WEERBERICHT.
Thermometerstand
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. HET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.50 unr.
De Bilt, 21 September 1911.
Hoogste barometerstand 773.5 m.M. te
Horta, laagste 744.0 te Skudesnaes.
Verwachting tot den avond van 22 Sep
tember 1911. Meest matige Z.W.-lijke tot
N.W.-lyke wind.
Gesteldheid van de lucht: Zwaarbewolkt,
waarschijnlijk nog regenbuien.
Temperatuur: Koeler.
Barometerstand te AMERSFOOPX
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
748 m.M.
Vorige stand te 12 uur 754 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 67
Laagste hedennachtF. 56
Hedenmiddag 12 uurF. 59
De Fransch- Dditschk
onderhandelingen.
De Matin welks artikelen over de onder
handelingen, veelal een officieus karakter
dragen, publiceert thans een artikel, waar
boven het volgende is afgedrukt, dat als
de samenvatting van den inhoud kan be-
schoawd worden:
„Men is het eens geworden over twee
punten;
1. Frankrijk's politieke vrijheid in Ma
rokko is erkend; 2. Duitschland zal de
economische gelijkheid aanvaarden.
„Wat er te regelen overblijft: le. Wij
vragon, dat de mogendheden er van afzien
opoieuw beschermelingen in Marokko te
hebbeD; 2e. wy vragen opheffing van de
consulaire rechtspraak. Duitschland heeft
deze onmisbare voorwaarden voor een over
eenkomst nog niet ingewilligd; 3c. de ver
goeding in Congo moet nog vastgesteld
worden".
Dan gaat het blad na, hoe de thans door
Cambon en Kiderlen-Wachter gevolgde
methode om zooveel mogelijk do zaken
mondeling toe te lichten, de voorkeur
verdient boven schriftelijk onderhaodelen.
Ook de Matin constateert dan, dat het
verschil tusschen de beide standpunten
gaandeweg geringer wordt. Echter, er blijft
nog een belangrijk punt van politieken
aard over, te weten de conventie van Ma
drid van 1880. Volgens deze conventie, in
de Spaansche hoofdstad onderteekend door
Frankrijk, Duitschland,de DoDau-monarchie,
Engeland, Italië, Busland, de Vereenigde
Staten, SpaDje, Nederland, België, Zweden,
Noorwegen en Denemarken, hebben deze
landen het recht in Marokko er twaalf be
schermde inboorlingen op na te houden.
Bovendien op een onbepaald aantal „asso
ciés agricoles", te weten inboorlingen, waar
van de persoon docb niet de goederen door
een buiteolandscbe mogendheid geprote
geerd kan worden. Ten slotte mag elk
handelshuis, hetzij al dan niet in Marokko
gevestigd, twee makelaars hebben; het aan
tal dezer handelshuizen is onbeperkt.
Al die goprotegeerden, makelaars en
„associés agricoles" zijn wanneer het hun
persoon betreft, niet onderworpen aan de
Marokkaansche wetgeving, maar aan een
rechtbank, samengesteld door het consulaat
van de mogendheid, onder wier bescher
ming deze Marokkaan staat. De plaatselijke
overheid heeft hierbij geen recht tusschen-
beiden te komen.
De handhaving nu dezer conventie, is in
elk opzicht in strijd met de vestiging en de
uitoefening van een Fransch protectoraat
over Marokko. Elk gezond denkend Duit-
8cher zal begrijpen, dat afschaffing der
conventie volstrekt noodzakelijk is. De
Fransche regeering heeft zulks dan ook
aan de Duitsche voorgesteld. Evenwel
heeft deze laatste nog niet toegestemd.
Indien Duitschland bij de conventie van
Madrid presisteert, zal geen overeenkomst
mogelijk zijn. Eerst na verkregen over
eenstemming, zullen de beide regeeringen
over de vergoeding, welke Frankrijk aan
Duitschland aan grondgebied in den Congo
zal geven, de onderhandelingen kunnen
openen. In bevoegde kringen, zoowel te
Parijs ah te Berlyn, schijnt men, verzekert
de Matin teD slotte, de meeuing te zijn
roegedaan, dat de besprekingen over deze
quaestie niet lang meer zullen duren.
Het Berliner Tageblatt van gisteravond
meldde, dat ten gevolge van de officieuse
Partjsche en BerlijnBche communiqué's
reeds voor het begin van de Berlijnsche
beurs heden de doposito- kasseu van de
banken bestormd werden met verkooporders.
