binnenland!
WEERBERICHT.
Thermometerstand
Kerknieuws.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. EED. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.50 uar.
De Bilt, 27 September 1911.
Hoogste barometerstand 771.1 m.M. te
St. Mathieu, laagste 740.4 te Thorshavn.
Verwachting tot den avond van 28 Sep
tember 1911. Zwakko tot matige Westelijke
tot Z.W.-lijke wind.
Gesteldheid van de lucht: 's Ochtends
nevelig, later verandeilijke bewolking, wei
nig of geen regen.
Temperatuur: Dezelfde.
Rwometersland le AMERSFOOpiV
768 m.M.
Vorige stand te 12 uur 766 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste giBterenF. 66
Laagste hedennachtF. 44
Hedenmiddag 12 uurF. 63
natuurlijk allereerst aan de orde wordt
gesteld is deze: wat is de oorzaak der
ramp. Er ziju op 't oogenblik verschillende
hypothesen. In de eeme plaats dat zij in
kortsluiting" zou «loeten gezocht worden.
Deze onderstelling is door admiraal Gerrni-
net, den vroegeren commandant van het
Middellandsch Zee-eskader, eerst dezerdagen
tot de reserve overgegaan, met beslistheid
afgewezen. Bij ministerieel rondschrijven
is in 1907 de electrische installatie voor
de kruitkamers in oorlogsschepen geheel
veranderd. Op de Liberté kwamen dan
ook de electrische draden niet meer met de
kruitkamer in aanraking. Reden waarom
admiraal Germinet onmogelijk kortsluiting
als oorzaak der ramp kon aannemen.
Een tweede hypothese is die van zelfont
branding van het zwarte kruit B. Volgens
den minister van marine, Delcassé, in een
onderhoud met vertegenwoordigers der pers,
kon echter ook deze niet aanvaard worden.
Het kruit was nog nieuw en een onderzoek
had eerst kort geleden nog uitgewezen, dat
het zeker 50 maauden goed bleef. Verder
bedroeg de temperatuur in do munitie-
kamers maar zelden meer dan 34 graden,
ook toen zij dezen zomer elders in het
schip 44 graden was.
Minister Delcassé neemt dan ook de derde
onderstelling aan: dat de braud van buiten
tot de munitiekamer zich heeft uitgebreid.
Volgens hem was ook de speciale commis
saris van Toulon deze opvatting toegedaan.
Ten slotte is er nog de hypothese van
kwaadwilligheid. Voorloopig schynt er
ecbtor nog weinig aanleiding deze als
oorzaak aan te nemen. Tot nu is het dan
ook alleen het Journal de6 Débats die de
mogelijkheid veronderstelt.
De minister van marine doet de volgende
opgave omtrent de slachtoffers van de
jongste scheepsramp:
„Liberté": 143 man verdwenen of niet
geïdentificeerd, waaronder 3 officieren en
2 adelborsten en 91 gewonden, waarvan
3 officieren en één adelborst.
„République": 20 vermisten, 3 dooden
en 13 gewonden, waaronder één officier.
„Démocratie": 3 dooden, 2 gewonden.
„Vérité": 2 dooden. 2 gewonden.
„Justice": één vermiste, 10 gewonden.
„Suffren": 4 vermisten, 6 gewonden.
„Jules Ferry": één gewonde.
„Micbelet": één vermiste, 2 gewonden.
„Foudre": één doode, een gewonde.
„Saint Louis": 9 vermisten.
„Carnot": één vermiste.
„Marseillsise": 15 dooden of vermisten,
5 gewonden.
„Edgar Quinet": 3 gewonden.
Totaal: 204 dooden of vermisten en 136
gewonden, terwijl bovendien nog 48 licht
gekwetsten aan boord van de verschillende
schepen verpleegd worden.
Rusland.
De „Rossija" deelt mede, dat de chef
der politieke politie te Kiëf Koeljabho met
ingang van 19 dezer uit zijn betrekking
ontheven is.
Omtrent de terechtstelling van Ba-
grof, den moordenaar van Stolypin, wordt
gemeld, dat de veroordeelde permissie had
gevraagd, om met een rabbijn te spreken,
maar dat hg daarvan afzag toen hy ver
nam dat het onderhoud plaats zou hebben
in tegenwoordigheid van den procureur-
generaal.
