DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
Uit de Pers.
No. 272.
DINSDAG 21 NOVEMBER 1911.
8e JAARGANG
BUITENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schaardenburg.
Abonnementsprijs
Per jaar4.Franco per
poet id. fö,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco pur post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: HLKINIl KilIJ Telef. Interc. 183.
Prijs tier Ad verten tien:
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iedoren regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buiten landsch Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 77- 78 Amsterdam
De Katholieke Kerk en de
Rechtsstaat.
Zooals uit Rome aan de Kólo. Ztg. be
richt wordt, bevatten de Acta Apostolicae
Sedis, het pauselijke ambtelijke blad, een
Motu proprio dat diep ingrjjpt in de levens
verhoudingen van de katholieken maar
bovendien van groot belang is voor iederon
op den bodem van het recht worteltnden
staat, waarin katholieken wonen. In dat
Motu proprio toch wordt con vencherping
gegeven van oen bepaling cener pauselijke
bul van 1869, waarin met excommunicatie
werd bedreigd ieder die een burgerlijke
rechter aanleiding geeft personcu van den
geestelijken stand voor zich te dagen; in
1886 was in een circulaire van de Inquisitie
gezegd, dat dit niet sloog op particulieren,
die door een aangifte of een dagvaarding
een geestelijke voor den rechter brachten,
maar op de wetgevers, die wotten uit
vaardigden, waardooi geestelijken in reohten
betrokken konden worden een niet zeer
duidelijke, maar in elk geval van geneigd
heid om de zaak niet op de spitsje drij
ven blijk gevende uitlegging; doch het
nieuwe Motu proprio breidt de bedreiging
met onmiddellijke, van zelf in werking
tredende excommunicatie uit tot iedereu
katholiek, wereldlijk of geestelijk, die zou-
der verlof van de kerkelijke overheid ee»
geestelijke in civiele of strafzaken voor den
wereldlijken rechter brengt.
Op de ernstige consequenties van deze
pauselijke uitspraak mag wel gewezen wor
den. Immers, als het nieuwe voorschrift
zoo luidt als de Kftln. Ztg. zegt, dan zal
een R.-K. veldwachter tegen een pastoor
geen proces-verbaal kunnen opmaken
zonder den pauselijken banvloek op zich
te laden en daardoor in zwaren tweestrijd
kuonan geraken tusschen zijn plicht als
rechterlijk beambte en dien als goed
katholiek. Dan zou een R.-K. staatburger,
die volgens de wet verplicht is een misdrijf
waarvan hij kennis krjjgt, ter kennis der
justitie te brengen, en strafbaar is wanneer
hjj dit nalaat, het niet mogen doen wanneer
de dader een geestelijke is tenzij hij
eerBt verlof heeft gevraagd aan de geestelijke
overheid. En een officier van justitie,
r. katholiek, zal, ook wanneer een zaak
tegen een geestelijke geheel naar den
eisch is aangebracht, eveneens eerst naar
de geestelijke overheid moeten gaan, en wan
neer deze om de een of andore roden tegen
ée vervolging bezwaar heeft, niet verrol
gen? Zijn ambt zou in deze omstandighe
den voor hem onvervulbaar kunnen worden
De Kttn. Ztg. vertelt reeds van een
katholieken leverancier, die vroegor aan
geestelijken op krediet had geleverd, die
wel eens tot processen zjjn toevlucht had
moeten nemen om aan zijn geld to komen,
en die nu geweigerd heeft aan geestelijken
anders dan tegen contant geld te verkoopen.
Dat zou voor die geestelijken wellicht
minder aangenaam kunnen zijn. Daarover
echter makeu wij ons minder ongerust.
Doch voor katholieke leveranciers, die niet
zoo voorzichtig zouden zijn, zou een rechts
onzekerheid ontstaan, die in oen geordende
staat niet kan geduld worden. En wat
strafzaken betreft, leidt dit Motu proprio,
streng toegepast, zooals wjj aantoonden,
tot zeer ernstige gevolgen, Wjj zjjn be
nieuwd te vernemen hoe meD in de katho
lieke pers zich de toepassing voorstelt.
(Hbld.)
De Oorlog.
De Porte heeft den Turkschen ambassa
deurs opgedragen, de mogendheden mee
te deeleö, dat de Turken, in verband met
geruchten over een voorgenomen Italiaan-
sche vlootactie, alle mogeljjke militaire
voorzorgsmaatregelen hebben genomen om
een mogelijken aanval af te slaan, en dat
deze toebereidselen zoo noodig op bedreig
de punten zullen worden verdubbeld,
waardoor wellicht uiociljjkheden kunnen
ontstaan voor het internationale scheep
vaartverkeer.
Volgens een telegram door den Turkschen
minister van oorlog ontvangen, hebben twee
Italiaansche schepen gisterochtend Akaba
gebombardeerd on eenige wjjkcn van de
stad vernield.