Een nieuwe zeer aaumerkelyke daling der
koersen was te voorzien Dientengevolge
stelden de groote banken zich in verbinding
met het ministerie van buitenlandsche zaken
en vóór het begin van de beurs had een
onderhoud plaats tusschen den onder-minis
ter Zimmermann en de directeuren van de
„Berliner Handels Gesellschaft", van de
National Bank, van het huis Bleichröder
en nog enkele leden van de financieele
wereld. Bij dit onderhoud verklaarde de
onder-minister Zimmermann:
„De Marokkaansche quaestie zal binnen
2 of 3 dagen in gunstigen zin opgelost zijn".
De vertegenwoordigers van de banken
vroegen, of zij van deze verklaring gebruik
mochten maken en de onder-minister ant
woordde: „Ja, welk gebruik gy wilt".
De bankdirecteuren deelden dit antwoord
aan de beurs mede, waardoor een groote
koersdaling werd voorkomen.
Reuter meldt echter dat minister Zim
mermann zich wel gunstig uitliet maar geen
termijn van 2 of 3 dagen noemde.
De staking in Spanje.
De berichten uit Spanje luiden minder
onrustbarend.
Minister-president Canalejas zeide tot
den berichtgever van de Temps, dat nie
mand geloof hecht aan de beschuldiging
van eenige anti-Fransche bladen, dat do
opstand door Frankrijk aangestookt zou
zijn.
Weliswaar hebben eenige Fransche op
ruiers aan de voorbereiding medegewerkt,
maar do bewering, dat Frankrijk de hand
in het spel zou hebbeu gehad, verdient
niet het minste geloof.
De regeering is van meening, dat de be
weging Maandag a. s. geëindigd zal zijn.
De algemeene staking, die tegen morgen
aangekondigd is, zal slechts een gedeelte
lijke zijn en de spoorwegstaking vindt
ernstige bestrijding onder de arbeiders
zelve en zal dus vermoedelijk mislukken.
De typografen zullen twee dagen staken,
maar de bladen verschijnen toch te Sara
gossa en Valencia, daar een aantal werk
willigen de plaatsen der stakers hebben
ingenomen.
De staking in Ierland.
De Iersche staking blijft ernstig. Slechts
twee treinen verlieten heden Dublin naar
liet Zuid-Westen aan Ierland. Alle signaal
wachters van do Great Southern te Cork
staakten. Een paar treinen loopen nu zonder
signalen. Een aantal steden in de provincie
beginnen gebrek te krijgen aan levens
middelen, vooral aan boter. Do eenige
gunstige factor is, dat de staking zich niet
uitbreidt buiten de maatschappijen, waarbij
zij oorspronkelijk uitbrak. De Engelsche
spoorwegmaatschappijen melden, dat zij
den dienst in Ierland niet kunnen waar
borgen.
De toestand te Weenen.
Volgens berichten uit Weenen is hot
gisteren in do hoofdstad den geheelen dag
rustig gebleven.
Het spoorwegministerie heeft behalve de
reeds toegestane vrachtverlagingen voor
vee en vleesch, thans bekend gemaakt, dat
ook voor aardapppelen, groenten peulvruch
ten op alle lijnen der Oostenrijksche
Staatspoorwegen de vrachtprijs met de
helft verlaagd is.
Hetzelfde lapmiddel dus alB in het bond
genootschappelijke en eveneens agrarisch
geregeerde Duitschland.
Voorzitter der Tweede Kamer.
Tot Voorzitter van de Tweede Kamer
is bij K. B. herbenoemd rnr. W. K. T. K.
graaf van Bijlandt.
Obstructie in de Kamer.
't Is gisteren zeer rumoerig toegegaan
in de Tweede Kamer, rumoeriger dan wij
in Nederland ooit gezien hebben. Maar 't
dient meteen gezegd, er was ook reden
toe, want gisteren heeft de rechterzijde op
ongohoorde wijze misbruik gemaakt van
haar machtspositie om 't debat te smoren.
De socialistische fractie had ingediend
'n voorstel om do Openingsrede ditmaal
met 'n adres der Kamer te beantwoorden.
De voorzitter wilde dit voorstel overeen
komstig 't reglement van orde van 'n
schriftelijke toelichting voorzien, doen druk
ken en ronddeelen om de behandeling
nader te bepalen.
