Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 2.
Zaterdag 12 April 1890.
Vierde Jaargang.
DE EEMBODE
Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG-.
Abonnementsprijs par drie monaden
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKrommestraatF 241Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der AdvertentiSn:
Vnn 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor icderen regel meer- 0.05
Correspondenliün en Advertentièn moeten uiterlijk Vrijdagavond
Ten vloek of ten zegen?
V (Slot).
Met een aanvoerder als De Tijd was
het een bemoedigend strijden. Maar
ook hoe bracht dit gloed en leven in de
bedrukte gemoederen. Hel beste bewijs
daarvoor vindt men nog in de uitste
kende reputatie, waarin ons hoofdorgaan
zich verheugen mag. Van stonde aan
werd het met sympathie begroet en
vond het steun om zijn edele en waar
dige houding, ofschoon zjjn ontwikkeling
niet dan door buitengewone krachts
inspanning en volharding verkregen is.
liet bleek alras dat de Katholieken
order leiding van dezen aanvoerder in
de pers tot een nieuw politiek en gods
dienstig leven waren ontwaakt. Van
verschillende zijden stonden er krachten
op, die zich reeds lang hadden be
dwongen, of zich door een zekere
schuchterheid hadden laten weerhouden,
maar toen onbeschroomd voor de ka
tholieke zaak opkwamen. Zij schaarden
zich onder den standaard des Christen-
doms en bepaalden zich niet alleen
om den vijand, die zich vermeet het aan le
vallen, terug te drijven, maar zochten de
tegenstanders op, waar deze door list
of verraad de belangen der Katholieken
trachtten te belagen of hun geloof aan te
randen. Dan kwam de macht van de
katholieke pers zoo treffend aan hel
licht; dan toonde zij, dat van wijken
geen sprake kan zijn. Met fier, opgeheven
hoofd zal zij voor het H. Geloof ver
guizing, vernedering en verachting ver
duren, ja zelfs kerkerstraf en ver
banning of wat ook ondergaan, maar
toch altijd zal de vijand haar met on
bezweken kraclil aan den voet van het
kruis terug vinden.
Aldus werd het katholieke leven op
gewekt, en daardoor kwamen er, en
komen er thans nog personen ach
scharen onder de vurige strijders in de
Katholieke pers, die er vroeger niet aan
dachten op die wijze aan den strijd
deel te nemen. Hun katholiek gemoed
had wel reeds stormen doorslaan bij het
n van do zoo vele snoode aanslagen
het openbaar zoowel als in hel geheim
tegen onze Moeder de H. Kerk gesmeed;
maar toen, door het voorbeeld der helden
de katholieke pers opgewekt, lieten
zij hun Credo hooren tegenover de
godslasteringen der ongeloovige pers, en
behaalden met het wapen der waarheid
op haar leugenweefsel menige zegepraal.
Al wisten zij daarbij niet altijd het
rapier volgens de regelen der krijgs
kunst te gebruiken, om den vijand le
treffen, niettemin namen zij deel aan
den strijd en grepen zij menigmaal in
edele verontwaardiging naar de koorden,
tot een roede saamgebonden, om de
schijnheiligen en fariseeën, naar het
voorbeeld van hun Goddelijken Meester,
uit den tempel te drijven, als ze daarin
met misdadige bedoelingen waren binnen
gedrongen, en het misbaar, dat men dan
vernam, bewees, dat ook dit wapen uit
stekend aan zijn doel beantwoord lmd.
Zoo heeft de katholieke pers hare
taak hoog en breed opgevat, maar heeft
zich bijna geen tekortkomingen te ijlen.
Is dal ook zoo gesteld inel degenen,
voor wie zij mede gearbeid en gestreden
heelt? Zijn er zelfs niel nog velen onder
de Katholieken, die den moed en de
taaie volharding, waarmede die pers
voor hen gestreden heeft, met ondank
heloonen? Van de vruchten, door den
arbeid der pers verkregen, willen zij
ruimschoots hun deel hebben, maar
kleine offers te brengen voor haar laten
zij achterwege. Ja, somtijds is zelfs
minachting van hun kant nog haar
deel geworden.
