1912 1912 RIJWIELEN en AUTOMOBIELEN. GEBR. NEE EENS - AMERSFOORT J. J. SMIT Jaar- en Adresboek Van Sweden Co., Inschrijvingsbillet. 300 verlies van één TE KOOP Gebr. Van Eeden, Arnhemschestraat 6. Amersfoort. SAFE DEPOSIT Lamaison Bouwer Co. KORTEGRACHT no. 22 Alle week-aboonés op dit blad. die in het bezit zijn eener verzekeringspolis, zijn volgens ae bepalingen in die polis vermeld. teqen ongelukken verzekerd voor een bedraq van Antieke KLOKKEN E. J. Ruitenberg Groote sorteering Reisdekens en Plaids Reis en Handkoffers en fijne lederwaren SAFE LOKETTEN in verschillende maten en ruimte Steenkolen, Anthraciet en Cokes. De ware schuldige. GULDEN bij overlijden. GULDEN bij 2000 levenslange 400 ongeschiktheid. GULDEN bij r\cr\ GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij m GULDEN bij a vjrujjL/n.ii uij uu^umi uij uunnriii uy UfUljJ ^OU verlies van OQ verlies van 00 verlies van Qverlies van eiken één oog. een duim. een wijsvinger. andereu vinger. Uitkeering dezer bedragen is gewaarborgd door THE OCEAN ACCIDENT GUAP.ENTEE CORPORATION Ltd., Directeur voor Nederl. Edward Heyrnan, Oude Turfmarkt 16, Amsterdam hand of voet. eeltige zel.lzaaui mooie goed in orde. Autiehe KWIK- BAROMETEB en SI'iEGEI, bij HORLOGEMAKER - BREEDESTR. 3i. TIMMERMAN en MAKELAAR WEVERSINGEL 12. verhuren in hnnne volgens de nieuwste constructie (systeem Lips) ingerichte BRAND en INBRAAK VRIJE KLUIS in hun kantoor NAAST HET POSTKANTOOR. tot berging van koffers met waarde- inhoud en andere voorwerpen V O O B AMERSFOORT 4e JAARGANG De ondergeteekende wenscht te ontvangen exemplaren van het nieuwe JAAR- EN ADRESBOEK VOOR AMERSFOORT, uitgave der Naamlooze Vennootschap „De Eemlander". Prijs voor geabonneerde» op „De Eeiulauder" 1 1. Prijs voor niet-abonné'sf 1,25 HANDTEEKENING: STRAAT EN HUISNUMMER: Uitknippen en opzenden naar het Bureau van De Eemlander, KI. Haag 6. GROOTE SPUI 1. Groot- en kleinhandel in Magazijnen Beestenmarkt 8, ÏO en 11 naast de Stadsherberg. Ondergeteekende wenscht zich met ingang van 1 Januari 1912 tc abonneeren op het DAGBLAD „DE EEH1ANDE B". HANDTEEKENING: ADRES: ABONNEMENTSPRIJS maanden. met gratis verzekering ÏO cent p. week Nieuwe abonné's ontvangen de tot 1 Jan. verschijnende nummers gratis. FEUILLETON. (O) 48) „Hoeveel tijd heb ik om te beslissen?" vroeg Rambert stotterend, zich bet zweet van het boofd afvegende. „Twee dagen." antwoordde Mortal. „Als ik iemand. naar je toe stuur, om het stuk op te vragen, zult ge het hem dan geven? „Zeker," zei Mortal. „En wien zult ge zenden?" „Een braaf mensch, die eveD goed als de anderen mij zal verachten, wanneer. ik..., dokter Pascal Arthez...." „O! Mijnheer Arthez?... Dien ken ik," zei Mortal lachend. „Dan is het goed," antwoordde Ram bert nijdig, „en ga nu heen en laat mij alleen... of wij nog iets zeggen of niet, dat is eenerlei... Ga toch... of ik roep den bewaarder en zeg hem alles.., Ga.. Gal..." „Tot ziens!" zei Mortal. En de gevangenis verlatende, zei hij ironisch binnensmonds: „Ik wil toch eens zien, of jij mij zult aangeven." HOOFDSTUK XI. Door het gesprek met Mortal was Ram bert in een vreeselijke positie gekomen. Wanneer hij. zoo goed hij zulks kon, zich al de bijzondere omstandigheden voor den geest riep, begreep hij niet, dat hij niet op den ellendeling was toegesprongen hem bij de keel had gepakt en den gevan genbewaarder geroepen had. Maar die 200.000 francs voor zijn Jacques? En de auder had van een levensverzekering gesproken Weliswaar had hij daar ook reeds vaak aan gedacht, maar hoe had hij het geld er