DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
155.
DONDERDAG 4 JULI 1912.
9e JAARGANG.
9 pt Fiasco der
- - „Christelijke Politiek".
BUITENLAND.
u\
DE EEMLANDER.
00
Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schaardenburg.
Bureau: KLGINE HsKMi. Telef. latere. 183.
Abonnementsprijs
Per jaarf 4.Franco per
post id. fö.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 rogels f 0.40. Voor ioderen regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (By
abonnement belangrjjke korting).
t plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Bnitenlandsch Advert.- bnreau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam
9ïul
'911
iilio
"90
ie
!ao.
De i'e Kamer zal weldra met zomerreces
jaan
3k 'n zucht van verlichting zal ons volk
ilks vernemen. Er komt thans 'n pauze
de tragi-comedie, die in den Haag af-
bspeeld wordt. Treuriger schouwspel dan
i het laatste voorjaar is in ons Parlement
-.fel zelden vertoond. Eon regeeringsmeer-
•rheid van 59 tegen 41, maar niettemin
j. machtelooshoid geslagen door hope-
o/ onderlingo verdeeldheid, zoodra het
m der eigenlijke politiek betreden
"'t en sociale vraagstukken aan de orde
men, terwijl 'n kunstmatige eenstemmig-
id slechts verkregen wordt, als de coa-
lirtoren al te erg waggelt, hoewel er ook
an.nog steeds enkelen zijn, die. zelfs terwille
an het coalitiebelang hun afwijkende mee-
ingen niet wenschen te herzien.
"Wij mogen veilig spreken van het fias-
o der „christelijke politiek". Het is door
,-rvaren politici steeds voorspeld, dat de
naluie eindigen zou in grenzelooze ver-
iSTi ring en politieke verwildering. Zy heb
ben het steeds gezegd: laat de toestand
imaar eens goed doorzieken, het coalitie-
Tjezw 1 barst vanzelf wel door; niet alleen
o. 'Boe. het tegennatuurlijke verbond van
.'Rome en Dordt, maar bovenal door het
mogelijke van een vruchtbaar samen-
in van partijen, die èn tegenover elkaar
zoo '•srbitterd staan èn op zichzelf samen-
ges.e'd zijn uit de meest heterogene be-
tldeelen, terwijl de leiders zelf, vaak
geslagen vijanden, ieder alweer de meest
1 tegenstrijdige belangen najagen.
Er is slechts één gemeenschappelijk punt
de programma's der coalitie-groepen:
baantjes- en subsidiejacht. Men kan er
.oker van zijn: indien er geen baantjes te
7erdeelen en subsidies binnen te halen
.aren, zou de coalitie al lang uit elkaar
-evallen zijn, ja missshien nooit bestaan
hebben.
Maar de regeeringstaak omvat meer dan
benoemen en subsidieeren. En hier komen
de moeilijkheden. De coalitie is één groote
speculatie geweest op de heiligste gevoe
lens van ons volk, op dan godsdienstzin.
Natuurlijk heeft men bjj de meer ont
wikkelden en oprechten van geest geen
'.acces gehad maar bij de kleine luiden en
op bet platteland is het voor pastoorB en
doleeronde dominees niet moeilijk geweest
de meening te doen ingang vinden, dat de
godsdienst bedreigd werd, en op die wijze
de eenvoudige zielen op een hoop te jagen
en zioh zelf of eigen creaturen ten schild
te doen verheffen; met behulp van do re-
actionnairen en dank zij gebrek aan
samenwerking links kon, zonder veel
moeite het regeeringskasteel overmeesterd
en de „christelijke" vlag ontplooid worden.
Toen brak 'n korte schitterende ty'd aan.
jo
Het regende subsidies en „christelijke"
benoemingen. Ieder, die van de „richting"
was of wilde worden en ten minsto lezen
en schryven kon, bohoefde zich slechts
aan te melden om als burgemeester of
schoolopziener 'n postje te krijgen.
Maar och, wat bittere ontgoocheling
moet het geweest zijn, toen het laogza-
meihaud duidelijk werd dat een christelijke
regeerkunst niet bestaat en dat de poli
tieke kerstening van on3 volk juist uitloopt
op ontkerstening en niet9 zoozeer in staat
is duizenden van het Christendom afkeerig
te maken als juist het de „Christelijke
politiek*.
Christelijke regeerkunst bestaat niet.
Het is met schrik door anti-rev. voorman
nen, als Fabius, geconstateerd, dat er
behalve de naam, bitter weinig verschil
bestaat tusschen 'n christelijk en 'n liberaal
staatsman, ja dat christelijke staatslieden
vaak bedenkelijke socialistische neigingen
kunnen vertoonen.