Het is voor dergelijke Katholieken eene
dringende noodzakelijkheid, dat zij de
woorden van onzen roemrijken Paus
Leo Xni eens ter harte nemen, als Hij
over de katholieke pers zich aldus
uitlaat
,Een katholiek blad is in eene pa
rochie als eene voortdurende missie",
waar Z. H., de plichten besprekend van
de Katholieken tegenover de dagblad
pers, onmiddelijk op laat volgen: .Laai
dan allen, die oprecht en van harte
wcnschcn, dat godsdienst en maatschappij
door wetenschap en lellurkundc verde
digd worden en bloeien, laat hen allen
zich beijveren door hunne milddadigheid
de organen der katholieke pers lo be
gunstigen en te beschermen. Dat een
ieder naar zijn kracht door geld en
invloed deze bladen steune, want wij
zijn verplicht degenen, die zich aan de
katholieke pers hebben gewijd, bij le
staan met al onze hulpmiddelen, zonder
welke hun ijver óf in 'l geheel geene óf
slechts onzekere en onbeduidende gevol
gen hebben".
Alzoo spreekl de II. Vader, die met
zooveel juistheid in zijne geschriften en
toespraken op de grootc kwalen van
onzen tijd weet te wijzen, maar te gelijk
daarvoor ook het ware geneesmiddel
aangeeft.
„Een katholiek blad is in eene paro
chie als eene voortdurende missie" zegt
Z. H. Leo XIII, en dit zoo gewichtig
woord is door de vurige strijders voor
de katholieke zaak len volle begrepen.,
Het wekt immers verbazing, dat de
katholieke pers reeds zulk eene vlucht
genomen heeft, zoo zelfs, dut er thans
bijna ieder district een katholiek blad
opgericht, hetwelk één of meermalen
per weck verschijnt, om onze belangen
liet algemeen, maar ook vooral die
van localen aard zijn, naar eisch le
behartigen. Niet minder stelt zij zich
ten doel de goddclooze, zedelooze lec
tuur uil de katholieke huisgezinnen te
verdringen, en brengt daarmede de
opgewonden hartstochten en de onte
vreden gemoederen tot kalmle en vrede
terug.
De heerlijke pennevruchlen van de
voornaamste katholieke letterkundigen
waarop Nederland roemen kan, hebben
wij tot hiertoe onbesproken gelaten,
ofschoon aan hunne werken eene eere
plaats moet worden aangewezen. Zij, die
hun geest voeden met cenc lectuur als:
De Katholiek, De Studiën, De Wachter,
Onze Wachlcr, Katholieke Illustratie enz.
enz. zullen gevoeld hebben, dat daaruit
een trisch en krachtig leven hun tcgen-
waait. Als men in dezen dampkring heeft
verwijld, kan men eerst zeggen, dat het
katholiek gemoed een waarachtig genot
gesmaakt heeft.
Ons hoofddoel was echter liet be
spreken van de dagbladpers, nis zijnde
deze de toongeefster van den dag. 'Zij
beheerscht de wereld. Tot in de nede
rigste woning dringt zij door, en poogt
daar eene plaats te bemachtigen, om
hare meening ingang te doen vinden,
en de gemoederen te overmeesteren.
Vandaar die vinnige kamp van 'ie goede
tegen de zedelooze, ongeloovige pers,
en de groote verantwoordelijkheid voor
ons Katholieken om onze pers te doen
zijn „als eene voortdurende missie". De
verderfelijke meeningen, welke reeds in
sommige huisgezinnen waren binnen
gedrongen, en daar hadden post gevat,
moeten daaruit worden verwijderd. De
verwarde begrippen, veroorzaakt door
ihijn- en drogredenen moeten voor ge
ïnde en ware denkbeelden weder
plaats ruimen. Die zaak, welke een
voortdurendpn strijd noodzakelijk maakt,
heeft de katholieke pers met mannen
moed aanvaard, en, God zij lof, die
toewijding van hare krachten aan zulk
edel doel is door de Goddeljjkc
Voorzienigheid reeds met de schoonste
uitkomsten bekroond geworden.
