Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 8.
Zaterdag 23 Mei 1891.
Vijfde Jaargang.
DEEEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
jntrprij» par drie maanden:
Franco perposl
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der AdvertentHn:
Van 1 tot 6 regels
Voor iederen regel meer
Correspondenten en AdverlcntiSn moeten uiterlijk Vrijdagavond
ti\r k iir» .nn hot bureau bezorgd xjjn.
Aan de Katholieke Jongelingschap 1
van Nederland.
Met reuzenschreden nadert de 21 Juni,
de dag, waarop voor 300 jaar Aloysiüs
van Gonzaua den tijd met de eeuwig
heid verwisselde. Over geheel de katho
lieke wereld worden buitengewone toe
bereidselen gemaakt om dezen herdenk-
dag met groolen luister te vieren. En
dit met recht 1 Immers, Ai.ovsius behoort
tot de edelste en schoonste schepselen,
die de wereld ooit aanschouwde. Deugd
is altijd en overal beminnenswaardig;
heldhaftige deugd dwingt naast liefde
tot eerbiedige bewonderingverschijnt
ze te gelijk in koninklijken luister en
met al de bevalligheid der jeugd, dan
doet zich aan ons oog een beeld van
ongekende verhevenheid voor. Zulk een
verschijning is de H. Aloysius van
GoN7.AOA.
Casliglione in Italië had het voor
recht dezen Engel het levenslicht te
zien aanschouwen; hel kan dus geen
verwondering baren dat de ltaliaansche
katholieke jongelingschap hel zich ten
plicht stelde geheel de wereld voor te
gaan, om juist dit feest ter eere van
den grooten patroon der jeugd met
buitengemeenen luister te vieren en te
doen vieren, hierdoor voldoende aan de
vermaning des H. Vaders, in de be
roemde encycliek Humanum Genus: .Op
nieuw bevelen wij aan uw geloovig hart
en aan uwe waakzaamheid allerdrin
gendst de jeugd aan, die de hoop is
der maatschappij. Legt u met allen
mogelijken ijver op hare vorming toe j
en hoe groot in hel verledene uwe
zorgen en uwe toewijding ook mogen
gev eest zijn, weest er van overtuigd,
dat gij voor de jeugd nooit genoeg zult
kur.nen doen."
Blijkt hieruit reeds duidelijk de innige
bezorgdheid des H. Vaders voor het
zielenheil der jeugd, nog duidelijker laat
hij dit uitkomen door voor de maand
Januari van dit jaar tot algemeene in
tentie voor het Apostolaat des Gebeds
voor te schrjjven: .De vereering van
den H. Aloysius, patroon der jeugd".
Maar met nog meer vuur komt Z. H.
op voor de vereering van den H. Jon
geling en voor de plechtige viering van
den herdenkdag van zijn zalig afsterven
in eene brève van 1 Januari 1891,
waarin de viering van dit feest zeer
gelukkig en te geschikter tijde wordt
genoemd en aangeprezen.
„Wjj zelf, vervolgt de H. Vader, i
van de prilste jeugd af gewoon w:
engelachtigen jongeling met den v
jjvcr te verceren, verheugden ons in
dat
loysius
mei e
aarde
chonk. i
de roep zjjner heiligheid vermaard is en do
harten der Christelijke jongelingschap in won
derbare liefde en vromen jj,or onlgloeid zjjn
om hunne toewijding en vercering jegens den
schutspatroon der jeugd dooi veelzijdige belui
gingen te loonen. Met Gods hulp vertrouwen
wij, dat eeo zoodanige viering niet zonder vruch
ten zal blijven bg de Christelijke mannen, voor-
namelp de jongelieden, wisn de beoefening der
heerlijkste deugden, waardoor die Heilige eiken
leeftijd lot voorbeeid strekt, gemakkelijk zal
vallen, indien zij hun schutspatroon groots
Na de verhevenheid der deugd van
Aloysius ten voorbeeld te hebben ge
steld en als hel edelste voorbeeld ter
navolging aan de jeugd te hebben voor
gehouden, gaat de H. Vader voort:
„Een groote en roemrijke verdienste verwier
ven zich de vcreenigingen van Christelijke jon
gelieden, die besloten, het leest van den H.
Aloysius met bizondere plechtigheid te vieren.
