Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 4.
Zaterdag 26 April 1890.
Vierde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenines, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Abonnementsprijs por drio
Franco per post
Afzonderlijke nummers
Bismarck in ruste.
Wel een genot voor den mcnsch zijn
laatste levensdagen in rust te mogen
doorbrengen. Als een welbesteed leven
is voorafgegaan, hoe liefelijk en rustig
moet dan immers zulk een avondstond
des levens zijn? In den kring van de
genen, die hem dierbaar zijn, zich be
wegende, komt bet verledene in zoete
herinneringen de aangenaamste ver-
poozing schenken. Evenals de stralen
der ondergaande zon eene weergnlooze
schoonheid en eene rustige tint over de
aarde verspreiden, evenzoo komt iedere
goede daad des levens op hare beurt
dan bemoedigen, om de aanstaande
reis naar de eeuwigheid zonder schroom
te ondernemen. De rust, dien gelukkige
ten deel gevallen, beschouwt hij reeds
als een voorsmaak van de eeuwige rust,
welke hem in het andere leven wach
tende is.
Niet aldus is de rust, welke Von
Bismarck thans beschoren is. Neen,
zonder vermetel te zijn, kunnen wc
gerust eene ar.dere gevolgtrekking maken.
Immers al wat dient vooraf te gaan, om
zich aan het einde zijns levens zulk eene
gemoedsrust te verschaffen, hoeft hij
nimmer betracht. De zinspreuk.Daar,
waar de hoogmoed begint, eindigt de
liefde", heeft hij zijn geiieele leven uit
het oog verloren. Zelfs mocht by hem
van liefde geen sprake zijn.
Toen men vóór jaren geleden in den
Duitschen Rijksdag erop wees, dat men
van de geannexeerden in den Elzas en
in Lotharingen door ze zoo te beheer-
schen, als destijds geschiedde, nimmer
sympathie zou verwerven, was Von
Bismarck's hooghartig antwoord: .Wij
begeeren geen sympathie!" Met deze
woorden heeft de man zich zeiven naar
waarheid geteekend. Geen sympathie,
geen liefde wilde hijalleen in eerzucht
was zijn streven, met roem moest hij
worden omstraald.
f 0,40.
f 0,05.
In eene zijner heerlijke confercntiën
roept de beroemde redenaar Lacordaire
in vervoering uit.hawat is de roem
De banneling van St. Helena zeide eens
tot die weinigen, die hem in zijne bal
lingschap gevolgd waren en zijn ver
trouwen genoten: ..Wij waren den ver
gulden koepel van hel hotel der Inva
liden gelijk, schitterende van goud in
de stralen der zonmaar de regen des
ongeluks is over ons gevallen, hij maakt
eiken dag een stukje goud los, wij zijn
niets meer dan lood, en weldra een
weinig aarde!"" Ziedaar de roem! De
roem van den banneling was voorwaar
groot; en toch, wat is er het einde van
geweest het grafZoo vergaat alles in
ons leven, omdat alles menschelijk is".
Had Von Bismarck dien vernederden
monarch aieer voor oogen gehouden,
hij zou thans minder teleurstelling ont
waren. De Corsicaan smaakte in zijne
vernedering nog deze voldoening, dat
hij gevreesd werd, en onder bewa
king moest gehouden, waardoor zijn
gevallen grootheid nog een glimp van
eene geheime macht behieldmaar den
DuiLschen Rijkskanselier, die in vele zijner
daden den Franschen dwingeland heeft
nagevolgd, wordt eenvoudig ontslag
verleend. Vergeten, ziedaar het lot hem
aangewezenvoor hem een onverdraag
lijk lot.
