Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
Uit iei tijd der Revolutie.
No. 25.
Zaterdag 20 September 1890.
Vierde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drie maanden:
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advert en tién:
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
11 uiterlijk Vrijdagavond
ZIJ. die zich vóór
I October abonneeren
op DE EE.HBODE. ontvangen
de tot dien datum verschij
nende Rummers (JRATIN.
Beginsel en consciëntie.
Niet enkel het anti-revolutionnaire
beginsel maar ook de consciëntie is bij
de Standaard in onrustige beweging
geraakt, nu bet militaire vraagstuk in
behandeling is genomen. Wel weet een
ieder, hoe met het woord beginsel door
dit blad soms wordt omgesprongen,
maar thans begint ook de consciëntie
bij dit orgaan zich luide Ie doen hoo-
ren, nu de quaestie van persoonlijken
dienstplicht moet beslist worden; en
daarmede wordt het er volstrekt niet I
beter op. De consciëntie, als zij ten
minste zoo voortgaat, kan dit blad nog
wonderlijke parten spelen.
Vrij zonderling is het in dit geval,
dal de Standaard in den aanhef van
zijn artikel, waarin de militaire quaestie
wordt behandeld, beginl met opnieuw
eene vleiende loftuiting te brengen aan
den moed en het beleid, niet enkel
door den minister van Oorlog, maar
door het geheele Kabinet getoond, alsof
van liberale zijde niet reeds alle moge
lijke lof daarvoor is uitgebazuind. Het
Kabinet heeft zich voor persoonlijken
dienstplicht verklaard, derhalve staal
of valt bet er mee: er is dus niets
meer aan te doen, dan zich geduldig
er bij neer te leggen, is de verwonder
lijke conclusie van de Standaard. Want
hoe men het ook keerc, zoo ongeveer
betoogt hel blad het beginsel, waar
van dit voorstel uitgaat, viel niet te
bemantelen. En wanneer nu dit ont
werp tot wet werd verheven, en de
plaatsvervanging definitief werd afge
schaft, dan zou het anti-revolutionnaire
beginsel gered zijn, en wel door het
kloek optreden van het geheele Kabinet.
Maar er is meer dat in het artikel
van de Standaard de volste aandacht
verdient. Het blad durft zonder blikken
of blozen te schrijven:
.Om thans te verschuilen achter
enkele bedenkingen, die ongetwijfeld op
het ontwerp te maken zijn, of ook te
gen dit ontwerp in verzet te komen,
omdat vooraf het kazerneleven behoorde
verbeterd te zijn, zou noch eene oprechte
politiek, noch voor de publieke consciën
tie geoorloofd zijn."
Alzoo speelt de oprechte politiek,
maar ook niet minder de consciëntie
van de Standaard hier eene belangrijke
rol. Maar het verwonderlijkst is wel,
dat de anti-revolutionnaire consciënties
in dezelfde zaak zoo hemelsbreed in
opvatting kunnen verschillen. In het
onlangs door ons overgenomen artikel
uit de Prof. Noordbr., een blad, dat
niet minder dan de Standaard het be
ginsel der anli-rcvolutionnaire partij
huldigt, en beschouwd wordt als in
nauwe betrekking Ie slaan met een van
onze tegenwoordige ministers, wordt
uit het oogpunt van consciëntie heel
anders geredeneerd. Om dit te bewijzen
achten wij liet noodig hier nogmaals
een gedeelte van dit merkwaardig arti
kel te laten volgen.
,Nu de hervorming van liet leger en
den militairen dienst aan de orde ge
steld is, behoorde men toch te letten
op de zoo 'billijke wenschen des volks.