Voor den krijgsraad heeft Koeljabko, do
thans ontslagen chef der politie te Kiëf,
verklaard, dat Bagrof een ideaal agent der
Ochrana (de gebeimo politie) was: hij was
een schitterend theoreticus, en zijn arbeid
bestond in voortdurend verraad. Door zijn
werkzaamheid kon de politie vernietigen
de vereenigingen der: anarchistische indi
vidualisten, der internationale anarchisten,
der maximalisten in Kiëf, Woronesj en
Borisoglebsk, welker leden allen naar
Siberië zijn gezonden. Door Bagrof werden
tientallen bommenfabrieken ontdekt, hon
derden menschen naar Siberië gezonden en
talleozo opgehangen. Koeljabko weifelde
daarom niet, bem de bewaking van Stolypin
op te dragen, toen Bagrof verzekerde dat
er twee menschen gekomen waren om den
premier te vermoorden.
Volgens deze vorklaring zou Bagrof
eigenlijk een soort van Azef geweest zijn,
die, wellicht uit vrees voor de wraak der
revolutionnairen, zyn waro revolutioonaire
gevoelens schitterend heeft willen bewijzen.
Turkije.
De grootvizier Hakki heeft besloten af
te treden. Niets kan hem, volgens don
Weeoschen Pol. Korr., meer op zijn besluit
doen terugkomen: het is onherroepelijk.
Een telegram uit Uskub houdt in dat
de Albaueezen van Dsjakowa en Ipek
binnen do 20 dagen van de regeering etschen
dezelfde rechten als de Malissoren, «venzoo
de bewapening met Mausergeweren. Bij het
niet voldoen aan hun eischen trekken zij
de grens over naar Montenegro, dus drei
gen zei.
Mexico.
Generaal Bernardino Reyes heeft zyn
caudidatuur van het presidentschap opge
geven. Natuurlijk doet hij dat niet ronduit,
maar hij verklaarde in een interview, dat
hij de komende verkiezingeu onwettig acht,
daar in het land geen vrede heersebt en
daarom verlangt hij van zijn volgers, dat
zij zich zullen onthouden bij deze verkiezing.
De ramp in de haven vanToulon.
H. M. de Koningin heeft aan President
Fallières het volgende telegram gezonden:
Bij Mijn terugkeer van de manoeuvres
verneem Ik welke verschrikkelijke ramp
de Fransche marine heeft getroffen. Ik
haast mij U Mijn medegevoel te betuigen
by gelegenheid van dit groote onheil.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer is in openbare ver-
gedering bijeengeroepen tegen Diosdag 3
October a.s., des namiddags te 8!/a uur.
Ziektewet en Radenwet.
De minister van Landbouw heeft gisteren
aan de Tweede Kamer nadere nota's van
wijzigingen in de ontworpen-Ziektewet en
-Radenwet doen toekomen. De wijzigingen
in het ontwerp Ziektewet (42 wijzigingen)
zijn hoofdzakelijk een uitwerking vau het
door den minister in de vergadering der
Tweede Kamer van 28 Juni toegelichte
denkbeeld, om in de regeling op le nemen
andere kassen dan die, bestuurd door de
Raden van Arbeid.
Bond van roomsch-katholieke
gemeenteraadsleden.
Onder leiding van dr. P. M. J. M. E.
Woltering, uit Den Bosch, is te Utrecht
een vergadering gehouden van den onlangs
te Arnhem opgerichten bond van Roomsch-
Katholieke gemeenteraadsleden in Ne
derland.
Dr. Woltering zeide in zijn openings
woord, dat het aan de commissie van
voorbereiding gebleken was, dat er in
Nederland 4500 tot 5000 roomsch-
katholieke raadsleden zijn. Spr. gaf verder
een overzicht van de oprichtingsvergadering
te Arnhem en van de daaraan voorafgegane
werkzaamheden.
Vervolgens werd overgegaan tot de
artikelsgewijze behandeling van het ontwerp
statuten. Het doel van den bond werd als
volgt vastgesteld: het bevorderen van de
toepassing van de katholieke beginselen bij
de behandeling van gemeentezaken. De
bond traoht dit dool te bereiken door: a.
het houden van vergaderingen en onderlinge
bespreking; b. het verstrekken van
inlichtingen; c. het uitgeven van geschriften,
zoo mogelyk van een eigen orgaan; d.
alle andere geoorloofde middelen, die
daartoe kunnen leiden.
Morgen wordt herdacht 't honderdjarig
besyaan van de Doopsgezinde Sociëteit,
opgericht den 28en Sept. 1811. Bij die
gelegenheid willen wij 'n vluchtigen blik
werpen op de geschiedenis der Doopsge
zinden.
