heeft doen
uitspreken. De brief legt er vervolgens
den nadruk op, dat alles wat Prins Max
over het schisma en het pausdom gezegd
heeft, de zuivere waarheid is. De Prins,
eindigt Loyson zijn open brief, hoezeer hij
ontbaatzuchtig gehandeld heeft, gaf een
slecht voorbeeld en dat er bovendien toe
medewerken moet, om in dit tijdsbestek
het ware gezag en de ware religie te
ondermijnen. „Uw ja, zij uw ja, uw neen,
zij uw neen, en al wat daarvan afwijkt,
deugt niet."
Duitschland.
In het persbericht vau de nationale
commissie tegen het alcoholisme komt het
een en ander voor omtrent do drankbe
strijding in Duitschland.
In de gevangenissen begint men meer
en meer den strijd tegen den alcohol te
voeren. De directeur van een strafinrich
ting ie Ludwigsburg deelt mede, dat in zijn
inrichting geregeld onderwijs over het
alcoholvraagstuk wordt gegeven. Door de
Dnit8che Vereeniging tegen misbruik van
alcoholische dranken is een boek uitgege
ven, „Het Gevangenisboek" gehoeten. In
elk van de cellen vindt men een exem
plaar hiervan en kleine brochures worden
onder de gevangenen uitgedeeld. Verder
wordt er gewerkt met platen en tabellen
aan de muren. In de bibliotheek van de
beambten en de gevangenen zijn de drank-
bestrijdende boeken ruim vertegenwoordigd.
Bij het bezoeken van de cellen wordt dan
een en ander met de gevangenen bospro-
ken, waarbij men veel treurige zaken kan
vernemen en soms ook zeer eigenaardige
uitingen. Waarom deelt men ons zoo iets
nu pas mede? Had ik dat vroeger geweten,
dan was ik niet hier". Deze en andere
verwijten kan men hooren. „Het boek
heeft mij schrikkelijk geërgerd! Maar ik
heb nagedacht en alles komt uit! sprak
een ander na het lezen van 't gevangecis-
boek. Den meesten indruk maakt hot op
de gevangenen, wanneer men hun zegt:
„De helft van de gevangenisbeambten
zouden op pensioen gesteld kunnen wor
den, wanneer gij niet meer zoudt willen
drinken."
Wij deelden herhaaldelijk reeds
staaltjes mede van het willekeurig optreden
der Pruisische landraden tegenover degenen,
die niet, zooals zij, zweren bij het conser
vatisme en wezen op de meikwaardige
toestanden, die daarvan het gevolg zijn.
Men denke slechts, om bij den allerjongsten
tijd te blijven, aan de verkiezing te Labiau-
Wehlau en het proces Maltzahn-Becker.
De vrijzinnige volkspartij zal nu dezer
dagen in den Pruisischen Landdag de
volgende interpellatie te dezer zake in
dienen:
„Wat is de minister president van plan
te doen om een einde te maken aan ambts
misbruiken in het belang van een partij,
gepleegd door landraden en andere regee-
ringsambtenaren, misbruiken, zooals aan
het licht zijn gekomen bij de laatste ver
kiezing te Labiau-Wehlau en in het proces
Becker
Dat de heeren met deze interpellatie
groot succes zullen behalen, of eenige
verbetering in don toestand zullen bewer
ken, gelooven zij zeker zelf niet. De
„Landrat" zal in Pruisen heer en meester
blijven, zoolang hij de belangen der con
servatieven dient.
Na een proces, dat twee maanden
heeft geduurd, is gistermiddag hef vonnis
over 35 beklaagden, inzake Moabet, uitge
sproken, onder buitengewoon grooten toe
loop van publiek.
Een beklaagde, die politieagenten door
steken met een mes wonden had toegebracht,
werd veroordeeld tot 3' :aar gevangenis
straf, een andere tot 1jaar.
Aan drie werden lichte geldboeten
opgelegd en drie anderen werden vrijge
sproken.
De overigen kregen gevangenisstraffen
van 1 tot 9 maanden, bjj de meeste met
aftrek van den tijd, in voorarrest doorge
bracht. In de overwegingen wordt gezegd,
dat bet Hof tot de overtuiging is gekomen,
dat politieagenten misgrepen hebben begaan
en dat zij hunne bevoegdheid verre over
schreden hebben. Het Hof is echter niet
overtaigd, dat de beambten uit moedwil
en louter voor pleizier hebben geslagen. liet
Hof is zich ervan bewust, dat de taak der
politie in zulke dagen uiterst moeilijk is en
dat op haar de plicht rustte den eigendom
te verdedigen en de openbare orde en vei
ligheid te handhaven.
Bij de strafoplegging is in aanmerking
genomen, dat beklaagden in een toestand
van buitengewone opgewondenheid ver
keerden, dat zij meest nog zeer jong waren
en grootendeels behooten tot de minder
ontwikkelde klassen. Anderzijds heeft de
overweging gegolden, dat de veiligheid
van den staat en de openbare rust bijna
een gehoele week in de wijk Moabit
bedreigd waren en dat er veel particulier
eigendom beschadigd is.