Dat het den Italianen Diet voorden wind
gaat, bljjkt uit de brieven die do particulie
re correspondenten te Tripolis aan de
Berlgnsche bladen zenden.
Zoo werd den lOen November aan de
Voss. Zeilung geschreven:
„De soldaten zijn misschien niet slecht,
doch de leiding is meer dan ollendig. Gis
teren zjjn drie stoomschepen mot 2500 man
aangekomen, heden komen over de 1000
man.
VVat zullen al deze troepen in het bin
nenland uitrichten, waDneer sij om een
oubeduidendo oase, beschermd door zwaar
gesohut, vier k vijf weken hebben moeten
strijden'"
Aan een brief van 12 November is het
volgende ontleend:
„Heden gelukte het den Arabieren de
Italianen iD den rug aan te vallon, zonder
dal deze den vijand te pakken konden
krjjgen.
Algemeen wordt vermoed, dat er een
onderaardsch waterleidingkanaal uit don
RomeinscheD tjjd nog van de stad naar de
oase loopt, want het is onmogelijk dat een
levend wezen ander6 onopgemerkt de Ita
liaansche linie 'kan passeeren om in de
oase te komeD.
„De linkervleugel van de Italianen
wordt den geheelen dag bestookt. Wanneer
het de bedoeling der Turken en der Ara
bieren is den vijand te ontzenuwen door
voortdurende lichte aanvallcD, dan moet
gezegd worden, dat zjj hun doel schitterend
bereikt hebben.
De Italiaansche troepen ljjdcn bovendien
onder do hevige regens, evenals de dieren.
En de expeditie moet eigenlijk nog be
ginnen.
„De Italiaansche regeeriug koopt kamee-
len. Het kleine aantal echter, dat zij in
de stad kan krijgen, valt in het niet bij
de hoeveelheid, die zij noodig heeft, n.l.
8 i 10 duizend."
De Revolutie ik China
Volgens de „Agenco d'ExtrSme Orient"
zou thans de strgd tusschen Chineezen en
Mantsjoes te Hankow en elders ontaard
zgn in afschuwelijke massale moordpartijen.
De Mantsjoes hebben indertgd de Chi
neezen bij millioeDen -altijd volgeDS de
„Agence d'Extrême Orient" vermoord,
en in enkelo steden hebben zg letterlijk
niemand in het leven gelaten. Zij doodden
zelfs de dieren en staken de woningen in
brand.
De herinnering aan deze gruweldaden
hebben do rovolutionnairen er toegebracht
om in Woetsjang honderden Mantsjoes om
het leven te brengen.
De Mantsjoes wreekten zich door de
Chincesche boeren in den omtrek van
Haukau te dooden, zoodra de eerste divisie
der keizerlijke troepen voor deze stad
verscheen. Ook het in brand 6teken van
Hankow was een daad van wraak. Men
wilde zooveel mogelijk meuachenlevens en
voorradeD tegelijk vernietigen.
Deze gruwelen waren weer de oorzaak
dat de Chineeache revolutionnairen van
Ilonan alle Mantsjoes, die hun in baDden
vieleD, vermoordden.
Toen dit bekend was geworden, doodden
de Mantsjoes generaal Woe, op hetoogon-
blik, dat hjj bjj de regeering den Mantsjoe-
generaal Joe-Ken wegen de moordeu te
Hankow aanklaagde.
Deze moord werd weer gewroken door
de terechtstelling van vijf Mantsjoes te
Poetsjoe enz.
De Marokko-Overeenkomst.
Wanneer men bedenkt, alduB de Berl.
corr. van de Köln. Ztgmet welk een
heftigheid de oppositie tegen de DuitBch-
Franscho overeenkomst nog .kort geleden,
vóór do parlementaire behandeling en bg
den aanvang daarvan, zich deed geldeD,
dan kan reeds thans een onmiskenbare
verslapping van deze oppositiebeweging
worden geconstateerd.
Daarvan gaven reeds de laatste dagen
der beraadslagingen in den Rijksdag blijk
en kwain ook een en ander alreeds in de
pers tot uitiDg. Op het oogenblik kan men
wel zeggeD, dat, ook al heeft de Congo-
overeenkomst niet tot geestdrift kunnen
leiden, toch, in het algemeen genomen, de
verkregen resultaten worden beschouwd als
niet onbelangrijk te zijn en ook dat het
klagen over het verlies van den „Eenden
snavel" nu geheel is opgehouden.