Zou het iiu nog noodig zijn, de vraag
te slellen, of doze pers ten zegen is
voor de menschheid?
(ERRATUM. Aan het «lol van liet hoofd
artikel getiteld Tienvoudige, lioadiicliii/i," voor
komende in het vorige nummer dezer courant,
gissing begaan, zooai-s de lezer wel zal hebben
•encra, lol een scahel zjjner voelen des
vernederden." Dit moet zjjn: .over devjjanden
des Narareners, tot een scahel zijner voeten
vernederd." Rsn.)
BUITENLAND.
Over het resultaat der arbeids-con-
fcienlie wordt in Frankrijk veel ge-
■hrevcn, maar dit is ontegenzeggelijk,
dut de verstandhouding tusschen Duitsch-
land en Frankrijk er veel door ver
beterd is. De hartelijke ontvangst, welke
den Franschen gedelegeerden te Herlijn is
ten deel gevallen, heeft te Parijs een
gunstigen indruk gemaakt. De open
bare meening is thans voor Keizer
Wilhelm zoo gunstig gestemd, dal men
een bijeenkomst tusschen den Keizer en
den President der Fransche Republiek
te Brussel zeer waarschijnlijk acht.
Aan verschillende verslaggevers van
dagbladen heeft Jules Simon, een der ge
delegeerden naar iielBerlijnsche congres,
gezegd„Men heeft ons met zooveel
voorkomendheid en hartelijkheid ontvan
gen, als wij slechts maar konden
wensehen." „Het zou een onrechtvaar
digheid zijn, als wij dit niet erkenden."
Van de conferentie zelve getuigde hij,
dut zij, al zou zij geen rechtstrecksche
gevolgen hebben, toch niet onnut zou
zijn geweest. „Gij weet, hoe ik over de
daar behandelde vraagstukken denk;
hel zijn de ernstigste ter wereld. Niet
slechts zijn zij onafscheidelijk verbonden
met den voorspoed der natiën, maar het
leven der volkeren, de toekomst der
rassen hangen af van hel lot, dat onze
wetten aan de vrouw en aan het kind
zal schenken. Ik weet wel, dat eene
wettelijk regeling, van een zuiver eco
nomisch standpunt beschouwd, met on
vermijdelijke opofferingen zal gepaard
gaanmaar juist daaruit volgt, hoe
belangrijk liet is, dat, op sommige punten
althans, eene internationale overeen
stemming tot stand komc. Al onderstelt
men, dat de Berlijnschc conferentie geen
ander gevolg heeft gehad, dan de aan
dacht van gansch Europa voor deze
vraagstukken te eischen, en te bewijzen,
dat er geen dringender en hooger bestaan,
dan kannen reeds, naar hel mij voor
komt, de wijsgeeren zich voldaan ver
klaren. Daarom is in mijne oogen het
congres, wat ook de sceptici mogen
zoggen, het begin van een nieuw tijdperk."
Een manifest aan alle socialistische
comités in Frankrijk is verschenen. Het
is geti ckend door alle socialistische
afgevaardigden er, gemeenteraadsleden
en roept alle werklieden in Frankrijk op
om vreedzaam op den 1 Mei alle
onmisbare hervormingen te eischen.
FEUILLETON.
Eene ontsnapping.
Hel was een droevige morgen, de graaf
aan de ontbijttafel, terwijl de giarinen ik b
gezelschap hielden. Plotseling itond de gravin
op en keek bezorgd hel venster uit; op hetzelfdi
oogenblik hoorde ik het hoelgetrappel var
naderende paarden.
Soldaten! fluisterde de arme moeder, maai
toch zoo stil dat ik het slechts hooren kon, ei
misschien ook Glitlslein, die toevallig in onze
nabijheid iets te doen had.
