DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 72.
MAANDAG 25 MAART 1912
9e JAARGANG,
De Vrouw in "witserland.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofdredacteur: Mr. I». J. van Schaardenburg.
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.—. Franco per
post id. (5.60. Per 3 maanden id. f 1.-Franco per post
id. f,1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: KI.KINK Telet. luterc. IS».
Prijs der AdvertentiPn
Van 1 tot 5 rogels f 0.40. Voor iederen regel meer fO.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van builen het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Biunen- en Buitenlandsch Advert.- bnrenn l>. Y. ALTA, Warmoesstr. 7S- 78 Amsterdam
Iu de geschiedenis va de rechtsontwik
keling heeft de kleine Zwitsersche republiek
sinds jaren 'u hoogst belangrijke rol vei-
vald. Van de international! sec ring van het
recht het heden en morgen van de
rechtsgeschiedenis is Zwitserland do
bakermat geweest, iu dien zin, dat het do
meeste congressen op dit gebied binuen z'n
landspalen ontvangen heeft, het middenpunt
is geworden van tal van internationale re
gelingen, tal van internationale bureaux
herbergt en nog steeds voortgaat het initia
tie! te nemen om deze intcrnattonaliscerings-
bewoging op nieuwe terreinen toepassing
te doen vinden
Ook door de uationale wetgeving waait
'u frissche geest, die verhindert dat het
Zwitsersche recht versteent als in andere
landen. Van de Zwitsersche wetten gaat
nog deze bekoring uit, dat zij niet aan het
volk opgelegde maar door het volk ge-
sanclionneerde wetten zijn. Ook alweer dank
zij het instituut, dat in Europa alleen
Zwitserland nog kent, hot volksreferendnm,
dat als sanctie de uitspraak des volks over
nieuwe wetten verlangt.
Het jongste feit in de Zwitsersche rechts
geschiedenis ie de herziening van het Bur
gerlijk Wetboek. Op zich zelf is dit niet
iets specifiek Zwitsersch; ook wij hebben
reeds tiedtallen jaren geleden commissies
benoemd tot herziening van ons Burgerlijk
wetboek; maar bij ons is het nooit verder
gekomen dan tot 'n ontwerp, terwijl in
Zwitserland het resultaat ook werkelijk
herziening geweest is; en niet 'n herziening
op punten van ondergeschikt belang maar
'n herziening, die rekening houdt met den
geest des tijds.
Voor heden willen wij uit dat nieuwe
Zwitsersche Burgerlijk Wetboek, dat den
leu Jauuari van dit jaar in werking ge
treden is, een en ander mcdedeelen, dut in
verband staat met de nieuwere opvattingen,
welke thans de beschaafde wereld huldigt
ten opzichte van de positie der vrouw cn
vooral van de gehuwde vrouw, want ten
opzichte van deze is de wetgeving der 19e
eeuw al zeer onrechtvaardig geweest.
In Zwitserland is voortaan de vrouw niet
meer onderworpen aan de maritale macht
van den man; ook na haar huwelijk blijft
de vrouw erkend als zelfstandig handelend
persoon. Zij behoudt hot recht out zelf over
haar eigeu inkomsten en verdiensten te
beschikken, zelfstandig te kuuuen proce-
deeren, zij oefent met den man gezamenlijk
de ouderlijke macht uit, kortom zij staat
niet meer onder, maar naast den man.
Van het meeste practische belang is na
tuurlijk de vermogensrechtelijke positie der
gehuwde vrouw. Volgens ons recht komen
alle vruchten en inkomsten uit de goederen
der vrouw ter beschikking van dou man,
alles wat zij door eigen arbeid verdient valt
in de gemeeuschap en dus onder beheer
en beschikking van den man
Volgens het Zwitserscheevenals in het
voor eenige jaren nieuwe Duitsche Wetboek
mag do vrouw haar eigen inkomsten
en verdiensten als „Sondergut" beschouwen,
met deze beperking nochtans, dat zij ze,
voor zoover noodig, voor de huishouding
moet besteden.
'n Zelfde regeling is ook volgens ons
recht mogelijk maar dan moet dit vóór het
sluiten van het huwelijk bij „huwelyksche
voorwaarden" bedongen zijn. Indien niets
bedongen is,geldt de algeheele gemeenschap.
In Zwitserland daarentegen is het niet
noodig zulks to bediugen, want daar geldt
de besproken regeling van rechtswege.
Nog op 'n ander punt is de positie dor
vrouw minder vernederend geworden. Voor
alles, wat de huishouding betreft, treedt de
vrouw zelfstandig op en verbindt alzoo door
haar handelingen zoowel zichzelf als haar
man. Alleen bij misbruik of onbekwaam
heid kan de man haar deze bevoegdheid
geheel of gedeeltelijk ontnemen maar hicr-
tegeu kan de vrouw zich stoeds beroepen
op den rechter, die de beperking of ont
neming weer kan opheffen.
