Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
lit den tijl der Revolutie.
No. 15.
Zaterdag 12 Juli 1890.
Vierde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden:
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKronmestraat, F 241, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Adrertentidni
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor lederen regel meer- 0.05
Corraspondentién en Advertentién moeien uiterlijk Vrijdagavond
vóór li ure nan liet bureau bezorgd zijn.
De nieuwe legerwet.
Hel wetsontwerp tot regeling van den
krijgsdienst is toch eindelijk de vorige
week bij de Tweede Kamer ter behan
deling ingekomen. Uit het gedeelte van
dit wetsontwerp, in het vorig nummer
dezer courant medegedeeld, is gebleken,
dat de Regecring aan de bevolking van
Nederland het ondragelijk juk van per
soonlijken dienstplicht op de schouderen
werpen wil.
Terecht schrijft De Tijd.Met pijn
lijke verbazing zal ecu aanmerkelijk ge
deelte van het Nederlandsche volk reeds
daarom alleen kennis nemen van een
ontwerp, dat het, naar ons voorkomt,
allerminst van een kabinet uit de Rech
terzijde mocht verwachten." Zoo is
het. Pijnlijk, ja, uiterst pijnlijk en grie
vend is het van deze Regeering zoo iets
te moeten ondervinden. Zoo halsstarrig
en vermetel hadden wij ons haar niet
kunnen voorstellen. Niet de minste aan
dacht schijnt door haar aan de geop
perde gemoedsbezwaren van de tegen
standers van persoonlijken dienstplicht
te zijn geschonken.
Wij hadden nog altijd gehoopt, dat
de argumenten, die tegen zulk een wets
voorstel zijn ingebracht, de Regeering
tot nadenken zouden hebben gestemd,
en haar van eiken onberaden stap in
deze zou weerhouden hebbenmaar
niets heeft gebaat. Al de betoogen en
verzoeken in deze brandende quaestie
zijn op den onwil der Regeering afge
stuit. En toch waren de bezwaren door
de bestrijders van zulk eene wet ont
wikkeld, wel zóó, dat men ze met de
meeste nauwgezetheid had behooren te
onderzoeken, en indien zulks mogelijk
ware, ze ook te weerleggenmaar niets
van dit alles is geschied. Met een cy
nisme, dat verbitteren moet, wordt in
de Memorie van toelichting gezegd:
,Met de staatscommissie is de Regeering
van oordeel dat voor hen, die ter in
lijving bij de actieve zeemacht of bij
het leger worden aangewezen, ver
vanging in den dienst, of ruiling met
anderen niet kan worden toegelaten."
Nog wordt aan dit poovere betoog
toegevoegd: ,De Regeering stelt zich in
deze op het standpunt dat, welke redenen
van meer of minder belang voor of
tegen de loopussing van het beginsel
der persoonlijke vervulling van den
dienstplicht mogen zijn aan te voeren,
de toepassing daarvan, volgens haar
overtuiging, onvermijdelijk noodzakelijk
is, omdat alleen daardoor in vol
doende hoeveelheid de geschikte slof
kan worden verkregen om, bij een doel
treffend stelsel van legerorganisatie, te
voorzien in de behoefte aan officieren
en verder kader en aan personeel voor
de vervulling van sommige diensten en
betrekkingen, waaraan anders niet of
slechts ten koste van Ie zware geldelijke
opofferingen zou kuunen worden vol
daan. Zij acht mitsdien die toepassing
noodig om te kunnen geraken tol een
stelsel van legerinrichting, hetwelk deug
delijkheid paart aan min- kostbaarheid."