Minister Talma heeft zelfs niet den
schijn willen bewareu, alsof het mogelijk
ware, wetten te maken op christelijkoleest
geschoeid. Precies als 'n liberaal dat ge
daan zou hebben misschiou met dit
onderscheid, dat deze het wat handiger
en met wat meer kennis van zaken zou
doen heeft bjj de sociale wetgeving
ter hand genomen. Iets specifiek christelijks
in z'n ontwerpen te ontdekken, is nog
niemand gelukt; eerder meenon velen er
socialistische beginselen in te bespeuren.
Hoo het zij, het is te waardeeren, dat
minister Talma zich afwendt van de „christe
lijke" stembus-politiek en eindelijk de on
derbroken lijn der sociale wetgeving wil
voortzetten. Het is to waardeeren maar meer
niet. Minister Talma had nog een stap ver
der moeten gaan: het is goed, dat hij in
gezien heeft, dat de regeerkunst meer
omvat dan benoemen en subsidieeren, maar
hij had ook moeten inzien, dat een coalitie
kabinet, ook al steunt het op 'n groote
maar vooze meerderheid, niet tegen do
regeeringstaak opgewassen is. Hij hesft
echter de proef genomen en do proef is
deerlijk mislukt. Op sociale wetgeving is
de coalitie niet berekend. Maar hiermede
is dan tegelijk aangetoond de leugen van
de antithese. Godsdienstige overtuiging kan
nooit de maatstaf zijn voor politieke saam-
hoorigheid; en niet iemands godsdienstige
geloofsbelijdenis maar z'n politiek program
heeft aanspraak op het vertrouwen der
kiezers. Zoo dit thans algemeen doorge
drongen mocht zijn, behoeven wij het
ministerie Heemskerk niet te betreuren, en
al zijn er eenige jaren verloreu gegaan,
de zekerheid bestaat dan, dat deze lijdens
weken van de Coalitie gevolgd worden door
'n nieuw tjjdperk van vooruitgang onder
'n vooruitstrevend bewind, niet louter van
mannen, die tbans 'n rol spelen in de ver
schillende staatskundige partijen van links
maar ook van hen die, zy mogen opgods-
dienstig gebied gelooven wat voor hun
gemoedsbehoeften noodig is, allen toch
dit gemeen hebben, dat zjj do his
torische liju van onzo ontwikkeling
iu democratischen zin willen voortzetten,
niet geleid door de belangen van eenige
staatkundige partij of godsdienstige richting
maar voor alles bezield door oprecht ver
langen naar de sociale verheffing van ons
volk.
Een Spionnaqezaak.
Volgens de Fransche pers, die de zaak
hoog opneemt, zou in de eerste plaats een
onaangenaam incident het onderwerp uit
maken van hot onderhoud van Keizer Wil
helm met den Caar. Het betreft de zaak
van den Russischen kapitein Kostewitsj;
weer een geval van spionnago.
Kapitein Kostewitsj wilde zijn laud een
dienst bewijzen. Hij vroeg to Petersburg
Óen verlof, dat hij gebruiken wilde om in
hot buitenland zjjn vak te bostudeeren. Hjj
had speciaal werk gemaakt van geschut
en ontplofbare stoffen. Hjj ging uaar Prui
sen, om, zoover dat met zijn rang in over
eenstemming kou worden gobracht, de
kanonnon en hunne lading to bestudeeren.
Zijne regeering verschafte bom een aanbe
veling aan den militairen attaché van het
Russische gezantschap te Berlijn en deze
deed zyn best om hem toegang te ver
schaffen tot Duitsche fabrieken en inrich
tingen waar kanonnen worden gesmeerd
ou kruit wordt gemaakt. De Pruisische
minister van Oorlog echter wilde den
vreemdeling niet toelaten. Hij wilde terecht
niet afwijken van het beginsel, dat geschut-
en kruitfabrieken niet voor vreemdelingen
toegankelijk zijn. Nu schijnt Kostewitsj
toch getracht te hebben achter de gehei
men te komen, 'die men voor hein verbor
gen wilde houden. Hij maakte kennis
met een gewezen Russisch officier, die to
Dussoldorf woont en onder ernstige, verden
king stond. Deze, de vroegere eerste luite
nant Nikoleki, was werkzaam geweest in
een fabriek aan den Rijn, maar hij mis
bruikte, gelijk het onderzoek schijnt te
hebbeu aangetoond, zijn positie om dingen
uit te vinden, die als fabrieksgeheim
waarde hadden.