Van regeeringswege worden er telkens
wenken en voorschriften gegeven tot
voorkoming van stoffelijke besmetting,
waardoor ons lichaam gevaar zou loo-
pen. o. a. nu ook weer tegen liet ge
vaar, dal teringlijders voor hunne omge
ving opleveren, dit is goed en nuttig;
doch zoolang er zulk een door en door
bedorven atmospheer in onze kazernes
aangetroffen wordt, waardoor zedelijke
besmetting bijna onvermijdelijk is, ach
ten wij het mede van onzen plicht daar
tegen Je waarscuuwen. Is de persoon
lijke dienstplicht eenmaal aangenomen,
dan is dat gevaar inel geen geld af U
koopen en moet men er zijn zonen aan
blootstellen, gelijk dit nu met alle on-
vermogenden het geval is, die niet min
der gevoelen wat het zegt, hunne kinderen
naar een zedelijke moordspelonk te
zien vertrekken.
.Zoolang de huizen der ontucht in
de nabijheid onzer kazernes geduld
worden, en daar binnen vrij spel wordt
gelaten aan alle bespotting en verach
ting van godsdienst en zedelijkheid,
zoolang het vloeken en dc godslastering
gerekend worden tot den soldatenstand
te behooren, zoolang zullen wij blijven
aandringen op hervorming van het ka
zerneleven, om het even, of de per
soonlijke dienstplicht al dan niet inge
voerd worde."
Welk een buitengewoon verschil tus-
schen de gewetens van beide organen
treedt hier in het lichtZich achter
bedenkingen te verschuilen, acht de
Standaard voor de openbare consciëntie
niet geoorloofdzelfs verbetering van
hel kazerneleven behoeft vooraf niet
eens te geschiedende l'rot. Saordbr.
daarentegen wordt door zijn consciëntie
gedwongen, te waarschuwen om toch
niet onberaden persoonlijken dienstplicht
aan te nemen, vóór dat er zekerheid
beslaat omtrent de verbetering van hel
kazerneleven. En dat het laatstgenoemd
blad in zijne mcening door partijgenoo-
len wordt gesteund, bewijst alweer het
onderstaande, dal dezer dagen in de
Standaard voorkwam.
.Het maandblad Getuigen en lledden
bevat in zijn jongste nummer een artikel,
naar aanleiding der hangende legerkwcs-
tie. Niet om eene meerling voor of tegen
de plaatsvervanging uit te spreken, want
in deze kwestie heeft het blad geen
opinie; maar om zich bezig te houden
met dc moreele kwesties in hel kazerne
leven, waarop afschaffing der dienstver-
vanging van grooten invloed zal zijn.
Als de Staat, zoo zegt de heer H. P.,
op den meest gevaarlijken leeftijd de
jonge mannen uit het ouderlijke huis
trekt, laadt hij eene zware verantwoording
op zich, en behoort die niet licht te
tellen. De soldaat wordt willens of on
willens in eene omgeving gebracht, die
voor zijn geheele leven van de grootste
beleekenis zijn kan. leder weel, dat een
afzonderlijke stand in de maatschappij
zijne eigenaardige gevaren meebrengt.
Wat menig jongen man in de omgeving
van zijn ouderlijk huis niet in de gedach
ten zal komen, durft hij zich aanmatigen,
zoodra hij de uniform draagt. Wal hij
in die uniform doet, staat builen betrek
king met zijn maatschappelijk leven, en
heeft geen verdere gevolgen voor zijn
toekomst. Zijne ouders oordeelcn er echter
anders over en, wie dieper nadenkt ook
onder jonge mannen, zal hun daarin
gelijk geven. Maar in den regel is dit
zoo niet en wij hebben niet met de
uitzonderingen op den regel te inaken.
Grool zijn de verzoekingen van velen,
en gering is hel tegenwicht. Tegen
diefstal en oneerlijkheid mag de mili
taire geest sterk gekant zijn, tegen de
ontucht staat hij allesbehalve vijandig.
En wanneer dan de overheid zich niet
ontziet, aan de ontucht zekere rechten
toe te kennen, wordt dc laatste steun
weggenomen, dien de jonkman tegen dc
verleiding heeft.