Het is Ons niet onbekend, hoeveel moeite en
jjvcr zjj aanwenden om de eerbewijzen voor (e
bereiden, die op geheel de Katholieke wereld
den engelachtigen jongeling zullen gebracht wol-
den en hoeveel zorg zjj dragen, dat de vrome
pelgrimstochten, die naar de geboorteplaats van
den H. Aloysius of naar deze edele stad, welko
zijn kuische stoiïelijke overblijfselen bewaart en
vereert, zullen trekken, evenzeer door godsvrucht
als door aantal zullen uitmunten. Zoo els wjj
vernamen is ook den knapen en meisjes gele
genheid geschonken om den H. Aloysius de
aan te bieden, doordal nl. ljjslen van inschrij
ving verspreid worden, waarop zjj zichzelven
en hunne ouders als zijne dienaren en geeste
lijke kinderen kunnen inschrijven."
Ten slotte wenscht Z. H. dal de aan
een zoo goede zaak besteedde ijver met
een gelukkigen uitslag zal worden be
kroond en opent tot heil der zielen de
hemelsche schallen der Kerk door het
verleencn van aflaten.
Na zulke woorden van hel Opperhoofd
der Kerk ontstond er een edele naijver
lusschen de jongelingschap der wereld,
door wie of het feest, Aloysius ter eere,
het meest volgens de meening des H.
Vaders zoude gevierd worden.
Op Italië, dat aan de spits staat, volgt
Spanje, Frankrijk, Duitschland
ons vaderland is niet ten achter geble
ven tal van plaatsen zullen getuige
zijn van schitterende feesten. Algemeene
H. Communiënplechtige H. Missen
toewijding aan onzen feeslheilige, ge
paard met stoffelijke feesten, zullen den
21 Juni in elk opzicht tot een gedenk-
waardigen dag maken. Evenwei, er ont
breekt nog iets aan do feestviering, zoo
als de H. Vader die verlangt, n.l. een
pelgrimstocht naar Rome, voor en dooi
de jongelingschap.
Nederland mag daarin niet achter
blijven, daarom heeft zich te dezer stede
een comité gevormd, dat een nederland-
sehe bedevaart voor jongelieden naar
het graf van den H. Aloysius wil orga-
nisecren. Voorzeker een grootsch plan,
waaraan vele moeilijkheden verbonden
zijn, doch voegen wij er dadelijk by,
een plan dat bij geheel de jongeling
schap groote symphatie zal wekken,
omdat daardoor voldaan wordt aan den
wenseh des H. Vaders.
Nederland moet zijn roemrijk verleden
handhaven; Nederland, dat martelaren
schonk aan Gods KerkNederland, dat
eens een landgenoot zag zetelen op
Petrus' Stoel; Nederland, dat bloed en
leven zijner zonen veil had voor 's Pau
sen onafhankelijkheid, datzelfde Neder
land moet nu in een breede schaar van
jongelingen aan Leo's voeten de onver
flauwde gevoelens van geloof, liefde en
opoffering gaan nederleggen.
Duizenden en duizenden jongelingen van
geheel de wereld zullen op den feest
dag van St. Michael in de St. Pieter
vereenigd zijn om aan Christus' plaats
bekleder de getuigenis te geven, dat
zij de woorden der Encycliek Humanum
Genus hebben begrepen en bereid zijn,
zoo voor zich zeiven als voor anderen,
die in praktijk te brengen onder de
machtige hoede en bescherming van
Aloysius, Patroon der jeugd.
Op dan, Katholieke jongelingen va"
Nederland, naar de Eeuwige Stad. Gaat
bidden op Aloysius' graf en nederknie-
len aan 's Pausen voeten. Daar zal de
noodige kracht geput worden om altijd
waardige en wakkere strijders te zijn
en te blijven voor Christus en Zijn
maagdelijke Bruid, de Kerk.
Die de jeugd bezit, bezit de toekomst
dat woord, door de vijanden der kerk
zoo ruim in praktijk gebracht tot ver
derf der jeugd, moet aan u, katholieke
jongelingschap, ten spoorslag strekken,
om, gedachtig aan de lessen der Pausen,
alles te doen wat de jeugd onbesmet
kan bewaren, opdat de toekomst aan
de Kerk zij. Aloysius, die in zijn
prilste jeugd reeds de heldhaftigste
deugden beoefende, is door de Kerk
verheven lol patroon der jeugd, opdut
de navolging zijner deugden van af den
kinderlijken leeftijd de grondslagen zou
de leggen voor eeti leven, zooals aan
Katholieken past.
