WEERBERICHT.
Thermometerstand
Uit de Pers.
Rechtzaken.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
K0N1YKL. NEP. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm 10.50 uur.
De Bilt, 4 April 1911.
Hoogste barometerstand 774.5 m.H. to
Thorsbavn laagste 744.3 te Nice.
Verwachting tot den avond van 5 April
1911. Meest matige Noord Oostelijk tot
Noordelyke wind.
Gesteldheid van de lucht: Gedeeltelijk
bewolkt weinig of geen neerslag nachtvorst.
Temperatuur: Hooger op den dag.
barometerstand te AMERSFOCPT
765 mM.
Vorige stand te 12 uur 761 in.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 40
Laagste hedennachtF. 26
Hedenmiddag 12 uurF. 38
den heer Cruppi, den opvolger van Pichon,
als minister van buitenlandsche zaken op
de hoogte van de zaak te stellen, opnieuw
een onderhoud gehad met President Fal-
lières, die hem het genoegen te kennen
gaf dat hg van een bezoek aan Holland
zou ondervinden.
Overeenkomstig den wensch van Koningin
Wilhelmina aan wie Fallières keuze had
gelaten van den datum, waarop zijn bezoek
Haar het aangenaamst zou zyn zal nu
de President zich in de eerste dagen van
Juli rechtstreeks naar Amsterdam be
geven aan boord van een oorlogsvaartuig
en wederom over zee naar Frankrijk terug
keeren.
Verwacht wordt, dat het bezoek slechts
enkele dagen zal duren. In verband daar
mede schijnt een bezoek aan 's Gravenhage
of andere steden van ons land, althans op
dit oogenblik uitgesloten.
Electrische kracht ten plattelands.
Naar de N. R. Ct. verneemt, zal weldra
worden ingesteld een staatscommissie voor
het dienen van advies aan de regeering
omtrent het nemen van maatregelen ter
voorziening in de behoefte aan electrische
kracht ten platte lande.
Uitbetaling van pensioen.
Ter voorkoming van herhalin? van het
geval dat door een ontvanger aan een
gepensionneerde het dezen toekomende
pensioen werd uitbetaald, zonder vooraf
gaand vertoon van het bewjjs van inschrij
ving, en met het oog op de misbruiken,
die uit de niet opvolging van de tor zake
bestaande voorschriften kunnen voortvloeien
is aan de ontvangers mededeeling gedaan
dat zy zich door verzuim aan bestraffing
blootstellen.
Voor zooveel Doodig wordt er tevons do
aandacht op gevestigd dat ook van ge-
pensionneerden aan wie geen vrijstelling
is verleend van de verplichting rot over
legging eener attestatio de vita, bij elke
uitbetaling vertooning van het bewijs van
inschrijving behoort te worden gevorderd.
Ongehoord.
Onder dit opschrift geeft de Nieuwe
Rott. Ct. blijk van haar verbazing en
ontstemming over het feit, dat het inge
diende Tarief ontwerp inderdaad meelrech-
ten voorstelt, al zullen ze dan nu,
lieflyk, bloemrechten heeten.
De bezwaren tegen deze belasting, die
niet anders is dan een belasting op alle
voortbrengende kracht, worden door het
blad nog eens kort besproken
Maar gaat het voort het voorstel
is daarenboven zoo ergelyk, wijl het
lijnrecht ingaat tegen allo beloften en
voorspiegelingen van de rechterzyde.
Staatslieden van den eersten rang onder
hen schoven het donkbeeld van meelrechte'u
met verontwaardiging ter zyde. Jhr. Van
Citters in zijn bekend boekje: „Ons tarief
van invoerrechten", maakte zich boos op
de liberalen, die ten onrechte „de trom
roeren tegen duur brood". Want immers
de eerste levensmiddelen bleven ook in
het ontwerp-Harte vrij, zegt mr. v. Citters.
„Ze dichten ons plannen toe, die alleen
in eigen faDtasie bestaan". Ook de heer
Vegtel, candidaat der rechterzijdo in Rot
terdam, zei wrevelig: Aan meelrechten
denkt immers niemaud.
De Ned. Vereen, van handelaren in
buitenlands meel zette in 1905 een enquête
op touw over deze zaak. Mr. Heemskerk,
de tegenwoordige premier, schreef aan die
vereeniging, dat geheel de anti-revol. partij
„juichte" toen het recht op meel, in het
voorontwei p-Harte voorgesteld, later door
dezen minister teruggenomen bleek. Dr.