voor kunnen opbrengen? Een agent had hem op zekeren dag de tabelleD der premies laten zien; het kostte zeer veel, meer dan hij ooit zou hebben kunnen ver dienen, en hij had het zich maar uit het boofd gezet. En nu werd er een gelegen heid geboden Jacques gelukkig en rijk te maken... kou het dus toch? Ja, maar tot welk een prijs? Zich zelf voor °en moordenaar uitgeven, zich aan de schande overgeven. En als hij het nu verder ontkende, dan was toch alles maar nutte loos werk, als hij Mortal beschuldigde maakte hij zijn zaak nog erger; dat had deze zelf gezegd, en welk bewijs kou hij voor zijn onschuld verder bijbrengen? Maar moest het gerecht niet naar hot bewijs zoeken, als hij hem aanklaagde? Ja, als... maar zou hij het doen?... De ander, de verleider, de moordenaar, de ellendeling bad misschien toch wel gelijk, en voor hein, die reeds met zijn eene heen in het graf stond, was deze zelfmoord misschien de beste oplossing. Hij maakte den kleinen joDgen rijk, kocht hem een onafhankelijke positie. „Het is zoo," aldus ging Rambert ver der, „ik ben in ieder geval ter dood ver oordeeld. De ziekte zal mij evenzeer klein krijgen als de beul, en dan zal mijn corpus nog ergens toe dienen. Menigeen heeft reeds zijn leven verkocht! 200.000 frai cs is een mooie som, ik zou, hoe oud ik ook werd, nog niet eens het vierde part er van verdiend hebben." Toen overviel hein een andere vrees. Maar men zal mij eeD moordenaar noe men. Rambert een moordenaar! Foei! Waut in de oogen vau het publiek ben ik het... Wat zijn de raenschea toch slecht! En de ai me, kleine Jacques! Zou ik om zijnentwil niet dat oeue woord kunneu uitspreken: „Ja, ja, ik ben eeu moorde naar," en die paar trappen naar het schsvot of aan tering! En of ik er nu mijn er bij inschiet wat is die eer mij, als miju jougen moet omkomen van honger?... Maar ben ik dan inderdaad zoo ziek? Hjj verzocht ora den dokter. Deze was een vriendelijk mensch, altijd lachende, die zijn patiënten met de grootste kalmte voorloog. Hij noemde dit zeer juist: „huu de pil vergulden." „Het is al erg geuoeg, dat zij sterven moeten," zei hij gewoonlijk, „en het is niet noodig hun te laten merken, dat zij over hun kist moeten gaan denken." Rambert vroeg hem op den man af: „Zeg mij eens ronduit, dokter, ik heb tering, nietwaar?" „Jij?" zei de dokter. „Hoe kom je Je bent alleen maar wat zwak door den gevangeniskost, waar nu juist niet zooveel inzit als in eeu goed stuk roastbief." „Zool U geeft mij dus niet op?" vroeg Noel verder. „Waarom? Je hebt niets noodig dan een glas krachligen wijn, frissche lucht eu misschien eeu verblijf in Nizza. Kent ge Nizza?" „Neen," zei Rambert. „Och, dat spreekt ook vanzelf... hoe kan ik ook zoo iets vragen... anders een mooi stadje..." „U denkt dus, dat ik niettegenstaande mijn hoest, mijn benauwdheden nog... kan blijven leven?" „Je kunt wel honderd jaar oud worden, Je eeoige ziekte is de aanklacht, die op je ligt. Maar onder ons gezegd, daar heb jie zelf schuld aau." Hij wist niet of hij de oogeD op of neer slaan zou. De dokter glimlachte even. Goed," zei Rambert met een afwijzend gebaar, „dank u, meer wilde ik niet weten," „Adio," zei de dokter weggaande. Nadat hij de deur gesloten had, zei hij tot den bewaarder: „Als ze niet gauw met hem voortma ken, is hij nog dood, voor het zoover is." „Is hij zoo ziek?" „O, met hem loopt het gauw af. Maar de maatschappij zal niet veel om ham treuren." (Wordt vervolgd.) daarbij? Stoomdrukkerij A. W. ÏL Ejpnann, Kleine Haag 0,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 4