Hoe schoon het plan ook zjj, en hoe
groote symphatie het ook moge wekken,
het zoude kunnen gebeuren, dat, om welke
reden dan ook, het getul deelnemersaan den
pelgrimstocht niet voldoende zoude zijn
om een speciaal Nederlandsche bedevaart
te kunnen organiseeren. Dit zoude te be
treuren zjjnevenwel de mogelijkheid
bestaat en daarmede rekening houdende,
heeft het comité zulke maatregelen ge
troffen, dal aan eiken jongeling, die gehoor
wil geven aan den wensch van Onzen
H. Vuder en zijn godsvrucht tot don
H. Aloysius wil voldoen, de verzekering
kan worden gegeven, dat hjj aan de
groote réuuie der katholieke jongeling
schap van geheel de wereld op 29 Sep
tember a.s. te Rome zal deelnemen.
Het spreekt van zelf, dat aan den
tocht een voldoend aantal geestelijken
zal verbonden zijn, opdat zij als men
tors allen voorlichten, behoeden en be
waren.
Jonge mannen van Nederland, sluit u
aaneen, om den 21 Juni tot een feest
dag te maken. Kan dit al niet geschie
den op de luisterrijke wijze, waurop dit
te Amsterdam zul pluats hebben, laat
ten minste door algemeene (1. Commu
niën, door het doen opdragen van H.
Missen voor het zielenheil der jeugd,
uwe liefde tot en uwe vereering van den
H. Aloysius blijken. Overweegt of door
U niet iets kan werden gedaan om Hem
te doen kennen en beminnen en zijne
deugden in jeugdige harten ingang te
doen vinden. Vcreenigt u ter beevaart
naar het graf van den patroon der
jeugd laat de lofliederen van het Noor
den zich huwen aan die van het Zuiden
'onder St. Pieters gewelven, Aloysius
ter eertoont dat in het kleine Neder
land een groot geloof en een even groote
liefde voor de Kerk en het heil der
zielen wordt gevonden en voor geheel
uw leven en zelfs voor het verre nage
slacht zal met gulden letteren worden
opgeteekend wat in 1891 door u op
's Pausen roepstem gedaan is, om Gods
rijksten zegen op Aloysius' voorbede voor
het heil der jeugd te verkrijgen.
Evenwel er blijven duizenden en dui-
zonden kinderen, die in de onmogelijk
heid zijn het graf des H. jongelings te
bezoeken en toch vurig verlangen hem
de eerstelingen hunner zuivere liefde aan
te bieden. Om hunne verlangens le be
vredigen, besloot hel Comité in een .Gul
den Bock" hunne namen te verzamelen
en dit in eene plechtige audiëntie
den H. Vader aan te bieden en daarna
neder le leggen op Aloysius' graf. Door
dit middel, waaraan Z, H. bizondere
aflaten verleende, zoowel voor de ouders
als voor de kinderen, kunnen allen zich
bij den pelgrimstocht doen vertegen
woordigen.
De voorwaarden om aan de bede
vaart deel te nemen worden binnen
enkele dagen ter algemeene kennis ge
bracht en zullen die voorwaarden aan
nader te vermelden adressen op aan
vrage kunnen verkregen worden.
B. E. BREDENBACH,
Amstebdam, Pinksteren 1891.
BUITENLAND.
De berichten uit België betreffende
de werkstakingen luiden gunstiger. De
arbeid is op veel plaatsen hervat en
het is een verblijdend teeken, dal een
belangrijk gedeelte der werklieden inde
Provinciën Henegouwen en Luik, met
name de Mijnwerkers en de metaalwer
kers zich van het socialistisch Comité
le Brussel heeft losgemaakt. Dit Comité,
beslaande uit politieke beunhazen en
geleerden zonder praktijk, heeft nu eene
laatste poging aangewend om althans
te Brussel en in de voorsteden, waar
de grootste fabrieken zijn, de arbeiders
tot staking te dwingen, maar ook daar
zijn zij niet geslaagd, ofschoon aanvan
kelijk eenige duizenden werklieden zich
lieten verleiden aan de manifestatiën
deel le nemen; maar toen eindelijk ook
de burgemeester Buis, die te lang oog
luikend had toegezien, zich beslist tegen
de beweging keerde, was het daarmede
zoo goed als gedaan.
