DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 297. WOENSDAG 20 DECEMBER 1911. 8e JAARGANG. NABETRACHTING OVER DEN GEMEENTERAAD. BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur: Mr. D. J. vau Schaardenburg:. Abonnementsprijs: Per jaarf 4.Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Bureau: KLEINIl HtAO 6. Telef.pntero. 183. Prijs der AdvertentiSn Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (By abonnement belangrjjke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandsch Advert.-bureau D. Y'. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam Stemmachines zijn onze raadsleden gistoren geweest. Wij zijn zoowaar de tel kwijt geraakt, hoeveel malen wel met algemeene stemmen op één na die van hot slachtofferherkozen moesten worden, aftredende leden van allerlei commissies. Het lijkt misschien zonderling, maar zelfs bjj zoo'n gelegenheid, waarbij door geen der leden 'n woord gesproken wordt, komt het uit, dat onze raad zeer vooruitstrevende en zeer conservatieve leden in z'n midden telt. Zeer vooruitstrevend het kan niet anders, zou men prima vista zeggen moet wel geweest zijn het lid, dat bjj de benoeming van 'n tijdelijk leersar in de Duitsche taal aan het Gymnasium, z'n stem uitbracht op Mej. van Hoogovest, onder- wjjzeres in het handwerken! Had het aan hem gelegen, Amersfoort zou de eer ge noten hebben de eerste gemeente te zijn, waar aan het Gymnasium 'n vrouw doceerde. De omstandigheid, dat de uitverkorene van dit raadslid 'n onderwijzeres in het handwerken was, doet ons echter twijfelen aan 's mans vrijzinnigheid. Iemand die oordeelt dat men met 'n breikous of stoplap in de hand de beginselen der Duitsche taal kan doceeren, moet wel 'n zeer ouder- wetsch monsch zijn. Wij voor ons zijn daarom eerder van mcening, dat hier 'n conservatief aan het woord, of liever aan het stemmen was, die, nu het vrouwelijk element aan het Gymnasium zoo toeneemt, 'n stille wenk heeft willen geven, dat ook deze nuttige vrouwelijke bezigheid niet door onze moderne jonge dames verwaar loosd mag worden. Waarom kunnen de meisjes niet, al breiende of mazende, Duitsch leuren, zal hij gedacht hebben. Zijn wij over de politieke richting van dit raadslid in het onzekere, dit is niet het geval met z'n collega, die ondanks de herhaalde ongeldig-verklaring van z'n stembillet, halsstarrig bij iedere volgende benoeming z'n billet weer invulde met de woorden „de aftredenden". We mogen niet aannemen, dat hij dit deed uit gemak zucht, om de namén der aftredenden niet te behoeven over te schrijven; luiheid is 'n ongekende eigenschap bij 'n raadslid, de verkiezingsbillctteu wijzen het uit, dat er nooit anders dan mannen zonder eenige feil of gebrek candidaat gesteld worden. De man moet dus wel 'n aartsreactionair geweest zijn, die niet van wijken weten wil, en dwars ingaande tegen de nieuwe, algemeen gehuldigde opvattingen, z'n een maal ingenomen standpunt voor geen geld ter wereld wenscht prijs te geven. Onver schrokken blijft hij op z'n eenzame post en niets kan hem z'n oude plunje doen afschudden. In 'n tijd, waarin steeds meer deren den huig naar den wind hangen, mogen wij dezen standvastige wel een eoresaluut brengen! Overigens bood de vergadering weinig belangrijks. Alleen willen wij nog met groote voldoening constateeren, dat in de plaats van dr. Reijnders, die zich niet beschikbaar stelde voor 'n herbenoeming als lid van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, benoemd werd 'n deskundige, de heer Bersma, die in het onderwijs z'n sporen reeds verdiend heeft- Z'n practische kennis en persoonlijke ervaring zullen het onderwijs in Amersfoort zeker ten goede komen. Na afhandeling der agenda werd de vergadering natuurlijk weer voortgezet met gesloten deuren. Eerst om half vjjf zagen wij de raadsleden het stadhuis ver laten. Er zullen wel hoogst gewichtige zaken aanhangig zijn, die zoo vaak reeds en telkens weer 'n geheime zittiüg nood zakelijk maken. Hoog zijn onze verwachtingen gespannen, wat 1912 ons dan toch wel brengen zal. De