WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND.
Uit de Pers.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONFTKL. NEP. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.50 uur.
De Bilt, 13 April 1911.
HoogBte barometerstand 773.2 m.M. te
Valeucia, laagste 752.7 te Brcslau.
Verwachting tot den avond van 14 April
1911. Meest matige Noorelijke tot N.W.-
lijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Zwaarbewolkt
tot betrokken, waarschijnlijk regenbuien.
Temperatuur: Dezelfde.
ro*rometerstand te AMERSFOQPX
770 m M.
Vorige 9tand te 12 uur 767 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 44
Laagste hedennachtF. 36
Hedenmiddag 12 uurF. 46
denken met hoeveel spanning nu de uit
spraak over de enkele stem werd afgewacht,
die de beslissing zou geven. Óver die
ééne slem werd heel den dag gedebatteerd.
Men begrypt hoe boos die liberale can-
didaat is, die zijn zetel door de uitspraak
verliest.
Japan.
Bij den grooten brand in Tokio blijken
nu 6676 huizen, 9 tempels, 2 fabrieken
en een brandweerdepót vernield te zijn.
Vier personen kwamen om, 133 werden
zwaar gewond. Aan het reddingswerk
namen ook de politie en de militairen
deel. De overheden werken met particulieren
en de bladen samen om den nood der
40.000 dakloozen te verzachten
TWEEDE KAMER.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Diekstvoorwaardkn
spoorwegpersoneel.
Door den heer De Visser zyn naar
aanleiding van de op 15 Januari 1911 iD
werking getreden reglementen dienstvoor-
waarden van de Maatschappij tot Evploi
tatie van Staatspoorwegen en van do
Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij,
de volgende vragen, d.d. 20 Maart, schrif
telijk ingezonden:
I. Welke zijn de redenen, dat de
reglementen dienstvoorwaarden van 15
Januari 1911 voor den uitersten termijn,
n.l. van 5 jaren, zijn vastgesteld, in afwij
king van de verige, die of voor twee jaren
óf voor drie jaren golden.
II. De nieuwe reglementen dienstvoor
waarden, die op 1 Juli 1910 in werking
zouden treden, zijn eerst 15 Januari 1911
verschenen, voornamelijk met het oog op
de wenschelijkheid om daarin de nieuwe
regeling, betreffende de pensioenfondsen
op te nemen. Welke is de oorzaak, dat
nu toch bij de reglementen dienstvoor
waarden van 15 Januari 1911 laatstge
noemde regeling niet is opgenomen?
Hl. Is het met goedkeuring van don
minister, dat de werking van het instituut
der groepsvertegenwoordiging gwordt be
lemmerd, zooals dat geschiedt door de
invoering van dienstorder no 456S, dato
SI Januari 1911, bij de Staatsspoorwegen,
waarbij bepaald is, dat ook buiten de
groepsvertegenwoordiging door 25 leden
van een groep wenschen en bezwaren kun
nen worden ingediend?
Op deze vragen heeft de minister van
Waterstaat, de heer Regout, d.d. 10 April
geantwoord.
Aan die antwoorden ontleenen we, dat
in verband mot de uitkomsten van het
onderzoek betreffende de pensioenregeling,
de minister meent, dat de positie de regee
ring ten opzichte der spoorwegmaatschap
pijen verdeeld en de belangen van het
personeel botor gediend worden, door een
goedkouriug voor vijf jaar, met het uit
drukkelijke voorbehoud, dat vóór 1 Januari
1913 een behoorlijk gewaarborgde regeling
der pensioenen van het spoorwegpersoneel
zal zyn tot stand gekomeu, zoodat de
goedkeuring slechts voor een termijn van
2 jaren gelden, indien onverhoopt de wet
telijke bekrachtiging der nieuwe pensioen
regelingen niet binnen dien termijn zou
zijn verkregen.
Op de tweede vraag antwoordt de minis
ter o.a.
Reeds vóór de maand Juli 1910 was voorts
do zekerheid verkregen, dat een nieuwe
pensioenregeling aanzienlijke lasten op de
maatschappijen zou leggen, doch omtrent
den omvang van die lasten kon toen nog
geen behoorlijk omlijnd denkbeeld worden
verkregen. WegenB het nauwe verband,
dat in dit opzicht tUsschen do nieuwe
pensioenbepalingen en de overige dienst
voorwaarden bestaat, word het wenschelijk
geacht, de goedkeuring tot Januari 1911
te verschuiven.