Zjj komen zeker hierheen om Emile te zoe
ken, ging zjj in denzelfden stillen toon voort.
Zoo was het.
Een commissaris kwam aanrennen aan hel
hootd van eene afdeeling dragonders. Hjj was
de drager van het afgemeten bevel, om den
hoogverrader en deserteur Emile Ogolinsky in
het huis zijns vaders te zoeken en zoo snel
mogeljjk naar SL Petersburg op te zenden.
Twee lange verdelende nren brachten zjj door,
om het huis zoo zorgrnldig mogeljjk van den
zolder tot den kelder le doorzoeken. Alle be
dienden ondergingen een scherp verhoor, en
met den graaf zelf knoopte de commissaris op
listige wjjze een gesprek aan, omdat het dezen
dienaar der Russische regeering wel bekend
was, dat de graaf zich iicbteljjk verraden zou.
Maar de bedienden konden niets uitbrengen,
om reden zjj Lie's wisten en de graal toonde
zich zoo verbijsterd door de tjjding van de
vlucht zijns zoons, dat elke gedachte wel moest
verdwijnen, dat hjj iets wist van de geheime
verblijfplaats, waar zijn zoon zich schuil hield.
Gelukkig bleef de gravin als moeder van alle
vragen verschoond, en ook mjj als een vreem
deling, die, zoo pas in betrekking, daarover
moeiljjk eenige uitkomst kon geven, liet men
geheel ongemoeid.
Hij zal dan waarachtig nog niet uit de bos-
schen van Pulkowycz, waar een kolenbrander
hem bet laatst gezien heeft, gekomen zijn,
zeide de commissaris hjj 't heengaan. Drommels!
nu zal waarschijnlijk een ander hem vangen
en daarvoor de belooning opstrjjken.
Ontevreden over den slechten uitslag hunner
onderzoekingen trok de geheele troep af;
wjjl eenigen der bedienden hen achternn zagen
binnensmonds vloekende, anderen onder hoon
gelach.
Daarmede was echter het lijden der familie
Ogolinsky niet voorbij, want twee dagen daarna
ontving de graaf hel bevel zich onverwijld
naar SL Petersburg te begeven, om zich daar
voor de Russische overheid te reinigen van de
verdenking, dat hjj iets v
d had.
Aan zulk een bevel mocht geert weerstand
geboden worden, en ook was de graaf bere
nm de verre reis terstond te ondernemen
maar hjj stond er op, om de gravin en
zjjnen geneeskundigen raadgever, medetenen
Maar dat ging nietonze tegenwoordigheid
den armen zieke noodzakelijken de gra-
list le kewerken, door eene ernstige onge
steldheid voor le wenden, dal hij 'alleen ging,
en ook mjj ter assistentie van de gravin ach-
Ook Glittstein bleef l'huis. De graaf
stelde zjjn geheele vertrouwen op hein en
meende daarom gerust le kunnen afreizen, als
ze .getrouwe dienaar" bjj do gravin achterbleef.
Hel voorwerp van zoo groote zorg van de
me zijde, en van hardnekkige vervolging van
in anderen kant zweefde intus9chen op zjjn
ziekbed in de schuur lusschen leven en dood.
De kogelwonde gaf uijj ook handen vol werk
want zij was reeds op eene bedenkelijke wjjze
tol eltering overgegaanmaar de meeste angst
bestond voor mjj, dat de uitgestane vermoeie
nissen van de vlucht, honger, koude enz. zjjne
krachten hadden uitgeput. Daarbij konden wjj
hem slechts in '1 geheim bezoeken en hem maar
Tooi zichliggenees- en voedingsmiddelen toedienen.
Toch verbeterde zich zjjn toestand langza
merhand; evenwel duurde hel tameljjk lang,
voor hij in staat was een samenhangend
haal van zjjn ondervonden Ijjden te kunnen
geven. Het was een geschiedenis vol Ijjden en
ontberingen, vol verfijnde wreedheden, die men
alleen in een barbaarsch regiment kan uitden
ken. H{j bad in den Kaukasus dapper inedege-
vochteu, en zijn geest was ongebogen gebleven.