In ons recht is de vrouw er veel slechter
aan toe; wel verbindt zij door bare huis
houdelijke uilgaven de gemeenschap, doch
van recht is hier eeen sprake; zij wordt
verondersteld dit to doen met stil zwijgen
de goedkeuring van den man en als deze
door 'n eenvoudige verklaring in do krant
z'n goedkeuring intrekt, 9taat de vrouw
hier geheel machteloos tegenover. Precies
hetzelfde geldt ten opzichte van de vrouw,
die als „openbare koopvrouw" eenig be
drijf uitoefent. Geheel willekeurig kan de
man 'n einde maken aan baar zelfstandig
handeleo door intrekking van z'n uitdruk-
kelykeof veronderstelde toestemming.
In Zwitserland kan in zoo'n geval de
vrouw door den rechter gemachtigd worden
tot de uitoefening, zoo zij bewijst, dat het
noodzakelijk is voor het belang van de
gemeenschap of het gezin.
Er zijn in den rechtstoestand van de
gehuwde vrouw dus eenige zeer gewichtige
wijzigingen ten goede gekomen. De in den
regel geheel ongemotiveerde maritale macht
van den man is, wy mogen 't gerust zeg
gen, afgeschaft. Wel is er natuurlijk uog
geen sprake van absolute gelijkgerechtigd
heid. Het huwelijk is nu eenmaal 'n samen
smelting van twee belangen en geen jurist
zal kunuer. tot stand brengen, wat misschien
de ultra-feministen mochteD verlangen Waar
nog aan den man opgedragen is de tot één
belang samengesmolten bt langen der beide
partyen naar buiten te vertegenwoordigen,
kan het slechts in verwarde hoofden op
komen, zulks te beschouwen als 'n be
voorrechting van den man of erkenning
van diens „meerderheid".
Wat ons 'n minder gelukkige bepaling
lijkt, is de verhooging van den huwbaren
leeftijd vau 16 tot 18 jaar voor mcisjesen
van 18 tot 20 jaar voor mannen. Slechts
om de vrouw te behoeden voor den smet,
welke haar volgens do heerschende moraal
treffen zou, zoo zij vóór de geboorte vau
haar kind niet zou kunnen huwen, kan
haar op 17 jarigen en den man op 18 jarigcu
leeftijd dispensatie verleend worden.
Wij achten dien leeftijd te hoog gesteld
niet dat wij vroege huwelijken goedkeuren.
Integendeel. Maar wij betwijfelen ot de
zeden zich aan dit voorschrift zullen aan
passen. Do praktijk wijst uit, dat het mee-
reudeel van die jeugdhuwelijken gedwongen
huwelijken zijn enindien deze huwelijken,die
toch al vaak grootc tegenkanting te over
winnen hebben, nog bemoeilijkt worden
door de formaliteit van het aanvragen vau
dispensatie, laat het zich voorzien, dat alle
overredingskracht van de eene partij nog
vaker op den onwil van de andere zal
afstuiten dan thans reeds geschiedt.
Er is ten slotte nog een pnot, dat onze
lezers wellicht zal interesseerec, n.l. de
gronden voor echtscheiding.
Behalve de 4 gemeenschappelijke, echt
breuk, mishandeling, moedwillig verlaten
en otueerende misdaad of eerloozo levens
wijze (bij ons: veroordeeling tot gevange
nisstraf van minstens 2 jarr) noemt het
Zwitsersche Wetboek ook nog: Ongenees-
lijk-verklaaide krankzinnigheid gedurende
meer dan 5 jaar en 'n diepe kloof in do
verhouding tusschen do gehuwden. Dit
laatste is natuuilijk 'n zeer rekbare bepa
ling, welke in de rechtspiaak ongetwijfeld
tot zeer uiteeuloopende uitspraken aanlei
ding zal geven.
De Oorlog.
De Turksche Minister van buitenlaudsche
zaken verklaarde dat de betrekkingen van
de Porte met alle staten van den Balkan
aanmerkelijk verbeterd waren. Do vrede in
den Balkon zal door bervormiugsmaatrege-
len nog bevestigd worden. De Minister
hechtte geen waarde aan de geruchten,
volgens welke de mogendheden bij de
Porte druk uitoefeuen in zake den vrede
met Italië. Zoodanig optreden zou on7er-
eenigbaar zijn met de onzijdigheidsverkla
ring der mogendheden. De mogendheden
zullen niet de annexatie van Tripolitanië
erkennen, daar het onmogelyk is de Turk
sche troepen te doen terugtrekken. Turkije
wil wel over een vrede onderhaudelen,
maar kan niet over annexatie spreken. De
betrekkingen met Rusland zijn van vriend-
schappelijken aard en zullen ten gevolge
van het vertrek van Tsjarykof niet veran
deren.
