DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 222.
VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1911.
8e JAARGANG.
BUITENLAND.
Hoofdredacteur: Mr. I>. J. van Kclitiurricuburg.
Abonnementsprijs
Per jaar4.Franco per
post id. f5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco por post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
f
Iturenu: KI.KIAS1 HwMi 6. Telef. Interc. 18».
Prijs der Advertentie»;
Van 1 tot 5 rogels f 0.40. Voor iedorcn regol meer f 0.08.
Guiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing vau advert, en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd hel Alg. Binnen- en Buitenlaudsch Advert.- bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 78- 78 Amsterdam
Ztj, die zlcli met 1 October
abonucereu op dit blad. ontvan
gen de tot dien datum vemcliij-
nende nummers gratis.
De Millioenbn-nota.
De Nieuwe Rott. Ct. geeft een overzicht
van den financioelen stand vau zaken over
de jaren 1909—1911, van de voor 1912
ingediende begrooting en van de middelen,
die Minister Kolkmau voorstelt, om het to-
kort te dekken, om dan tot de volgende
conclusie te komen:
„Luchtkastcelen ziedaar hetgeen do
Minister ter bescherming van het evenwicht
der begrooting te hulp roept. Ten slotte
begint do Minister dat ook eenigermate te
begrijpen. Al verder aan zijn nota schrijvend,
komt do gedachte bij hem op, dat de
nieuwe inkomstenbelasting toch heel mis
schien wel eens niet in 1912 in werking
zou kuDnen treden. Op het tot stand ko
men van die wet, zegt hij, mag niet „te
zeer" worden gerekend. Zekerheidshalve
zal de minister dus nog m»ar een outwerpje
indienen, om 10 opcenten op bedrijf»- eu
vermogensbelasting te iunen, „hetwelk uit
den aard der zaak slechts in werking zal
moeten treden, wanneer de betrokken be
lastingen niet middelerwijl zijn afgeschaft
of gewijzigd door de meer ingrijpende
nieuwe regoling van het onderwerp".
„Dus: opcenten, daarop komt het voor
het volgend jaar neer. De Minister zal op
centen heffen en laat verder 't deficit deficit.
„Mochten onverhoopt ook de andere boven
genoemde belastingontwerpen niet tijdig tot
stand komen om in 1912 'n noemonswaar-
dig bedrag aan de middelen toe te voegen",
dan zal in den zomer van 1913 eens ge
keken worden of 't afgeloopen jaar goed
of kwaad is geweest. In het laatste geval
zullen voorstellen worden gedaan, b.v. een
om weer een nieuwen aanval op het suiker-
fonds te gaan doen.
„Resumeerend, mogen wij dus zeggen,
dat met deze begrooting een nieuwe rich
ting in onze financieele politiek ingeluid
wordteen politiek van komt tijd komt
raad. Alles zal reg kom, wordt de leus.
Het is weer het oude, optimistische Kamer
lid Kolkman, die in de millioencnnota het
woord voert. Het pessimisme, waardoor de
eerste jaren van het beleid van Minister
Kolkmau zich hebben gekenmerkt, heeft
dezen bewindsman weer gansch en al ver
laten. Zoo gansch, dat wie niet beter wist
haast zou gaan denken, dat de heor Kolk
man den tijd reeds ziet naderen, waarop
hij weer in de banken van de oppositie
zal zitten en daartoe de voorbereidende
maatregelen treft".
Obstructie in de Kamer.
De Hoefijzer-correspondent van 't Han
delsblad schrijft over de obstructie der
socialisten in de Tweede Kamer:
De heer Van Bylandt heeft er vandaag,
deu tweeden dag van zijn hernieuwd pre
sidium, den brui al van gevevcn. Na do
pauze deelde de heer O. van Nispen, die
deu voorzittersstoel innam, mede, dat de
heer Van Bylandt „wegens ongesteldheid"
verhinderd, was, de vergadering verder te
leiden.
De heer Schaper, die juist aan het woord
was, sprak do besto wenschen uit voor het
spoedig herstel van den Voorzitter. Maar
I er kwam geen applaus: iedereen begreep,
dat er geen sprake was van ongesteldheid,
maar dat de heer Van Bylandt er voor
bedankte, om nog langer een schijndiscussie
te leiden, en dat hij die weinig verheven
functie overliet aan zijn plaatsvervanger die,
anders dan hijzelf, wel mede verantwoor
delijk was voor den toestand, die door het
votum van de rechterzijde was ontstaan.
Wie zal den Voorzitter hierin niet
schoon gelijk geven? Hij was gisteren, ge
lijk de heer Schaper heden ter loops
opmerkte, door de rechterzijde in den steek
gelaten bij het allereerste voorstel, dat op
den allereersten dag van het hernieuwde
presidium door hem werd gedaan. Het
spreekt vanzelf, dat hjj niet het slachtoffer
wilde wezen van de houding der rechter
zijde, en zich aan de verdere leiding van
de daaruit gevolgde obstructie-discussie
onttrok.