Met zulk eono armzalige redeneering
moeten de argumenten tegen persoon
lijken dienstplicht opgeworpen, zeker
weerlegd hceten. Op kouden, slroeven
toon, zonder de minste consideratie met
de tegenstanders, wordt eene ingrijpen
de daad den volkc aangekondigd, als
gold hel eene zaak, waarover slechts
woorden waren gewisseld, die niet in
aanmerking behooren te komen. Het
pluimpje, dat de Minister van Oorlog
toch nog aan de minderheid uit de
Staat-Commissie, de heerenReuther
Brouwers en Mulsaers geliefl uit te
reiken, wordt daarom door De Tijd
naar verdiensten getaxeerd.
In de memorie van toelichting wordl
gezegd: ,De Regeering brengt gaarne
hulde aan de vaderlandslievende bedoe
ling van de onderteekenaren dier be
langrijke Nota; zij kan nochtans met
den inhoud en de strekking daarvan in
verschillende opzichten niet instemmen."
Zeer ter snede voegt De Tijd daaraan
toe: .Met andere woorden, och ja, de
stakkers meenden het wel goed, maar
de menschen hadden van de dingen
eenvoudig geen versland. 't Loont
de moeite niet er veel papier verder
om vuil te inakcn."
Met dut al heeft geen enkele tegen
werping in de oogen der Regeering ge
nade kunnen vinden, geen enkel argu
ment is afdoende geweest. Noch de
ernstige bewoging door de verschillende
kiesvereenigingen daartegen ontwikkeld,
en dut enkel bij het vernemen van een
gerucht, dal zulk ecu onheil in aan
tocht was, noch door de verloogen in
de pers, die niet onnadenkend daar
heen waren geworpen, maar uit een
diep gevoelde overtuiging en waarach
tige vaderlandsliefde voortkwamen, heb
ben iels uitgewerkt. Het stalen gemoed
van onzen Minister van Oorlog zou wel
licht nog voor betore indrukken vatbaar
geworden zijn, als hij bij zijn collega
in Oostenrijk maar advies had inge
wonnen. Dan zou de lust voor zijne
Excellentie 0111 militairen boeman te
spelen, ■'mogelijk nog wel verdwenen zijn.
Vrage men nu echterof alle hoop
op het behoud der nummervcrwisseling
en plaatsvervanging moet worden op
gegeven, dan zouden wij, 'naar onze
besclieidene meening, hierop met de
volste overtuiging antwoordenvolstrekt
nietEr blijven ons nog te veel licht
punten in dezen clioas over, om ons
tc laten ontmoedigen. De Regeering
heeft zich wel in deze afgesloofd om
de mililairistcn van dienst tc zijn, maar
of eene meerderheid in de Tweede
Kamer zich ook hiertoe zul laten leenen,
is eene andere vraag. Hel ach en wee!
dat vooral in den laatslen tijd vernomen
werd over de ellende door liet militai
risme in andere staten verwekt, zal
zeer zeker op menig afgevaardigde den
noodigen indruk hebben gemaakt, en als
eene waarschuwing in hunne ooren heb
ben geklonken. Of is het geen verblij
dend teeken, dat zich nu reeds volks
vertegenwoordigers aan de zijde van de
bestrijders van persoonlijken dienstplicht
hebben geschaard, die vroeger eene
geheel andere meening waren toege
daan Heeft de Raad van State dit
wetsontwerp niet reeds niet een scherp
afkeurend oordeel gebrandmerkt? En
dan, hoe bemoedigend is liet te denken,
dal ecu onzer uitnemendste kamerleden
reeds openlijk verklaard heeft, dat de
aanneming van verplichten persoonlijken
krijgsdienst, als geheel strijdig met den
volkswil moot worden beschouwd, en
daarom ten zeerste verwerpelijk is. Wij
vragenis va» zulke echte volksver
tegenwoordigers niet te verwachten, dat
zij alles zullen aanwenden, om de
Nederlandsche natie voor die ramp tc
behoeden
Daarbij zijn wij zeker, dat in de com
missie van voorbereiding mannen plaats
nctnen, die, in deze quaestie vooral, zich
niet met een kluitje in hel riet laten
sturen, en op liet punt van bestrijding
van dit wetsontwerp reeds de sporen
hebben verdiend. Zoo iets doet toch
voorzeker in de toekomst vertrouwen
stellen.
