DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 255.
WOENSDAG 1 NOVEMBER 1911.
8e JAARGANG.
NABETRACHTING
OVER DEN GEMEENTERAAD.
BUITENLAND.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. wan Schaardenburg.
Bureau
Abonnementsprijs
Per jaarf 4.Franco per
post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
ÉS
Van 1 t
Buiten
Bnrenn: KÏ.KiafïC H \i<) O. Telel. Interr. 18».
Prijs rler Ad verten tii'n:
regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (B:j
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van botten bet kanton Amersfoort in dit blad is .uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandxch Advert.- bnrean D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78 Amsterdam
'n Agenda Tan 26 punten met tot slot
do behandeling der gemeentebegrooting;
dat beloofde wat! Met bokwamen spoed is
echter 't programma afgewerkt, dank zy
de weinige spraaklustigheid, waaraan dit
maal slechts de heer t. Dninen scheen
te lijden.
Wy hadden verwacht 'n uitvoerig en
gehoopt een vruchtbaar debat te vernemen
over maatregelen door de gemeente te
nemen naar aanleiding van de duurte der
levensmiddelen. Het heeft niet zoo mogen
zijn. Onmiddelgk na de vermelding van
eenigo adressen van gemeentewerklieden-
corporatie» om toeslag op hun loon, stolden
B. en W. voor, 'n commissie te benoemen
om te onderzooken, w«t der gemeente in
dezen te doen staat. Aldus geschiedde en
zoo is de zaak commissoriaal gemaakt".
De heer Gerritsen schynt spoedige resul
taten te verwachten van deze commissie, waar
in hg met de heereu Veis Heyn, Oosterveen,
v. Esveld en van Kalken zitting heeft; immers
hg dringt er op aan, dat de voorzitter, zoodra
de commissie gereed is, 'n raadsvergadering
zal beleggen.
ReedB 'n vorige keer verklaarden wij
van dergciyke commissies geen voorstander
te zijn. Liever hadden wij gezien, dat B.
en W. zelf met voorstellen gekomen waren.
"Wg twyfelen niet aan de diligentie van
het college, maar 't komt ons toch voor,
dat, waar in de pers en in tal van ge
meenteraden 't vraagstuk zoo uitvoerig
besproken is, 't noodelooze omslag lijkt
om 't nogmaals te „bestudeeren'1; of moe
ten we aannemen, dat ons D. B. geen van
de elders gevolgde of aanbevolen systemen
afdoende beschouwde? Dan mogen wij
zeker van onze commissie wel iets heel
nieuws verwachten?
Intusschen wij hopen, dat de commissie
niet voor don dag zal kernen met halve voor
stellen, maar niet zal rusten, aleer zy den
maatregel gevonden heeft, waardoor de
nood voor alle burgers gelenigd zal
worden.
De rechtsche raadsleden toonden zich
groote voorstanders van verlichting, d.w.z.
verlichting door booglampen. B. en W.
hadden voorgesteld afwyzend te beschikken
op 'n adres van 'n aantal bewoners der
Krommestr. met 't verzoek ook in hun
straat booglampen te willen aanbrengen.
Do heoren Oosterveen, Koning en v. Kuiken
ondersteunden dit verzoek.
Het district H, dat genoemde heeren
afvaardigt, wordt in de wandeling wel het
zwarte district geuoemd en wy achten dus
verlichting daar dringend van noode, vreezen
echter dat deze niet gebracht zal worden
dooi 'n aantal booglampen.
Na eenig debat over de vraag of de
Krommestraat 'n hoofd- en winkelstraat is,
trad de heer v. Duinen op als verzoenendo
engel, door voor te stellen, dat B. en W.
zoo de Krommestraat niet voldoende ver
licht mocht blijken te zyn, nog eonige gas
lantaarns zouden aanbrengen.
'n Yoorstel van B. en W. tot vaststelling
van 'n verordeniug op de openbare ver
makelijkheden en bijeenkomsten, en daar
mee in verband 'o verscherping van de
verordening op de tapperijen enz. vond
tegenkanting bij de heeren v. d. Wal en
Jorissen, die vreesden, dat nuttige vcr-
eenigingen hierdoor benadeeld zouden wor
den. Wij voor ons, zyn tegenstanders
van elke beperking van de vrijheid van
vergadering en gevoelden dus zeer weinig
voor de voorstellen, en de geheimzinnige
wijze waarop de voorz. beide heeren ge
ruststelde de verordening word ten slotte
met algemeene stemmen aanvaard kan
ons nog niet geheel en al er mee verzoenen.
