WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND.
Rechtzaken.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NEP. HET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.50 unr.
De Bilt, 11 October 1911.
Hoogste barometerstand 776.2 m.M. te
Nottingham, laagste 745.9 te Haparanda.
Verwachting tot den avond van 12 October
1911. Zwakke tot matige winden uit
Noord tot West.
Gesteldheid van de lucht: Nevelig tot
zwaarbewolkt, weinig of geen regen.
Temperatuur: Dezelfde.
**Rrometerstand te AMERSFOORT.
776 m.H.
Vorige Btand te 12 uur 775 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenE. 54
Laagste hedennachtF. 43
Hedenmiddag 12 uurF. 55
Da ONTHULLINGEN OVER DEN
Servischen koningsmoord.
Wit Weenen wotdt aan het Berliner
Tageblatt geseind: Volgens een bericht uit
Belgrado heeft Nowakowits heden het
eerste deel van zijn gedenkschriften vol
tooid. Naar hij daarin verhaalt, heeft de
pretendent Peter Karageorgevits, de thans
regeerende koning, toen hij voor den laatsten
keer overleg ploegde met de samenzweer
ders, de verplichtiug op zich genomen om
grondwettig te regeeron en de samen
zweerders niet te vervolgen, doch hun, als
het noodig was, genade te schenken. Indien
de samonzworing volkomen zou gelukken,
dan zou hjj de uitgaven voor de onder
neming uit zijn eigen zak bestrijden, maar
bij een mislukking verbond hij zich niet
tot stoffelijke offers. Deze verplichtingen
van den pretendent zouden door hem oigen
handig op een document zijn geschreven
en aan Nenadowits en Gentsjits overhan
digd zijn.
Jatho's eerste prediking.
Jatho heeft te Keulen weer voor het
eerst na zijn afzetting gepreekt en de
orthodoxe kettorrichters, die gedacht moch
ten hebben, dat met de afzetting van
dezen modernen predikant ook aan de
vrijzinnige bowegiug in de landskerk een
vernietigende slag zou zijn toegebracht,
hebben kunnen constnteeren, dat zij zich
deerlijk hebben vergist. De groote Victuria-
zaal, die 2500 personen bevatten kan, was
tot op de laatste plaats bezet, en niet
minder dan 3000 aanzoeken om toegangs
kaarten, waren afgewezen moeten worden.
Het was volgens het verslag in de Köln.
Ztg. een indrukwekkende godsdienstoefe
ning, ook al ontbrak veel van het uiterlijk
ritueel der evangelische landskerk en al
sprak Jatho niet in toga, doch in rok en
witte das. Voor het poduim, waarop een
koor van honderd stemmen met orgelbege
leiding zijn medewerking verleende, was
een eenvoudig altaar, met rozen versierd,
opgericht. Daarachter stond hot spreek
gestoelte; eo hieromheen, en om het
altaar en op het podium, hadden zich
honderden neergezet, die jop de stoelen
en banken geen plaats meer hadden kun
nen vinden.
Jatho legde in zijn rede er opnieuw
vollen nadruk op, dat geen twee menschen
dezelfde religieuze voorstelliug hebben;
daarom was elk geloof op confessioneelen
grondslag uit den booze. Hij vergeleek
zulk een geloof met een militaire parade-
marsch, waarop ieder dezelfde uniform aan
had, op dezelfde wijze het geweer droeg
en de beenen strekte. Doch niet op de
paradedril kwam het in den strijd aaD,
doch op de persoonlijke dapperheid en
vastberadenheid, die ieder zich had
verworven.
Volgens de Köln. Ztg. en het Berliner
Tageblatt was het een ongemoen schitterende
en te gelijk zeer stichtelijke rede, die een
zeer diepen indruk op alle aanwezigen
maakte en bewees do plechtigheid in de
Victoria zaal te Keulen, dat de beweging
tegen de machthebbers iD de Evangelische
Landskerk, niet vernietigd is, integendeel
steeds meer warme en overtuigde aanhangers
vindt.
De toestand in Perzie.
De Perzische opstandelingen-aanvoerder
Salar ed Dauleh, eerst medestander van
don gewezen Sjah en vervolgens preten
dent op eigen hand, heeft Hamadau, zijn
laatste toevlucht, verlaten, na het overschot
zijner troepen te hebben ontbonden. Hij
wil over Bagdad naar Europa gaan; maar
hij heeft gezegd, dat hij in het voorjaar
terug zal komen. Ongeveer twaalf uren na
het vertrek van Salar ed Dauloh trokken
de Perzische regceringstroepen do stad
Hamadan binnen.
