DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 128. MAANDAG 3 JUNI 1912. 9e JAARGANG. Uit de Pers. GRONDWETSHERZIENING. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schaardenburg. Abonnementsprijs: Per jaar(4.Franco per post id. i 5,60. Per 3 maanden id. i 1.Franco per post id. fjl.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Bureau: KLEINE HtAOijO. Telef. In tere. 183. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (By abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandach Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76*78 Amsterdam Reeds eenige weken geleden aangekon digd, is thans het rapport var de Commissie tot herziening van de Grondwet verschenon. Tot veel resultaat heoft de arbeid der commissie niet geleid. Op hoofdpunten, die als het ware de kern der herziening uit maakten, kon niet tot overeenstemming gekomen worden. Zoo bijvoorbeeld het kiosrechtTraagstuk, dat wel in de aller- allereerste plaats om oplossing vraagt. Op geen enkel punt konden do commissieleden het eens worden, slechts in hun afkeer vau het tegenwoordige artikel 80 ontmoetten zij olkaar maar daarna gingen de wegen weer naar alle richtingen uiteen en als er al 2 leden waren die dezelfde richting ko zen, dan scheidden hun wogen zich weer by den eersten tweesprong, om zich niet meer te vereenigen. 'nVoorbeeld.Een sterke strooming viel waar te nemen ten gunBte van een aan allo gezinshoofden toe te ken nen kiesrecht, maar weldra ging die stroo ming in 2 beddingen, waarvan geen ver- eeniging meer mogelijk bleek. Algemeen kiesrecht, vrouwenkiesrecht, leeftijd voor den kiezer, stemplicht, even redige vertegenwoordiging, voor al die brandendo vraagstukken moest de commissie onmachtig uit den weg gaan. Maar is daar mee niet meteen het vonnis uitgesproken over het werk der commissiof Waren het juist niet deze vraagstukken, welke de hoofdschotel voor haar vormden Nu het der commissie niet is gelukt aldus het rapport voor het kiesrecht voor de Tweede Kamer eeno oplossing te vinden, die een meerderheid kon verwerven en zij dientengevolge ook ervan heeft moeten afzien over het kiesrecht voor de Provinciale Staten en den Gemeenteraad zich uit te spreken, hoopt zij, dat de re geering erin moge slagen, voor het moei lijke vraagstuk de aan 's lands welzijn meest bevorderlijke oplossing te vinden. Het klinkt stumperig, en men zou vre- wachten, dat 'n commissie, welke aldus in haar hoofdtaak te kort geschoten is, ge- hoel ontmoedigd zou zijn. Men zou dit verwachten, als men niet wist, dat voor de meerderheid der commissie die vraag stukken volstrekt niet de hoofdschotel vormden. Van links is reeds lange jaren de wensch uit gegaan om de grondwet opnieuw te herzien, omdat onze constitutie eenige obstakels bevat voor de geleidelijke ontwikkeling van ons staatsrecht in demo cratische lijn. Ook rechts was niet afkee- rig van grondwetsherziening maar werd daarby geleid door geheel andere motieven. Welke deze motieven waren, blijkt ten duidelijkste uit het rapport en het ontwerp dat thans voor ons ligt. Is van de herziening, zooals links die zich voorgesteld had, totaal niets te recht komen en zijn wij gewettigd te spreken van volkomen mislukking, rechts heeft goeddeels z'n doel bereikt. Wat toch is het positieve resultaat van de commissie In de eerste plaats 'n groot aantal redactie wijzigingen, welke bijna evenveel verbeteringen beteekenen. Daarbij 'n inderdaad belangrijke uitbreiding van de verkiesbaarheid tot lid der le Kamer, waarvoor geen andere eischen gesteld worden dan voor het lidmaatschap der 2e Kamer. Maar noch deze uitbreiding, noch de redactie verbeteringen, noch het voor gestelde recht van regres voor de le Kamer zoudeD wettigen don omslag van 'n grond wetsherziening. Er moet duB meer zijn. Inderdaad, er is meet en hier komt aan het licht, wat eigenlyk de hoofdschotel van rechts ge weest is. De belangrijkste wijzigingen, welke