Op den dood van den banneling van
St. Helena vervaardigde de Ilaliaansche
dichter, Manzoni, eene prachtige Ode,
waarin hij zoo treffend zegt
.Evenals boven het hoofd van den
schipbreukeling de baren zich verzame
len en hem verzwelgen en, verre over
den ongelukkige uitgestrekt, hem hel
gezicht beletten van de vruchteloos
verwijderde kusten, op dezelfde wijze
drukte op deze ziel de massa der herin
neringen neder. Hoe menigmalen onder
nam hij het verhalen van ziehzelven aan
de jaren der toekomstzijne vermoeide
hand zeeg immer op de bladzijde neder,
welke de eeuwigheid verbeidde!
.Hoe menigwerf kruiste hij, bij het
Prijs dar AdvartasUin:
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Correspondenliën en Advertenliên moeten uiterlijk Vrijdagavond
aanslag tegen den II. Stoel van Petrus,
zal in vlatnmenschrift hem komen pij
nigen en verontrusten. Aan die schand
daad zal zijn naam met dien van zijn,
mede door God zoo diep getroffen tra
want, Von Arnim, voor immer verbon
den blijven, n! zou hij dit ook nog zoo
gaarne uit zijn geheugen willen wegwïs-
schen. Dan komt hel glorie tijdperk, waar
op zijn macht grenzeloos scheen. Frank
rijk werd geslagen en vertrapt; in het
bloed dier nalie hadden de Duitschers
geplast en het vertreden; twee Provin
ciën werden geannexeerd, de milliardcn
afgeperst, en het goud bij volle wagens
het nieuwe keizerrijk binnengesleept. Zijn
Koning verwierf de keizerskroon; de
nieuwe Keizer dankte aan zijn dienaar
zijne verheffing, en het Duitsche volk,
dat een keizer huldigen kuil, bracht
niet minder uitbundigen lof aan den
sluwen diplomaal, die Pruisen tot zulk
een roem en glorie had geleid.
Daarna volgt het tijdperk van den
heilloozcn Kulturkampf. Wat sombere
en treurige dagen zijn daarmede aan
de trouwste onderdanen van Keizer
Wilhelm niet bereid! Niet tevreden
van te hebben inede gewerkt om den
Sledehouder van'Christus te belagen en
in zijne heiligste rechten aan te tasten,
zou de Rijkskanselier de Katholieke Kerk
in Duitschland voorgoed ten onder
brengen. De vermetele meende te kun
nen doen, wat in de geschiedenis reeds
voor onmogelijk was verklaard. Door
hoogmoed verblind zag hij niet in, dat
zijn eigen val hierdoor onvermijdelijk
werd gemaakt.
BUITENLAND.
Maandag is keizer Wilhelm met graaf
Mollke en verder gevolg te Bremen aan
gekomen, om den eersten steen te leggen
voor het gedenkteeken van Wilhelm I.
Bij zijne aankomst werd hij met geest
drift begroet. Do straten waren prachtig
versierd en alles was aangewend om den
keizer recht feestelijk te ontvangen. Eerst
reed hij naar de vrije haven en naar
het beursgebouw, waarna met veel
plechtigheid de eerste steen gelegd werd.
Bij het doen der hamerslagen, zeide de
keizer: .Denheengeganen ter gedachtenis,
den levenden ter herinnering, den ko
menden nageslachten ter navolging."
Bij het feestmaal ten raadhuizfe ant
woordde de keizer hartelijk op des bur
gemeesters heildronk, verzekerende dat
voor zoover het in zijne macht ligt, hij
de ongestoorde ontwikkeling van Bremen
bevorderen zal, onder de zegeningen
des vredes, om welken te behouden hij
alles doen zal wat in zijn vermogen is.
De keizer vertrok te halfvijf naar Bre-
inerhavcn, waar hein alsmede eene
geestdriftvolle ontvangst bereid was.
Op het feestmaal aan boord der Fulda
zeide de Keizer, dat men hem moest vertrou
wen, dat hij den vrede zou weten te be
waren. Zoo soins in de bladen zijne
woorden anders werden uitgelegd, moest
men denken aan het oude keizerswoord,
dat in het woord des keizers geen an
dere zin mocht worden gelegd, noch
dat hel mocht worden verdraaid. Zijn
streven was den vrede te bewaren
handel en leven konden alleen bloeien
wanneer de vrede zeker was.