De obstructie
De heer Duys heeft in een Zaterdag
avond te Leeuwarden gehouden rede het
volgende gezegd over de plannen der
sociaal-democratiBoho fractie:
.Wanneer Woensdagmiddag te half-
vier de Kamer bijeenkomt tot regeling
der werkzaamheden, zal de soc. dem.
fractie voorstellen, eerst met de Bakkers
wet te beginnen. Wil de meerderheid
dat niet, eo aanvangen met de Militie-
wet, „en daar loopt 't heen", dan
begint dadeljjk het spel der obstructie,
die voortgezet zal worden tot einde van
't zittingsjaar, indien de pbysioke krach
ten van 7 man hot toelaten.
„Dan zullen al spoedig do vrijzinnigen,
om politieke winst te behalen, beginnen
te jammeren over opoffering van het
landsbelang aan het partijbelang, en
zullen Lohman en Drucker de neuzen
bij elka ir stoken tot het vinden van
bemiddelingsvoorstellen. Maar de soo.-
dem. zijn vast besloten niet toe te geven,
tcuzjj de meerderheid formeel erkenno,
dat den soc dem. onrecht is aangedaan.
„Op 't zondaarsbankje zal ze, net als in
't Heilsleger".
De Taribfwet.
De Kamer van Koophandel te Deventer
heeft gisteren als zijn meening uiigesproken
dat het ontwerp Tariefwct in strjjd is met
de belangen van een belangrijk deel van
den Nederlandschen handel en de Neder-
landsche nijverheid; zjj zou het wenschelijk
achten, dat in een wet retorsiemaatregelen
werden neergelegd, welke noch een bescher
mend, noch een fiscaal karakter dragen,
teneinde te bevorderen, dat die takkon tan
nijverheid, welke door buitenlaodsche wet
geving iu hur. binnenlandsch dobiot wor
den benadeeld, uieer op voet van gelijk
heid worden gebracht.
De verordening op de Winkelsluiting.
Onder groote belangstelling dienden gis-
toren voor 't Kantongerecht te Amsterdam
dn eerste vervolgingen wegens de overtre
ding der gemeentelijke verordening tot
gedwongen winkelsluiting. In aanmerking
nemende de groote opwinding welke deze
verordening in de stad veroorzaakt heeft
eischte de ambtenaar van 't O. M. ditmaal
slechts de lichte straf van f 3 boete of 3
dagen hechtenis.
llr. Hillesum, de verdediger van den eer
sten beklaagde herinnerdo aan de voorgeschie
denis van do sluitingsquaestie in ons land en
aan den twijfel nopens de bevoegdheid van
de Gemeenteraden om eeu sluitingsveror
dening tot stand te brengen. Men slaat
echter de plank mis. zoo men zou meenen,
dat de imstcrdamsche Gemeenteraad thans
overtuigd is do bevoegdheid daartoe te
bezitten. Speciaal legde pl. nadruk op den
uitgesproken twijfel aangaande deze be
voegdheid door de raadsleden mrs. van
Gigch en Ptof. Fabius, juristen van den
eersten rang.
De boslissin? des rechters is hier dus
wel een belangrijke, waarnaar velen be
langstellend uitzien. Onzekerheid of de
verordening op de winkelsluiting al of Diet
onverbindbaar is, bestaat thans in booge
mate, omdat men hier met een nieuwe
buaesjie, een nieuwe rechtsvraag te doen
heeft. Pleiter betoogt nu, met een beroep
o.m. op de artikelen 134 en 144 Grond
wet, dat de bemoeiingen der gemeente
moeten blijven binnen de grenzeD van
het gemeente-huishouden, en dat een
gemeenschapsbelang steeds aanwezig moet
zijn. Deze verordening strijdt beslist met
artikel 144 Grondwet, dat regeling van
de huishouding der gemeente wil en daar
mee heeft deze verordening niets te maken.
Dus is artikel 1 der verordening en daar
mede deze in haar geheel onverbindbaar.
De grens van het gemeentehuishouden is
nu eenmaal niet objectief, slechts negatief
te' trekken, volgens de heerschende
opvatting van Buys. Men heeft hier ook
niet, wat een gemeenschapsbelang zou
geweest zijn, de personeelen tegen over-
matigen arbeidstijd willen beschermeD, maar
den winkelier tegen den winkelier.
In een breedvoerig ploidooi betoogt
pleiter vervolgens, dat de gemeente niet
deze verordcuiog de bevoegdheid, haar bij
artikel 135 Gemeentewet toegekend, heeft
overschreden en dat de rechter bevoegd
is te onderzoeken, of de gienzen der
gemeentelijke bevoegdheid overschreden
zijn.
