DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 154.
DINSDAG 4 JULI 1911.
8e JAARGANG.
GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN.
A. Eysink
F. M van Veen
A.M.Trompvan Holst
Ds. F. G. Lagers
H. W. van Esveld
J. C. Rolandus
Hagedoorn
A.M.Trompvan Holst
De Eembode propagandist voor de
candidaten van Gemeentebelang!
DE
LANDER.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schaardenburg.
Abonnemeutspri js
Per jaarf 4.—. Franco per
post id. f5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Rureau: KLEIJfK Hli« 6. Telef. luterc. 183.
Prijs iler Advertcntiën:
Van 1 tot 5 regcla f 0.40. Voor iedcren regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (By
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, on reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitoniandsch Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78 Amsterdam
Voor de a.s. verkiezingen bevolen wij
krachtig aan:
DISTRICT I.
(Stembureau Hoogere Burgerschool).
Directeur Automobielfabriek.
Ingenieur H. IJ. S. M.
DISTRICT II.
(Stembureau School in de Hellestraat).
(aftredend lid).
Em. Luth. Predikant.
DISTRICT III.
(Stembureau School in de Koestraat).
(aftredend lid).
arts, (aftredend lid).
(aftredend lid).
Meer dan in aanbeveling van eigen uit
verkorenen zoekt do Eembode baar kracht
in bestrijding van de vrijzinnige candidaten.
Aldus ontaardt de beginselstrijd in 'n per
sonenstrijd.
Wij willen daaraan niet meedoen en
hebben [steeds in 't oog gehouden de per
sonen der) tegencandidaten buiten spel te
laten. Mogelijk zal men ons tegenwerpen:
„dat kunt ge u niet als verdienste aanre
kenen, go hadt geen behoefte tol dergelijke
middelen uw toevlucht te nemen", 't 16
waar, onze candidaten waren van dien aard,
dat wij niet noodig hadden de tegenpartij
to kleineeren. Maar al was do keuzo van
Gemeentebelang minder gelukkig geweest,
dan zouden wij ons er toch van weerhou
den hebben de tegencandidaten persoonlijk
aan te vallen. Om naar zulke wapenen te
grijpen, moet men zich al zeer zwak ge
voelen. 'n Dergelijke strijdwijze doet moer
kwaad dan goed. Men treft niet do tegen
partij maar zich zelf, doordat men juist de
weldenkende kiezers van zich afstoot.
Toch is er nog een enkele omstandig
heid, die de nntaire handelwijze van de
Eembode ietwat verontschuldigen kan. 't
Blad is nl. zeer geëxalteerd en kan kwalijk
z'n spijt verborgen ovei den loop der din
gen. Met name de overbrenging van alle
aftredenden naar district III tan de Eem
bode niet verkroppen. En in 'n overspan
nen toestand zegt men wel eens meer dan
men goed verantwoorden kan.
De Eembodo schrijft immers reeds in
den aanhef, dat in batelijkon en strijdlusti-
gen vorm van vrijzinnige zijde aangezegd
is, dat 'n heete strijd te wachten staat.
Bewijzen van dion „hatelijken en strydlusti-
gen vorm" vermocht 't blad natuurlijk niet
aan te voeren.
Maar laat ons thans eens 't verkiezings-
artikel van de Eembode beschouwen.
't Bestaat uit 2 deelen: 'n zeer flauwe
aanbeveling van de rechtschc eu 'n felle
ongemanierde bestrijding van de vrijzinnige
candidaten.
Eerst die aanbeveling, welke eigenlijk
niet zoo heeten mag. Yan den heer Goossens
wordt niets, totaal niets auders gezegd,
dan dat bij zich by de verkiezingen voor
de rechterzijde zeer vordienslelijk heeft
gemaakt. Maar kan dit nu een reden zijn,
waarom iemand geschikt geacht wordt 'n
raadszetcl in te nemen? Integendeel, in
den Raad zullen zjjn talenten hem niuimer
te pas komen en voor de rechterzijde zou
de verkiezing de op noo actici-stolliDg van
een der beste verkiezingsagenten beteo-
kenen. Terecht voegt de Eembode er aan
toe, dat de uitslag zal leeren, ol in district
I 'n goede keuze gedaan is.
