Uit de Pers. WEERBERICHT. Thermometerstand BINNENLAND. Rechtzaken. INGEZONDEN. STADSNIEUWS. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT Opgemaakt voorm 10.50 uur. De Bilt, 18 Januari 1911. Hoogste barometerstand 785.2 rn.M. te Chermont, laagste 743.0 te Haparanda. Verwachting tot den avond van 19 Januari 1911. Zwakke tot matige Z.W.-lijke wind. Gesteldheid van de lucht: Nevelig tot betrokken, weinig of geen neerslag. Temperatuur: Dezelfde. Barometerstand te AMERSFüCPT. Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 779 rn.M. Vorige staud te 12 uur 781 rn.M. te Amersfoort. Hoogste gisteronF. 36 Laagste hedennachtF. 30 Hedenmiddag 12 uurF. 40 Df. Ziektewet. Over de ontwerpen Ziekte- en Raden- wet zullen de afdeelingen der Tweede Kamer half Februari het onderzoek be ginnen. De openbare Leeszalen. Ook in de afdeelingen der eel-ste Kamer heeft de op hoofdstuk 5 der staatsbegroo ting uitgetrokken subsidie voor openbare leeszalen aanleiding gegeven tot breedvoe rig debat en tot oppositie. Men verwacht echter niet, dat minister Heemskerk er met zijn begrooting door in moeilijkheden zal geraken. De versterking van Vlissingen. Wat de Parijsche correspondent van de N. R. Ct. van minister Pichon vernam ter verduidelijking zijner woorden over de versterking van Vlissingen geeft wel een eenigszins anderen indruk dan het Reuter- telegram van Maandag. Dit luidde, voor zoover het de woorden van den minister weergaf: „De minister Pichon antwoordde, dat het ontwerp van 1904 dagteekent en protesten te weeg bracht in verschillende landen. De miuister deelt in de meening van Delafosse dat er, zoo de uitvoering droi- gend wordt, aanleiding zou wezen met de belanghebbende mogendheden er over te confereeron." En de minister gaf deze opheldering: „Mijne woorden zijn zeer eenvoudig geweest en er kan voor niemand iets aanstootgevends in liggen; het gaat hier over een internationalen en neutralen stroom, welke grensbelang heeft voor een land (limotrophe d'un pays) welks neutra liteit gewaarborgd is door de mogendheden. Ik heb eenvoudig gezegd geen bezwaar te hebben tegen een gesprek met de mogend heden, natuurlijk heb ik mij geheel buiten de overwegingen en motieven door Delafosse geuit gehouden en ook geen woord gezegd van opmerkingen aan de Nederlanasche regeering." liet Haagsche Correspondentie-Bureau meld, dat de Minister van Buitenlandsche Zaken gisterenavond Hr. Ms. gezant te Parijs tel.egraphiech heeft verzocht om mededeeling van den juisten tekBt der woorden, die door den minister Pichon in de Fransche Kamer van Afgevaardigden zouden gesproken zijn in verband met het wetsontwerp betreftende onze kustverde diging. De regeering stelt zich op het stand punt, dat tnsschen dit wetsontwerp en de internationaal geregelde positie van België hoegenaamd geen verband bestaat en dat de waarde van het ontwerp niet ter officieele beoordeeling van cenige mogend heid staat. Wees onverzoenlijk! Onder dit opschrift schrijft de „Nieuwe Cour.": Het is thans de beurt van den Minister van Justitie om door „De Standaard" te worden gekappitteld. Hij was bq de behandeling van de Papendrechtsche zaak niet principieel genoeg. Hij sloot zich niet uitdrukkelijk bij de rechtsopvatting van de h. h. De Savornin Lobman en Van Wynbergen aan. Hij „toonde er prijs op te stellen, van zyn ouden leermeester Van Hamel niet al te veel te verschillen." Hij had daarvoor de „bedenkelijke loftuiging" van de linksche pers in ontvangst te nemen, wat altyd een kwaad ding is voor een man van „scherp- geteekende beginselen." „Met name voor eon minister meent De Standaard schijnt