Portugal.
Er wordt bericht, dat er een algemeens
staking is uitgebroken onder de Portu-
geeschc spoorwegbeambten en dat er
treinen zijn aangehouden.
In den postdienst wordt voorzien door
automobielen.
Teneinde incidenten te voorkomen, heb
ben de spoorwegarbeiders zich verzet tegen
het vertrek der nationale treinen.
Belgie.
In den toestand der mynwerkorsstaking
in het Luiksche kolenbekken is ook gis
teren geen verandering gekomen, zonder
dat het daarbij tot ongeregeldheden kwam.
De Luiksche afgevaardigden in de Kamer
en de Senaatsleden hebben zich tot een
commissie gevormd, om te trachten de
werkstaking tot een voor beide partijen
bevredigend einde te brengen.
R. K. Gemeenteraadsleden.
Te Arnhem is, naar de Tijd meldt, de
vergadering gehouden tot het 6tichten van
een Bond van R.K. Gemeenteraadsleden.
Er waren bjj den aanvang 50 Raadsleden
tegenwoordig en 20 kiesvereenigingen
vertegenwoordigd.
De vergadering werd geopend door
baron Van Wijnbergen.
Mr. J. R. II. van Schaik kreeg daarop
het woord, om het doel der bijeenkomst
meer uitvoerig uiteen te zetten.
Hij zeide o.a. het volgende:
Met alle erkenning voor 't geen door
onze R. K. Raadsleden is verricht, moet
er een bond van raadsleden komen om
nieuw en warmer vuur in onze raadsleden
te blazen, hen te steunen in de midde
len om hun doel te bereiken eo aldus
dagelijks onze beginselen over het geheelc
land daadwerkelijk aan te toonen. De
groote beginselen ziju nu doorgewerkt en
algemeen begint men te gevoelen, dat in
de talrjjke kleine staatjes, de gemeenten,
een heerlijk terrein ligt om door onze
beginselen het maatschappelijk evenwicht
te verkrijgen. Op zoo eenvoudig terrein
hebben onze beginselen in de gemeente
politiek mede te spreken.
Als raadslid kan meu zich op tweeërlei
standpunt stellen. Men kan B. en W. den
weg der gemeente politiek laten aangeven
en hen in nun sneller of minder snel
tempo volgen, daarbij wakend voor de
eigen beginselen. Men kan zich zelf vol
gens eigen inzicht en beginselen een ge
meente-politiek opbouwen en wanneer B.
en W. daarmede in strijd komen dan
scherpe critiek oefenen.
Spr. heeft hierbij het oog op die raads
leden, welke beslist een vast systeem
willen hebben bij de gemeente politiek en
niet hun stem willen doen afhangen van
de stemming van het oogenblik.
Want door dit laatste ontstaat helaas te
dikwyls het betreurenswaardig verschijnsel,
dat de R. K. Raadsleden op de meest
uitoeuloopende wijze hun stem uitbrengen.
Bij de meeste punten komen onze be
ginselen te pas. Spreker noemde b.v. het
subsidieeren van openbare leeszalen of het
instellen daarvan, het subsidieeren van
andere lichamen, de vaststelling van de
rechtspositie der ambtenaren waarbij de
aethica en onze moraal filosofie zooveel
hebben mede te praten.
Er zijn andere punten, waarbjj onze
katholieke sociologie wel «jegelijk het
beslissende woord heeft. Dat een en ander
nog niet levendig genoeg werkt is by vele
Raadsleden hun schuld niet; maar wel is
hiervan oorzaak het feit, dat ze niet ge
noeg zijn geschoold.
Daarom moet er een bond komen. Zoo
danige bond zal moeten zijn een voedings
bodem voor de aangeslotenen. Hg zal
moeten beleggen vergaderingen en cursus
sen, waarin de gemeente politiek wordt
besproken. Hy zal ecu inlichtingsbureau
moeten stichten, een eigen oi gaan uitgeven
en overgaan tot het samenstellen van een
program van begiuselen. Spr acht zoo'n
bond geen utopie.
Met algemeene 6temmen werd ten slotte
door de aanwezige Raadsleden tot de op
richting van den Bond besloten.
De voorzitter stelde nu aan de orde de
vraag, of de Bond alleen zal bestaan uit
Raadsleden of dat ook do kiesvereeniging
medezeggenschap zullen hebben.
Met algemeene stemmen werd besloten,
dat de Bond uitsluitend zal bestaan uit
Katholieke Raadsleden en de kiesvereeni
gingen niet direct medezeggenschap zullen
hebben.
Aan de orde Btelde de voorzitter nu de
vraag, of er ook buitengewone leden:
burgemeesters, gemeente secretarissen en
ontvangers en oud-raadsleden zullen aan
genomen worden. Daartoe werd besloten.
Het verder debat liep over de vraag, in
welke geest de bond zal moeten opgevat
worden. Sommige leden meenden, dat
als er een beginsel-program voor katholieke
Raadsleden moet komen, dat niet alleen
door Raadsleden moet worden samengesteld,
maar ook door de kiesvoreenigingen.