Het doen en laten van Kostewitsj werd
gevolgd en men meoDde eindelijk genoeg
materiaal bijeengebracht te hebben om tot
zijn arrestatie te kunner. overgaan.
Hij zit voorloopig gevangen. Men heeft
bij zijne vrouw, die ook in Duitschland is,
cene huiszoeking gedaan. De. Kapiteiu zal
nu voor het hof te Leipzig verschijnen.
De Oorlog.
Einde ijk is er dan een relaas over het
gevecht bij Sidi Sa'id, waarin beide par
tijen zich de overwinning toekenden.
Het verhaal is van den correspondent
van de Temps, die in het Turksche leger
wsb.
Hij schrijft o a. het volgende:
Donderdag 11. rukten twee Italiaanscbc
colonnes uit Boesjamesj op, waarvan do
eene tot den aanval op de stellingen bij
Delila overging, de andere, gesteund door
het vuur der oorlogsschepen, Sidi Said tot
aanvalsobject had. Na een gevecht, dat
eenige uren duurde, waren de Italianen ge
noodzaakt op Boesjames terug te trekken,
met achterlating van 30 dooden.
In den nacht na het gevecht vonden
ItaliaanBcho patrouilles, die uitgezonden
waron om de dooden op te zooken,de loop
graven der Arabieren onbewaakt. De ver
dedigers hadden bljjkbaar er niet op ge
rekend, dat de Italianen in den nacht tot
don aanval zouden overgaan, en hadden
zich over de omgelegen dorpen verspreid.
Onmiddellijk werd oene sterke Italiaaansohe
colonne gezonden om de loopgraven by
Delila te bezetten, zoodat deze zondereen
ichot te lossen in Itahaansche handen vielen.
Vrijdag 's morgens werd bet gevecht her
vat. De strjjd woedde het hevigst by Sidi
Said, waar de Turksch-Arabische stellingen
van de land- zoowel als van de zeezyde
werden aangetast. Na een hardnekkigon
tegenstand moesten de verdedigers wijken
onder het hevige vuur uit de Italiaansche
kanonnen.
Des Zaterdags werd bij het aanbreken
van den dag het gevecht hervat.
VolgenB deze lezing zouden de Italianen
du9 na een échec op den eersten dag, op
den tweeden dag geslaagd zijn in hunne
pogingen tot vermeestering van Sidi Said,
waardoor do verbiodiog tusschen het Turk
sche kamp en de Tunesische grens werd
afgesneden.
Daardoor wordt dan ook het verschil
tusschen de berichten van Italiaansche en
van Turksche zijde eenigszins verklaard.
De Turksche berichten slaan op hetge
vecht van den eersten dag, terwijl de
Italianen natuurlyk bet licht laten vallen
op het resultaat van den tweeden dag.
Zoo hebben dan beide partijen geljjk.
Intusschen blijkt dan toch ditmaal het eind
resultaat ten voordeele van de Italianen.
De Opstand in AlbaniJ.
De Regeerings inspecteur Sekki-pacha
te Monastir heeft gerapporteerd, dat talryke
sheiks van de Bektascb-derwishen en vele
hoofden der Amanten zich bij de muiters
hebben aangesloten en met deze in de
richting van Delvina zijD vertrokken.
Intusschen zijn nog twee exra-treinen
met regeeringstroepen uit Konstanstinopel
te Saloniki aangekomen en naar Monastir
vertrokken. De toestand aldus schijnt lots
kalmer.
Zkkliedenstaking in Frankrijk.
Leek het eerst, dat de Btaking een eind
nader tot hare oplossing was gebracht, thans
schijnt die oplossing weer verder dan ooit
verwijderd De rcedery der „Messageries
maritimes', die in arbitrage had toege
stemd, heeft achteraf aan dio toestemming
de voorwaarden verbonden, dat het werk
eersr, en wel terstond,moet worden hervat
en dat van de arbitrage zullen worden uit
gesloten alle. quaesties, die door wetgevende
maatregelen garegeld zijn.
De gedelegeerden der zeelieden weiger
den onder die voorwaarden de arbitrage
en seinden naar alle havens, dat de onder
handelingen afgebroken waren en dat de
strijd tot het uiterste moest worden hervat.
Het bondsbestuur der haven- en dok
werkers besloot daarop zooals reeds is
gemeld als bewijs van solidariteit de
algemeene staking af te kondigen van de
haven en dokwerkers in plaatsen waarde
zeelieden staken.
In Duinkerken is dan de havenarbeiders-
staking ook reeds begonneD.