Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
De rozeiikoiiingin.
No. 8.
Zaterdag 24 Mei 1890.
Vierde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG'.
Abonnementeprije p«r drie meenden:
Franco per poet
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging Qe Eembode.
Frije der AdvertentUn:
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
u bezorgd zjjn.
:eriyk Vrijdagavond
Pinksteren.
Zoo is dan met het eerste Christen-
Pinksterfeest het heerlijk verlossingswerk
voltooid. Begonnen door de oneindige
goedheid van den Heinelschen Vader,
die zich niet ontzag Zijnen eenigen Zoon
voor het heil der inenschheid ten beste
te geven, was het voortgezet, ja reeds
voltrokken door de grenzelooze barm
hartigheid van den menschgeworden
Zoon Gods, die leed en stierf aan den
schandpaal des kruises: doch het be
reikte eerst zijn algehcele en nog imrner
voortdurende voleinding in de onmete
lijke liefde van den H. Geesl, die als
Heiligmaker met al zijne genadeschatten
afdaalde van den Hemel om aan de
pas ontluikende Kerk een hoogcre wijding
en eene onvergankelijke hechtheid te
geven.
Het daartoe door God uitgekozen
oogenblik brok aan met den vijfligsten
dag na het Paaschfeest der Joden, voor
Israel's Zonen alreeds een dag aan vrome
endankbareGodsrereeringgewijd, waarop
zij, van heinde en ver naar de stad der
vaderen gestroomd, binnen den tempel
het feest der eerstelingen van den oogst
tegelijk met de plechtige herdenking van
's Heeren wetgeving op Sinai's berg
kwamen vieren. En terwijl zich alzoo
tal van vreemdelingen ter dubbele feest
viering te Jerusalem bevinden, god
vruchtige mannnen gelijk de Evan
gelist ons verhaalt uit alle volken,
die onder den Hemel zijn, wordt eens
klaps een vreemdsoortig geruisch uit
den Hemel gehoordde aarde dreunt
op hare grondvesten; de zaal waar de
eerste Christen-belijders in afzondering
en gebed zijn vereenigd, wordt op liet
eigen oogenblik als door een hellen
lichtglans bestraald, en vurige tongen,
die neergedaald plaats nemen boven de
hoofden van Gods dienaren en aan hunne
tong de macht der talen verleenen, zijn
ons onfeilbaar tot teeken, dat waarlijk
de Trooster gekomen en de belofte des
Heeren is vervuld: repleti sunt Spiritu
Sanclo, en allen werden vervuld van den
H. Geest."
Heerlijke en wonderbare verschijning
van den goddeiyken Vcrlroosler, Die
zieh met de vólheid zijner gaven uit
stort over Christus' Kerk, om ook met
haar in eeuwigheid te blijven; doch
heerlijker en wonderlijker nog de uit
werking van de kracht van Gods geest,
die de Kerk, wier levensbeginsel en be
zieling Hij is, met al hare strijdbare
zonen naar waarheid onverwinlijk maakt
tegenover iederen vijand.
Neen, die innerlyke kracht kon te
voren in de vreesachtige en laffo leer
lingen niet schuilen, die of wel hun
goddelijken Meester verloochenden, of
minstens de vlucht namen hij den aan
vang van zijn lijden, om zich eerst na
zijn dood en zijne verrijzenis weder te
vereenigen in een afgelegen bovenzaal
met gesloten deuren, bevreesd als zij
waren voor den hartstochtelijken haal
der Joden. En zie, nu is alle vrecze ge
weken. Met Petrus aan het hoofd treden
zij naar buiten om aan wie zich plichtig
gevoelt, den Godsmoord te verwijlen en
onbeschroomd aan alley de leer van den
Gekruiste te verkondigen. Zeker, zij ge
voelen, dat zij met de prediking van
die leer de wereld, die vijandig tegen
over hen staat, den oorlog verklaren
zij welen, dat zij, na aan alle aardsche
schatten, welke een verleidelijke wereld
haren volgelingen biedt, den rug te
hebben gekeerd, juist door die weigering
hunne vijandin meer nog hebben ver
bitterd, en dat zij bij de harde ver
wijten, welke zij haar als de apostelen
der waarheid gaan doen, zich ook aan
hare felste vervolgingswoede blootstellen.
