Katholiek Nieuws- en Advertentieblap No. 10. Zaterdag 4 Juni 1892. Zesde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendail en Zeist. Verschijnt eiken Z1TEBDA% Abonnamaataprijs par dria uudn: franco per post Afzonderlijke f 0,40. f 0,05. BureauKrommestraat, F 227, Amersfoort Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Frija der Advarteatita: Van 1 tot 6 regels Voor iederen regel meer De dag der verwinning. Het is wel een blijde en recht fees telijke dag voor Gods Kerk, de groote Pinksterdag, waarop zij haar geboorte feest viert, en tegelijk een terugblik werpt op gansch haar roemrijk verleden. Beide immers, èn het wonderbare feit van hare wording èn de eeuwentartende vastheid en onvergankelijkheid van haar bestaan, pleiten evenzeer voor haren goddelijken oorsprong en de duurzame inwerking van eene hoogere, goddelijke kracht, die van den eersten dag af in haar leeft, in haar werkt en te allen tijde met haar blijft. Zeker, de Kerk bestond als zoodanig ook vóór de komst van den Heiligen Geest: de Godmensen had reeds Zijn rijk op aarde gesticht en op een onwrikbaren grondslag gevestigd, toen Hij, als verwinnaar van hel en dood, triomfantelijk opsteeg ten hemel. Doch hiermee was deez' stichting niet juist voltooid. Dan eerst zou de Kerk volgens den wil en de belofte van haren god delijken Stichter van haar bestaan ten volle doen blijken,, nadat haar de H. Geest als het wezenlijk en onsterfelijk levensbeginsel zou zijn geschonken. Welnu, dat gewenschte tijdstip brak aan met den tienden dag na de hemelvaart des Heeren, als Hij aan Zijne stichting op aarde de belofte des Vaders zond, en Zijne Kerk met de kracht uit den hooge versterkte. Eerst daarna trad zij de we reld in, vertoonde zich in de volheid van haar onvergankelijk leven, en was in staat haar goddelijk werk lot ver lichting, heiliging en zaligmaking der wereld te aanvaarden. Doch geven wij den heiligen schrijver zeiven het woord om ons in verrukke- lijken eenvoud van die groote gebeurte nis te verhalen, welke de Kerk op dit haar levensfeest zoo blijde herdenkt. .Toen de dagen van het Pinksterfeest vervuld werden, waren de Apostelen en de overige leerlingen des Heeren allen bijeen in de eetzaal van Jerusalem. En er ontstond plotseling een gediuisch uit den hemel, als van een aankomenden hevigen wind, en vervulde het geheele huis, waar zij zaten. En er verschenen hun verdeelde tongen als van vuur en deze zette'n zich op ieder van hen neder. En allen werden vervuld van den H. Geest en begonnen in verschillende talen te spreken, waarmede de H. Geest hun gaf uit te spreken." Met deze eenvoudige woorden mel den ons Gods gewijde bladen de eigen lijke wordingsgeschiedenis der Kerk in de nederdaling van den H. Geest. Want al hetgeen nu volgt, is slechts de uit werking van dal ééne wonderbare feit, de komst van Gods Geest, die de Kerk van Christus en hare leden onverwin- nelijk maakt, en door de Kerk aan gansch het aardrijk een geheel ander aanzien gaat geven. Die komst is het wezenlijk uitgangspunt eener geheel are wereldorde, zooals Petrus nu zonder schroom, .staande met de elven," al aanstonds aan de saamgestroomde menigte plechtig getuigt: .dat dan het gansche huis van Israël met zekerheid wele, dat God Hem èn tot Heer èn tot Christus gesteld heeft, dien Jezus, dien gij gekruisigd hebt 1" .Voor of tegen Christus", ziedaar dus de strijdleus, waarmee de Kerk het ver- overingswerk op een zondige wereld be gint .Christus is de weg en het leven buiten Hen» is er geen heil 1" Want als de menigte op den Pinksterdag berouw vol 's Heeren geheiligde gezanten vraagt: .wat zullen wij