De ingezetenen van Hamburg doen
wel hun best om den afgetreden Rijks
kanselier in een goede luim te brengen.
Dit blijkt vooral uit het geschenk hem
door de Hamburger kooplieden aange
boden, bestaande in uitgestrekte gronden
welke tusschen zijn eigendommen inlagen.
Met dit cadeau moet Von Bismarck
zeer ingenomen zijn, zoo zelfs, dat hij
thans verklaard heeft met Hamburg in
levendig verkeer te willen komen, wat
tot hiertoe nimmer het geval is geweest.
En tocli schijnt de groote man nog
maar niet bijster op zijn gemak te kunnen
komen, en zich moeilijk in zijn nieuwe
positie te kunnen schikken. De Freüinnige
Xeilung althans verhaalt, dat toen eene
deputatie van de algemcene vereeniging
van Duitsche industrieelen te Friedrichs-
ruhe een bezoek bracht, een der leden
zijn leedwezen betuigde over Bismarcks
aftreden, hij, Bismarck, daarop antwoord
de, dat hij gaarne ware gebleven, maar
dat hem zijn ontslag was gegeven. Een
der ministers blijkbaar de heer Von
Bötticher die alles aan Bismarck te
danken had, was ondankbaar genoeg
geweest, den keizer legen hem in te
nemen. .Daarom zei Bismarck
heb ik mij beroepen op de oude kabi
netsorder, waarbij het verkeer tusschen
den keizer en de ministers onder toezicht
van den minister-president wordt ge-
FEUILLETON.
Eene ontsnapping.
Slot.
Toen ik bij Emile aankwam, vond ik dezen
volstrekt niel verrast over mjjnc plotselinge
opvordering om te vluchten.
Dat heb ik reeds sedert cenige dagen
verwacht Dokter, zeide bjj; ook hoop ik hel
gevaar nog eens te ontkomen, al ware het
alleen maar uit liefde voor mijne arme moeder,
die nu om mijnentwille zoovele angsten moet
doorslaan; in geen geval krijgen die Russische
bloedhonden mjj levend in hunne macht
MichaSl geef mij de pistolen eens aan; ik heb
ze uil voorzorg reeds geladen. Vaarwel Michael,
vaarwel min! En gjj, dokter, will gjj met mjj
mee? Gjj doet verkeerd, uw leven op hel spel
te zetten, want deze Kozakken zjjn als wolven,
die bloed geroken hebben.
Ik veiekarde hem dat ik aan zjjne moeder
beloofd had, hem te zullen bjjstaan, waar zulks
noodig mocht zijn en daarom besloten was
hem op zjjn vlucht te vergezellen. Daarop
drukte hjj mjj zwijgend de hand en steeg te
En nn ging het voort over de hard gevroren
sneeuw, zoo snel als de paarden maar konden
rennen. Maar hoe vlug wjj ook redenloch
scheer, bet vergeeiscb te zjjn. Want toen wjj
het boseh achter den rug hadden en jjdor
de met laag struikgewas begroeide vlakte reden,
(oen Iroflen de korte, spoedig op elkander
volgende signaalloncn van een Kozakken
trompetter duidelijk ons oor. Omziende zagen
wjj ongeveer 60 a 70 van die wilde zonen
der steppen in razenden galop achter ons
aanjagen.
Dokier! altjjd vooruit! riep de jonge Ogolinsky,
zjjn paard de sporen gevende; voorwaarts! of
man. Ik wist dat hjj nog zeer zwak was, zwakker
dan hjj hel zich zelf bekennen wilde. Zjjn
linker arm was nog aijjf en gedurende zjjne
ziekte hadden verschillende verschijnselen van
teringachligheid mjj zeer ongerust gemaakt.
Zijne gelaatskleur was bleek en op zjjne beide
wangen vertoonden zich cenigc verraderlijke
roode plekjes.