Reeds zijn eenigen hunner gegrepen,
gekerkerd, onmenschelijk gefolterdmaar
niettemin blijven zij vast besloten den
eenmaal ondernomen krijg met een on-
buigzainen wil en een hardnekkigen
moed voort te zetten. De machtspreuk,
waarmede zij alreeds de rechters en
oversten van Jerusalem hebben be
schaamd, behoudt voortaan voor hen
hare krachtnon possumus .het is ons
onmogelijk te ontveinzen, hetgeen wij
hebben gehoord en gezienja wij kunnen
lijden, wij kunnen sterven, maar Gods
woord verraden, dat kunnen wij niet."
De onweerstaanbare kracht des II.
Gccstcs, die van af den Pinksterdag hen
bezielt en versterkt, dwingt hen om
trots alle verleiding, iedere list, elk ge
weld, ook ten koste van bloed en leven
Salans macht over de wereld le bestrij
den, alom het rijk van Christus te helpen
stichten en zelfs in de meest verwij
derde gewesten de vaan des kruises te
planten.
Aldus bleef te allen tijde dalzelfde
non possumus als de krijgsleuze gelden,
waarmede de Kerk van Christus den
onvermijdelijken strijd voortzette tegen
de haar vijandige machten, en niet het
minst in onze dagen heeft zij bij de
immer fellere aanslagen van het onge
loof getoond, hoe zij nog altijd aan haar
non possumun onwrikbaar vasthoudt.
Toen de nog jeugdige Pius IX de nalaten
schap van Paus Benedictus XIV aan
vaardde en den stoel van Petrus beklom,
hoopten de sluwe vijanden der Kerk
den goedhartigen en, gelijk zij meenden,
nog onervaren man op hunne paden te
kunnen lokken, alsof Gods geest niet
le allen tijde de goddelijke stichting
en haar hoofd met wijsheid bestiert.
Als dan ook booze list hier nutteloos
bleek, werd het snoodste geweld be
proefd om den Paus, verjaagd en daarna
geheel en al van zijne Staten beroofd,
voorgoed ten onder te brengen. Doch
het non possum uit des Pausen verijdelde
ook hier weer hel boosaardig opzet;
wat men den Paus-koning aan wereld
lijke macht ontnam, bleek welhaast een
nieuwe aanwinst voor zijne zedelijke
overmacht le wezen. Want nu ook onze
tegenwoordige Opperherder Paut Leo
XIII in navolging van zijn roemrijken
voorganger bij herhaling recht voor zijn
vervolgde Kerk blijft eischen, en voor
de Roineinsche quaestie eene oplossing
vraagt, steken de vijanden het hoofd
bijeen, om gelijk de joodsche rechters
eigen onmacht le erkennen, niet wetende
hoe den schandelijken strijd voort le
zetten of tol een gcwenscht einde te
brengen.quid faciemus hominibus islis
wat vangen wij met hen aan". Hel is
diezelfde kreet van machteloosheid, door
zoo menig ontmoedigden tyran reeds
geslaakt, die in den loop der ecuwen
den vcrmetelen strijd tegen Gods kerk
moest staken het is ook een zelfde zucht
van vertwijfeling, als waarmede nog in
don loatsten tijd een von Bismarck den
rampzaligen kultiirkampl, door hein
zclven stoutmoedig ondernomen, ten
deele weer opgaf om eindelijk on
machtig voorgoed het strijdperk te ver-
Zoo zien wij in den moeilijken strijd,
welken de Kerk zoo lier en onverschrok
ken tot hiertoe tegen eene vijandige
wereld gevoerd heeft, ook de blijvende,
wonderdadige uilwerking van dien Geest
van sterkte, die haar reeds bij hare
geboot te op den Pinkslerdag werd mede
gedeeld. Moge dan ook deze gedachte,
dat wij als kinderen der Kerk deelen in
den machtigen bjjstand van dien sterken
Geest, ons moed en lust geven, om als
trouwe en onversaagde kampioenen in
hare gelederen te strijden; en moge
dan vooral de geest van kracht, die de
geest van het Christendom is, zich ook
bij ons in een onwankelbaar non possu-
mus krachtdadig uilen, waar een chris
tenplicht dit van ons vraagt, al moet
het ook zijn met opoffering van 's werelds
gunst, wier gemis ons zoo min als
onze Moederkerk zal schaden.
