DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 9.
DONDERDAG 11 JANUARI 1912.
9e JAARGANG.
iï
y X aa
4>1l
Ook 'n Standpunt!
BUITENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoolili'etlacttMii'; Jlr. D. J. van Nrhiiarilviihurt;
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.Franco per
post ia. fö.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
9M jjfisfro
L1 fj «ffia
Van 1
Buiten
Bureau: KI.KIftK U.tAO O. Telef. luiere. ISH.
Prijs der AdvertcntiPn
egels f 0.40. Voor iedoren regel meer f 0.08.
Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (R:i
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van bniteu het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg Siiineu-eu Buitenlandscli Advert.-bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 75-78 Amsterdam
Wij zullen letterlijk weergeven wat de
St. Crt. schrijft:
Mevr. B. HOLTROP— Van Gelder,
die 10 Januari 1912 haar 25-jarig toon cel
jubileum vierde.
De Stichtsche Courant toont zich niet
bijster ingenomen met het in 1909 bij de
Tweede Kamer ingediende Wetsontwerp
tot wijziging van de Gemeentewet, ter ver
ruiming van het belastinggebied der ge
meenten
Het a. r. blad wil des noods nog over
het hoofd zien, dat ecnige gemeenten iu
gunstiger finantiecle conditie zullen komen
ten nadccle van andere gemeenten. Veel
ernstigere bezwaren heeft de St. Crt., zoo
ernstig, dat zij de regeering zou willen
adviseeren het wetsontwerp in te trekken
of het kalm te laten liggen.
Wat maalt de St. Crt. om de belangen
der gemeenten, om de n oodzakelijkheid
van verruiming van het beslastinggebied
<Jer gemeente, als er kans bestaat, dat ook
het openbare onderwijs van dio wijziging
zon profiteeren?
Laat 'n toestand onhoudbaar worden,
laat de gemeente financiën in het honderd
loopen, laat desnoods de geheele staats
inrichting ontwricht worden, maar neem iu
's hemels naam geen maatregelen, waarbij
misschien ook het Opeubaar Onderwijs
baat zou kunnen hebben!
'u Rechtsche regeering heeft alleen te
zorgen, dat de baantjes eerlijk verdeeld
worden onder dc coalitiegenooten, en
toe te zien, dat niets de pogingen verijdele
om de Openbare School in den grond te
boren.
Brutaler dan thans in de Stichtsche Crt.
gedaan is, kon deze opvatting wel niet
verkondigd zijn. De rechtsche partijen
mogen volgens dit orgaan, niet medewer»
ken aan de bedoelde wijziging in de Ge
meentewet, omdat zij dan het bizonder
onderwijs de concurrentie met het open-
baaar onderwijs bemoeielijken, ja indirect
vooral in de groote steden den strijd'om
het bestaan onmogelijk zouden maken.
„Dit kan en mag een rechtsche meerder
heid in de Kamer niet in de hand werken".
Indien de grooto gemeenten, die
menton deels een vrijzinnigen Raad heb
ben, door dit wetsontwerp het finnntiëol
zooveel beter kunnen doen, dan zal oen
groot deel van de meerdere inkomsten
ten bate van het Openbaar onderwijs
komen.
De weelde dio daarbij heerscht, zal
nog toenemen. Schoolgebouwen als
paleizen zullen venijzen, veel schooner
nog dan wij nu reeds bewonderen. Op
allerlei wijze zal liet openbaar onderwijs
aantrekkelijk gemaakt worden: laag
schoolgeld, nog lager dan nu geheven
wordt, schoolvoeding en schoolkleeding,
schoolbaden, schoolreizen vooral, bios
coopvoorstellingen bij het onderwijs en
last not least verhooging van do sala
rissen van h.h. openbare onderwijzers,
die nu reeds b.v tc 's Gravenbage een
voor huo stand hoog inkomen hebben.
Het bijzonder onderwijs echter zal
van al dit schoons niet profiteeren.
Het zal het stiefkind blijven, dat ge
duld moet worden maar niet deelen
mag in do heerlijkheden, die voor bet
echte kind, de openbare school, bestemd
worden.
Is het wonder dat wij, voorstanders
van lechl ook voor het bijzonder onder
wijs, de tot standkoming van dit wets
ontwerp nu niet met blijdschap zouden
begroeten?