de commissie voorstelt, betreffen de hoofdstukken 6 en 10 van de grondwet) den godsdienst en het onderwijs. Teeke nend voor de hulpeloosheid der coalitie op staatsrechterlijk gebied, is het dat slechts ten opzichte van den godsdienst en het onderwys de clericale meerderheid tot overeenstemming kon komen en dan nog slechts door elkaar over en weer eenige cadeautjes uit de staatsruif te beloven, 'n Politieke dwaas, die van deze com missie 'n voorstel tot scheiding van Kerk en Staat verwacht zou hebben. Het kan dus niet bevreemden, dat in het herzienings concept van de commissie de band tusschen beiden nog wat toegehaald wordt. Niet al leen blijven de gezindheden, die thaDs finantieelen steun van het Rijk genieten,in het behoud van de jaarlijkscbe uitkeeringen, welke zy in 1912 genoten, maar ook aan de sinds 1848 ontstane en als nog op te richten gezindheden wordt 'n jaarlijksche uitkeering toegedacht bedragende voor elk vol duizendtal leden f 455. Wie dus al teleurgesteld mogen zijn over het rapport der commissie, de doleerendo en afgescheiden en als nog af te scheiden dominees zullen in hun nopjes zijn en zich aangemoedigd gevoelen by de volgende verkiezingen nog eens zoo hard als ge woonlijk voor het gezegende en zegenende clericale bewind te werken. "Van de roomschen was bot heel vriende lijk, datzy hun Calvinistische bondgenoolen dit buitenkansje gunden en de erkentelyk- heid vorderde, dat zy met'n tegenpresentje bedacht werden. En daarom werd dus door Calvijn's jongeren het processie ver bod opgeheven. Niet meer de enkele pro cessies die in 1848 bestonden, maar alle processies en openbare godsdienstoefeningen buiten gebouwen, zullen in het vervolg ge oorloofd zijn, behalve in geval naar aan leiding daarvan de openbare orde en rust dreigt verstoord te worden. Dit laatste lijkt ons 'n onzinnige en tevens gevaarlijke bepaling. Want aldus wordt de weg gewezen om 'n processie te verydelen: men behoeft slechts te dreigen met ordeverstoring I Het onderwys! 'n Hond die vleesch ruikt en laugen tyd voor de kast heeft staan snuffelen en eindelijk de deur open ge morreld heeft, kan niet gulziger en ongege- neerder in het ontsloten Luilekkerland zich te goed doen, als de clericalen thans, door het dolle heen aanvallen op het twaalfde hoofdstuk van onze grondwet. Het bijzon der onderwijs regel, het openbare slechts aanvulling en aan het eerste finantieel gelijke steun als aan het laatste. Clericale hebzucht kent geen grenzen en evenals de hond in de vleeschkast zich tot barstens toe zal volschrokken, zullen ook de cleri calen zich niet weten in te toornen aleer de verkiezingen van 1913 als 'n ijskoude douche hun verhitte zinnen wat bekoeld hebben. Het rapport van do grondwetscommissie, hoezeer 'n volslagen mislukking te noemen, kan misschien zeer veel nut hebben, daar het der clericalen gulzigheiden onbeschaamd heid iu het volle licht stelt en aan de kiezers toont, hoe de coalitie, op schier elk gebied waar het het algemeen welzijn betreft met machteloosheid geslagen, slechts door eigenbaat gedrovon wordt eu niet 's lands belang maar eigen voordeel na jaagt. De Gbondwetshkrzienino. De groote bladen wyden beschouwingen aan de Grondwetsherziening. Do N. R. Crt. schrijft o. a. de basis, die de voorstellen der grondwetscommissie voor zulk een herzie ning aanbieden, is er eene, die sterk naar rechts overhelt. Dat was wel niet veel anders te ver wachten, waar de meerderheid van de commissie aan de rechterzijde gekozen was. Maar weinigen zullen toch hebben voor- zieD, dat bare voorstellen zoo beslist tegen den draad van ons historisch geworden staatsrecht zouden iogaan, als de voor naamste bepalingen doen, die de commissie aan ouze Koningin ter overweging heeft aangeboden: voor de Eerste Kamer eeno nieuwe bevoegdheid, een vermomd recht van amendoment, nu „recht van regres" geheeten; voor de macht des Konings eene nieuwe formule, waardoor