V. C. t. A.
BUITUNLAND.
De .Algemeenc Vergadering van
Duitsche Katholieken," zal dit jaar te
Munchen niet plaats hebben. De katho
lieke Regent van Beieren, prins Luit-
pold, heeft den minister-president Von
Lutz van dienst willen zijn, door zich
zoo krachtig mogelijk legen hel houden
van hel congres der Katholieken te
vereelten. In een schrijven aan den
aartsbisschop drukt hij zijn spijt uit,
dat men op het denkbeeld is terugge
komen, om te Munchen een katholiek
congres te houden. Dit zou niet leiden,
zegt hij, tot den binnenlandschen vrede,
die zoozeer door alle weldenkende per
sonen, tot welke kringen zij ook behoo-
ren, wordt gewenscht. De prins eindigt
zijn schrijven aldus:
.Voordat ik, overeenkomstig myn
rechten en plichten, maatregelen beraam
om dien vrede te verzekeren, zou ik
levendig wenschen, dat gij beraadslaag-
det met de katholieke notabiliteiten,
inzonderheid inet het kapittel der kathe
draal, en ik verzoek u, mij zoo spoe
dig mogelijk van het resultaat dezer
beraadslaging in kennis te stellen."
Ingevolge dat schrijven van den Prins-
Regent heeft men in eene vergadering
van gedelegeerden besloten, den Katho
lieken-dag dit jaar niet in Munchen te
laten vergaderen. Aan prins Löwenstein
I werd opgedragen eene andere keuze te
doen en den aartsbisschop te verzoeken
den Regent dat besluit mede le deelen.
Waar de vergadering nu zal plaats
hebben, is nog niet bekend.
Inlusschen hebben de Katholieken
van Beieren een bewijs te meer van
de gezindheid der Regeering te hunnen
opzichte. Wellicht zal het voor hen
eene krachtige aansporing zijn om aan
eengesloten met des te meer ijver er
naar te streven, om in zulk een treu-
rigen toestand eene gewenschte veran
dering le bekomen. De onverantwoor
delijke daad van den Prins-Regent is
zeker wel geschikt om de traagste ge
moederen cp te wekken tot het verde
digen van hunne godsdienstige belan
gen, nu ze op zulk eene ergelijke wijze
door de Regeering worden bemoeilijkt.
De Engelsche staatsman, Gladstone,
heeft te Lowestof eene redevoering
gehouden, waarin hij de gruwelen, welke
in Armenië worden gepleegd, brand
merkte, en erop zinspeelde, dat de
Engelsche Regeering zijn invloed moest
aanwenden, om die verdrukten in het
Ollomanische keizerrijk tegen zulke
wreedheden te beschermen. Omtrent de
gruwelen in Siberië, meende hij, dat de
Engelsche regeering moeilijk handelend
kon optreden, al had hij dit onderwerp
ook in het Lagerhuis ter sprake ge
bracht. Toch zou hij verheugd zyn,
indien het in het vermogen was van
Hr. Ms. regeering, aan de Russische
regeering op vriendschappelijke wijze
kenbaar le maken, welke onaangename
FEUILLETON.
(Slot.)