Maar ook liet overtuigend bewijs, dat
de gchcele katholieke pers, nu de leger
wet bij de Tweede Kamer is ingediend,
zich volkomen éénstemmig er tegen ver
klaart, is een aangenaam verschijnsel.
Er moge verschil omtrent de wijze van
bestrijding hebben bestaanten opzichte
I van de quaestie zelf is men in alle
opzichte homogeen. Vaderlandsliefde en
liefde voor de vrijheid moet bij den
waren Katholiek worden gezocht, en dit
nu komt juist hierin zoo treffend en
duidelijk aan den dag.
Het Centrum heeft ten opzichte van
hel ontwerp-lcgerwol zich ook thans
zeer krachtig verklaard, en de invoering
van zulk cone wet zelfs onmogelijk ge
noemd. ,De inzage van dit ontwerp
zegt hel lilud versterkt ons in de
vroeger door ons uitgesproken over
tuiging, dat persoonlijke dienstplicht,
hoe wonschelijk deze ook moge geacht
worden, eene bepaalde onmogelijkheid
is, tenzij tevens de algemeene dienst
plicht met de noodige vrijstellingen in
gevoerd worde. Nu weten wij zeer goed,
dal de algeincene dienstplicht, wegens
de daaraan verbonden kosten, voor ons
land eene onmogelijkheid is, tenzij men
weder een stelsel als dat van wijlen den
generaal Reuther volge. Maar evenals
het voor ons vaderland eene onmoge
lijkheid is, om een krijgsmacht als de
Franschc of Duilsche te hebben, en
'an liet stroven daarnaar moeten
afzien, evenzoo is het onmogelijk, den
dienst dor dienstplichtigen zóó te
verzwaren, hen maatschappelijk zóó bij
de niel-dienstplichtigen ten achter te stel
len, als dit wetsontwerp wil.
,De verdere behandeling van dit
wetsontwerp, zoowel in als buiten de
Staten-Generaal, zal de onaannemelijk
heid ervan meer en meer doen uitko-
Zij, die bij de tegenwoordige
dienstregeling zich niet kunnen doen
vervangen, konden van eene nieuwe
regeling verlichting van lasten venvach
ten. Terecht klagen zjj over een telkens
tc hunnen laste verlengden diensttijd.
.Bij de nieuwe voorgestelde regeling
heeft echter niemand cenig voordeel.
Het wetsontwerp getuigt zeker van
den ijver en de werkkracht van onzen
minister van oorlog. Daarom spijt 't ons
neer, dat hij eene dienstregeling
voordraagt, die in geen land ter wereld
bestaat of bestaan kan".
Waarschijnlijk zal cr dus geene meer
derheid in de Tweede Kamer worden
gevonden, die eene onmogelijke wet zal
goedkeuren. De Kamerleden, vooral zij,die
door de tegenstanders van zulk een
wel gekozen zjjn, zullen zich nog wel
tweemaal bedenken, vooraleer zjj zich
tot zulk eene roekelooze daad laten
verleiden. De gevolgen daarvan zouden
niet uitblijven. Immers, wanneer ook zjj,
evenals de Regeering, hun den hand
schoen op die manier zouden toewerpen,
waren wij bevreesd, dat hij ook
werd opgeraapten dan zou het tevens
blijken, dat de vrienden van heden on
verbiddelijke tegenstanders zouden ge
worden zijn.
FEUILLETON.