De Algemeene Beschouwingen lokten
ditmaal slechts enkele leden uit hun teut.
De heer Hels Veyn, die wel eens knorrig
kan zijn, was ditmaal zeer dankbaar ge
stemd; 't regendej complimentjes aan 't
adres Tan B. en W.
Politieke redevoeringen, als 't zoo mag
heeten, hoorden wy slechts van de hoeren
van Kalken en Gerritsen. De nieuwe leden
hielden zich muisstil. Alleen de heer
Koning sprak zoo nu en dan eenige goedige
woorden.
Eerstgenoemde had verschillende dingen
op 't hart. In de eerste plaats drong hij
er in 'n sympathiek betoog op aan, dat
B. en W. hun aandacht zouden schenken
aan 't woningvraagstuk. Frappez, frappez
tonjours 1
'n Eenigszins pijnlijk vraagstuk roerde
spr. aan, toon hij 't had over dubbele be
deeling en afkeurde, dat 't burgerlijke
armbestuur iedereon maar naar 't kerkbe-
stuir zond. Wy begrijpen deze klacht
niet goed van den heer Yan Kalken. Over
't algemeen [schynt men van roomsche
zyde voor 't burgerlijk armbestuur niet
veel te gevoelen, 't Burg. A. B. ontvangt
weinig steun van i'ie zijde en ah men
berichten van erflatingen naleest is het
steeds opvallend, hoe ruimschoots de Kerk
bedacht wordt maar, terwijl 't roomsche
armbestuur nog wél oens 'n schijntje krygt,
voor de algemeene armen schiet er nooit
iets over. Waar do r.k. zich tot het Burg.
A. B. zoo weinig aantrokken gevoelen, kau
't niet anders of zy zullen slechts zelden
hulp van die zydo verlangen maar liefst
zelf voor hun armen zorgen. Dan is bet
ook heel correct van het Burg A. B., zoo
zij de roomschen, die zich aanmelden, ver
wijzen naar hun eigen armbestuur, dat hun
ongetwijfeld met open armen zal ontvangen.
Ten slotte brak de heer v. Kalken 'n
lans voor 't toekennen van presentiegeld
aan de raadsleden. Het Iaat zich aanzien,
dat deze quaestie nog wel vaker op de
proppen zal komen; wij zullen er hier dus
niet over uitweiden. In 't vuur zijner rede
liet Spr. zich 'u voor den voorz. niet zeer
vleiende maar waarschijnlijk niet zoo kwaad
bedoelde uitlating ontvallen. Betoogende
dat deze maatregel slechts op f 600 te
staan zou komen, toonde Spr. zich zeer
ontstemd over 't afwijzend prae-advies van
B. en W. Van den burgemeester kon
Spr. dat nog begrijpen maar niet van
hoogstaande en vooruitstrevende mannen
als de 3 wethouders, die onlangs nog 'n
heel buitenverblijf voor de gemeente aan
kochten!
Het zou ongetwijfeld verwondering ge
baard hebben, zoo bij deze algemeene be
schouwingen de heer Gerritsen gozwegen
had. Geheel voldaan over do begrooting
was hij niet. Al zijn hoop stelt hij
daarom op 't volgendo begrootingsjnarl
wanneer er heel wat aan do orde zal
moeten komen, woningvraagstuk, school
artsen, pensioeneering van gemeentebe
ambten, marktwezen, zweminrichting enz.
Indien dit alles 'n kleine belasting-ver-
hooging mocht meebrengen, zoo 't belang
der gemeente dit eisoht, mogen B. en W.
er niet voor terugschrikken.
Zeer juist merkte do Spr. op en
hierop willen wij speciaal de aandacht vesti
gendat 'n dorgelijk belastingverhooging
dan niet—gelyk uatuurlyk van zekere zijde
bij volgende verkiezingstijden geschieden
zal geweten zhl kunnen worden aan
den aankoop van Nimmertlor, maar slechts
aan het complex van uit te voeren werken,
welke alle hooge kosten zullen meebrengen.
Behartigingswaardig aan 'n ander adres
waren ook Spr.'s woorden naar aanleiding
van 't ontslag van 'n gemeentewerkman,
dat z i. volkomen verdiend was, en dat
naar hy hoopte voor de overige
beambten een aansporing zou zijn om hun
plicht te doen. Waar de gemeente zooveel
voor de arbeiders doet, mogen zij loeren,
niet slechts te profitecreu maar ook te
waardeeren.