grondwettelijk het is de vraag, of de practijk zich naar de formule zou schikkende demo cratie, welke hier te lande geleidelijk tot ontwikkeling is gekomen, tot «en Duitsch monarchaal stelsel teruggobraoht worden zal. Beide nieuwigheden uitermate geschikt, om den overwegenden invloed, dien de rechtstreeks verkozen volkskamer op ons staatsbeleid heeft, te knotten ten bate van Kroon en Eerste Kamer. De „zilveren koorden", die de kerkge nootschappen aan den staat bindt, in stee van verbroken met nieuwe nestelen ver- rykt. En voor hot onderwijs een artikel, dat een beginsel, juist vierkant tegenover gesteld aan het nu gevestigde wil invoeren: de bijzondere school als regel voorop, de openbare school slechts als laatste redmid del, om de jeugd niet van onderwys ver stoken te doen blyven, op den achtergrond geplaatst. Men ziet, dat dit wyzigingsvoor- stellen zijn, waartegen heel wat andere, die als wezenlyke verbeteringen kunnen worden beschouwd en zoo zyn er ver- debeideno bezwaarlyk kunnen opwegen. Aan het Vaderland ontleenen wij: In 1905 werd reeds door een Staats commissie een grondswetsherzieningsrap- port uitgebracht, waarby echter art. 80 buiten behandeling werd gelaten, omdat de Regeering, die do Commissie instelde, verklaarde reeds voor zichzelf tot een be paalde conclusie te zyn gekomen omtrent hetgeen een nieuw artikel S0 moest bevat ten, zoodat zij daaromtrent geen voorlich ting meer noodig had. Dat rapport nu vond de minister geheel onvoldoende. Hy wilde behalve omtrent andere punten speciaal ook omtrent de vraag, welke wijziging ar tikel 80 behoorde te ondergaan, door een nieuwe Staatscommissie worden voorge licht. En dat zou nu eens een Staatscom missie worden van stavast. De minister zou zelf het presidium op zich nemen en ver der de leiders der politieke partyen, in zoodanige verhouding, dat de groote meer derheid tot rechts zou behooren, om zich hoen verzamelen. Geen wetenschappelijke, maar een politieke Commissie dus, die aan de Regeering zou mededeelen wat wen- schelijk en bruikbaar was en baar verslag dan ook begint met de verklaring, dat de vraag, hoe de samenstelling en de bevoegd heid bphooit te zijn van de vertegenwoor digende lichamen, een voornamo plaats innam by de taak, haar opgedragen. Wie kon, dat lezende, ook maar een oogenblik vermoeden, dat dit de inleiding is tot een uiteenzetting, welke eindigt met do verwachting: De Commissie kan der Regeering geen oplossing aan de hand doen maar zij hoopt det de Regeering zoo ge lukkig zal zijn een behoorlijke oplossing voor het moeilyke vraagstuk te vinden? Maar juist omdat do Regeering het zelf niet weet, benoemde zij een Staatscom missie. Zoo draait men in een cirkel rond. De Regeering zegt: Gij, politieke voor mannen bij uitnemendheid, zult mij wel aan een nieuw kiesrecht kunnen helpen. Neen, antwoordden die heeren, in commis sie vergaderd, wij weten het niet, maar hopen, dat de Regeering, die ons aanstel de tot haar adviseurs, het wel zal weten. Wij geven u een blanco-artikel, dat de Regeering naar goedvinden in het belang van 's lands welzijn kan invullen. In 1905 heeft men van rechts gelachen toen men links kwam aandragen met een blanco-artikel 80 in dien zin, dat de rege ling van de voorwaarden, voor het kies recht te stellen, aan den gewonen wetgever werd overgelaten. Dat was onmacht, dat was ontwijken van de moeilijkheden, dat was een onzin nige poging om velen onder één hoed te vangen. En thans Minister en commissie werpen elkander den bal toe en roepen: „wy weten, wy kunnen het nietjhet probleem is te moeieljjk. Alle kopstukken van de rechterzijde kwamen bijeen, maar er bleek tusschen hen ook in zake kiesrecht een prin- cipieele scheidsljjn te beBtaan, die niet kon worden uitgewischt". Is dit rapport niet een volledige rehabi litatie van de mannen, die het blanco-arti kel hebben uitgedacht f

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 1