(Vervolg)
Volgens afspraak begaven, zoodra de
donkerheid inviel, broeder en zuster Rollan
zich naar het kasteel, terwijl graaf Felix en de
vrouwen in eenvoudige dracht La Charette
verheten. N mweljjks wist de boerenzoon da', hij
zich niet meer over hunne terugkomst behoefde
U bekommeren, of hjj begon den baas te spelen
op den zetel van het adellijk geslacht. Hij ging
van vertrek naar vertrek en verlusligde zjjn
blik aan de sieraden en kostbaarheden die daar
verzameld waren. Zoo kwam hjj ook bjj het
archief des huizes. Reeds stond hjj op bet punt,
ook daarin zjjne weetgierige blikken te slaan
door middel van den sleutel, dien de gravin
hem gegeven had, toen hjj zich nog in tjjds
bedacht en mompelde:
.Neen, laat ik dat nog niet doen; als men
mij hier eens mede bezig zag, zou men kunnen
denken, dat ik trachtte eenige van de geheime
papieren in veiligheid te brengen. Mijn verdienste
zal des te grooter zijn als ik deze ruimte onge
opend laat."
De stem zijner zoster, die hem toeriep, stoorde
hem in zjjn alleenspraak.
,Wat wilt gjj?" vroeg hjj barsch.
.Jean, er zal ons nog een ongeluk overkomen;
en toch is hel maar gelukkig, dat de adellijke
familie weg is. Lieden uit de omliggende dorpen
vluchten hier naar La Charette. Zij zeggen dal
er troepen uit Parjjs zijn aangekomen, die vree-
selijk in de omliggendo dorpen huis houden.
Men heelt den burchtgraaf d'Arligny gevangen
genomen en naar Parjjs gesleept, de trouwsten
zjjner lieden die hunnen hoer verdedigden, zijn
mishandeld of gedood, terwijl onderen, die men
trouw waande aan de goede zaak, van kleur
veranderd zijn, en onder aanvoering van den
wilden Laroche zich uilgeven voor ijverige
aanhangers der republiek."
Met zichtbare verrukking had Jean geluisterd
naar hel bericht zjjaer zuster; eene woeste vreugde
straalde uit zjjoe blikken, toen hjj uitriep:
.Zoo! dat doet mjj pleizier! Eindelijk nadert
dan het uur, waarnaar ik zoo vurig rerlangd
heb. Nog maar een paar uren, en ook van de
linnen van hel kn9leel La Charette zal de roodo
vaan der republiek wapperen. Ga! Maria en zorg
er voor allee gereed le maken, wat keuken en
kelder kunnen opleveren. Wjj krijgen gasten in
het slot. Kleed u dan vorder eens netjes aan,
zooals het de zuster past van den tockomstigen
bezitter van La Charolle."
.Ontzettendriep Maria doodsbleek. .Worden
zoo de zwarte gedachten, die ik in uwe ziel
las, tol de daad gerijpt Dan moge op u alleen
.Zwjjg," bulderde Jean;" .nogéén woord dat
n of mjj ic verdenking kan brengen, en ik sluit
u op in een kamertje, waar gij aan maan eo sterren
uw harteleed kunt klagen of bjj God! ik lever u eigen
handig als koningsgezinde aan het gerecht over."
Maria gehoorzaamde sidderend, niet alleen om
haar eigen veiligheid, maar ook urn voor hel
leven liurer meesters te kunnen waken.
,Jean Rollan!" klonk wederom eeno stom
door do gangen van helslot. Joan Rollan, waar
zfit gij?"
.Hier ben ik, Lise Laroche!" antwoordde Jean.
.Ik doorliep eens de gangen en kamers van het
slot Brengt gjj mjj boodschap vun aw oom,
burgeres?"
.Goede boodschap, burger Jean?" riep Lise.
.Het werk bjj ons is al verricht, de troepen
zjjn op het kasteel; spoedig zullen zjj hier zjjn,
te bereiden. Hoor eens Maria, wjj zullen ons
oom medegedeeld, dat de aristocraten het slot
hier al verlaten hebben om in Parjjs voor goed
zeker te zjjn van het schavot. Er zal hier toch
wel wat mooie klecrcn achtergebleven zjjn voor
ons. Kom lant ons maar gauw wat nemenDe
aristocraten hebben het toch niet meer noodig
die hebben nog maar alleen behoefte aan een
doodshemd."