In antwoord op vraag Hl over de
groepsvertegenwoordiging, wordt door den
minister o.a. medegedeeld:
Reeds geruimen tijd geleden werd door den
directeur generaal der Mpij. tot Eipl, van
S.S. de aandacht der regeering er op
gevestigd, dat het instituut den groepsver
tegenwoordiging in meerdere opzichten niet
aau het doel beantwoordt, in het byzonder
door de houding, welke door de Nederl
\creen. v. spoor- en tramwegpersoneel,
ten aanzien der groepsvertegenwoordiging
bij de Mpij. tot Expl. van S. S. is aan
genomen.
Eenerzijds werd door deze vereeniging
er naar gestreefd, om haar invloed in de
groepsveriegenwoordiging zoo sterk moge
lijk te maken door te zorgeu, dat haar
leden de meerderheid uitmaakten van de
vertegenwoordiging der verschillende groe
pen doch terwyl de vereeniging daarin
voor een goed deel is geslaagd werkte
zij anderzijds het instituut tegen door haar
leden onder het spoorwegpersoneel aan te
raden om hun belangen niet bij do groeps
vertegenwoordiging aanhang te maken,
terwijl do vereeüiging bovendien aan haar
leden, die tot grocpsvertegénwoordigers
zijn gekozen, de opdracht gaf om alle
verzoeken, welke do groepsvertegenwoor
diging bereikten dus ook die van niet-
leden der vereeniging mede te deelen
aau hot hoofdbestuur der Nederl. Ver
eeniging.
Daar by een dergelyko handelwijze,
geheel in strijd met de bedoeling van de
groepsvertegenwoordiging welke immers
de verzoeken van het personeel uitsluitend
aau de directie had over te brengen uit
den aard der zaak bij vele leden vaD het
personeel, die niet bij de Nederl. Vereeni
ging zijn aangesloten, bezwaar bestond om
zich van de groepsvertegenwoordiging te
bedienen, werd in den loop van het vorig
jaar door den directeur-generaal het voor
nemen kenbaar gemaakt, om naast de
groepsvertegenwoordiging aan de leden van
het personeel, die dit wenschen, gelegen
heid te geven, ook op andere wijze hun
bezwaren, die niet van persoonlijken aard
zijn, kenbaar te maken.
Dat het instituut van de groepsvertegen
woordiging, vooral wegeU8 de hiervoren
genoemde redenen, niet afdoende aan het
doel beantwoordt, moet worden erkend.
Vandaar dat op 14 December j.l. werd
medegedeeld, dat wellicht naar een middel
zal moeten worden gezocht, waardoor ook
zonder ;tusschenkomst van de groepsverte
genwoordiging, klachten kunnen worden
ingediend bij de directie. Terwijl de
kwestie op welke wijze eene betere rege
ling zou kunnen worden getroffen, nog een
punt van onderzoek uitmaakte, werd
zonder nadere voorkennis der regeering,
de dienstorder no. 4568, uitgevaardigd
door den directeur-generaal der Maatschap
pij tot Expl. van S.8., die zich daarbij
geplaatst heeft op het standpunt, dat hier
alleen wordt tegemoet gekomen aan
degenen, die thans om voornoemde redenen
niet of met grooten tegenzin gebruik
maakten van de groepsvertegenwoordiging.
Het kan echter niet worden verheeld, dat
door dezen maatregel het instituut der
groepsvertegenwoordiging eenigszins kan
worden belemmerd, terwijl door de regee
ring bij haar mededeeling op 14 December
j.l. in de Tweede Kamer eene oplossing
der ontstane bezwaren in een eenigszins
andere richting werd beoogd.
Pest in Indik.
Bij bet Departement van Koloniën is
ontvangen het volgende telegam van den
Gouverneur-Generaal v. Nederlandsch-Indië
dd. 12 April, betreffende pestgevallen
op Java:
„Een koortsgeval van gisteren bloek
„pest te zyn.
„Gisteren zeven gevallen, drie dooden.
Het ontwerp-Tariefwet.