het uiterst moeilyk zich te verweren togen de verzoeking, om bij zyn tegenstanders in de gunst te komen. Zelfs heeft het blad opgemerkt, dat ministers in een Kabinet van rechts „veelal de gewoonte hebben, zich by hun redevoe ringen, zoo al niet uitsluitend, dan toch in den regel, naar links te keeren, als ging rechts hun minder aan." Mogen wij nadrukkelijk den wensch nitspreken, dat dit althans zoo zal blyven? Links toch is in de Kamer de perstribune en de ministers, ook van rechts, geven dus door hun gewoonte om naar haar kant toe te spreken te kennen, dat zij er prijs op Btellen hun woorden behoorlyk in de couranten overgebracht te zien. Ons is die gewoonte nooit bepaald op gevallen, maar zoo zy bestaat, getuigt zy van een praktisch inzicht der ministers zoowel in hun eigen behoeften als in die van het publiek, waarvoor de lofuitingen wel niet uitsluitend van den kant der poli tieke tegenstanders zijn te verwachten. „De Standaard" heeft óók een verslaggever op de perstribune zitten! Hoe dit zij, het blad betoogt ten slotte dat „wie nog dingt naar den lof van zyn politieke tegenstanders en door dien lof niet eor als door een wesp gestoken wordt", politiek zwak staat. Het kost wel wat, voor men voor dien lof geheel onverschillig wordt, en het is wel hard telkens te er varen dat zoo ge niet buigen wilt, men zich van u afwendt. Maar een christen-staatsman kan nooit onderliggen in dien strijd, hy moet er ongevoelig voor worden en er ovet zege vieren, bedenkende dat Christus niet ge komen is om vrede op aarde te brengen maar het zwaard. Gelyk men ziet is het slot van dit artikel zeer persoonlijk niet tegen minister Regout, maar pro dr. Kuyper. Inderdaad is deze over den lof of blaam van zijn tegenstanders sedert de laatste jaren volkomen heen; die lof valt hem trouwens, sedert zekere gebeurtenissen bekend werden, welke het niet geoorloofd is voor uitvloeisels van het anti-revolution- naire beginsel te houden, slechts zelden meer ten deel. Overigens, welk een beginsel voor een minister, wiens taak het is over het gehcele volk te regeeren: "Wacht u voor den lof van uw tegenstander! Zoo gij scherp wordt aangevallen, zijt gij op den goeden weg! Wees onverzoen lijk! Bedenk dat Christus gekomen is om het zwaard op aarde te brengen! Dit is de antithese in een nieuwen vorm: als beginsel van regeering. Zoo werd zy ons zelfs van dr. Kuyper's kant nog nim mer voorgehouden. „De Nachtwacht". De zaak tegen Roelf Antoon Sigrist, ge boren te Zwolle 10 Juni 1882, zonder be roep en zonder vaste woonplaats, beschul digd van opzettelijke en wederrechtelijke beschadiging van „De Nachtwacht", toebc- hoorende aan de gemeente Amsterdam, zal Yrijdag 3 Februari voor de Amsterdamsche rechtbank behandeld worden. Als getuigen zijn gedagvaard B. W. Dijks en F. Stout- handel, beiden opzichter in en jhr. van Riemsdijk, directeur van het Ryks Museum- Waar moet het kind groot geeracht wokden dat de ouderlijke zorg mist? Aan de Redactie. V/y komen een oogenblik uw aandacht vragen voor de kinderen, die om welke reden dan ook, niet in het ouderlyk huis kunnen worden opgevoed, en voor wie een warm gezellig plekje toch zoo noodig is. Yoor velen dezer is een weeshuis of ge sticht ongeschikt, een gewoon gezin met eigen kinderen eveneens. Wy- mceneu toegevende, dat aan elke opvoeding, buiten die van verstandige, liefdevolle ouders, eigenaardige bezwaren kleven, dat wij voor bedoelde kinderen op de beste wijze het ouderlijke huis kunnen vervangen, door hen op te voeden in kleine tehuizen, waar een groepje van 10 a 12 kinderen, die gerekend kunnen worden by elkaar te hooren