Treurig is het, hierbij te moeten ver
melden, dat in de Borinage, waar pas
het werk begonnen was, een verschrik
kelijk ongeluk heeft plaats gehad. Inde
steenkolenmijn no. 3 van den .Grand
Boisson," te Wasmes, waren drie werk
lieden in de schacht bezig aan herstel
lingswerken en bevonden zich op eene
stelling, terwijl de kooi boven hunne
FEUILLETON.
De laatste AUeviller van
Dnrleane.
Episode uit dn Engnlichn kerkvervolging.
n prijs n
er? En als ow vader zich
voor u in het stof vernedert V als hjj smeekend
bidt, ijjn naam niet met smaad te bedekken
ea »oor de toekomende lijden le behnuden?"
.Ook dan niet!"
.Kindgij weet niet wat gjj zegt. Uwe arme
moeder was misleid, gelijk gjj. Zjj heeft n ver
raderlijk aan uwen vader ontrukt, en in armoede
opgevoed. Jaren loog was het zjjn levensdoel u
weder te vinden. Een toeval bracht n onder de
oogen van een zjjner trouwste vrienden. Maar
boe? Reginald, wees geen dwaas 1 Uw God
is een afgod 1"
.Bespaar uw voorstellen, Mylord, en
Hem niet, Dien ik aanbid! Indien mjjn vader
slechts op doze voorwaarde zjjn zoon erkennen
wil, dan moet ik mg zelf den troost hem weder te
zien vaarwel zeggen. Lieverden dood dan afval 1"
.Reginald, zwjjgGjj weet niet, wat in uwe
hand is, en wat gjj weigert Ik heb u alles op
gesomd. bljjtt uw antwoord immer hetzelfde
.Immer, Mylord I"
iel?!" en r
den Graaf.
sl uitgestrekte armen ijlde hjj
wierp hem van zicb. .Terugzeg
ik u. Eerst het antwoord
Groote tranen rolden nil Reginald's oogen
hjj vouwde de handen te samen, door diepe
smart getroffen. .Nimmer!"
Hij blikte rond, en het wae hem, alsof al
zjjne voorzalen trotsch en vreugdevol neerslaar-
den op den laatsten telg buns geslachte.
.Vaderzoo ging hjj voort, ,hoo kunt gjj
wenschcn, dat ik in de tegenwoordigheid dezer
helden, die voor dat gelool loeiden en siierven,
afvallig worde en om vergankelijke gnodereo
mjjne overtuiging verioochene? Keen verlang
dit van mjj niet!"
„Welaan 1" riep de Lord toornig uit.voldoe
,0 vader, in alle zaken, behalve in dit eene
„Neem uit mgoe hand de bruid, die ik voor o
bestem
Reginald deinsde verpletterd terug; doode-
Ijjke bleekte vertoonde zich op zjju aangezicht;
dan wierp hjj zich in koortsachtige ontroering
neder voor den Graaf. .Vadersprak hjj met
bewogen stem, .ook dit kan ik niet, want ik
ben - priester!"
Daar weerklonk een luide jammerkreet door
de wjjde, oude zaal. Als levenloos zonk Lord
Richard ineen.
Hel voorhangsel der gordjjn werd opgeheven
en Lady Gilda zweefde binnen, door ee
n den bevruitelooze.
Archibald echter, met vlammende oogen zjjne
prooi zoekend, greep Reginald bjj den arm en
slingerde hem met grimmige gebaren naar zjjn
vroeger vertrek.
Het was nachtde maan wierp haar licht
over het terras in de kamer, waar Reginald
knielde tol 't gebed, nog steeds overmeesterd door
zijne diepe ontroering. Hoe was de zieletoesland
zjjns vaders Wal zal zjjn eigen Int zjjn Dez»
op hem aanstormende vmgon zocht de jonge-,
ling in het gched te vergeten. Een zwak gcruisch
stoorde hem in zjjne aandachthet klonk alsof
eene oude roestige deur knarsend in hare heng
sels draaide. Hjj richtte zich op en verechrikt zag
bjj thans voor zich op den muur eene wiUe ge
daante verschijnen, als door een groenachtig
licht omwevenuit de doeken ontwikkelde zich
iels, wat meer op een doodshoofd dao op een
menscheljjk gelaal geleek.