Toen maakten zjj hem .duschtek" (oppasser)
van een luitenant.
Deze, van lage afkomst, was een w
lafaard, voor zjjne ondergeschikten een vi
ljjke lyran en voor zjjne meerderen een
vleier, zeide de jongeling verder, terwjjl zjjn
gelaal begon te gloeien van toorn, Hjj behan
delde mjj, dus sprak h(j, als een hondhjj
schold op mijne natie, hjj beschimpte mijnon
godsdiensten loch verdroeg ik dit alles ge
duldig, wel wetende, welke voor mjj de gevol
gen zonden zjjn, als ik hem tegensprak of
gend
r dag i
hjj de vermetelheid zoo ver, dat hjj tol mjj
zeideGjj, Polen, zijl loch flauwhartige schor
ken, die u maar straffeloos alles laat toevoegen
en geen gevoel toont voor aangedane beleedi-
gingonik wil eens kijken, of gij dit wk ljjdeljjk
verdraagt, en meteen sloeg hjj mjj in het ge
Neen 1 schreeuwde ik, dat laat een Pool zich
niet aandoen van een lafaard; tegeljjk greep i
hem bjj de keel, wierp hem ter aarde, ei
voordal hjj een kreet om hulp kon uilen, gaf i
hem een schop, dal hjj bloedend en bewusb
loos ineenzonk, en terstond daarop vluchtte
Zonder geld, zonder voldoende kleeding had
hjj zich op weg begeven. Gedurende den dag
verborg hjj zich in de bosschen, en slechts bjj
nacht waagde hjj het zich op den grooten weg
le vertoonen. Dikwjjls hadden medelijdende
boeren hem voedsel en onderdak verleend,
maar ook dikwjjls hadden zjj hem ruw afge
wezen gedurende de verschrikkende koude der
nachten, anderen gingen hem opjagen en ver
raden mei de hebzuchtige begeerte, daarvoor
eene goede belooning te zullen erlangen. Reeds
bjj het begin van zjjne vlucht was hjj door
Kozakken vervolgd geworden en had bjj die gele
genheid eene kogelwonde in den arm gekregen.
Tot zijn geluk was hjj er in geslaagd om zjjne
uniform te verruilen tegen een Russischen boe
renkiel on in deze kleedir.„ sleepte hij zich
voort tol voor hel slot zijns vaders, maar zelfs
hier waagde hjj het niet binr.entetreden, {maar
moest zich vergenoegen er des nachts le kjjken
naar het venstor zgner moeder, totdat deze
hem den derden nacht van zijn verbi jt rondom het
kazteel zjjns vaders zag en oogenblikkeljjk erkende.
Voorwaar er behoorde een bewonderens
waardige wilskracht toe om dit alles te kunnen
verduren, en oen lichaamskracht, die men
dezen teergebouwden jongeling niet zou hebben
toegeschreven. Toen de crisis zjjner ziekte
voorbij Was en de volledige genezing slechts
een quaestie van tjjd was, waren wjj er op
bedacht, hem underdak te brengen in een boe
renhuis dal op eenigen afstand te midden van
het bosch gelegen was. Het lag op een afstand
van ongeveer drie kwartier van het kasteel en
ird bewoond door een voormoligen dienaar
n het grateljjk huis, wiens vrouw vroeger
min van Emile geweest was. Z|) waren beide
j zich
liever den long hadden laten uitrukken, dan
hunnen jongen meester in diens ongeluk te
verraden.
Michael, de man, staakte terstond zjjn be
zoek in de herberg, waar hjj gewoonlijk des
zondags zjjn glaasje brandewijn ging drinken,
om niel in de verzoeking le komen, bj het
brandewjjnglaasje het geheim van zjjn jeugdigen
gebieder prjji le geven. (Wordt wopjpd.)