.Neen Lisel nu nog niet"; sprak Jean. ,Er
mag hier niets uit hel slot verwijderd worden,
voordat burger Lc Pourzcl aangekomen is. Alles
moet ongeschonden in de handen der republiek
oveigeleverd worden. Daarna moogl gjj nemen,
wat u goeddunkt Ga nu eo help mjjue zuster,
terwjjl ik naar het dorp ga, om den vluchtelingen
mede le deelen, dat La Charette opgehouden
beeft een toevluchtsoord voor koningsgezinden
le zijn,"
Lachend trok Lise hot jongo meisje mat
voort, terwjjl Jean liet slot verliet en nunr
dorp ging. Donr verdrongen zich spoedig de
bewoners om dun gunsteling huns meeslei
hom te vragen of het waar was, dit de grafe
lijke fainilio het voorvaderlijk slot verlaten
had.
„Ja," riep Jean met luider stem, .ja, het is
familie La Charette ons aan ons noodlot over
en vluchtte. Men kan zien hoeveel de adel zich
bekommert om hunne onderdanen, als zij h
eigen hoofd maar in veiligheid kunnen berg
Weest daarom nu maar blij, dat daar boi
gecno aristocraten meer huizen, en zoek'.
ook maar even als ik uwe veiligheid bjj
republiek. Ik voor mij bedank er ten min
hartelijk voor, injjn le en in do wangschaal te
stellen voor diegenen, die ons lalharlig verlaten
hebben, op het oogenhlik dal hel govaar in
aantocht was, Do vrjjhoid weukl ons nu
Wj| hebben nu alleen maar to gehoon
aan de wet, en do wet ptedibl do republiek.
Roept dus maar met rnjjWeg met die lafharligo
aristocraten I heil de republiek I"
Ieders tong was versljjfd van verbazing. Wel
waren er lisden, dis Jean wantrouwden,
zulk een openbaar verraad had niet één
wacht.
.Hoort 1" riep Jean verder.boort gjj daar
het roffelen der trom niet? de republikeinen
naderenwee uzoo gjj nog langer toeft-
Weo u!"
.Wee u zelf, Jean Rollan I" klonk een schelle
rouwenstcm uit de menigte; .gjj zjjl een ver
ader uwer heeren, eon verrader van de mo-
lurchic I Het is geen vndarhtndehefde, dat u be
ielt, maar eene oerlooze hogeerte n«ur geld on
nacht ie het, dat u drjjft. Wees vervloekt!"
Niemand wist, vanwaar die slem kwam; winl
omgeving te kunnen zienmaar iedereen e
ook Jean Rollan erkende do stem ven moi
der Gregoire.
.Pos op, heks!" riep Jean builen zich zelf va
Geen vin verroerde zich, want de aandacht
werd weer afgeleid door eene vrouw, die buiten
adem kwam aanloopen en riep .Zjj komen 1
zjj zullen ons allen vermoorden 1 de wilde La
roche is b|j hen I"
Onder luid geroep vloden de vrouwen in
hunne hullen; eonige kloeke mannen riepen
elkandor toe, om do ongevraagde gaston met
geweld te kceron, maar deze waren verreweg
in de minderheidhjj de moesten gold het om
havo en goed en Ijjf te bergen, en enkele stem
men, epoedig door meerderen gevolgd, riepen (1
gauw: .Heil de republiek"! Leve Jean Rollanl
Jean Rollan moet ons beschermen.".
Dit geechreeuw in hel dorp drong door to»
het slot en werd gehoord door Maria, dlo
doodsbleek uit hel diepste van hoor hort een
gebed opzond ten Hemel, niet alleen voor hen,
die door haren broeder verraden waren, maar
ook voor den verrader zelf.