De wethouder v. Esveld hield 'n zeer
interresante rede over armenzorg en be
deeling, waarin hij dn noodelooze weelde
gceselde.
Ook wethouder Rijkers meende nog 'n
duit in het zakje te moeten doen. In een
academisch betoog richtte hij zich vooral
tegen het geven van aalmoezen, dat natuur
lijk z'n groot nut maar toch ook z'n keer
zijde heeft. Men steunt de menschen niet
moreel, integendeel, leidt ze den bedelaars
kring binnen en 'verdrijft het eergovoel,
terwyi men ook de ecououiische verhou
dingen bederft, doordat zy, die aalmoezen
genieten, hun arbeidskracht goedkoop kun
nen ter markt brengen.
Bij de artikclsgewijze behandeling van
de begrooting deed de heer Yan Duinen
'n aanslag op de 2 torentjes aan de Kam
perbinnenpoort. Wij hopen, dat de heer
Yan Duinen z'n zin niet zal krijgen. De
torentjes, door een onzer bekende schilders
vereeuwigd in het Stedelijk Museum te
Amsterdam, mogen vlg. 8pr. geen archi
tectonische waarde hebben, do Kamper
binnenpoort behoort tot con van de
schilderachtigste plekjes, die wij noode
zouden missen. Indien 't verkeer belem
merd wordt, is 't nog altijd mogelijk 't af
te leiden om de poort heen. Sympathieker
was ons de heer v. Duinen toon hij aan
drong op streng toezicht op den gevaarlijken
loodgietersarbeid aan den Lieve Yrouwo-
toren.
De Oorlog.
Als men in aanmerking neomt, dat sinds
den 26sten de Italianen in hun achteruit-
geschoven stellingen weer keer op koer
zyn aangevallen, dan is de slotsom, dat
het bezette Tripoli meer gelijkt op een
belegerde stad dan op de operatiebasis van
een overwinnend leger. Het schijnt dat er
dagelyks nieuwe drommen Arabische strjjd-
krachten uit het binnenland naar Tripoli
komen om de belegeraars dor stad te
versterken, en ook vermoedt men dat er
Turkscho officieren door Egypte op hot
oorlogstcrrein arriveeren, die met hun
krijgskunde de schare der Arabische oor
logsmannen leiden. Dat alles maakt dat de
toestand voor de Italianen ongunstiger
wordt in de plaats van gunstiger.
De Italianen voelen dan ook zoo goed
hun benarden toestand, dat zy overgegaan
zyn tot do meest wreedaardige politiek
van onderdrukking jegens de Arabische
inboorlingen in de stad en de oase om
haar heen.
De correspondent van de Stampa een
Italiaansch blad! geeft gruwelijke bjj-
zonderheden over de wijze waarop de
Italiaausche soldaten den Arabieren-opstand
van den 23sten in de stad hobben onder
drukt. Woerlooze grijsaards, vrouwen en
kinderer worden naakt met touwen aan
elkaar gebonden en zoo door do stad ge
leid. „De ongelukkigen beefden meer van
schaamte dan van vrees", schrijft de cor
respondent. Daarna werden zij in de onder-
aardsche kerkers geworpen, waaruit hun
hartverscheurend vertwijfelingsgeroep op
steeg. Volgens een anderen berichtgever,
schoten de Italiaausche troepen op iederen
Arabier dieu zij maar iu de straten ont
moetten en werden dezen bij troepen
tegelijk neergelegd. Yolgens hem zouden
de soldaten drie dagen met deze moord
partij bezig zijn geweest, en zouden daarbij
ook tal van vrouwen en kinderen zijn
afgemaakt.
De woede der soldaten wordt door den
berichtgever verklaard uit het verwonden
van enkele Italianen in de straten van
Tripoli, en uit den onverhoedschen aanval
die de Btedelijke Arabieren van achteren
deden op de troepen, die aan het front in
een gevecht waien gewikkeld. Bij dezen
aanval in den rug zouden o.a. van drie
compagniën Bersaghlieri er maar 125, en
van twee compagniën infanterie, maar 60
man over zijn geblovCD; een kapitein der
Borsaghlieri, Bugghio, zou toen hy zich
zoo door Arabieren omsingeld zag, ziende
dat er geen kans tot ontkomen overbleef,
zich in vertwijfeling een kogel door het
hoofd hebben gejaagd.