doen, mannenbroeders vat Petrus als het hoofd der apostelen weer hetwooidop en vermaant: .Doet boetvaardigheid en ieder van u worde gedoopt in den naam van Jesus Christus, tot vergiffenis uwer zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." Nog dienzelfden dag werden dan ook deze boetelingen in de wateren des doopsels herboren, en telde de Kerk drieduizend strijdbare zonen meer, allen getrouwe volgelingen van Christus, den gekruiste. Hier triomfeerde, schijnbaar zonder strijd, al aanstonds de kracht van den Heiligen Geest op de harten der menigte. Maar de dagen van strijd bleven niet uitdit kan alreeds de vervolging ge tuigen, die na een korten vrede tegen de Kerk van Jerusalem opstak. Doch wat maakt hel, of een machtelooze vijand bedreigt en geweld gebruikt, waar de kracht Gods Christus' Kerk en hare leden versterkt. De Goddelijke Stichter heeft de zijnen met het groote predikambt belast: de H. Geest zal voor de vol voering dezer laslgeving zorgen niets ter wereld is in slaat de prediking te beletten, op wat heftigen tegenstand het bekeeringswerk ookstuite. .Voor of tegen Christus" is en blijft steeds de leus der ijverige kampioenen, die rondgaan om alom aan het rijk van Christus nieuwe uitbreiding te geven; en het woord, waarmee Petrus en Johannes voor den hoogen Raad de rechters beschaamden .Wij kunnen niet zwijgen over hetgeen wij gezien en gehoord hebben," datzelfde woord wij kunnen niet, blijft ook voor hunne opvolgers de onverzettelijke eisch, waarmee zij opkomen voor de vrijheid der Kerk, en eene machtspreuk tevens n de tegenstanders te beschamen. Nog altijd duurt de strijd, die feitelijk op den eersten Pinksterdag begon, en voegen wij er aanstonds bijhij duurt sr voort met een even heilrijk gevolg. Want een strijd is het, dien Gods Kerke onafgebroken moet voeren, maar een strijd, waarin haar de overwinning is verzekerd volgens het woord van den grooten Augustinus.Strijden kon zij; niet verwonnen worden." De geschiedenis van meer dan achttien eeuwen is er om ons te bewijzen, hoe het leven der Kerk slechts een opeenvolging is van nieuwe worsteling en strijd, telkens weer van een nog schooner overwinning gevolgd. Hoe verschillende gedaanten en velerlei vormen die strijd alreeds aan nam, hij is nog verre van volstreden, daar hjj niet ophoudt, zoolang de strijdende Kerk op aarde zal bestaan. En wat meer is, juist in onzen tijd worden aan de vrijheid en de rechten der Kerk af breuk gedaan door een vijandige macht, veel gevaarlijker dan eenige andere te vorendoor het ongeloof en de revolutie. Maar nog eens, wat schaadt het eene goddelijke Stichting, hoe fel zij ook wordt bestreden, daar de kracht van Gods Geest haar versterkt? Het is dan ook deze gedachte, die ons gaandeweg moed geeft bij den moeilijken strijd, welken de zwaar geteisterde Kerk, niet het minst in onze dagen, moet voeren. Het is weer de hoop op een nieuwen triomf, die ons bij klimmenden nood blijft bezielen, en die ons, ondanks de benarde tijden, ook op dit haar geboortefeest met de Kerk doet juichen, gedachtig haar roemrijk verleden. Wanneer die triomf dan komen zal, en of hij door ons met het nu levend geslacht nog zal worden gevierd? Zie daar het geheim Gods, wat alleen de toekomst ontsluiert. Hoe het zij, wij zeiven hebben het in onze macht den dag der overwinning te verhaasten door een herhaald en vurig gebed tot den heilig en levendmakenden Geest, een gebed, wat vooral op dezen heugelijken en verblijdenden feestdag Gode meer aan genaam en in zich dubbel krachtig moet V. C. t. A. BUITENLAND. In de Fransche Kamer heeft prins Aremberg de Regeering