Heeft de rechterzijde in district I mis
schien weinig hoop op succes, in II en III
staan hare kansen zooveel beter en van de
hier gestelde candidaten zou men dus 'n
zeer krachtige aanbeveling verwachten
Niets daarvan. Van den heer Houbaer
wordt slechts gezegd, dat hij .behoorlijk
ontwikkeld" is en de gave bezit, „zijn
meening tegenover anderen in gepastcn
vorm te kunnen verdedigen," terwyl hij
„bij do debatten in den Raad 'n steun voor
de rcchtcrzydo zal zjjn."
Welke aanbeveling hierin gelegen is,
kunnen wij'niet inzien. Dat men „behoorlijk
ontwikkeld" is, raag niet 'n aanbeveling
maar 'n vereischto heeten. Zoo ook, dat
men in gepasten vorm z'n meening tegen
over anderen (natuurlykl niet tegenover
zich zelf) weet te verdedigen. Dat de heer
Houbaer bij de debatten in don Raad 'u
ateun voor de rechtsche partijen zal zijn,
hadden we maar liever verzwegen; immers
'n eind verder wordt terecht opgemerkt,
dat 't „bij de verkiezingen om do iefunjen
der gemeente gaat" en dus niet om de
belangen van de een of andere partij, of
deze al of niet 'n steun bij de debatten
zal krygen.
Treuriger nog dan de vorige, brengt de
heer Koning 't er af, die tevreden moet
zijn met de mededeeling, dat hij „om z'n
practisch verstand, z'n kalmte en bezadigd
heid, vooral bij z'n partijgenooten zeer in
aanzien staat."
Geheel en al verongelijkt schijnt ons
de heer van don Burg. Diens heele aan
beveling bestaat hierin, dat de Eembode
wel alty'd vau meening geweest en nog
thaos overtuigd is, dat hem 'n zetel in
den Raad niet onthouden mag worden.
Ja, er zjjn wel meer menschen, die van
meeuing zijn, dat A of B. 'n zetel in den
Raad toekomt. Maar als al die A.'s of B.'s
'n zetel moesten krijgen, zouden we wel
'n raad van 300 moeten hebben.
De heer Couvée schijnt meer in den
smaak te vallen bij de Eembode. Hij wordt
genoemd: „'u zeer gewild man, zooals
bjj de vorige poriodieke verkiezing in dit
district overtuigend is gebleken". Dit lijkt
ons wel wat spotternjj, immers de heer
Couvée moest 't toen afleggen tegenover
den hoer Sanders en bleef bij le
stemming 22 en bij de herstemming
18 stemmen achter bij den ande
ren rechtschen candidaat. Verder be
weert de Eembode, dat de heer Couvée ie
hooge mato de eigeuschappen bezit oru in
't algemeen belang nuttig werkzaam te
kunnen zijn, terwijl hij als raadslid de
belangen dor gemeente uitmuntend zal
behartigen. Eenige algemecne frases dus;
in elk geval lijkt 't iets op 'n aanbeveling,
meer althans dan wat van den beer de
Rooy gezegd wordt.
Deze is opzichter bij de H. IJ. 8.
M. en „daarom wellicht minder bekend."
„Volgens ingewonnen informaliën" kan
ecbler de Eembode ook dezen candidaat
als zeer aannemelijk aanbevelen.
Ziedaar de aanbeveling van de rechtsche
candidaten door 't clericnle orgaan te de
zer stede. Dun en mager niet waar? te
zonderlinger is dit, waar onder hen niet
ééu aftredende is en allen, als homines
novi wol 'n introductie behoeven. Met
zulke mannen, van wie mon zoo weinig
te zeggon weet, hoopt meu dus de hoogst
verdienstelijke aftredende leden te wippen!