Acht men liet noodig dc groote ge
meenten finantieel in betere conditie te
brengen, dun mug zulks niet geschieden
vóór en aleer de verhouding fusschen
openbaar en bijzonder onderwijs beter
geregeld ts.
De cursiveering is van ons.
Kan het duidelijker gezegd worden, dat
aan de belangen van het Biz. Onderwijs
alles oudergcscbikt is?
Van vrijzinnig standpunt kan toegegeven
worden, dat aan ouders, die geen vrede
kunnen nemen met het ouderwijs, zooals
dit van overheidswege gegeven wordt
al willen wij hiermede niet zeggen dat deze
ouders in werkelijkheid ook bevoegd zijn
dit ooderwijs te beoordeelen toegestaan
moet worden hun kinderen elders te doen
onderwijzen, maar verder kan en mag de
overheid boslst niet gaan.
'n Toegevend vader zal z'o kind, dat
het thuis niet naar z'u zin heeft, toestaan
het ouderlijke huis te verlaten, hem des
noods uitbetalen, wat z'n onderhoud anders
zou kosten, maar geen vader zal telkens
aan z'n weggeloopen kind uitkeeren, wat
hij zelf besteed aan de verbetering of
verfraaiing van z'n huis.
De St.Crt. behoeft waarlijk niet te
jeremieereu en alles op haren en snaren
te zetten om 'n lioogst-gewcnschte en
dringend-noodzakelijke wetswijziging uit
enghartig eigenbelang tegen te houden.
Het Volk wijst er op, dat uit den staat,
dezer dagen door Minister Heemskerk naar
aauleiding van het wetsontwerp op de ver
dere subsidie voor de bouwkosten van bij
zondere scholen aangeboden blijkt dat in
190S de subsidie uitgekeerd voor do lagere
scholen bedroegen:
voor de openbare scholen f7.611.555
voor de bijzondere scholen f 6.300.811.
Op de openbare scholen gingen 563.438
leerlingen, zoodat hot subsidie per hoofd
bedroeg f 13.41.
Op dc bizonderc scholen gingen 320.418
leerlingen, zoodat hier het subsidie per
kind f 19.66 bedroeg.
En nog is de Stich'sche niet tevreden!
Nieuwe Gezichtspunten op
Oude Zaken.
Zooals men weet, is het Sinaïtische schier
eiland feitelijk Engelsch grondgebied ge
worden.
Men kan verwachten dat het ijverig zal
worden geëxploiteerd door de Engelschen.
Tot hunne eer moet men zeggen, dat zij
in Egypte belangrijke dingen hebben ge
daan. liet oude land is vernieuwd. En de
Sinaï kan Engelsche reizigers verwachten
in groot getal. Er zijn viagen optelosseu,
van dc soort die velen in Engeland inte
resseeren. Meu zal trachten het vraagstuk
vau den „berg der wetgeving" op te losseD.
Men zal de dwaaltochten der Israelieteu
door de woestijn volgen, gebruik makende
van middelen vac vervoer, waaraan zij uiet
dachten.
Iuuiiddels hebben twee Duitsche geleer
den zich bezig gehouden met het eerste
vraagstuk. Het schijnt dat zij de oplossing
hebben gevonden en nu toch sprake is van
het merkwaardige land dat thans zijn
meesters zal zieD, do Engelsche soldaten,
mogen wij wel spreken van de resultaten,
die door piof. Musil en eeu ander zijn
verkregen.
Volgens de overlevering was de Gibel
anders ge egd de Dsjebel Moesa, de Mozes-
berg zooals de Arabieren zeggen, de berg
der wetgeving, der Tien Geboden. Maar
dat stond volstrekt niet vast en een ander
onderzoeker, met wien mannen als Ebers
en Lepsi'js instemden, meende, dat de
Dsjebel Serval iu aanmerking kwaui. Te
genover die meening werd er op gewezen,
d.if het verhaal van de wetgeving blijkbaar
spreekt van een vulkaan. In Exodus kan
men de beschrijving lezen van eene vulka
nische uitbarsting, tcu minste van eene
vulkaan iu volle werking.
„Eu het geschiedde," zegt dit verhaal
onder anderen, „dat er op den berg
donderslagen en bliksemstralen waren en
een zware wolk en het geluid eener zeer
sterke bazuin... En de ganschc berg Sinaï i
rookte, cu de gausche berg beefde zeer."