Want obstructie is er den ganscheu dag
gevoerd.
De socialisten hebben, in nog veel ster
ker mate dan in Maart 1910, de rechterzijde
een proefje willen geven van wat zelfs een
zoo kleine groep vermag met het wapen
der obstructie. Destjjds werd alleen een
proefje gegeven van obstructie door het
vragen van stemming, gisteren en heden
heeft men niet slechts dat middel in wer
king kunnen zien, doch ook dat van de
gezochte, opzettelijk langdradige of opzet
telijk langzaam gesproken redevoeriugeo.
Gaf gisteren de keer Duya een staaltje
van obstructie door gezocht en langzaam
spreken, heden gaven de heeren Schaper
en Ter Laan er een paar van gezocht en
langdurig spreken. Zij hadden eenvoudig
de agenda van den dag ter hand genomen,
waarop een voorstel van de centrale sectie
stond om voor het afdeelingsonderzoek een
groot aantal kleine wetsontwerpen in aan
merking te doen komeu benevens de be-
grootingsontworpen on eindelijk de invali
diteit»- en oudcrdomsverzekcring.
De heer Schaper zette nu een ontzaggo-
lijk betoog op het duurde twee en een
half uur om aan te toonen, dat de
leden onmogelijk na al die ontwerpen
ook nog de ouderdomsverzekering zoudeu
kunnen onderzoeken. En de heer Ter
Laan praatte nog een paar uren vol over
de wenschelijkheid om ook het ontwerp be-
treffonde de positieverbetering voor officie-
eieren nog niet te onderzoeken.
Vooral de rede van den heer Schapet'
was, als obstructie-rede, waarljjk in hooge
mate bewonderenswaaid. Al de onderwer
pen van de agenda passeerden de revue
om het zoogenaamde „gewicht" er van
aan te toonen en dat ging met een leven
digheid, een luimigheid en een goed
humeur, alsof de sprekei waarlijk aau ceu
alleropwekkendsten arbeid bezig was, in
plaats van aan een schijnrede, die louter
demonstratie beoogde. Telkens en telkens
weer werd er hartelijk gelachen om de
een of andere flikkering van humor, co
zelfs de leden van rechts, voor zoover ze
in de zaal en niet in de koffiekamer
waren, moesten soms meelachen, al was
het ook wel eens als de bekende boer.
Herhaaldelijk werd ook een der aan
wezigen plotseling als mikpunt van des
sprekers spot gekozen. Maar niet zelden
trilde er ook onder al do spotternijen
ironie en zelfs sarcasme. Het was een
mecsteistuk op het gebied van de obstructie.
Want een waarlijk langdurige en toch ook
waarlijk onderhoudende obstructierede zal
wol tot de zeldzaamheden bohooren.
Do Kamer voor zoover er leden waren,
eu dat ging waarlijk nog al, zat er in go-
laten berusting bij. Men had rechts blijke-
lijk ingezien dat er niets aan te doen was
en dat men deze bezoeking maar moest
ondergaan.
Een aantal leden van links bleven, ver
moedelijk uit beleefdheid, ook zitten, zoo
dat pogingen van de socialisten om door
stemmingen te doen uitmaken dat er min
der dan 51 leden waren mislukten. Anderen
echter gingen heen, o.a. de heer Lieftinck,
dien wij hoorden roepeu: „Als Job hier
zat zou hij allang zijn weggegaan 1"
Te negen uur 's avonds hield de heer
Ter Laan de Kamer bezig. Toen ver
klaarde hij, dat de heeren rechts nu wel
voldoende de macht van obstructie zouden
hebben gevoeld eu dat de socialisten na
eerst nag een paar stemmingen te hebben
gevraagd voot ditmaal zouden ophouden,
en hij herhaalde wat 'de heer Schaper
'e middags reeds had gezegd (even daarna
wilde de heer Hugenholtz het ook nog
eens zeggen, maar het werd hem door
uiterst fel hameren van den heer Van
Ni6pen belet, daar toen de stemmingen
reeds begonnen waren): „Als de rechter
zijde ons maar even te kennen geeft, dat
zij ons alsnog in de gelegenheid wil stellen
om te zeggen wat wij meonden te moeten
zeggen, dan zullen wij van alle obstructie
afzien, maar anders zullen wij obstructie
voeren tegen alle ontwerpen, die ons niet
aanslaan."
Een dergelijke verklaring schijnt de
heer Troelstra in den loop van deu dag
afzonderlijk te hebben willen afleggen,
doch de voorzitter, toen nog de heer Van
Bylandt, gaf daartoe geen gelegenheid.
De openbare beraadslagingen zijn dus
nn voorloopig geëindigd, op een ultimatum
van de socialisten aan do rechterzijde.