inlichtingen ge vraagd omtrent de wanordelijkheden in Oeganda, Oost-Afrika, waarde katholieke missionarissen, de zoogenaamde Witte Paters, door beambten der Oost-Afri- kaansche Compagnie, onder bevel van een Britschen officier, bemoeilijkt, ver scheiden .paters" gevangen genomen en zelfs den inlanders wapenen verschaft zijn om de Katholieken aan te vallen en te verdrijven. Minister Ribot ant woordde, dat Frankrijk de Engelsche Regeering reeds deed weten, dat het haar voor het gebeurde verantwoordelijk stelt, maar op dit vertoog nog geen afdoende verklaring van Engeland is ingekomen, dewijl dit vóór alles de be richten der Britsche agenten meent te moeten afwachten. Eerst daarna kan de Fransche Regeering beslissen, hoe zij verder in deze zaak zal handelen. Tot tweemalen toe hebben ook de lersche Afgevaardigden Patrick O'Brien en Healey den onder-staatssecretaris in het Engelsche Lagerhuis over deze aangelegenheid geïnterpelleerd, zonder een voldoend antwoord te bekomen. Lowther zeide dat de Regeering nog geenc berichten had ontvangen en hij evenmin wist wanneer die zouden komen. De werkstakende mijnarbeiders van Durham hebben zich tot Koningin Vic toria gericht met verzoek om hulp. H. M. heeft daarop door haren secretaris doen antwoorden, dat aan dit verzoek geen gevolg kan gegeven worden, aangezien H. M. zich niet met zaken van dezen aard kan bemoeien. Gelukkig is de werkstaking, die al twaalf weken geduurd heeft en zooveel ellende heeft veroorzaakt, nu geëindigd. De patroons hebben er in toegestemd, dat de loonsvermindering niet 13%, maar 10 pCt. zal bedragen. Keizer Frans Jozef heeft in een ge sprek met eenige Ooslenrijksche Afge vaardigden de verzekering gegeven dat er voorshands geenerlei aanleiding be staat om een grooten oorlog te duchten. Men hecht te Weenen groote waarde aan die verzekering. Het Hongaarsche Volkshuis keurde het ontwerp goed, w; -bij vrijheid van eeredienst en gelijkl van alle gods dienstige gezindten w- .at ingevoerd. Bij de herstemming in België voor de Provinciale Raden hebben te Namen de Katholieken drie zetels op de libe ralen veroverd. In de Badeusehe Kamer is het Cen trums-voorstel tot weder-toelating der mannelijke religieuzen en het geven van Missiën ter hulpverleening in de paro chiale zielzorg verworpen met 31 tegen 28 stemmen. Uit deze kleine meerderheid blijkt dat, als de Katholieken zich bij de volgende verkiezingen even dapper betoonen als zfj dit de laatste keer gedaan hebben, er groote kans bestaat de meerderheid aan hunne zijde te krij gen, zoodat de ordes-geestelijken niet langer als 's Lands vijanden zullen wor den aangezien. In den Duitschen Bondsraad zal er waarschijnlijk niet eens lijd overschieten om het voorslel tot weder-toelating der FEUILLETON. Dit de dagen mijner jengd. FHELOFONOS. 8) .Het bevende vingeren nam ik bet lang ver wachte scbrgven in handen, en verslond als bet ware den inhoud in een oogwenk, too ver keerde ik in spanning om te weten wat hg te melden bad. Maar aanweigks had ik slechts een gedeelte ervan gelezen, ol mijn gemoed schoot zoo vol, dat ik niet kon voortgaan, tooa van zjjn schrijven was stroef en kond, de mededeeüngen, die er in voorkwamen, wa niet vertroostend voor ons. Hg schreet ons n anders, dan dal hg in eene andere betrekking werkzaam was, omdat hjj met zjjn vorige troon niet bannonieeren kon. Daarbij was hjj, door enkele weken buiten betrekking te zjjn, in finanttéele moeilijkheid geraakt, doch hij ver wachtte dat zjjne ouders hem daarin wel zouden ter hnlpe komen. Tevens was er een adres bij gevoegd, ..aaraan wjj het geld moesten opzen den, met de bijvoeging