Indien dus de plaatsvervanging wordt
afgeschaft, en in het leger zonen komen
uit alle standen der maatschappij, laat
het zich aanzien, dat de drang, om in
deze toestanden verbetering te brengen
veel krachtiger zal werken dan lot heden
het geval was. Jaren lang heeft men
b. v. te 's-Herlogenbosch allerlei plannen
gemaakt, om den toegang tot de grootste
kazerne, in een straat overvol van slechte
huizen en vrouwen, te veranderenmaar
het heeft wel twintig jaren en langer
misschien geduurd, eer er verbetering
kwam in den toestand. Hoe staat liet
in andere steden daarmee Hoe slaat
liet met de houding der militaire auto
riteiten daartegenover Gewoonlijk zijn zij
rnecr gezind om de gevaren van be
smetting tegen te gaan, dan om het
kwaad zelf aan te tasten.
Inlusscheii hoopt de bekende schrijver,
dat ook bij de behandeling der legerwet
eene slem zal opgaan lol handhaving
van de beginselen van zedelijkheid en
kuischhcid, die voor liet leger even
groote vereischten zijn als voor de
maatschappij, opdat ons volk niet ge
dwongen word-; zijn zonen toe te ver
trouwen aan een macht, die hen over
laat aan allerlei onzedelijke invloeden,
zonder eenig tegenwicht daar tegenover
te stellen."
Zonder eene enkele opmerking daaraan
toe te voegen, werd dit belangrijke stuk
in de Standaard opgenomen, waardoor
men veronderstellen zou, dat het blad er
volkomen mee instemde. Maar dan
rekent men, zooals blijkt, buiten het
beginsel en de consciëntie van dit orgaan.
Daarbij staat het in wijsheid cii geestes
gaven dan ook veel te hoog oin zich
door confraters dien weg te laten wijzen.
Het is echter een openbaar geheim,
dat het hoofdorgaan onzer bondgenooten
beginsel en consciëntie aanwendt, naar
dit het besle te pas komt. Als het bij
sommige gelegenheden met eene lading
eischcn, uit beginsel, van wal slak, ge
beurde het nog al eens dat er van de
kostbare vracht geducht overboord
was geworpen, als de haven weder
bereikt werd, zonder dat het beginsel
was aangetast. Bij de behandeling der
Schoolwel stond het blad immers in de
eersle gelederen der palstaanders, om
zich later met, o, zoo weinigte vreden
te stellen. Het beginsel was echter toch
gered, en zijn consciëntie nam er genoegen
Toen dezer dagen de vrienden van
do Standaard, bij de feestviering der
Katholieken te Nederliorst-den-Berg,
allerschandelijkst hadden huisgehouden,
wist de consciëntie van de Standaard
daarvoor nog bedenkelijke verontschul
digingen te vinden, nu aan de waarheid
der feiten niet te tornen viel. Maar op
die manier is liet zeker geen prettigen
bondgenoot.
Gelukkig evenwel dat de beslissing
der militaire quuestie niet in handen
van de Standaard berust, en mogelijk
is hel blad wel van hetzelfde gevoelen.
Nu bespaart het zich de moeite om
eens ernstig over de zaak na te denken,
en in hel bijdraaien, als het dit noodig
acht, steekt hel den handigste de
loef af. Noch zijn beginsel, noch zijn
consciëntie zullen liet dan ook de Stan-
daard moeilijk maken, om ten slotte
in deze brandende quaestie edeler te
handelen hetgeen ook wezen zal in zijn
eigen welbegrepen belang.
BUITENBAND.
Ter eere van Keizer Wilhelm hebben
te Breslau onderscheidene feestelijkheden
plaats gehad. Bij die gelegenheid heeft
de keizer aan een diner gezegd «Even
als in vroeger tijd deze provincie de
eerste is geweest, die gehoor gaf aan
de roepstem v in wijlen mijn overgroot
vader om aan hel land zijne onal'han-
FEUILLETON.