Maar op het Sinaïtische schiereiland zijn
geen bergen van vulcanischen oorsprong.
Het steekt, zooals men weet, uit in de
Roode Zee, begrensd aan dc eene zijde
door de golf van Suez, aan de andere door
de golf van Akaba. Nu heeft men ten j
Oosten van deze golf een berg gevondeu 5
die niet alleen van vulkauischeu oorsprong
is, maar ook nog in deu historischen tijd
gewerkt heeft en zoo krachtig dat eens,
in 1256, door den rook te Damascus zon
en maan verduisterd werden. De berg heet
Hala-l-Bedr en ligt ten westen van den
spoorweg. De Engelschen die hunne zomer
reis tot hier uitstrekken, kunnen van het
spoor gebiuik maken. De Schelfzee, waar
door de Israëlieten gingen zon dan niet te
zoeken zijn in der. noordelijken hoek van
de golf van Suez maar in de golf van
Abaka cn dat zou een nieuwen kijk geven
op dc omzwervingen in de woestijn.
Nu dc Engelschen het Sinaïtische schier
eiland in beslag genomen hebben, zullen
hunne geleerden misschien de zaak tot
klaarheid brengen. Het is jammer voor hen,
dat zij ook hier alweer de voetsporen der
Duitschers vinden. Deze lastige menscheu
ziju ook overal! zullen zij wellicht zeggen.
Engeland en Frankrijk.
Engeland doet weer zaken. Ditmaal in
Afrika waar nog zaken te doen zijn, waar
om men overal zich bezig houdt met het
donkere werelddeel. In het zuiden heeft
Engeland op de bekende manier zijne
macht stevig gevestigd. Maar het kan
natuurlijk niot op den duur kalm aanzien
hoe Frankrijk, de bondgenoot voor Tt
overige een rijk sticht in het noorden eu
hoe Italië tracht zich van Tripolii meester
te maken. Engeland moet er bij zijn.
Zoo houdt het een wakend oog over de
onderhandelingen, die Frankrijk thans met
Spanje voert ovsr Marokko. In Frankrijk
is men niet recht gerust omtrent de be
doelingen van dén overbuurman. Hij heeft,
omdat hij Duitschland nu eenmaal niet
kan uitslaan, de republiek zooveel mogelijk
ondersteund, gedurende de lange [onder
handelingen die geëindigd zijn met een
tractaat, dat eigenlijk niemand naar den
zin is. Maar hij wenscht niet, dat Frankrijk
de hand zal leggen op de geheele Marok-
kaansche rijk cn schijnt thans Spacje te
willen steunen, Intusschen vlotten de onder
handelingen niet. Met Spanje zou Frankrijk
spoedig gereed komen; het beschikt over
zeer overtuigende argumenten in den vorm
van een groot leger. Maar Spanje biedt
weerstand. Daarop had men niet gerekend
en men bespeurt de hand van Engeland
in het spel dat tusschen Madrid en Parijs
wordt gespeeld.
IIet FraNschk Ministerie afgetreden.
Wat wij gisteren reeds veronderstelden,
dat namelijk het geheele ministerie den
stoot iu dc staatscommissie daaraan toege
bracht, wel niet tc boven zou komen, is
waarheid geworden.
Het ministerie-Caillaux is afgetreden.
Een Iiavas-uota meldt, dat Caillaux
aangaande het ontslag van het Ministerie
mededeelde, dat ^met het oog op de moei
lijkheden, welke hij ontmoette bij het
voorzien in dc benoeming van een nieuwen
titularis voor het Ministerie van Marine,
terwijl bovendien in de opengevallen plaat6
onmiddellijk uioest wordeb voorzien, h\j
gemeeud heeft, niet langer de verantwoor
delijkheid der Regeering tc kunnen dragen.
Caillaux deelde in den loop van den avond
aan President Faillières zijn besluit mode.
De Toestand in den Balkan.
Nagenoeg alle correspondenten, die over
den toestand van den Balken aan hun bla
den berichten, schilderen dezeD al zéér
ernstig eu dreigend af. Zoo de correspondent
van de Temps aan het slot van een zeor
pessimistische beschouwing:
„Alle berichten, welke uit de verschil
lende streken van Macedonië biunenkomen,
laten weinig twgfel bestaan omtrent den