De Visser schreef: „Nimmer zou ik mijn
stem willen geven aan een belasting die
hoofdzakelijk de arbeiders zou drukken....
een belasting op graan en meel zou uit
sluitend hen treffen. En mr. Kolkman zelf
deelde aan de vereeniging mee „tegen
stander te zijn van belasting op eerste
levensbehoeften En hij ging door: „Ik
houd mij overtuigd dat indien onder de
Katholieken in Nederland een plebisciet
werd uitgeschreven, zich 80 pCt. tegen
belasting op eerste levensmiddelen als
graan en meel zouden verklaren". En een
bestuurslid der vereeniging deelde mee,
zegt het jaarverslag over 1905, dat ook
de hoer Talma aan hnu zyde stond.
Ton slotte, nog op 29 Nov jl. heeft
minister Kolkman verklaard: „Deze regee
ring is volstrekt niet van plan met het
tarief de eerste levensbehoeften te belasten.
Ik denk er niet aan graan, tarwe, rogge
te belasten. Graanrechten, zooalt men die
in algemeenen zin noemt, zal men in mijn
tarief niet vinden".
Welnu, mogen laatstgenoemde woorden,
ten antwoord gegeven aan mr. Troelstra,
nog wel een eerlijk antwoord heeten?
Kon iemand daar een truc achter zoeken
dat meel werd uitgeschakeld?
Proces-verbaal tegen een Lkeraar.
De voorzitter der Plaatselijke Commissie
van Toezicht op bet Middelbaar Onderwijs
te Amsterdam heeft Donderdag j.l. proces
verbaal opgemaakt tegen den heer A. H.
van den Belt, leeraar aan de r.k. H. B. S.
wegens les geven in de geschiedenis zonder
bevoegdheid voor dat vak.
Aan den heer Van den Belt is bij Kon.
Besl. vergunning verleend geschiedenis te
onderwijzen op grond van art. 45bis dor
wet op het M. O., waarbij II. M. de Ko
ningin aan eeu „niet volledig bevoegde'
vergunning kan verleenen. De commissie
acht den heer v. d. Belt geheel onbevoegd
en acht het K. B. in strijd met de wet.
Hot Hbld. verneemt nader, dat de be
wuste leeraar der r.k. H. B. 8., tegen
wien proces verbaal Ï6 opgemaakt, im het
bezit is vaD de akte M. O. Aardrijkskunde.
II. M. de Koningin kan echter telkens
voor den tyd van 1 schooljaar aan niet
bevoegden vergunning verleenen, een be
paald vak te doceeren. De Commissie van
Toezicht op het M. O. acht echter in het
onderhavige geval den heer Van den Belt
in 't geheel niet bevoegd om les te geven
in de geschiedenis. De commissie wenscht
nu een principieele uitspraak in deze te
verkrijgen en door den Kantonrechter
deze zaak te laten beslissen Afgewacht
dient echter of de ambtenaar bij het O. M.
ingevolge het opgemaakte proces-ver'oaal
tot vervolging zal overgaan.
De Ziektewet.
Voor oen 90 tal hoorders gaf gisteren
avond de heer G. H. v d. Berg, agent
van do Rijks verzekeringsbank, in Amicitia,
in een vergadering, uilgeschreven door de
werklieden-vereeniging „Onderlinge Hulp",
een uiteenzetting van de ontwerpen „Ra
den en Ziektewet".
Nadat do heer D. Gerritsen de vergade
ring geopend had, verkreeg de heer v. d.
Berg het woord, die ongeveer als volgt
sprak.
De minister heeft twee ontwerpen gege
ven. De Ziektewet regelt de eigenlijke
ziekteverzekering; de Radenwet, met de
Ziektewet een geheel vormende, wordt be
doeld als een organisatie van den arbeid
eu zal in het loven roepen twee nieuwe
lichamen: Raden van Arbeid er. Verzeke
ringsraden, welker samenstelling en taak
de Radenwet regelt. Die taak zal in de
eerste plaats zijn het uitvoeren van de
Ziektewet, maar zal zich in de toekomst
veel verder uitstrekken.
De ontwerpen geven de volgende rege
ling. Het land zal verdeeld worden in
ambtsgebieden of dienstkringen, van ten
minste 25Ü00 inwoners elk. In iedere af-
deeling zal dan gevestigd wordeu een Raad
vau Arbeid en een Ziekenkas, die door
dien Raad zal worden beheerd. Ongeveer
80 Raden zullen worden gevormd, die
weder vcreenigd worden iu een aantal
groepen, vermoedelijk 4 of 5 Voor elke
groep wordteen Verzekeringsraad gevormd
voor toezicht over de Arbeidsraden dier
groep.