Pleiter concludeerde, dat de verordening
in strijd is met artikel 144 Grondwet, en
dat, al is er een (niet constante) jurispru
dentie, die het onderzoek door den rechter
verbiedt, niets den rechter van den plicht
tot onderzoek ontheft, indien blijkt, dat de
verordening niets met hot gemeentebelang
to doen heeft. Pleiter concludeerde, dat
beklaagde van rechtsvervolging ontslagen
zal moeten worden.
Voorts achtte pleiter de verordening in
strjjd met de Arbeidswet, en daardoor
onverbindbaar; wijders is volgens hem de
afkondiging der verordening niet op
correoto wijze geschied; en het opgemaakte
proces-verbaal kan niet als bewijsstuk
gelden, zijnde opgemaakt door een politie
agent, niet in de rechtmatige uitoefening
zijner bediening, aangezien het in het
huis vau beklaagde is opgemaakt, terwjjl
de agent de bevoegheid tot binnentreden
niet had: ook is het niet uitgemaakt, wat
eeu wiukel is. De verordening geeft er
geen definitie van eu de beklaagde heeft
geen winkel, uiaar een magazijn, waar ook
groothandel gedreven wordt, en waarvan
een gedeelte als winkel dienst doet.
Pleiter besloot met een peroratie waarin
hy tegen de aanranding van de vrijheid
door de verordening opkwam. Men gaat
te ver, gelijk ook oir. Israëls betoogde, en
met wiens betoog, besluitende met de
woorden: „elk verzet tegen tyrannic is
rechtvaardig", pleiter zich vnreenigde.
Repliceerendc, betoogde de ambtenaar
van hot O. M. dat met het oog op de
jurisprudentie aan de verordening op de
winkelsluiting geeu verbindbaarheid ontzegd
kan worden. Spreker beriep zich op
Oppenheim, een naam door den verdediger
van beklaagde zoo angstvallig vermeden.
Artikel 150 der Gemeentewet beheerscht
ook srt. 135, dat positief zegt, hetgeen
art 150 uegatief meedeelt. Echter de
rechter is niet bevoegd tot een appreciatie
of de Gemeenteraad met het maken van
een verordening in strijd is gekomen met
artikel 135 der Gemeentewet. Ook heeft
de Gemeentewetgevor do macht op de
Rijkswctgeviog nanvullendo bepalingen te
maken, gelijk zij reeds lang deed, b.v.
door twee lautaarus voor te schrijven voor
rijtuigen, terwijl de Rijkswotgever er
slechts één vereisebt. Toch is de verorde
ning, volgens een arrest van den Hoogeu
liaad, geheel in orde.
Mi. Hillesum, dupliceerende, hield o.m.
vol, dat aan het begrip gemeentehuiBhouden
van art. 135 G. W. eeu gemeenschapsbe
lang ten grondslag liggen moet. Dat ont
breekt hier en de verordening is dienten
gevolge onverbindbaar. Bij Oppenheim
heeft pleiter niets kunnen vinden, dat strjjd
oplevert met zijn betoog.
Mr. van Gigch Jr. verdediger van den
tweeden beklaagde, sloot zich bij 't betoog
van Mr. van Hillesum aan. In deze zaak,
uldus pl., hebben wjj te maken met staats
recht en op geen ander terrein zijD de
begrippen zoo vaag omljjnd. Ter zake van
wat „Gemeentehuishouden" is, komt men
nimmer tot een scherp omlijnd begrip.
Prof. Krabbe gaat het verst. Volgens hem
mag de gemeente alles doen, mits zij niet
treedt op het gebied waarop het Rijk reeds
iets gedaan heeft. Maar in elk geval, meende
pleiter, staat de Hooge Raad volkomen
toe, deze verordening op de winkelsluiting
te toetson op de bepalingeu van de Ge
meentewet. Pleiter beriep zich o. m. op
een recent arrest van den Hoogen Raad,
in zake de huizen van ontucht te Maas
tricht, (W. v. h. R. 9189).
"Wijders betoode pl., dat de verordening
in strijd is met den eigendom, het bezi
eD de regeling omtrent koop en verkoop,
en daarom niet verbindbaar. De verorde
ning noodzaakt een perceel te sluiten én
voor het publiek èn voor de werknemers.