Oorlog. De Italiaansche bladen maken zich hoe langer zoo boozer op de Fransche en Brit- sche autoriteiten, omdat deze niet beter waken tegen het smokkelen van wapens en munitie binnen Tripoli via Tunis en Egypte. Wanneer zii dit beter deden, zoo zeggen de Italianen, dan zou de oorlog spoedig genoeg tot het verleden behooren. Hier blijkt dus uit, dat ook de jongste verzekering van Frankrjjk, dat het de grenzen gesloten zou houden, niet gestand is gedaan, althans dat de grens-autoriteiten al heel spoedig in de uitvoering van het goede voornemen verslapt zijn. Trouwens niet alleen over Frankrijk en Engeland schijnt Italië zich te beklagen te hebben, maar ook overNederland. De geruchten, die reeds eenigen tijd gin gen over een bureau in 's-Hertogenbosch waar vliegers gereoruteerd werden voor het Turksche leger schijnen niet geheel van grond ontbloot te zjjn, te oordeelen althans naar een bericht uit Noord-Brabant's hoofd stad, luidend als volgt „Do officier van justitie en de com missaris van politie te 's Hertogenbosch hebben ten huize van den direetcur der Compagnie Internationale d'Aviation „Aviator", den heer H. Blom, aldaar, alle brieven en telegrammen en andere bescheiden in beslag genomen, die op ge noemde maatschappij betrekking hebben. Men beweert, dat dit in verband zou staan met de door genoemde maatschappij gevoerde correspondentie met Turkije over het leveren van aviateurs en vlieg machines in dienst van den Turksch Italiaanschen oorlog, in welke onderhan delingen de justitie eer. schending onzer neutraliteit schijnt te zien, vermoedelijk volgens art. 100 van het W. v. S.". Natuurlijk zal nog moeten blijken, of inderdaad hier sprake is van een „hande ling waardoor Nederland's onzijdigheid in gevaar gebracht wordt" welke ons wetboek strafbaar stelt. Een simpel dienstnemen van Nederlanders bij de Turken zal men daar onder bezwaarlijk kunnen brengen, maar iets anders is het, wanneer er een geregeld bureau van hulpverechaffing voor Turkije binnen onze landsgrenzen bevestigd is. Aanslag op een Britsch Minister. De Britsche minister Lloyd George is te Londen, toen hij met vrouw en dochter uit de bijeenkomst van vrouwenstemrecht- voorstanders terugkeerde, in het aange zicht gewond door een lederen doos met koperen hoeken, die hem door iemand op straat naar het hoofd werd geworpen. Een der koperen punten raakten den minister vlak onder het linkeroog en ver oorzaakte daar een kneuzing iels hooger, en het oog zou verloren zijn geweest. 's Ministers dochter, langs wier gezicht do doos rakelings vloog, sprong terstond op en ging voor het raampje staan, om baren vader tegen verdere aanvallen te beschermen. De doos, die op den vloer van 's mi nisters auto viel, bleek verschillende boekjes en bladen te bevatten. De pleger van den aanslag, Allen Ross Mc. Dougall genaamd, werd weldra gevat en hij is veroordeeld tot 2 maanden ge vangenisstraf met dwangarbeid. Bij zijn verhoor zeido hij, dat het alleen zijn bedoeling was geweest, Ie glazen van den auto te breken, om wraak te nemen over het niet-toelaten van rumoerige suffra gettes tot de bijeenkomst in de Horticul tural Hall. Hij dacht, dat het raampje dicht was; maar het was open en daardoor vloog de geworpen doos of koker met zooveel kracht den minister in het gelaat. Een Vredkstijdschrift. De Carnegie-vredestichting te Bern heeft besloten 50-000 gld. subsidie aan bet Ber- eer Vredesbureau te geven. Als gevolg hiervan zal dit Bureau o.a. in plaats van de CorrospondaDce Bimensuelle een veer- tiendaagsch tijdschrift in het Franscb, Duitsch eu Engelsch uitgeven, dat „De Vredesbeweging" heeten zal. Hot eerste nummer verschijnt in Januari. De Groothertog van Luxemburg. Volgens het officieuze Luxemburger Wort is de gezondheidstoestand van don groothertog van Luxemburg sedort eenige dagen achteruitgaande. Onmiddellijk gevaar is er echter niet. De toestand in PERzië. De voormalige sjah bevindt zich thans, naar eeo telegram uit Teheran meldt, te Guemuesjtepeh, onderwijl zijn broeder Salar ed Dauleh zich te Kermansjah