Verwaardigt deze laatste zich niet om in
eenigen vorm op de zaak terug te komeu,
dan wordt de Militiewct het eerste slacht
offer van de obstructietaktiek.
Wij hopen dat mou zich rechts toch
eens ernstig zal bedenken vóór men een
ontwei p waarmee 's lands belang in zoo
buitengewoon groote mate is gemoeid op
het spel zet, omdat men zich geraakt voelt
door een paar onbetamelijke uitroepen en
scheldwoorden.
Want zoo is, naar we hoorden, thans de
gemoedstoestand rechts: Men wil eerst dc
beleedigende woorden van gisteren terug
genomen zien.
Anderzijds hopen wij echter ook dat de
sociaaldemocraten zich nog eens zullen be-
deuken voor zij hun obstructie herhalen.
Zij hebben nu de rechterzijde voor haar
lompheid een harde les toegediend. Laat
het nu genoog zijn. Do schrik zal er nu
wel genoeg in zitten om herhaling te
voorkomen.
En wat de zaak van het kiesrecht be
treft, die kan immers bij de behandeling
van de Staatsbegrooting door de socialis
ten op liet tapijt worden gebracht. Indien
dus de rechterzijde er niet toe is te brengen
om 's lands belang boven eigen geraaktheid
te 6tellen, hopen wij, dat de sociaal
democraten zich daartoe zullen weten op
te werken. Zij zullen dan ook in dat
opzicht de rechterzijde een les hebben
gegevon.
De Fransch— Duitsche
onderhandelingen.
In tegenspraak met andere bladen houdt
de Berliner Lokal Anzeiger vol, dat gister
avond nog een onderhoud plaats had tus-
schen de heeren Von KiderlenWachter
en Cambon. En heden zal waarschijnlijk
nog een conferentie gehouden worden tus-
schen de beide diplomaten om tot over
eenstemming te geraken over de ingediende
bemiddelingsvoorstellen. Volgens den Ber
liner Lokal Anzeiger mag men veilig
aannemen, dat een compromis tot stand
zal komen, iD de eerstvolgende conferentie
reeds. Nog is er geon besluit getroffen,
over de vraag, of er na dat compromis
ovar de thans te bespreken quaestie een
communiqué zal volgen van de beide re-
geeringeu, of dat gewacht zal worden totdat
ook over hot daarna te behandelen punt,
de territoriale concessies, eensgezindheid
verkregen is. In dit laatste geval zou de
definitieve oplossing tot het eind van deze
maand op zich laten wachten.
De goed ingelichte Parijscho correspon
dent van den „Berliner Lokal Anzeiger"
Beindo heden aan dat blad:
„Overmorgen zal Cambon's volledige
rapport in handen zijn van den minister
raad. De stemming is gunstig."
De Vossische Zeitung schrijft:
„Sedert de Fransche regeoring zich be
keerd heeft tot de methode van den heer
von Kiderlen-Wachter, flo mondelinge
medcdeelingen, gaat het vlotter en vlugger
dau vroeger. De onderhandelaars, vroeger
in ongenaakbare terughoudendheid gehuld,
converseeren thans met elkander als man
nen van de wereld. In plaats van de
plechtige conferenties zijn blijkbaar geïm
proviseerde visites gekomen zonder officieel
apparaat. De handeling is, figuurlijk ge
sproken, uit de werkkamer verplaatst naar
den salon."
De Vossische Zeitung deelt verder mede,
dat do waarschijnlijkheid toeneemt, dat nog
vóór het eindo van September de laatste
verschillen van meening uit don weg ge
ruimd zullen zijn.
Uit het feit echter, dat de Rijksdag eerst
den 17en October bijeen zal komen en
niet den lOen, zooals oorspronkelijk het
plan was, trekt de Berliner Börsenkourier
de conclusie, dat de regeeriog nog niet
in staat is op den lOen to antwoorden op
de Marokko-interpellatie, welke onmiddelijk
ingediend zal worden. De regeering denkt
dus zoo spoedig nog geen inlichtingen te
ktinneu geven.
De staking in Spanje.
Het is niet zoo heel gemakkelijk zich
een juist beeld to vormen van hetgeen er
thans in Spanje gebeurt. De censuur werkt
krachtdadig en de buitenwereld is vrijwel
alleen aangewezen op de officieele bericht
geving. De waarde van deze berichtgeving
wordt geteekend door het feit, dat Maandag
j.l. do censuur was 14 dezer al in
werking gesteld nog „alles rustig"
werd genoemd, terwijl den volgenden dag
reeds de krijgswet ovr.r het geheele land
werd afgekondigd. In dit licht bezien kan
men uit de jongste Reuter-berichten, wel
niet anders dan tot do gevolgtrekking
komen, dan dat Spanje weer een tijdperk
van ernstige gisting doormaakt, welke in
veel herinnert aar. de „revolutie" van Juli