De akeligste gevangenis van Frankrjjks hoofd-
stad is voorseker de coociergerie. Zjj ligt min
stens li voet lager dan de omliggende straten
en is het gewone oponthoud van de zwaarste
misdadigers. In dit ongezonde onderaardscho
verbljjf versmachtten gedurende den schrikke-
Ijjken tjjd der Fransche revolutie vele onschul
dige oflers der razernij van een misleid volk,
welke korten tijd daarna aan de beulshanden
zooden overgeleverd worden.
In dezen vochtigen kerker stond op een don
keren Septemberavond van het jaar 1793 een
vrouw, die tusscheo de dertig en veertig jaren
oud kon zjjn, maar wier haar reeds vergrijsd
was. Hare vermagerde gestalte was met een
ruw kleed bedekt, hare bijna doorschijnende
handen waren krampachtig gevouwen en haar
treurende blik was naar boren gericht. Een
diepe uitdrukking van bedroefdheid verbreidde
zich over haar bleek aangezicht, dat niettegen
staande de sporen van lijden en doorgestane
ellende nog altijd teekenen droeg van een
vroeger schitterende schoonheid. Deze dame was
Marie Antoinette de ongelukkige koningin van
Frankrjjk.
Welk een lotverwisseling was er met deze
eens zoo vereerde vronw geschied. Was het
werkelijk dezelfde, wier natuurlijke bekoorlijk
heid aller harten veroverde bü haren eersten
Parijs; wier oogen, handen en haar
i talloo;
lichtjes t
goedheid des harten en weldadigheid in ieders
mond waren; wier levenslustige vrooljjkheid de
Tuileriein als een zonneslreal verlichtte en ver
warmde Waar is no dal hemelsch blauw barer
oogen, hel rozerood barer wangen, hel goud
harer lokkeu en de bekoorlijkheid barer ge
stalte? Hare oogen zjjn nu zonder glaus, hare
wangen bleek en hol: de schrikkelijke slagen
van het noodlot, de ondankbaarheid van een
bloeddorstig geworden volk hebben haar van
al haar vorig sieraad beroofd. Haar gade was
getallen als een offer van den beul; men had
haar hare kinderen ontnomen, en, gescheiden
van alles wal zjj beminde, zag zjj zich alleen
en veriaten in het doffe kerkerhol, den dag
verbeidende waarop ook zjj de trappen van het
schavot bestijgen moest. Maar bjj al haar Ijjden
bad zjj bestendig voor hare vjjanden, voor haar
volk en haar landen dat verzachtte baar Ijjden
en vervulde hare ziel met troost.
De avondschemering daalde neer en in den
duisteren kerker werd het nog donkerder. De
bewaakster trok zich terug, opdat de koningin
gedurende de uren van den nacht alleen kon
zijn. De ijzeren deuren der gc.vangenis knarsten
op bare hengsels. Diepe stille volgde, afgebro
ken alleen door de voetstappen van den schild
wacht, die voor do deuren been en weer liep.
De koningin stond met gevouwen handen voor
het tralievenster van haar donkeren kerker. Zjj
herdacht op dit oogenblik den gelukkigen t|jd,
dien zjj doorgebracht had als kind en jonge
maagd aan de oevers van den blauwen Donau.
in gezelschap van hare roemrijke moederzaliger
MariaThercsia; hel onnoembaar gejubel enden
pracht waarmede liet volk van Parijs haar als
bruid van den jongen koning ontving; de schoone
tjjden, die zjj met haar bomindr vriendin, de
prinses de Lainballe, doorbracht; zij dacht aan
haren dierbaren gemaal en haar innig beminde
kinderen. Tranen sprongen haar in de oogen
bjj het denken aan dal verdwenen geluk en
slechts de hoop, spoedi
Een zoele glimlach van vreugde
het gelaat der koningin.
,Ik herinner mij dien dag nog zeer
zeide zjj. .Het was een heerlijke Junidr
licht e
vol
terbljjf v.
weder i
de wonden barer lijdende ziel.