Men bcgrijpe ons wel, wij willen niets
kwaads zeggen van de caurlidateu der
tegenpartij, niet 't voorbeeld volgen van
de Eembode. Wij hebben slechts aan
critiek onderworpen, wat dit blad te hun
ner aanbeveling in 't midden brengt.
Uitvoeriger is de Eembode over de
candidaten van Gemeente-belang, met
name op de hoeren Lagers en Tromp van
Holst schijnt zij zeer gebeten
Den heer Lagers wordt kwalijk genomen,
dat hij reeds zoo oud is. Vermoedelijk zou
ook hij zelf nog graag wat jonger zijn; in
waarheid is bij iemand, die de eeuwige
jeugd deelachtig schijnt, 'n groene grijsaard.
Vurig en friscb van geest, beschikkend
over veel vrijen tyil, is hij in den Raad
wel zoo goed op z'n plaats als iemand, die,
hoewel jonger, door overstelptheid met
werkzaamheden of gebrek aan belangstel
ling en energie, tijd en lust mist zich in
de gemeente zaken in to werkeD. 't Feit,
dat ds. Lagers „heftig anti-clericaal" is en
redacteur van „de Protestant" kan hom
toch niet ongeschikt maken voor 'n zetel
in doa Raad der gemeente Amersfoort.
Zelfs den heer Tromp van Holst durft
de Eembode aanranden en dat zal menig
een piju doen, ook onder de rechtsche
kiezers. ,Zoo iemand wordt door Gemeente
belang nog wel in tweo districten gacandi-
deerd."
„Nu moge meu alle achting hebben voor
personon als bv. de heer T. v. H., maai
bij verkicziog gaat 't om de belangen der
gemeente, dat moge zich ook herinneren
de kiesvereeniging Gemeentebelang".
liet andere woorden: in 't belang der
gemeente moet de hoer Tromp den Raad
uit! Tot zulko abnormiteiten komt de
roomsche Eombode, verblind door haat en
spijt-
In 't belang der gemeente moet Tromp
van Holst er uit, om plaats te maken voor
Koning of Houban- of van den Burg of
de Rooy, die, hoewol minder beker.d, „vol
gons ingewonnen informaties als zeer aan
nemelijk kan worden aanbevolen!"
In 't belang der gemcento moet Tromp
van Holst den Raad uitZou 't ook niet
wenschr-lijk zijn in 't belang der gemeento
hem meteen maar vierkant de stad uit to
zetten?
Terwijl hel 'u heugelijk feit genoemd
werd, dat de hecren van de Burg en
Couvée zicli eindelijk (I) lieten bewegen
'n candidatuur te aanvaarden, wordt er
aanmerking op gemaakt dat de heer van
Esveld, die eerst weigerde zich aan her
kiezing te onderwerpen, zich later liet
overhalen.
Enkele maanden geleden nog, waren de
clcricaleu eenparig van oordcel dat van
Esveld wethouder moest worden; thans is
hij niet «ens 't lidmaatschap meer waardig.
Dat is alles goed en waar, zegt de Eembode,
maar 't was slechts 'n beleefdheid, omdat
van Esveld 't oudste raadslid was.
O fooi, wat schandelijk. Van Esveld is
niet waard lid van don Raad te zijn, en
toch wilde men de gemeente Amersfoort
met zulk 'u onwaardig lid als wethouder
opschepen! Niet op grond van z'n be
kwaamheid maar van z'n ouderdom! Dat
is wel ecnigszins zondcrliog na die tirade
op Ds. Lagers.
Of de Eembode ook Ds. Lagers, zoo
deze in April reeds 't oudste lid van den
Raad geweest was, als wethouder aanbe
volen zou hebben?
Dr. Rolandus Hagedoorn schijnt genade
te kunnen vihden bij de Eembode; zij
berust althans in z'n candidaatsstelling in
III. „Het zij zoo!"
Ziet daar, lezers, 'n staaltje van do
strijdwijze van de fel clcricale Eembode.
Ons dunkt, dat al wat wij reeds over de
verkiezingen geschreven hebben, onzen
candidaten minder ten goede zal komen,
dan dit ééne verkiezingsartikel van de
Eembode.