Vertolj)
Het hert rui den jongeling was te rol, dan dal
hjj het niet zcu openen voor dengene. die hem
zelf tot vertrouwelijkheid uilnoodigdebovendien
wist hg dat Pierre den graaf La Charette uit een
dreigend gevaar gered had, daarom aarzelde h\j
geen oogenblik hem alles te openbaren, wat ei
in de afgeloopen dagen los9chen hem en den
vader van Clara was afgesproken.
liet aandacht volgde Pierre de woorden -van
den jongeling, en, terwijl donkere wolken over zijn
voorhoofd leden, mompelde hg bij zich zeiven
«Zou dit eene beschikking Gods zijn? Zou
dit Gods stem zjjo, die mjj toeroeptIaat af van
uw Voornemen? doch neen, ging hjj voort.
de ellendige zal niet straffeloos bljjven. Ik zal mjjn
eed honden, die ik hem gezworen heb!"
Hij scheen een besluit genomen te hebben,
want hij wendde zich tot den jongeling met de
woorden
«Hoor eens Robert! ik; die eens u, nog kind
zijnde, beb aangenomen, heb ook het meeste
recht op u, en zal dat ten nutte maken. Ik ben
gekomen om n mede te nemen; ginds ankert
het schip dat u naar Frankrijk zal voeren, en
morgen, zoodra de nacht is gevallen, wacht ons
hier eene sloep, die ons daar naar aan boord
zal brengen
De jongeling verbleekte.
«Moet ik dan nu al weg van hier, en Clara
verlaten?" vroeg hij.
«Ja, dal moet zoo zjjn," antwoordde Pierre
«en wat meer is, het doel van onze reis inoet
geheim blijvenmaar het doel is edel. Felix
La Charette wil u in dienst stellen van koning
Lodewjjk XVIII, welnu ik doe het nog eerder
dan hij; wei niet als strijder votrhet koning
schap, maar als wreker er van op diegenen, die
het verrieden en zich inet zijn schatten ver-
rijktsn, daartoe wil ik u gebruiken."
«Wat hebt gjj dan met injj voor?" stamelde
Robert verward.
«Dat zult gij hooren. Een aantal vastberaden
mannen, die het koningschap trouw toegedaan
zjjn, heeft zich lot taak gesteld om die mannen, die
goederen en geld door de revolutie als bloed-
prijs vt
n gedeel
er van lerug te geven aan de rechtmatige
eigenaars. Bovenaan daarvan staat JeanRollan,
de tegenwoordige bezitter van Ia Charette hij
schap uw toekomstigen schoonvader van zijn
eigendom beroofde; hij was het, die diens moeder,
eene brave christelijke vrouw, naar de guillotine
zond, een lyran voor zijne lieden werd en nu
zwelgt van eens anderv goed. Wjj ontvoeren hem
naar eene ontoegankelijke plaats, houden gerecht
over hem en dwingen h«cn, den recbtmaligen heer
van La Charette, nameljjk graaf Feliz, de helft
van zjjn vermogen terug te geven, en gij zult
als onpartijdige rechter hem vonnissen."
De jongeling schudde ten toeken van alkeu-
ring het hoofd en sprak
«Neen, dat doe ik niet. Graaf Felix La Cha
rette zou het bezit versmaden van iels dat ik
voor hem op die wjjze verwierf. Voor dit doel
moet gij mij niet meënemen, Pierre. Gjj hebt
een recht op mij, maar vorder liet niet op tegen
dien pry's."
«Weigert gjj, waar wjj voor het koningschap
handelend optreden?" vroeg Pierre op n
loos .goed! handel dan voor u zeivenook gy
zijl een offer van Jasn Rollan, ook uwe ouders
een braven koningsgezinde, vreesde; ook uwe
ouders bloedden onder den bjjl d«r guillotine
en Jean Rolian was hun beulsknecht."