De voorzitter wees er op, hoe voor de
Katholieken het gemakkelijk is een be
ginsel-program vast te stellen dat slechts
weinig behoeft te bevatten: „Ieder onzer
onderschrijft toch de Katholieke beginselen
en die kennen we uit den Catechismus".
Ton slotte ging de vergadering onder
applaus accoord met de meening van den
voorzitter, dat de samenstelling van een
bepaald uitgewerkt programma voorloopig
dient te worden aangehouden, doch dat
de Bond erkent, de algemeene Katholieke
beginselen voor te staan met name zooals
deze voor sociale aangelegenheden zijn
neergolegd in de Encycliek „Rerum No
varum".
Portvrijdom en dienstzegels.
Naar aanleiding van een bericht van het
N. v. d, P, befriffende fe verwachten
invoering van „dienstzegels" voor olfioiecle
stukken, kan het Vad. mededeolen, dat de
oplossing van de quaeste der frankeering
van dienstsrukken vermoedelijk in een
andere richting zal worden gezocht.
Men deelt dienaangaande het volgende
mee:
De vrijdom van port voor stukken, waar
aan deze bij de wet of bij K. B. is verleend,
heeft allengs zulk een omvang aangeuomen,
dat de kosten, bij frankeering, tonnen
gouds zouden bedragen, ja, waarschynlyk
het millioen zouden overschrijden.
Behalve dat oen commercieole boekhou
ding met toelaat, dat een dergelijk be
langrijk bedrag geheel onverantwoord blijft,
is bovendien alle controle bij den tegen-
woordigen toestand uitgesloten, en blijft
misbruik mogelijk.
Bij invoering van „dienstzegels", zooals
bv. in de Vereenigde Staten, worden deze
scbaduwzijden van den vrijdom van port
niet opgeheven, en misbruiken niet onmo
gelijk gemaakt.
Dit zou wel het geval zyn eD ziedaar
de richting, waai in thans de oplossing
wordt gezocht indien allo stukken,
uitgaande van de Departementen, gewoon
werden gefrankeerd. Het Rijk betaalt dau
aan zichzelf, en ten slotte blijven slechts
de trouwens geringe kosten van den aau-
maak der meerder benoodigde postzegels
over. Maar contröle is dan mogelijk en
zelfs gemakkelijk uitvoerbaar door middel
van de registors der in- en uitgaande stuk
ken, terwijl misbruiken langs dien weg
kunnen worden voorkomen.
Een Quaestie.
De Gemeenteraad van Dordrecht heeft
besloten zich in rechten te verweren tegen
eene vordering tegen de gemeente inge
steld betreffende de betaling van steenkolen.
De kolenleverancier der gemeente ging
failliet, en nu vordert de leverancier van
den failliet 't bedrag dat de gemeente hem
verschuldigd is. Deze had echter zijue
vordering reeds verpand en de beleenster
wil nu ook betaling van de gemeente.
En de curator meent dat de vordering
in den boedel hoort.
Aan wie moet de gemeente nu betalen?
Dt Raad besliste, dat de Rechtbank dit
ten slotte wel zou uitmaken.
Maatschappelijke en
Myglëulwche vraagstukken.
Het stof in de mijnen.
Uit New-York wordt gemeld, dat het
Mijndepartement der Vereenigde Staten
thans over den aankoop onderhandelt eencr
kolenmijn in Peunsylvauië, om deze te
gemuiken tot proefnemingen. Kunstmatige
ontploffingen zullen plaats hebben, met het
doel vast te stellen, welke de meest voor
komende oorzaken der rampeo zijn.
20.000 arbeiders kwamen gedurende deze
laatste tien jaien om door mijnrampen in
de Vereenigde Staten.
Het bestudeeren der feiten liet toe vast
te stellen, dat deze ongevallen bijna steeds
plaats hebben in deu winter en vooral in
December en Januari. Zeer zelden in den
zomer.
De deskundigen der Regeering zijn van
mcening, dat de ontploffingen niet toe te
schrijven zyn aan gassen, maar aan kool
stoffen, gemengd met de lucht en tot
hooge temperatuur verhit. De prooven
zullen dienen om de mijnwetgeving in de
Ver. Staten te kunnen verbeteren.
De heer M. L. Celosse heeft wegeus
gezondheidsredenen ontslag genomon als
lid van den Gemeenteraad. Hierdoor ont
staat een vacature in District I en een
wethoudersvacature.
Het bekende adres tegeD het 46-rnil-
lioen-ontwerp ligt hier ter stede ter teeke-
ning in Valkhoff's boekhandel.
Do verstrekking van brood aan de
troepen van het garnizoen alhier zal in 1911
weder plaats bobben uit de broodfabriek
van den heer W. H. Meursing, tegen den
prys van 5.4 cents per ration.
We herinneren Dogmaals aan de ver
gadering vanHandcl en Nijverheid, welke
morgenavond in de Zwaan wordt gehouden.
Tot schatter voor de personeele be
lasting in de plaats van wijlen den heer
J. C. Kleber is benoemd de heer J. D,
Lammerts van Rueren.