Maar nu schitterden zijn oogen vol moed
en hoop en hij zat zoo vast in den zadel als
iemand die op hel paard geboren was.
Voort reden wij door kreupelhout en heggen
orer sloolen en hauvels, nu eens in de diepe
moerassigen bodem wegzinkende.
Eindelijk bereikten wij den giooten weg, een
smallen met groole steenen bezaaiden en met
lalrjjke voren en gaten voorzienen dijkweg,
maar zelfs deze gevaarlijke straal was nog
oneindig veel te verkiezen boven den moeras
sigen grond, dien wjj zoo pas verlieten.
Ziet gjj gindschen heuvel, dokter, naast dal
sparreboschje? Daarheen moeten wjj, daar
ongemerkt verstrijken van eenen dag
zonder arbeid, wanneer de bliksemende
zonnestralen neerzegen, de armen over
zijne borst; dan stond hjj stil en hij
werd overstelpt door de herinneringen
aan de dagen, welke vervlogen waren!
Hij herdacht de beweegbare tenten, de
neergeworpen wallen, tien bliksem der
soldaten, het gallopecren der ruiters,
liet haastige bevel, de oogenblikkclijke
gehoorzaamheid."
Zou de uiassa der herinneringen min
der drukken op de ziel vtn de geval
len grootheid te Fricdrichsruhe V Als
hij, wandelende in de stille dreven van
zijn geliefd verblijf, of mijmerend en
afgetrokken zich in de eenzaatnlteid be
vindt, zullen dan ook in zijn gemoed niet
de vervlogen dagen zijne' grootheid en
macht komen opdoemen, en hem, ais
't ware, overstelpen? Ook hij zal, naar
men zegt, ondernemen het verhalen van
zich zclven aan de toekomstMaar zal
zijne vermoeide hand niet evenzoo
neerzijgen op de bladzijden, welke voor
onze nakomelingen bestemd worden?
Hoe zullen de woorden .ijdelheid der
ijd'.'lltpdcn" zijne ziel bestormen, als hij
de vervlogen dagen in zijnen gecsl te
rug roept, om het nageslacht daarover
te laten oordeelen. Voor de geschiede
nis zullen de tijden, waarop de broeder-
krijg tusschen Pruisen en Oostenrijk
werd aangekondigd, het begin vormen,
waarop Von Bismarck op den voorgrond
trail. Alles zette hij toen op het spel,
om veel te winnen, en hij won. Het
slagveld van Sadowa schonk hein bloe
dige lauweren, maar wat maakte dat?
Nog andere vreeselyker bedrijven moes
ten worden uitgevoerd, als zijn ideaal zou
verwezenlijkt worden. Toen vooral kwa
men de dagen, waarin list, verraud,
veinzerij, karakterloosheid, ja, alle mid
delen hem welkom waren, als zijn doel,
het stichten van een Duitsch keize-rijk,
maar bereikt werd.
Dit alles zal in wilde vaart zijn geest
voorbij jagen, maar de herinnering aan
de rol door hem gespeeld, tijdens den
vlak bjj staal een witte vlagstok, liet toeken
onzer redding. Daar is de Pruisische grens.
Ik zag hel wel. hel was niet meer «Jjir van
ons, maar tusschen ons en dien [heuvel bevond
zich nog een geducht stuk bósch en een breede
rivier, nameljjk de Weichsel.
Wal zitten die kerels ons verwoed achterop I
aldus onderbrak Emile nog eens den zwijgenden
snellen rit om leven en dood, wat halen hunne
ponnies toch uit! Vooruit! dokter, anders
krijgen wij za waarachtig nog op onzen hals.
Nauwelijks had Emile uitgesproken of daar
knalde een schot en de kogel floot rakelings
langs onze ooren voorbij. Een luid, gillend
hoerageschreeuw klonk achter ons. Ik wendde
mjj oin in den zadcL De kerels hadden reeds
al tot op een alstand van een geweerschot
op ons gewonnen en rikten ons steeds naderbij.