enSjhuaes Saltaneh zich te Astrabad bevinden. Het Perzisch parlemont heeft de door het ministerie voorstelde oplossing dor Ru^ sische crisis verworpen. De Russen zullen derhalve zich voor den opmarsch, op heden gereed maken. Te Teheran blijft men een vrijwel kalme houding aan den dag leg gen; alleen de vrouwen zetten den boycott teggen de Russen ijverig voort. Le winkels zouden heden weder geopend worden. Rusland en de Vereenigde Staten. Reuter seint dat President Taft aan de Russische regeering het Amerikaansch» Russische handelsverdrag van 1832 heeft opgezegd. Ziehier de gebeurtenissen, die aan deze opzegging zjjn voorafgegaan: Sinds 1881 bestaan er moeilijkheden tussohen beide naties, wegens de weigering van Rusland om Amerikanen, behoorend tot het Israelietisch geloof, binnen de Russische landsgrenzen toe te laten. Van dat jaar 1881 toch het jaar van de schrikkelijke pogroms in Zuid-Rusland dateert de strenge onderdrukkingspolitiek van de regeoring te Petersburg tegen de Israëlieten in Rusland, wien van toen af het oponthoud buiten de zoogenaamde plaatsen van vestiging onmogolijk gemaakt werd. Die politiek evenwel werd niet alleen op Russische maar ook op buiten- landscbe Israëlieten toegepast en het zjjn vooral zooals we reeds een paar dagen geleden hebben gemeld, die Amerika nen geweest, die hieraan aanstoot hebben genomen: ten eerste wellicht omdat hun liberale begrippen zich tegen zulke midden- eeuwsche regeleD verzetten, en ten tweede omdat de Amerikanen, dio zaken deden in Rusland, vaak do Joodsche geloofsbe lijdenis waren toegedaan. De Russische regeering week zeer zelden van haar weigering af en liet ook zeer aanzienlijke Amerikanen wegens hun geloof niet toe; en in één geval waarin weigering zoo goed als onmogelijk was, toen nameljjk de heer Oscar Strauss, voormalig gezant der U. S. A. in Constantinopel toelating vroeg, werd op den pas deze beleodigende zinsnede geplaatst: „zelfs ofschoon hij het Joodsche geloof is toegedaan" heigeen den heer Strauas natuurlijk van zijn Rus sische reis deed afzien. De quaestie is herhaalde malen tusschen de regeeringen te Washington en te Peters burg besproken en met glooien aandrang heeft men telkens van uit het Witte Huis gepoogd, Rusland in deze tot meer moderne opvattingen te brengen, maar tevergeefs. Eindelijk heeft het is enkele dagen ge leden gebeurd het Amerikaansche Hun van Afgevaardigden zich de zaak ter harte genomen en met 300 stemmen tegen 1 een motie aangenomen waarbij werd aange drongen op de wenscheljjkheid, „dat ook Rusland zich zal onderwerpen aan het fundamenteele beginsel van gelijke behan deling aller Amerikaansche burgers, onaf hankelijk van ras of geloof, daar door anders te doen Rusland het verdrag van 18 Dec. 1332 geschonden heeft." Het schijnt dat vooral aan deze laatste woorden de Russische regeering aanstoot gonomen heeft en dat de Russische gezant er met de regeering te Washington op ernstigen toon over heeft gesproken. Men vertelt zelfs dat de gezant gedreigd heeft met het afbreken der diplomatieke be trekkingen, voor het goval de Senaat de motie eveneens mocht aannemen. Dit is echter niet bevestigd. In elk geval heeft President Taft, tot vermjjding van grootere moeilijkbeden, den knoop doorgehakt en hot handelsverdrag met Rusland opgezegd. Hij bereikt hiermee, dat de Senaat niet in de verleiding komt de motie van het Huis van Afgevaardigden over te nemen en sluit bovendien dit Huis van do verdere be handeling der zaak uit, daar alleen de Senaat het verdrag behoeft goed te keuren. Natuurlijk is hiermee de zaak allerminst afgedaan, daar thans de onderbandeliegen opnieuw mooten beginnen en het nieuwe verdrag de goedkeuring van den Senaat zal moeten verwerven. Bij die onderhan- lingen komt, gelijk van zelf spreekt, aller eerst de quaestie der paspoorten voor Israëlieten aan de orde, en voor zooveel thaos te zeggen valt, is nbch de Russische nöch de Amerikaansche regeering voornemens om van baar standpunt af te wijken.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1