Reuter seint uit Londen:
In het Lagerhuis vestigde de unionist
Griffith Boscawen de aandacht van den
staatssecretaris van buitenlandsche zaken
op het Nederlandsch tariefontwerp, waar
bij een recht van 6 proc. wordt voorge
steld op den invoer van kettingen en
ankers, en hij vroeg, of de Regeering
6tappen zal doen ter bescherming van de
belangen der Britsche iudustrieelen.
Tennant, de parlementaire secretaris
van hot ministerie van handel, zeide in
zijn antwoord dat de bedoelde artikelen
tot heden vry in Nederland konden inge-
voord worden. By het nieuwe ontwerp
worden kettingen belast met 6 proc. van
de waarde, maar het is niet duidelijk,
hoeveel men voornemens is op ankers te
leggen. Een vertaling van het tariefontwerp
is rondgezonden by de Kamers vau Koop
handel, en haar is verzocht hare opmer
kingen mede te deelen. Als deze zijn
ingekomen, zal zorgvuldig overwogen wor
den, welke stappen, zoo die wenschelijk
worden geacht gedaan moeten worden.
Onderwijzers voor Indie.
Naar het schynt, gaat het tegenwoordig
niet erg met de aanmelding van onderwij
zers, die lust hebben naar Iudië te gaan,
zegt de Avp. Althans het ministerie van
Koloniën heeft door bemiddeling van het
Rijksschoohoezicht aan alle onderwijzers
hier ter lande een circulaire doen toekomen,
waarin de voorwaarden en voorrechten
voor Indië uitvoerig worden uiteengezet.
Landweer en landstorm.
De Haagsche correspondent van de
Standaard schrijft:
De landstormwet, welker indiening te
wachten is, zal, naar ik verneem, landstorm
plicht opleggen aan: a. allen, die bij de
militie gediend hebben, van het 31e tot
en met het 40e levensjaar; b. allen, die
aan de loting hebben deelgenomen, doch
niet ingelijfd zijn geworden bij de militie.
In tijd van vrede zal de landstorm tot
geen enkele dienstverrichting gehouden
zyn; in tyd van oorlog zullen de land-
stormplichtigen tot gewapende of onge
wapende dienBten geroepen kunnen worden,
al naar mate zy al dan niet in den wapen
handel geoefend zyn geworden.
Diezelfde correspondent schryft:
Naar ik verneem bestaat bij den Minister
van Oorlog het voornemen, door de te
wachten wyziging der landweerwet den
diensttijd der landweer terug te brengen
7an 7 op 5 jaar, terwijl het aantal her
halingsoefeningen, nu 2 bedragend, met
een zal worden verminderd.
Minister Kolkman's kennis van
granen en meel.
Minister Kolkman is tot zyn voorstel
om een invoerrecht te heffen op tarwe-
en roggemeel (of bloem) slechts gekomen
door verkeerde technische voorlichting,
meent de Nederlander.
Uit de mem. .'an toel. immers blijkt
des ministers meening dat onze maalin-
dustrie achterlyk zou zijn gebleven. Dat is
eerstens al een foutieve meening. Ja, er zijn
thans nog slechts 17 meelfaberiken, terwijl
er tusschen 1870 en 1880 een 80-tal
waren! Maar die 17 van thans fabriceeren
meer dan do 80 fabrieken van voor 30
jaren. De klein-industrie heeft zich tot
groot-industrie vervormd. Wil men daarvan
een duidelijk bewijs? Men neme sleohts de
iinportcyfers van tarwe ter hand! Dan ziet
men, dat de invoer van tarwe in de jaren
1867 tot 1876 86,080 ton bedroeg, tegen
381,477 ton in 1909! En deze tarwe ia in
de Hollandsche meelfabrieken verwerkt.
Wyst dat op achteruitgang?
Maar om nu eens by de laatste 10 jaar
te blijven! Gedurende dit tijdsbeloop bleef
de meelinvoer stationnair, terwijl de invoer
van tarwe van 214,000 ton in 1899 toenam
tot 331,000 ton in 1909. Is het noodig by
deze cijfers een commentaar te leveren?
Doch er is meer!
Na uiteengezet te hebben, dat onder
„bloem" moet worden verstaan het ge
builde meel, dat voor wittebrood wordt
gebezigd, schryft de minister: „Wordt
dus alleen de bloem belaBt, dan valt meel
voor veevoeder buiten de belasting."