Tfceemaal nog schoten zjj op ons, voor wjj hit
bosch bereikten en een smal zijpad insloegen,
dal regelrecht naar de rivier scheen te leiden.
Hier was het ons onmogelijk naast elkaar te
rjjden, daarom moesten wij achter elkander aan
voortjagen, met onze hoofden over Je halzen
der paarden gebogen om de neerhangende lakken
te ontwjjken en half verblind door de sneeuw
die or.s van de in beweging geraakte lakken
in het gezicht vloog.
Achter ons naderde nog steeds de Kozakken-
bende huilende even als blaffende en kefTende
honden, die een aaogeschoten stuk wild voor
zich uitdrijven.
Ademloos, aan handen en gelaat ontveld en
met gescheurde kleeren bereikten wjj eindelijk
de rivier. Deze was niet toegevruren; hare
donkere golfen rolden statig voort en boden
ons den aanblik van een diep, duister graf. Maar
De Kozakken waren vlak achler ons. Wjj had
den te kiezen tusschen den dood uit hunne
handen; en dien in 't water. Tijd om na te
denken hadden wij niel, en daarom sprongen
wjj te paard van af den hoogen wal in Jan
stroom.
Dokter, vooruit! naar dien zandbank! daar
zjjn wjj Ach I de kans is verkeken.
Een kogel bad zjjn paard gelroffen. Het arme
dier schokte, wankelde, deed nog eene poging
oin verder Ie zwemmen, maar zonk eenige oogen-
blikken later in de diepte weg, tarwjjl het water
door zjjn bloed rood gekleurd werd.
Op dit gezicht hieven de Kozakken die nu
ook aan den oever gekomen warca een ge
schreeuw van vreugde aan. Eenigen van hen
sprongen reeds in de rivier in de hoop, den
drenkeling machtig te worden, terwjjl er een
paar voortgingen op ons te vuren
Gelukkig was ik er in geslaagd Emile bjj den
kraag van zjjn jas te vallen en vrjj te maken
van het paard, juist toen het op hol punt stond
weg te zinken. Zoo hield ik hem met kramp-
Red u zelf toch, dokter! zeide Emile, terwjjl
hjj nog steeds tot aan zjjn hals toe in 't water
werd voortgetrokken, red uw eigen leven! gjj
hebt van gindsche bende geen pardon tc ver
wachten, zjj geven geen kwatier.
Hel was een vreeseljjk oogenblik te midden
van de slerksie strooming, die mijn paard
dreigde mede te slepen. Bovendien was dit
edele dier reeds nitgeput door den geforeeerden
rit, zoodat het al zwakker en zwakker tegen
de kracht van den stroom bleef kampen. Ook
ik stond op het pnnt den moed op Ie geven:
inet moeite hield ik mjj nog in den zadel vast.
Met de eene hield ik Emile boven water, dien
ik voor geen prijs ter wereld zou losgelaten
hebben. Tot ons geluk hield het vuren van den
Toen verkreeg mjjn paard tot mjjn onuitspre
kelijke vreugde vaslen voet. Ik dreef het met
geroep, eu met behulp mijuer sporen verder
aan, om den oever le beklimmen en, nog steeds
mjjnen patiënt, die bewusteloos geworden was,
half voorttrekkende half dragende, bereikte ik
De Pruisische grenswachters hadden van den
oever ook onzen strjjd, tegen de golven met
declnemin; en spanning gevolgd; omdat de
Kozakken ons achterna zaten, begrepen zjj de
gebeele toedracht der vlucht en toen wjj de
eerste grenspost bereikt hadden en wjj dus
beveiligd waren tegen de Russische vervolging
ontvingen zjj ons met een welwillend hoera.
De bevelvoerder van de grenspost naderde
Uwe passen, Mijne Heerenl
Helaas! wjj hadden zulk een document niet.
Dan zjjt gjj mijne gevangenen! sprak de aan-
Hierdoor zouden wjj in eene andere moeilijk
heid geraakt zjjn, maar Emile, die nu tot be-