De Raden van Arbeid en ook do Ver
zekeringsraden worden in hoofdzaak ge
vormd door en uit belanghebbenden bij de
Ziektewet.
De Raad van Arbeid verleend zijn me
dewerking bij de uitvoering van wetten of
algomeene maatregelen van bestuur, den
Arbeid betreffende, waarvoor de medewer
king van belanghebbenden wordt gevorderd
en maakt do daartoo noodige verordenin
gen. De bedoeling is dus om de werk
zaamheid van den Raad van Arbeid in de
toekomst ook uit te strekken over verdere
verzekeringswetten en ook over andere
wetten, die betrekking hebben op den
arbeid iu het algemeen. De Raden van
Arbeid zullen aldus, naar de plauncn van
den minister, vormen de organen, waardoor
de Regeering beter en meer direct dan
tot nu toe voeling en aanraking zal houden
met de arbeidstoestanden.
De taak den Raden opgelegd is dus eon
hoogst ernstige en veel omvattende en zal
van grooten invloed zijo op het sociale
leven. Krachtens de Ziektewet zal de R.
v. A. het beheer voeren over de ziekenkas
van zyn gebied. Verder verleent de wet
den Raad de bevoegdheid tot het nemen
en bevorderen van maatregelen welke
strekken om ziekte van ingevolge deze
wet verzekerde personen te voorkomen of
welke de geneeskundige behandeling ten
goede komen. Voorbeelden van elders te
over zijn daar om te bewijzen, dat van oen
R. v. A., die zijn taak goed begrijpt, naar
's ministers verwachtingen, een groote en
gunstige invloed zal kunnen uitgaan iu het
belang van het gezondheidspeil van den
arbeidenden stand.
De taak van den Verzekeringsraad is
meer beperkt en bepaalt zich meer tot het
verleenen van medewerking by do uitvoe
ring van wetten en algemeene maatregelen
van Bestuur de arbeidersverzekering be
treffende en hij houdt toezicht op de Ra
den van Arbeid.
De Raad van Arbeid is saamgesteld uit
een door de Koningin te benoemen rijks
ambtenaar als voorzitter, die niet bij den
arbeid mag betrokken zijn en uit een ge
lijk aantal gekozen werkgevers-leden en
arbeiders-leden en hunne plaatsvervangers.
De Raad bestaat uit tenminste 8 leden en
moet worden terzijde gestaand door een
secretaris, die meester in de rechten is en
door den Raad zelf wordt benoemd.
De verkiezing van de leden zal plaats
hebben met toepassing van het beginsel
der evenredige vertegenwoordiging. Kies
gerechtigd eu verkiesbaar zyn alle werk
gevers en arbeiders, die Nederlander en
25 jaar oud zijn. Naast kiesrecht is kies
plicht bij de Radenwet werkgevers en
arbeiders opgelegd.
De Verzekeringsraad is samengesteld
uit vier onbezoldigde leden en een nader
te bepalen aantal bezoldigde leden.
De arbeider in den zin dezer wet moet
zyn in dienst bij een onderneming, de
dienstbetrekking mag niet korter dan 4
dagen duren, hij mag niet eeu zekere mate
vau welstand genieten en in de bedrijfsbe
lasting niet hooger dan een vastgesteld
bedrag zijo aangeslagen. Dit bedrag is
vastgesteld voor Amersfoort (stad) op f 8,
overeenkomende met een inkomen van
f 1100 tot f 1150, en voor overig Amers
foort en omliggende plaatsen Hoogland,
Leusden en Stoutenburg op f 4.25 (inko
men f850 tot f900), en voor Hoevelaken
en het aan Amersfoort grenzend deel van
Soest op f2.75 (inkomen f750 tot f800).
Naar dezen maatstaf zou een dagloon
van f 3,60 de te verwachten grens aange
ven voor Amersfoort (stad). Bij hooger
dagloon valt de arbeider dus niet onder
de wet. Arbeiders in dienst van publiek
rechterlijke lichamen vallen niet onder de
Radenwet; wel zullen zij onder de ziekte
wet betrokken worden, voor zoover niet
voor hen een regeling bij ziekte is ge
troffen.
Onder werkgever wordt verstaan hij,
die een of meer arbeiders bij een onder
neming in dienst heeft.