Het aangezicht van den jongeling begon te
gloeien.
«Pierre! zeidehy, «wie waren mjjiie ouders
Rolian recht geschied isaarzelt gjj nog om
mjj te volgen?"
«Hij vermoordde mijne ouders, hjj beroofde
den vader van Clara," zeide de jongeling ir
zich zeiven, terwjj! de donkere oogen var
.heeft Pierre niet gelyk als hjj mijnen byslani
verlangt voor eene daad van gerechtigheid!
Een verrader en moordenaar zwelgt, terwjjl di
La Charctle's derven!"
Hjj reikte Pierre, die bem met onverholei
leedvermaak beschouwde, dc hand.
,Gjj hebt geljjk", sprak hij, .wij.moeten di
zaak onder ons houdenik ben besloten
met u meë te gaan en mjj bjj die brave, stout
moedige mannen aan te sluiten. Wjj willen
recht spreken over ellendige verraders, maar
onder ëëne voorwaarde: dat wjj geen buit ten
eigen nutte er van behalen en geen bloed ver
gieten'onze onderneming zal ontheiligen, wilt gjj
mjj dat bezweren?"
.Waar denkt gjj aan?" riep Pierre mpt de
uitdrukking van den grootsten onwil.houdt
oor ons zclven, alles voor de rechtvaardige
.Dan ben ik uw man, breng mü waarheen
■lijks verbergen.
gy
on zjjne vreugde i
„Dan zult gjj morgen avond, nis alles Ier
ruste gegaan is, u hier naar deze plaals bege
ven. dan zal eene boot ons van hier naar ons
schip voeren."
,!k zal komen."
«En zult gjj zwygen en niets van onze onder
neming verraden?"
.Ik zal toonen, dat ik een man ben."
.Zoo is hel goed; bovendien zal de scheiding
niet lang duren. Laat ons nu naar binnen gaan,
dc wind wordt koeier, en het wordt al laat."
Zjj stonden van hunne plaats op. Pierre
volgde den jongeling op diens kamer, spoedig
was een leger voor den geharden zeeman
bereidde planken vloer was zfln bed en een
oude mantel zjjn deken, en het duurde niet
lang of diepe ademhalingen bewezen dal hij in
vasten slaap lag. In Roberts oogen wilde echter
geen slaap komen. Zjjne ziel geleek op de bewo
gen zee Jdaarbuilcn, wier voorbeen zoo rustige
ichle golfjes nu onder den invloed van den
opkomenden wind hooger en onlsluimiger
sloegen. De dageraad brak dan ook reeds aan,
vooraleer zjjne brandende oogleden zich tol eene
koortsachtige sluimering sloten.
VU
Pierre Giegoire zal aan liel rustbed zjjner
moeder, liet was de eerste maal sedert het
uur, waarop de voet van den zeldzanicn gast
liet eiland betreden had, dat de oude met haren
kleinzoon alleen was. Hel was reeds bjjna
middag toen Robert haar kennis gegeven had
van Pierre's aankomst; daarna waren do La
Charetle's gekomen, om den man te begroeten
wien zjj eens hunne redding te danken
enniemand waagde hel, om hem naar
doen en laten te vragen en iedere zinspe
ling daarop ontweek hy kortaf.- wat zou het
ook geholpen hebben? hjj was toch altijd nog
dezelfde ruwe en onbuigzame Pierre.
Maar nu waren geen getuigen meer bjj het
gesprek tusschen grootmoeder en kleinzoon;
de oude had het venstertje >-an haar kamer
laten sluiten, als vreesde zjj, dal iels van het
geen er binnen besproken werd naar builen
kon dringen deze voorzorg was echter niet
noodig gei» eest, want hel weder was ruwer
geworden, zoo zelfs dat de menschen een
stormachtigen nacht te gemoel zagen; daardoor
werd dan ook ieder geluid, dat van uit het
huisje gehoord zou kunnen worden, overslemd.