De Turksche minister vau oorlog publi
ceert het volgende telegram, ontvangen
van den commandant van Benghasi: In den
nacht van den P2en Maart viel een Turksch-
Arabische afdeeling van 2000 man het fort
Toja aan. De stormaanval duurde den
geheelen nacht. De Italiaansche strijdmacht
bestond uit de drie regimenten infanterie,
twee batterijen veldgeschut en twee afdee-
lingen mitrailleuses. De Italianeu gebruik
ten verder huu 15 c.M. kanonnen. De vij
and liet een batterij veldgeschut op het
slagveld achter tn vluchtte naar het fort
terug. Doch het was onmogelijk deze kauon-
nen door het vuur uit de vesting mede te
nemen. De vijand verloor meer dan 1000
dooden, waai onder 42 officieren. De Tur
ken hadden 130 dooden en 55 gewonden.
De vijand heeft zich sedert dien tijd nog
niet weder buiten de wallen gewaagd.
De Mijnwerkersstaking.
Tom Mann's inhechtenisneming en de
weigering heoi tegen borgtocht vrij te laten
hebben de kolencnsis ingewikkelder ge
maakt, doordien talrijke verontwaardigde
mijnwerkers verklaren, dat zij de staking
zullen voortzetten, tenzij hij oumiddellijfi.
wordt vrijgelaten. Een groote bijeenkomst
van mijnwerkers te Nottingham heeft er
Zaterdag toe besloten en tevens een beroep
gedaan op de mynwerkers elders om hun
voorbeeld te volgen. Het verbond van trans
portarbeiders en de matrozenbond, waarvan
Mann bestuurslid is, roeren zich mede en
dreigen een algemeene staking te organi-
seeren, tenzij Mann wordt vrijgelaten, waar
toe ook dc besturen van vele afdeelingen
in de provincie sommeeren
Keir Hardie heeft in een interview ver
klaard, vandaag de illusie te moeten weg
nemen, dat de hulpmiddelen der mijnwer
kers opgeteerd ziju, Zij kunnen het nog
een volle maand uithouden. Hij voegde
daaraan toe, dat mogelijk enkele mijodi-
stricten het werk zouden hervatten, wan
neer het kolenmijnwetsontwerp bekrachtigd
werd, maar de mijnwerkers in de belang
rijke districten zouden weigeren, tenzij de
minimum-loonen iu de wet opgenomen
werden.
De „Daily Mail" hangt een treurig
tafereel op van de vreeselijke ellende, die
in het uoordeD van Engeland tengevolge
van de staking wordt geleden, vooral on
der de kinderen. Er zijn natuurlijk maat
regelen genomen om althans eenig8zins in
de behoefte van die stakkers en gedeelte
lijk ook van de ouderen te voorzien, by
het buitengewoon groote aantal hulpbe
hoevenden is die steun echter bij lange
na niet voldoende.
Nijpend is vooral het gebrek aan brand
stof. Een correspondent van de .Daily
Mail heeft gezien, dat er geheele straten
in een der voorsteden van Manchester zijn,
waar de haard koud moet blijven bij ge
brek aan kolen. Toen in een der straten
een kar kwam aanrijden met asch en sin
tels, werd zij in minder dan geen tyd
leeggerakeld door een vijftigtal vrouwen,
die de nog niet totaal uitgebrande stukjes
kool als een kostbaren schat bijeenzochten.
Het ziekenhuis te Leeds kan bij gebrek
aan kolen niet meer verwarmd worden, en
er kan zelfs niet gekookt worden.
En soortgelijke berichten komen uit ver
schillende plaatsen in het noorden.
Naar uit Carmaux gemeld wordt, over
weegt het Frausche mijnwerkersverbond
het plan een algemeene staking af te kon
digen en wel om de Kamer te dwingen,
de eischen der mijnwerkers spoedig in
behandeling te nemen.
Het bestuur van het internationale myn-
werkersverbond heeft de mijnwerkers uit
het kolenbekken van Aozin uitgenoodigd
de tegenwoordig staking op te heffen omdat
daaruit toch geen voordeelen te verkrijgen
zoudeu zijn.
Dc mijneigenaars van Asturië hebben de
Spaansche regeering medegedeeld dat zij
de door de mijnwerkers gestelde looneischen
niet konden inwilligen. Een algemeene
staking schijnt op handen te zijn.
Engeland kn Duitschland.
Bij het feestmaal door den Internationa
len Arbitrage-bond te Londen gehouden,
heeft Sir Frank Lascelles over de Engelsch-
Duitsche betrekkingen gesproken. In de
laatste weken, verzekerde Lascelles nadruk
kelijk, iu oen aanmerkelijke verbetering in
de betrekkingen tusschen beide landen in
getreden, welke voornamelijk, zoo niet
uitsluitend, aan het bezoek van Lord Hal-
dane te danken was. Een bewijs voor deze
verbetering was de ontvangst welke de
jongste rede van Churchill, in Duitschland
had gevonden. Enkele maanden geleden
zou deze rede nog een 6torm van veront
waardiging in de Duitsche pers ontketend
hebben. Thans is daarop nog "wel critiek
uitgeoefend, doch over het algemeen was
de houding der Duitsche pers, inzonderheid
van de invloedrijke bladen, kalm. Si|T