De Ziektewet beoogt door de oprichting
van een ziekenkas de arbeiders te verze
keren uitsluitend een uitkeering in geld en
maakt dus ondersteuningsfondsen als
Onderlinge Hulp overbodig, tenzij zij zich
vervormen. Voor de geneeskundige behan
deling moet de arbeider zelf zorgen. Alle
arbeiders zijn verzekerd, de werkgever is
verplicht tot het doen van aangifte bij de
ziekenkas, binnen het gebied waarvan de
verzekerde zijn arbeid verricht. Ieder ver
zekerde wordt ingedeeld in een der zes
door de wet aangegeven loonklassen en
naar het gemiddelde dier loonklasse wordt
dan de voor dien verzekerde verschuldigde
premie berekend. Het gemiddeldo dor
loonklasse is vastgesteld in de le klabse
op f 0,50, in de 2e op f 0,80, in de 3e op
f 1,20, in de 4e op f 1,60, in de 5e op
f 2,20, in de 6e op f 3,voor dagloonen
beneden f 0,70, van f 0,70 tot f 0,99, van
f 1,tot f 1,39, van f 1,40 tot f 1,89, van
f 1,90 tot f 2,49 en vau f 2,50 of meer.
Om de verschuldigde premie te kunnen
berekenen stelt de Raad van Arbeid vooraf
een premietarief vast, dat de goedkeuring
vereischt van den Verzekeringsraad.
Werkgever en arbeider betalen ieder de
helft dei premie. De arbeider zal dus een
deel van zijn loon hebben af te geven en
dus beperkt worden in do vrije beschiking
over het inkomen door zijn arbeid verwor
ven. Waar de Staat den arbeider die be
perking oplegt, wil de minister daartegen
over de meest mogelijke zekerheid voor do
uitkeering stellen. De wet geeft daarom
aan de verzekerden de staatsgarantie voor
de uitkeering, zonder eenig voorbehoud.
Het ziekengeld stelt de wet vast op de
helft van het gemiddelde der loonklasse,
waartoe de verzekerde behoorde by den
aanvang der ongeschiktheid. Het zal wor
den uitgekeerd vau af den 5den dag na
aanvang dor opgcschiktheid. gedurende ten
hoogste 6 maanden. Bij vrouwelijke ver
zekerden zal in geval van zwangerschap
het ziekengeld worden uitbetaald vanaf
den len dag der ougeschikthoid.
De genoemde uitkeering en greu en
bedoelt de wet als minimum. De R. v. A.
wordt bevoegd verklaard de uitkeering te
verhoogen tot het dubbele; verder ook die
uitkeering te verleenen van den lsten dag
der ongeschiktheid af, of wel in plaats van
over 6 maanden gedurende 12 maanden.
Hier hangt alles af van het beheer en dcu
gang van zaken van de ziekeukas. Bij
gedeeltelijke ongeschiktheid kan een uit
keering worden verleend evenredig aau de
verloren geschiktheid.
De wet doet het ziekengeld vervallen
ils niet voorzien is in geneeskundige hulp,
als de ziekto is ontstaan door opzet, als
de verzekerde in de gevangenis zit of als
de ziekte is ontstaan door misdrijf. Mocht
de verzekerde misbruik maken van sterken
drank, dan kan inplaats van het zieken
geld tot de |waarde daarvan andere uit-
keeringen worden gedaan of het bedrag
besteed wordeu in het belang van het
gezin. Arbeiders die onder de Ongevallen
wet vallen krijgen bij ziekte, tengevolgo
van een ongeval, drie maanden ziekengeld
uitgekeerd, daaarna treedt de Ongevallen
wet ter verdere behandeling op.
Naast verplichte verzekeriug geeft de wat
ook nog vrijwillige verzekering, nl voor
hen wier verplichte verzekering ophoudt,
voor hen die buiten betrekking raken en
voor de losse arbeiders, die krachtens de
Ongevallenwet verzekerd zijn.
De geneeskundige behandeling laat de
wet aan de ziekenfondsen over, die als
zoodanig erkend zullen worden, indien ze
aau zekere bij de wet vastgestelde voor-
waardon voldoen. Daar waar de wet ingrypt
in de reeds bestaande ziekenfondsen rege
len verschillende overgangsbepalingen de
verhouding tot die fondsen.
Na een samenvatting te hebben gegeven
van de beginselon eu de rechten en ver
plichtingen der wet. eindigde spr. zijn lezing.
Vau de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd door verschillende persouen
gebruik gemaakt, die door den heer vau
den Berg werden beantwoord.
De heer Gerritsen dankte daarop den
spr. voor zyn heldere uiteenzetting en gaf
den verschillenden vereenigingen in over
weging de wet nader te bespreken en te
trachten door petitionneeren nog zooveel
mogelijke verbeteringen te verkrygen,