Voor de beoordeoling van de eigenlijke
overeenkomst, die in zake Marokko, is bet
van groot gewicht geweest, dat door van
Berljjn, Keulen, Hamburg en Leipzig
uitgaande verklaringen, overtuigend is
geconstateerd kannen worden, dat de
toonaangevende vertegenwoordigers van
den Duitscben handel en de Dnitsche
industrie met do overeenkomst inede kunnen
gaaD en dat zij de aanvallen, welke daarop
gedaan zijn, afweren. Dit verschijnsel is
des te meer van belang, omdat juist deze
kringen, in de allereerste plaats bij den
handel in Marokko belang hebben en dus als
de beste beoordeelaars kunnen beschouwd
worden. Zij hebben de Marokko-overeeu-
komst van af bun standpunt terdege
overwogen, en hebben nauwkeurig nage
gaan of zjj onder haar auspiciën ook
voortaan, ginds met voordeel kunuen
arbeiden. Openlijk hebben zij verklaard dat
inderdaad te kunnen.
Een Uitsluiting.
Een week of zes al zijn te Berlgn 3500
metaalbewerkers in staking. In den loop
der vorigo week sloten zich een 600 bank
werkers en anderen bij hen aan. Dat hoeft
de patroons in de Berlijnscho metaalindu
strie tot gezamenljjk verweer doon besluiten.
In een buitengewone vergadering is door
hen besloten, te beginnen met 30 Novem
ber 60 pCt. van hun gezamenljjke werk
lieden uit te sluiten Er werken te Berlijn
in de metaalindustrie 110 120 duizend
arbeiders. Do uilsluiting op 30 November
zou due aanstonds ongeveer 70.000 arbei
ders omvatten. Tusschen patroons en arbei
ders wordt nog gepoogd, tot een schikking
te gorakon.
Verkiezingsstrijd in Duitschland.
De verkiezingsstrjjd in Duitschland be
gint. Do nationaal liberale partjj beeft een
groote vergadering gehouden in Berlijn met
een redevoering van Bassermann als inlei
ding, natuurlgk over de verkiezingen. Do
partjj beeft een verkiezings-oproep uitge
vaardigd, die duidelijk is gericht tegen
Centrum en conservatieven. Men Doemt
als beteekenis dezer verkiezingen: „dat
het thans geldt, de rjjke krachten des volks
vrjj te maken door het geven van geljjke
rechten, Diet alleen op papier, maar zóó
dat in waarheid alle burgers van bet rijk
zonder dat men lette op hun afkomst, ge
loof, rang of rijkdom, toegelaten zullen
worden tot de openbare ambten". De
leuze it: „Voor de grootheid, eer en rech
ten des vaderlands; voor burgorljjko vrij
heid en geljjke rechten."
Uiterste Wil.
Het gebeurt vaak dat personen die ern
stig ziek zjjn en die onder den invloed van
hunne omgeviug zijn geraakt, hunne reeds
te boek gestelde laatste wilsbeschikking
wijzigen in het voordeel der personen die
hen bjjstaan in hunne ziekte, soms tot
groot nadeel van nabestaanden en magen.
Ten einde deze misbruiken te keer te
gaan, wordt nu in Belgie voorgesteld dat
de artikelen van bet Burgerlijk Wetboek,
die betrekking hebben op het opmaken van
testamenten, zouden aangevuld worden in
dezn zin dat een wilsbeschikking, waar
de erflater vorandering wil aanbrengen
tijdens zijne ziokto die den dood vooraf
gaat, slechts mag gewijzigd worden door
tusschenkomst van eeo notaris of den vre
derechter van het kanton.
De aanwezigheid en de tusschenkomat
van een dier hoeren wordt beschouwd als
een waarborg dat de erflater uit vrjjen wil
handelde, toen hij 't verlangen uitdrukte
zjjn testament te wijzigen.
Een Werkstaking.
In het arsenaal te Lorient is een werk
staking geweeBt, een zoogenaamde gróve
aux bras croisóa, waarbij de arbeiders wel
op de werkplaatsen komen, maar niet
werken en met de armen over elkaar blijven
slaan xijkeu.
Do werkstaking betrof verschoidene
grieven, waarvan de voornaamste was, dat
de arbeiders, die verplicht zijn van kloeren
te verwisselen vóór zij aan 't werk gaan,
den daarvoor noodigen tijd niet bg de
werkuren gerekend zagen, teiwjjl do plaats
waar zjj zich moesten verkleeden, 1 kilo
meter van de werkplaatsen verwijderd was.
Er heerschte een woelige geest onder de
arbeiders en de staking breidde zich uit
Daar Toulon, waar de werklieden van het
arsenaal zich solidair verklaarden met die
van Lorient, en waar aan boord van het op
do werf liggende pantserschip Courbet de
roodo vlag werd geheschen. Er is echter
aan verscheidene eischen der arbeiders
o.a. die betreffende het verkleeden
tegemoet gekomen en Zaterdag gingen de
mannen weder aan het werk, onder
voorwaarde, dat geen hunner kameraden
gestraft zou worden.