Ten tijde der Hervorming was er 'n
dweepzieke secte opgestaan, de Weder-
doopers, die de geheele staatsorde onderste
boven wilden keeren. Wij noemen slechts
do namen van Knippeidal en Jan van
Leiden. Zij hadden de 6tad Mtinster in hun
macht gekregen en pleegden daar veel
gruwelen. Zij werden echter door de
gewapende macht verdreven, hun aanvoer
ders door beulshandcn gedood en de overigen
vluchtten naar Nederland.
Daar nam 'n Frieech geestelijke, Menno
SimonB 't lot der vluchtelingen ter harte.
Met de z. g. Wederdoopers had hij niets
uit te staan; hy was 'n zoog. Bejaard-
dooper. Deze secte, aan welker hoofd hij
weldra kwam, wenschte den doop slechts
aan volwassenen toe te dienen. Menno
overtuigde nu de Wodordoopors van hun
afdwalingen en verzamelde hen in stille
kerkelijke gemeenten.
Van toen af noemden z'n aanhangers
zich Mennonieten later Doopsgezinden of
Mennisteu. Alle Doopsgezinden stemmen
daarin overeen, dat zij den kinderdoop
verwerpen en slechts volwassenen, na
genoten onderwijs doopen. 'u Meer 6trenge
partij onder 'hen verbiedt den eed eu houdt
't voor ongeoorloofd om krijgsdienst te
verrichten.
De Mennonietengemeenten vindt men
voornamelijk in Friesland en Noord-Holland
ook in 't Noorden van Duitschland en
elders verspreid.
De Eogelsche Doopsgezinden heetcn
Baptisteu en zijn in bun land bekend als
nijvere, vrome menscben, die veel voor de
zending arbeiden. Gold bij de Calvinisten
de rechtvaardigmakiug door het geloof, de
Doopsgezinden hielden vast aan de uit
spraak: „Aan de vruchten kent men den
boom," stelden goede werken op hooger
prijs en hielden zich met de meeste
nauwgezetheid aau 't voorschrift: „Een is
uw Meester, namelijk Jezus Christus, gij
zijt allen broeders."
Vooral van de zijde der Roomschen,
maar ook van die der Lutherschen en
Calvinisten waren ze aan vervolgingen
blootgesteld. Al vroeg heeft deze secte
zich in 'n groot aantal afdeelingen gesplitst,
't geen niet bevorderlijk was voor hun
uitbreiding.
Verandering kwam er toen de prins
vau Oranje voor Holland en Zeeland
voorschreef dat zo niet meer bemooilijkt
mochton worden. Voor Friesland volgde
in 1672 't StaatBbesluit van vrijheid van
godsdienst en vrijstelling van krijgsdienst.
Eindelijk bracht in 1795 de afschaffing
van den staatsgodsdienst de volkomen
godsdienstvrijheid.
Nu kwam er 'n tijdperk van krachtige
ontwikkeling De afdeelingen hadden zich
langzamerhand weer vereenigd.
Te Leeuwarden wa6 in 1695 de Friesche
Doopsgezinde Sociëteit gesticht, in 1630 de
Waterlandsche en Vlamingen Sociëteit. In
1 SI 1 kwam tot stand de Algemeeue
Doopsgezinde Sociëteit, die nu o.a. 10
October feestelijk zal worden herdacht.
Hierbij werd besloten tot oprichting van
een Seminarie voor Doopsgezinde Predi
kanten en tot 't verleonen van steun aan
noodlijdende gemeenten, evenwel met
behoud van volkomen zelfstandigheid.
Aanvullingsagenda voor de vergadering
van den Raad der gemeente Amersfoort
op Vrijdag 29 September 1911 des
namiddags ten half 2 ure.
Voorstel, van Burgemeester en Wethou
ders tot onderhand8che aanbesteding van
eenige werken voor de waterleiding.
Gisterenavond werd in de Arend eene
jaarfeest meeting gehouden van de afdee-
ling Maatschappelijk Werk onder vrouwen
en kinderen van het Leger des Heils. De
officieren, die in dezen tak van arbeid in
ons land werkzaam zijn, hadden op het
podium plaats genomen, terwijl in de zaal
een zeer belangstellend publiek aanwezig
was.