.Wie zjjt gjj?" vroeg Reginald, zoo bedaard
als bjj vermochL Doch op hot geluid zjjner
stern was de verscbjjniug aanstonds verdwenen,
en slechts de halfgeopendo dour loonde den weg,
waarlangs zjj was heengegaan.
Reginald was niet vreesachtig; zjjn besluit
was spoedig genomen. Hjj slak een derkaarsen
aan, die op de zilveren kandelaars den schoor
steenmantel versierden, en volgde de spookach
tige schim, welke hjj door de deur ver in den
gang zag stralen. Hjj moest een langen weg
afleggen. Plotseling scheen het lich
verzinkenter plaatse gekomen, bemerkte hjj
een wenteltrap. Hjj daalde de trappen af, en
spoedig bevond hjj zich tegenover do verschjj-
in een groote zaal, welke vroeger gediend
ot een onderaardsche kapel,
een stcenen tafel, wellicht eenmaal hel
.Wie zjjt gjj, arme vrouw was zjjne deel"
nemende vraag.
,0, dat is hare slem, dal is de slum mjjner
Ethelriep zjj als in verrukking uit, en wierp
zich voor de voeten van Reginald neder. .Ik wiet
dat gjj het zjjn moest. Kind mjjner liefde,
leston hadden recht, die injj verkondigden,
„ij in den storm het slot uwer voorvaderen
zoudt vinden. Zeg mjj, hadden zjj ook recht mjj
te betuigen, dat Ethel, mjjne dierbare Ethel de
arde heeft verlaten?"
.Goede vrouw, ik versta u niet"
.Ja, gjj verslaat mjj nietl Ik gelool het
aume, ik ben waanzinnig. HahaIeder zegt
et. Mjjn eigen broeder Archibald heelt het mjj
ok gezegd. Het is eene straf, sprak zjj, daar ik
an den vader het kind heb ontroofd. Maar was
ot niot mjjn plicht? Lady Ethel, mjjn pleeg-
ind, mjjn meesteres, had het bevolen. Ja, zjj
i niet waanzinnig, zjj wist, wat zjj deed. Wat
eide zjj ook Hel is beter, dat mjjn Reginald
jjne schatten en zjjn naam verliest, dan zjjne
engel, dier inartelaree. Zeg mjj, waar ie ijj?
Waarom zjjt gij in het slot van den ongerechten
teruggekeerd
.Sinds eenige maanden rust zjj daarboven."
.Ik weet het. Zie, dat kruis wat gjj op uwe
borst gevonden hebt, komt van mjj. Gjj droegt
het als kind op uw hart, eu in dien echrikwek-
kenden nacht, toen uwe moeder, om het moor
dend zwaard uws vaders te onl komen, in eene
eenzame visscherschuit ontvlucht wae, bracht ik
u lol haar. .Vlucht te samen 1" ried ik haar
anders wordt uw kind opgevoed in haat tegen
u en uw gelool. En ach I zjj was mjj dankbaar,
het arme kindzjj brak het kruis In twee
stukken en sprak: ..Moeder zoo plach zjj mjj
te noemen wanneer gjj Reginald weerziet,
zoo zal dit het teeken zjjn, waaraan gjj hem
zult herkennen. .En ik wiel, dal gjj hier waart
de geest van den storm had het mjj gezegd,
want mjjn geest spreekt niet meer, hjj is ziek
of dood."
.Zjjt gjj die Jane, voor wie mjjne moeder
mjj steeds liet binden
„Deed zjj dit? O Ethel, hieraan erken ik u.
Ik wilde niet met u sprekenik vreesde, dat
gjj mjj uwe langdurige armoede zoudt verwijten."
„O Jane, dal zjj verre van mjjAan u ben
ik het verplicht, wat ik ben. waarop ik mjj of
schoon onwaardig beroemeen priester Gods
„Priester? Het kind mjjner Ethel een priester!
O laat mjj toe uwe banden en voetei te kussen I"
En in vervoering wierp zjj zich andermaal voor
hem neder. „En heelt uwe moeder dit nog beleefd?"
(Wordt Hrootfd;.