Terwjjl deze beelden van het verleden en
deze gedachten van hoop op de toekomst
voorbjj het zielenoog der gemartelde vrouw
kerker den zoeton geur van rozen inademde.
Inderdaad het was geene verbeelding, Hare
oogen vielen op een meisje, dat aan hare voeten
nederknielde en een krans van bloeiende
rozen naar haar omhoog hield.
.Wie zjjt gij en hoe komt gjj hier?" vroeg
de koningin verbaasd.
Het meisje bleef in hare knielende houding,
en, zonder een oog van het gelaat der koningin
af te wenden, antwoordde zjj:
,1k ben Sylvia Lablache uit Salency, die voor
eenige jaren het geluk en de eer had door hare
goede koningin tot rozenkoningin gekroond te
hoe zjjt gjj hier gekomen?" vroeg zjj nog eens;
,en wat wilt gij hier op deze plaats van ver
schrikking? Hebt gjj ook gedacht aan het groole
gevaar, waarin gjj u begeven hebt?"
.Dat gevaar is voor rnjj zoo groot niet, edele
koningin," antwoordde Sylvia, terwjjl zjj op een
teeken van de koningin opstond.do schildwacht
voor de deur is een jongeling uit Salcncy, die
een vriend mijns broeders is. H(j hoeft het mij
mogelijk gemaakt, uwe Majesteit op zulk een
laat uur le kunnen bezoeken, moAr alleen onder
voorwaarde, dat ik slechts een korten tjjd in
de gevangenis mag vertoeven. Daarom, genadige
koningin, haast ik mij twee beden tot u le
richten. Vooreerst dat gjj dit kleine geschenk
van bloemen gelielt aan te nemen, en ten tweede,
dal gjj spoedig met rnjj van klecding gaat
verwisselen, opdat gjj gered kunt worden, en dat
gjj, met de hoop op betere tjjden, voor het
vaderland moogt behouden bljjven. Onder
bescherming vun den nacht en ook met de
rozen in de band zal niemand de ko
ningin herkennen, en mjjn broeder staat niet
ver van hier met den wagen klaar, om onze
goede koningin naar een veilige plaats over te
brengen."
De koningin luisterde met stille aandacht
naar de woorden van het meisjedaarna
schudde zjj zachtjes met het hoofd en zeide
.Neen, lief kind! dat zou u uw eigen loven
,Ik heb niets inde wereld te vei liezen. Mijne
ouders z|jn gestorven, ik heb nog slechts «énen
broeder, die gehuwd is en dus na mjjn dood
niet eenzaam en veriaten zou achterblijven. Deze
broeder is zelf van het plan onderricht en
wacht met de koets op eenigen afstand onze
dierbare koningin af."
Marie Antoinette was tot tranen toe ont
roerd en kon nauwelijks meer sprekentoch
zeide zjj eindelijk op vastberaden toon:
.Dank, duizendmaal dank voor zooveel liefde
en opofferingMaar ik kan nog mag uw offer
Ijjden en te sterven."
Sylvia drong nog herhaalde malen .biddend
en smeekend en voor haar op de knieSn.vallend
by de koningin aan, om toch maar het aanbod
aan te nemen, maar het antwoord van deze
bleef onveranderd hetzelfde.
,6a in vrede, dierbare rozenkoningin, God zjj
met u 1" zeide zachtjes Marie Antoinette.moge
uw levenspad met rozen bestrooid zjjn. De ko
ningin van Frankrjjk, wier kroon met doornen
doorweven is, zal voor u bidden."
Een zacht geklop aan de dear herinnerde
Sylvia er aan, dat het hoog tjjd werd, om de
gevangenis te verlaten, en dat het nog maar
een korten tijd zou duren, dat de schildwacht
door andere soldaten zou vervangen worden.
Toen Sylvia zag, dat de koningin niet tebewe-