Onmiddellijk kwam er oppositie van
rechts, waar men 'n antwoord op 'n ope
ningsrede onmogelijk achtte. Lohman stelde
zelfs voor om te beslissen dat 't voorstel
niet eens in behandeling zou komen. Hier
tegen verzetten zich de voorzitter, op grond
der beleefdheid, die eischt dat 'n behoorlijk
ingediend voorstel behandeld wordt, Troel
stra, die opmerkte, dat men nog niet eens
de toelichting van 't voorstel gehoord had
terwijl hy er aan herinnerde dat 't Adres
van Antwootd slechts als plichtpleging af
geschaft was, doch niet als men werkelijk
wat te zeggen had, Schaper, die do moge
lijkheid van soc.-obstructie liet doorscheme
ren, de Beaufort die alle moeite deed om
Lohman tot andere gedachte te brengen,
totdat eindelijk Duys 't woord vroeg en....
de obstructie inleidde door 'n uiterst lang
zaam uitgesproken rede tegen 't voorstel
Lohman, daarby bijv. breed uitspinnende
over 'n vraag als: „Wat is 'n Troonrede?"
welke vraag hy splitste in 2deelen:„Wat
is 'n troon?" en „Wat is een rede?"
Eindelijk werd 't Lohman te kra9 en
stelde hij voor de discussie te sluiten,
welk voorstel aangenomen werd. Daarna
kwam 't eerste voorstcl-Lohman om 't
voorstel-Troelstra op zij te leggen in stem
ining en werd eveneens aangenomen; tegen
stemden do geheele linkerzijde en de
voorzitter.
Toen begon 't spectakel eerst recht.
Onder bevig rumoer voerde Troclstra nog-
raaals 't woord, nocuide de beslissing 'n
disqualificatie der socialisten als gelijkge
rechtigde kamerleden en van „zeer groote
en noodlottige beteekenis". Zijn laatEte
woorden wareD: „Schande over uwe beslis
sing, gij zult ods leeren kennen.
Onder gejoel en getier, terwijl Duys z'n
ouden toon weer terugvond ging de ver
gadering uiteen.
De obstrnctiegcest is wakker geroepen!
Vrijdagmorgen om 5 uur 16 vertrekt
II. M de Koningin en Z.K.H. de Prins der
Nederlanden, met gevolg, met den konink
lijken trein van Hot Loo naar het terrein
dar manoeuvres. Do trein arriveert om 5
uur 57 te Amersfoort en vertrekt van hier
om 6 uur via Utrecht en Geldermalsen naar
Ti el.
Op de Begrooting voor Binnenl.
Zaken komen o. a. subsidies voor, voor
herstellingen aan het St. Pieters- en Blok-
landsgasthuis en aan den O.L. Vrouwetoron.
Bij Kon. besluit van 18 dezer is
aan den luit. kolonel H. J. Iudewey van
het 5de reg. inf. vergunning verleend tot
het aannemen en dragen van de Ordetee-
kenen van officier in de orde van het Le
gioen van Eer.
De nieuwe benoemde 2e luitenants,
herkomstig van den hoofdcursus, zullen
den 30 September a.s. 'oeëedigd en in fanctie
gesteld worden.
De Asser Ct. verneemt, dat de mili.
ciens der lichting 1907 en 1908, die sedert
16 Augustus jl. voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen zijn, aan het einde dezer
weok in het genot van groot verlof zullen
gesteld worden.
In ons blad van 11 dezer namen we
een ingezonden stuk uit de N. Rott. Crt.
over van den heer W. Croockewit W. Azn.
onder het opschrift: „Hoe men een monu
ment verknoeit". De heer Herm. Kroes,
architect alhier, dient in de N. Rott. Crt.
van gisteravond den heer Croockewit op
de volgende wijze van antwoord.
U zult my zeer verplichten, onderstaand
schrijven in uw blad te willen opnemen,
als antwoord op het schrijven van den heer
W. Croockewit W. Azn. te Amersfoort,
getiteld „Hoe meneen monument verknoeit".