Nadat de bijeenkomst op de gebruikelijke
wijze, met zang en gebed, geopend was,
gaf mevrouw Ridsdel een overzicht van
hetgeen op het gebied van maatschappelijk
werk door het Leger des Heils in ons land
wordt gedaan. Groot en belangwekkend is
het werk dat in hoofdzaak door vrouwelijke
officieren wordt verricht in reddings-,moeder
en kinderhuizen. Het Leger bezit than6 3
inrichtingen voor kinderen en een herstel
lingsoord voor zwakke kinderen. Verder 2
reddingshuizen, een tehuis voor ongehuwde
moeders en 9 posten in de achterbuurten
voor het werk onder de armen. Al deze
verschillende tehuizen vormen een belangrijk
deel van het werk van het Leger de Heils
in Nederland.
Meer uitvoering staat Spreekster stil bij
het Jongenshuis te Amersfoort. Het doel is
den jongens een goede opvoeding te geven,
ze te vormen tot mannen dienstig voor do
maatschappij. En hoewel deze arbeid nog
zeer jong is, zyn er toch al resultaten te
bespeuren. De jongens komen veelal geheel
verwaarloosd en veel moeite en veel geduld
kost het, hun wat te leeren. Maar voor
uitgang is al zeer goed te bemerken. Dat
werk is zwaar en eischt veel van de offi
cieren, maar de gedachte te werken tot
eer van God en tot welzijn der menschheid
schenkt de noodige kracht, anders zouden
ze er onder bezwijken. In samenwerking
met de school hoopt Spr. dan ook, dat nog
veel goeds tot stand zal worden gebracht.
Hierna krijgen we een kijkje op de
aardige en menschkundige wijze, waarop
met do jongens wordt omgegaan. Een
zevental kleutors zingen een kaboutorliedje
de grootere jongens voeren onkele oefe
ningen uit, terwijl het muziekkorps dei-
jongens er lustig op losblies.
Daarna vervolgde Mevr. Ridsdel haar
rede. Uit de oeieningen is gebleken, dat
voor groot en klein wordt gezorgd op een
wijze, die zeker lof verdient. Een moeilijke
kwestie was nog het kleeden. Spreekster
heeft een afkeer van alles wat de jongens
brandmerkt tot kinderen uit een inrichting.
Het Leger wil ook zooveel mogelijk het
huiselijk leven nabij komen en daarom
heeft ze gezegd: We zullen de jongeus
kleeden, zooals ik mijn eigen jongens heb
gekleed.
Ten slotte wees Spr. nog op de vele
moeilijkheden bij de opvoeding dezer kin
deren, die echter allen door de opofferende
liefde der officieren worden overwonnen.
Hierna deed adjudante de Roo mede-
deelingen omtrent het Amsterdamsche
reddingshuis. Zij schetste de wijze van
arbeiden daar, hoe de meisjes er leeren
koken, wasschcn, verstellen enz. opdat zij
na zekeren tijd in een dienst kunnen gaan.
Dan laat het reddingshuis ze echter niet
los maar blijft in geregeld contact met de
mevrouws. Op allerlei leeftijd komen de
meisjes in het reddingshuis; jong na een
zeer verwaarloosde opvoeding, of ouder
als ze op een of audere wijze in herleven
gefaald hebbon. En zegenrijk zijn de
resultaten, waarvan spreekster eenige zeer
treffende mededeelt.
De Directeur van het Jongenshuis op
den Berg vertelt een en ander over zijn
arbeid, waarna Majoor Sypkcns de werking
van het Kinderhuis te Naaiden schetst. In
een boeiende toespraak verhaalt ze van
het werk onder de zeer jonge kinderen en
van do werking van het Moederhuis te
Rotterdam. Ze wijst op de groote moeilijk
heden, die echter niet geteld worden bij
zooveel geluk, dat deze arbeid brengt. En
met blijmoedigheid verrichten allen haar
taak, waarvoor zij de kracht vinden in de
liefde Gods.
Tusschen de toespraken werden verschil
lende liedoren gezongen, terwijl de bijeen
komst met zang en gebed werd gesloten.
Hedenmiddag brak brand uit in het
perceel Monnikenpad 29, bewoond doorS.
v. d. Klashorst. Hoewel de politiespuit zeer
spoedig ter plaatse was, kon geen water
worden gegeven, daar de kraan van de
waterleiding te vast zat. Eerst na veel
tobben gelukte het de kraan om te krijgen
en toen stroomde het water de slang bin
nen. Ondortusschen was het dak van het
brandende huis reeds geheel ingestort,
hetgeen in zooverre gelukkig was, dat nu
over den muur kon worden gespoten. Want
het dak bereiken, was bijna onmogelijk,
zoo'n belachelyk klein straaltje water als de