wat afkomst, beschaving en gods dienst betreft, onder verstandige leiding kunnen worden grootgebracht. Waar alle kinderen in dezelfde verhouding tot de pleegouders of leidster staan, en waar een gezellige huiselijke geest kan heerschen waar zy een eenvoudige hygiënische verzorging zullen vinden, in een omgeving die zij al of niet bewust kunnen overzfen waar zij vroeg leeren meehelpen waar zy onder toezicht, de voor de ont wikkeling noodige hoeveelheid vrijheid kunnen hebben, en waar zy zooveel moge lijk in contact blijven kooien met het ge wone dagelijksche levon, met zijn huise lijke zorgen, en huiselijke genoegens. Wy willen, rekening houdende met onzo finan- tieele draagkracht, al naar de behoefte zich doet voelen, langzamerhand voor verschillende groepen van kinderen tehui zen openen, terwijl desgewenscht, bestaande kleine tehuizen zich by ons zouden kunnen aansluiten. De vereeninging, die neutraal moet blijven, sluit geon gezindte uit, en wil trachten dit in praktijk te brengen, door ieder huis zijn eigen kleur te geven in overeenstemming met leidster of pleegou ders. Ons eerste huis is in aanbouw te Noordwykerhout, en is bestemd voor nor male on- en weinig bemiddeldo kringen, en vrij spoedig zullen wij behoefte voelen, ook aan een tehuis meer in bet centrum, waar zij die voor verdere opleiding, de een of andere inrichting van onderwys moeten bezoeken, tijdelijk kunnen worden ge huisvest. De verpleeggelden moeten de kosten, die zoo laag mogelijk gehouden zullen worden, dekken, terwijl geen geldelyk voordeel beoogd wordt. Uit een te stichton Ondersteuningsfonds wenschen wij in noo dige gevallen verzorging en opleiding ge heel of gedeeltelijk te bekostigen, terwijl ons Bouwfonds zal dienen tot oprichting en instandhouding der tehuizen. Als alle ouders die ten alleu tijde hun eigen kinderen goed verzorgd zouden wenBchen, ons naar hun krachten zouden willen helpen en als zy die mceneu te weten ons persoonlyk nooit noodig to hebben, maar wel voor onB streven voelen, ons toch willen steunen, ja, dan zou den wy zonder te groote geldelijke zorg ons moeilyk maar heerlijk werk kunnen aanvaarden. Helpt gij ons? Zelfs de kleinste gift met instemming gegeven is welkom en wordt dankbaar aanvaard. Allo geweu8chte inlichtingen zullen gaarne verstrekt worden door mej. C. M. van Dissel te Noordwijkerhout, die met mevrouw H' BoddaertSchuurbeque Bocye te 's Gra- venhage, den heer H. G. A. Elink Schuur man, accountant te Bussum, mevr. H. Siewertz van ReesemaDe Graaf, den Haag; en mej. Margaretha Meyboom te Rijswijk, in de con6titueerende vergadering van 29 Dec. 1910 tot bestuur gekozen werdeD. Instemming hiermede betuigden reeds: te Amsterdam freule E Boddaert; mevr. v. d. HuchtKerkhovendr. G. A. M. van Wayenburg; te Amersfoort mevr. C SandersHuidekoper; te Apeldoorn M. van Wyhe dir. Hoenderloo; te Arnhem A. J. Schreuder, dir. Med. Paed. Inst. Klein Warnsborn; te Groningen prof. G. Scheltema en prof. J. Simon van der Aa; Den Haag en Scheveningen mevr. A. E. van Dorp Ycrdam; mej. mr. E. van Dorp; mej. Suze Grosbaus; mej A. Kalff, Jan Ligthart; jhr. mr. Rethaan Macaré; jhr. ms, H. Sraissaert; J. R. Snoeck Henkemans; te Katwijk aan zee mr. dr. D van Dorp; Becker Andrea; te Leiden prof dr. G. Jelgersma, mevr. v. LeersumWijsman; prof. dr. H. A. Lorentz; mevr. A. Lorentz—Kaiser; te Noordwijker- hout ds A. J. P. Boeke; te Oosterbeek mej. A. H. van Wijten; te Rotterdam mej. Ida Heyermans; te Stratum ds. E, J, F. van Dissel; te Utrecht mej. P. M. H. Dolk Meylinck; mevr. A. de Graaf; mevr. M. MulderLulofs; te Zierikzee mej. K. de Krane; te Zeist