Zoo is het perceel, de eigendom, niet
bruikbaar. Er wordt hier een bepaald ver
bod gedaan aan den eigenaar, om in zjjn
perceel te verkoopen. Pleiter refereerde
zich overigens aan het door mr. Hillesum
gesprokene en vroeg vrjjspraak van de
beklaagde, subs, ontslag van rechtsvervol
ging-
Uitspraak over 14 dagen.
Bij Kon. Besluit is mot ingang van
1 November aan den kolonel F. H. W.
H. Spieringh8, commandant van het 5de
regiment infanterie op aanvrage, ter zake
van langdurigen dienst ODder toekening
van pensioen, eervol ontBlag uit den mili
tairen dienst verleend.
In de concertzaal van „De Keizers
kroon" had een voordrachtenwedstrjjd
plaats. De belangstelling van het publiek
was zóó groot dat de zaal te klein bleek
en velen moesten teruggezonden worden.
Opgekomen waren de heeren: P. Vos
kuilen, F. Balk, B. van Barneveld, W.
Hol, II. Louwerens en J. v. d. Heuvel,
Amersfoort, H. Rutgers, Montfoort; 0. W.
v. d. Linde, C. van Zutphen en P. C. de
HiDk, Utrecht.
De jury bestond uit de heeren: Joh.
Grapendaal (Ned. Kampioen) Jutpha.as,
N. Hazendonk, Amersfoort en A. Kragtinok,
Utrecht.
De uitslag was sis volgt:
le prjjs, verg. zilv. med., aangeboden
door den heer Tromp van Holst en de
eereprjjs, verg. zilv. med. aangeboden door
den heer jhr. BarchmaD Wuytiers, de heer
Voskuilen met: Onbeschaafde Negers en
Liefde en Huweljjk (met 88 punten).
2e pry's verg. zil*. med., aangeboden
door de Amersf. Tcoueelvereeniging D. I.
U.. de heer Louwerens met: Dat heb ik
niet (8T punten.)
3e pryB zilv. med., aangeboden door
den heer H. W. van Esveld, de heer van
de Heuvel, met: Dat hebben wij (met 85
punten).
4e pry's zilv. en geërn. kruis, aangeboden
door den hoer D. Gerritsen, de heer van
Bainevoid met: Bock Bior, (82 punten).
5e prijs, zilv. med., aangeboden door
de vereen. Vreemdelingenverkeer te Amers
foort, de heer H. Rutgers met De
ongelukkige Schoolmeester, (81 punten).
6e prys. Diploma waarbjj door een der
toehoorders een kistje sigaron was gevoegd,,
de hoer vaD de Linde, Utrecht, met:Voor
't Vaderland (73 puDten). A. D.
Aldo Antonibtti.
Dat was gisterenavond een prachtig
begin van de abonnementsconcerten. Ami-
citia vrij wel gevuld en een solist, wiens
kunst zoo hoog staat, dat hy den geheelen
avond boeit, van het begin tot het eind.
Zyn spel toch bezit alle eigenschappen, die
het tot het meest volmaakte opvoeren. De
techniek bezit geen moeilijkheden voor
dezen violist, terwijl zijn vooidracht in
hooge mate den kunstenaar verraadt van
oDgemeenen aanleg. Wars van alles dat
naar effectbejag zweemt speelt hjjmetde-
grootste zelfbehoersching en hoewel zijn-
afkomst wat meer temperament mocht doem
vragen, nimmer toch is koelheid in zijn spell
op te merken.
Vooral in de meer gedragen muziek
ging dan ook een grootsche bekoring van
zijn spel uit. Zoo o. a. in Bach's Siciliano
en in het Andante Sostenito van Max
Bruch's Schottische Faaitaaie, waarin hy
deu zangerigheid ontwikkelde zoo rjjk en
nobol van toon en, vooral ook by do
dubbelstreek, van zoo kristalle zuiverte,.
dat men in zich voelde een groot ontzag,
zooals dat slechts in ons kan opkomeD
voor een machtig talent. En mogelyk nog
sterker kwam dat uit by Schumann's
Abendlied. Het con sordino mag somwijlen
iets van de innerlijkheid van den toon doen
verloren gaan, by Antonietti was daarvan
geen sprake. Steeds dieper graep hier zijn
spel aan, een doodsche stille gaf te kennen
hoe grootscheD indruk hij maakte en toen
hij in een lang aangehouden streek ein
digde, barstte bet applaus los.
En wat zong zyn praehtig klinkend
instrument het Grave der Schottische
fantasie aangrijpend mooi. Zoo te ontroeren
met zyn kunst is slechts weinigen gegeven.
Ook de techniek verbergt voor Antoniette
geen moeilijkheden. Allen overwint hij ze
met een rustige zekerte, die aangenaam