Hoewel ik eerst geen voornemen had, om
op dergelijk schryven van een niet-des-
kundige te antwoorden, heeft de handelwijze
van voornoemden heer op Zaterdag 16
September j.l., mij genoodzaakt hierop een
uitzondering te maken, terwijl ik mij voor
behoud geen enkel volgend schrijven van
hem te beantwoorden. Ter verdediging
van de verdachtmaking in voormeld schryven
bedoeld, diene het volgendo:
De oude gevels van de Vrouwenzaal en
het kapelgedeelte aan de straatzijde, ge
metseld van zeer zachte steenen, zijn voor
ruim twintig jaren geleden met een laag
Portlandsche cement bezet ter dikte van
ongeveer 2 c.M. en samengesteld uit gelijke
deelen cement en zand, vermengd met een
weinig kalk. Voor men echter daartoe is
overgegaan, zijn de steenen, voor zoover
althans het kapelgedeelte betreft, diep
weggekapt, de waterslaglijst bijna geheel
weggeslagen en een zeer groot gedeelte
der muren en contreforten met pan en
tegelstnkken opgedikt.
De gevel van de Vrouwenzaal schijnt
in beteren toestand te hebben verkeerd,
althans de steenen daarvan zijn niet zoo
diep weggekapt, alleen het bovengedeelto
was blijkbaar te slecht om te behouden,
vandaar dat dit gedeelte, dat door den
heer G. als oud wordt aangezienis ver
nieuwd geworden en wel met hardere
steenen als de ouden.
Hot is bekend, schryft de heer C., dat
cement zich soms zoo vast met baksteen
verbindt, dat een goede cementlaag be
zwaarlijk anders dan door afkappen kan
verwijderd worden.
Ik wil hieraan toevoegen, dat het ook
bekend is, ten minste aan deskundigen,
dat een goede cementlaag zich dikwyls
niet anders van baksteen laat verwijderen,
dan mot medeneming van een gedeelte
der steenen, althaus als deze niet van harde
kwaliteit zijn.
Het schryven hieromtrent van den heer
C. strookt niet met den raad, welke hij
aan de werklieden gaf, om de cementlaag
met een vlak en scherp schilderBtnes (zeker
plamuurmes bedoeld) af te schuiven. Dat
do afkapping van de cementlaag met zorg
is geschied, valt niet te loochenen, als men
het werk met oordeel beschouwt, want
niet alleen aan het bovenste gedeelte,
zooals de heer C. schryft, doch de geheele
gevel met contreforten der vrouwenzaal is
zoo goed mogelijk behouden gebleven.
Dat zulks niet met het kapelgedeelte
kon geschieden, is te betreuren, doch do
oorzaak daarvan is niet, zooals de heer C.
schrijft, omdat dit te tijdroovend werk was,
maar omdat de cementlaag zelfs met de
metselstoenen en beklamping grootendoels
bij de minst mogelyke aanraking los liet,
zoodat er van behouden der fraaie gloed
van den prachtigen baksteen, aldus de
heer C., geen sprake kon zijn.
Alle bewijsstukken zijn nog op het werk
aanwezig en dat er juist voorzichtig en met
oordeel wordt pewerkt, kon men zien aan
één der contreforten, waarvan eén der
zijden moest worden weggekapt, terwijl de
beide andere zijden zijn behouden gebleven.
Ook is zulks merkbaar aan het sparen van
de profielstcenen en andere fragmenten.
Ter verdere geruststelling van den heer
C., dat er geen knoeiwerk zal worden ge
leverd, deel ik hem mede, dat voor het
invullen der bestaande gevels en voor de
nieuwe gevels geen jdanlooze moderne
Bteenen, zooals hij schrijft, worden gebezigd,
doch handvormsteenen, geheel overeenstem
mende met de steenen, waarvan het be
staande gedeelte van het eebouw is opge
trokken, met toepassing van eveneens uit
de band vervaardigde profielsteenen.
Ton overvloede kan ik nog melden dat,
naar aanleiding van het door den heer C.
geschrevene, onmiddellijk een onderzoek
van overheidswege is ingesteld, in hoeverre
zijn protest en zijn aansporing tot waak
zaamheid op waarheid berustte. He resultaat
hiervan is geweest, dat het uitgevoerde
werk door den met het onderzoek belast
zijoden architect werd goedgekeurd.
Om nu den heer C. persoonlijk te over
tuigen van zijn onoordeelkundig schrijven,
noódigde ik hem en tegelijkertijd den heer
Ad. Mulder, rijksarchitect te's Gravenhage
uit, om jl. Zaterdag 16 September 's mor
gens te 11 uur aan het gebouw te willen
komen.
Na eenige tegenwerpingen nam de heer
C. deze uitnoodiging aan onder voorwaarde,