dr. H. Postma en mej. Jac. Snethlage. Aan Ds. I. Htoykaas. naar aanleiding van zijn oproep tot steun voor een verple ging in Hoog Hullen. Goed zoo Dominé 1 Ik heb eerbied voor Uw goede hart! Red dien man, dat gezin als ge kunt! Maar hoe 'n weldaad ge ook met hulp van enkele, ik hoop van vele gegoeden zult doen, 't haalt zoo weinig uit op de groote maatschappij of daar al een enkele drenkeling op het droge wordt gebracht. Gy hebt een blik geslagen in een door drank verwoest gezin? Ik kom io zoovele. Toe, pak met ons den alcohol ,die(n) afschuwlijke(n) duivel" bij de horens! In H. H. hebben ze hem nog maar by den staart en daar maalt hij zoo weinig om! Voorkomen is beter dan genezen! Dat ook Uw stand, die nog al te veel op onze ledenlijsten ontbreekt, onze gele deren versterke! Met deze en de beste wenschen voor het welslagen van Uw op roep en pogen, Met hoogachting Een Geheelonthouder. Andere bladen, die ook het stuk van Ds. Hooykaas opnamen, worden vriendelyk verzocht ook dit op te nemen. De Onderofficiers Sociëteit „Eensgezind heid" houdt een feestelijke bijeenkomst met dames, leden en onderofficieren dona teurs der Gymnastiek- en Schermvereeniging „E. M. M. Aen Onderofficiers Zangver- eeniging „Amersfoort" met hunno dames, op Zaterdag 21 Januari a. s. in Café „de Arend." Een bal zal den avond besluiten. De surnumerair der posterijen en tele- graphie P. J. Berkers is overgeplaatst van Rotterdam naar Amersfoort. Met ingang van 1 April wordt hij weder naar Rot terdam overgeplaatst.. Gisterenavond werd in Amicitia een soiree gegeven door de afd. Amersfoort van de Yereeniging voor Kinderherstellings- en Yacantiekolonies. De zaal was, jammer genoeg, niet geheel bezet, maar naar we vernamen was het finantieel resultaat nogal bevredigend, zoodat, wat dat betreft, de avond vrijwel geslaagd mag heeten. Ton opzichte van hetgeen ten gehoore werd gebracht mag de avond echter een enorm succos worden genoemd en zeker zal niemand naar huis zyn gegaan, die niet in hooge mate voldaan was. De damos, die op eenigerlei wijze aan dezen avond hebben medegewerkt, hebben allen getoond iets goeds te praesteeren en het uitbundig applaus na elk nummer, bewees wel, hoezeer het uitgevoerde in deu smaak viel. Zoowel de zang als de muziek en in niet mindere mate de declamatie voldeden dan ook aan hooge eischcn en mogen zeer geroemd worden. Zonder mindere waar deering te doen blijken voor het door onze stadgenooten gepraesteerde, meenen we in het bijzonder de namen te mogen noemen der dames \V. Cramer uit deu Haag en A. Petri uit Utrecht. Mej. Cramer deed haar bijzonder fraai instrument zingen met een sereen geluid, dat de violiste van meer dan gewonen aanleg verried. En mej. Petri, die hier geen onbekende is, deed ons genieten van haar hoog ontwikkelde zeggingsgave, die in haar veelzijdigheid ten duidelijkste bleek in „'n Geducht standje", dut een waardig slot vormde van den mooien avond. Vermelden we nog, dat de zoo mooi klinkende vleugel uit het magazijn was van deu heer Louis Klein, alhier. Bij de opening van den avond bracht de heer A. B. v. d. Klein het nuttige werk der vereeniging in herinnering en wekte hij op door als lid toe to treden dit werk te steunen. Dinsdag 24 Januari a.s. wordt in de Keizerskroon een openbare vergadering gehouden, waarin de heeren E J van Det en vermoedelyk J. |E W. Duys de beteekenis van het petitionnement voor algemeen kiesrecht zullen uiteenzetten. De Utrechtsche rechtbank verklaarde in staat van faillissement J. H. W. Auf dem Brinke, handelaar in dameshoeden te ^mersjoovf,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 2