De minister schijnt dus aan te nemen,
dat meel voor veevoeder ongebuild meel
zou zyn. Maar dit is onjuist. Ongebuild
meel is de grondstof voor kropbrood. Hot
is echter evenmin een invoerartikel als h6t
een product der meelfabrieken is. Het
wordt gemaakt door de Hollandsche mole
naars, door de klein-indUBtrie dus. Voer-
meel is echter gebuild meel van inferieure
qualiteit en er zijn zelfs meelsoorten, welke
nu eens voor broodbereiding, dan weder
eens voor veevoeder gebruikt worden.
Het tariefontwerp laat dus tegen 's minis
ters bedoeling door de onderscheidiug
tU9schen „meel" en „bloem" het meel voor
veevoeder niet vry.
Het wil ons werkelyk voorkomen, dat
de minister nooit een invoerrecht op tarwe-
en roggebloem zou hebben voorgesteld,
indien het hem niet aan de juiste practische
voorlichting ontbroken had.
Naar onzo meening besluit gerust
stellend de Nederlander behoeven de
linksche bladen zich dan ook heusch niet
zoo druk te maken over de tegenstrijdig
heden in do uitingen van mr. Kolkman.
Wy betwijfelen niet dat de minister voor
stander van vrijen invoer vau eerste
levensbehoeften is gebleven, en daarom
verwachten wij, dat bij nader inzien hij
wel op dit deel van zyn wetsvoorstel zal
terugkomen. Wij hopen het ten minste.
Zondag wordt op Birkhoven de tweede
ronde van de soriewedstryden van Quick
gespeeld. Alsdan komen in het vela:
U.V.V.(Utrecht)Quick (Amersfoort; Kam
pong (Utrecht)Blauw-Wit (Amsterdam);
D.O.S. (Utrecht)H.Y.C. (Amersfoort.
De wedstrijden vangen te half elf aan.
In ons nummer van Dinsdag 11
April is gemeld dat Ds. Oosterbaan uit
Hilversum Zondag a.s. in de Luthersche
kerk zal optreden; dit moet zyn Zondag
23 April a.s.
De commissaris der Koningin in de
provincie Utrecht heeft aan de burgemees
ters medegedeeld, dat wegens het heerschon
van mond- en klauwzeer de mogelijkheid
bestaat dat de voor die provincie uitge
schreven paardenkeuringen nog worden
afgelast, zoodat het aanbeveling zal ver
dienen de gevorderde werkzaamheden niet
vroeger te verrichten, dan de wettelijke
voorschrifton noodzakelijk maken,
By de courses te Duindigt verwiorf
luitenant J. J. van Santen den tweeden
prijs met Montereau II in „Berthus-prys,
ren op de vlakke baan voor paarden van
4 jaar en ouder; afstand 2000 Meter.
Voor de eindexamens der hoogere
burgerscholen met 5 j- c. in de provincie
Utrecht voor het jaar 1911 hebben zich
aangemeld 124 kandidaten. De mondelinge
examens zullen worden afgenomen van
17 Juli tot 5 Augustus iu het gebouw
der H. B. S. alhier.
Hedenmorgen trok het de opmerk
zaamheid der buren, dat de woning van
de alleenwonende vrouw 8. in de Koning
straat, langer dan gewoonlijk geslotoD bleef.
De politie werd gewaarschuwd, die by
haar onderzoek tot de ontdekking kwam,
dat vrouw 8. overleden was. Een hartver
lamming had een eind aan haar leven
gemaakt.
Gisterenavond iB onder hevig verzet
een persoon gearresteerd, die onder den
invloed van sterken drank verkeerdo. Vier
politieagenten en eenige burgers trachten
hem naar het bureau van politie, alwaar
terzako van wederspannigheid proces ver
baal tegon hem werd opgemaakt.
Hedenmiddag werd op de begraaf
plaats aan den Soesterweg ter aarde besteld
het stofielijk overschot van wijlen Jen agent
van politie P. J. Aalten. De baar werd
door tien politie-agenten gedragen, terwijl
de ander collega s, voor zoover de dienst
het toeliet, zich op het kerkhof bij den
stoet aansloten. Daar waren ook de Com
missaris en de Inspecteur van politie, ter.
wyl een groot aantal belangstellenden de
droeve plechtigheid bywoonde. Op de kist
lagen twee kransen, een van de superi
euren van den overledene en een van de.