dit zoo spoedig mogeljjk te doen. .Dit was nu de eerste tijding," zoo verznebtt de onde man, .die wjj van ons kind ontvinger De enkele mededeehng, dat hij van patroon veranderd was, zonder eenige nadere omschrij ving, trof mij diep, want de reden ervai ik moeilijk giasen. Daarbjj kwam mjj zjjn verlegenheid ook zonderling voor, te moei hij voor zjjn vertrek ons verzekerd had, dal zjjn salaris toereikend was om in al zijne behoeften te voorzien." .Wat zullen wjj doen Frits?" was de vraag, waarmede mijne zielsbedroefde vrouw mjj, na eenig peinzen, lastig viel. .Zouden wjj hem nu al aan zgn lot overlatenof zouden wjj hem nog belpeo, al heeft hjj het dan ook geenszins aan ons verdiend Het bljjft toch altjjd ons kind, niet waar? en wie weet hoe spoedig bjj soms, door ervaring wjjzer geworden, tol andeie ge dachten komt." .Het kan best zjjn vrouw, dat ge gelijk hebt, maar ik vrees dat hjj al verder en verder zal afdwalen," liet ik er mistroostig op v<" .Niettemin ben ik bereid hem nog eenig geld te sturen, en daarbij zal ik hem dan nog op hel harte drukken om God voor oog bonden, en zich toch niet door slechte makkers in het verderf te laten storten. Ook zal ik schrij ven, dat, als het hem in den vreemde niet langer bevalt, hjj met open armen door oi ontvangen worden." .Ach, ja, Frits, doe dat," liet zjj er haastig op volgen, ,ik zon God innig dankbaar zjjn, als dit maar gebeuren mocht Zoo'n brief kan it ieder geval geen kwaadbjj weet er ten minsti door, dat hjj nog vurig door ons bemind wordt' ,lk deed, zooals wjj hadden afgesproken, a zond Adolf geld met verzoek ons de goede ontvangst te melden, en ook nog een uitvoeri ger schrijven ta sturen omtrent eenden ander, wal wjj zeer verlangend waren te wéten. Een paar dagen daarna ontvingen wjj als ant woord van hem een brief met het bericbl, dat hjj bet geld ontvangen had, maar dat zjjn adres voortaap anders lniden moest, zonder een enkele letter meer. .Als een steen viel mjj deze tjjding op het hart; nu toch zwierf mjjn zoon in de wereld om zonder te welen waar ik hem zou kuuuen aantreffen. Angstig vroeg ik mjj herhaaldelijk afzou hjj nu geheel voor ons verloren zijn zoudtu wjj hem nimmer in dit leven weder zien En dan kon alleen een vloed van tranen verlichting schenken aan mjjn gefolterd gemoed. .Mijn goede Bertha was het aan !e zieu, dat zjj bij zooveel leed wegkwjjnde van verdriet, en dat maakte mjj moedeloos. Wel bad zjj altjjd woorden gereed om mij te troosten en op te beureo, maar dat zjj zielesmart leed, kon niemand ontgaan. .0, kinderen, toen vooral heb ik ondervon den, welk een troost en kracht in de beproeving onze H. Godsdienst ons schenken kan. Mjjn brave «rouw deed bjjna niets dan bidden voor oos ongelukkig kind, en wanneer wjj des avonds bjjeen zateu, beeft meermalen een innig gebed, ten hemel opgezonden, onze troostelooze gemoe deren verkwikt en bemoedigd. .Alle moeite, die ik nadien in bet werk stelde," zoo ging bjj voort, ,Om te weten waar mjjn zoon zich ophield, bleef geheel vruchteloos. Persoonlijk ondernam ik de reis naar de plaats, tvaar bij, naar wjj bleven veronderstellen, nog altjjd wezen moest, maar welke inspanning ik mjj ook getroostte om zjjn verblpf te ont dekken, het baatte mjj niets. Bjj zjjn eersten patroon kreeg ik de inlichting, dat hjj, als te lichtzinnig, was weggezonden, en het laatst door hem opgegeven adres was niet te vinden. .Zoo had ik drie volle dagen in een vreemde plaats rondgezworven, zonder eenig spoor van mjjn zoon te vindea. Ten einde raad besloot ik naar huis terug te keereo, doch mjjne bevinding aan mjjne vrouw mede te deelen, ging bjjna mjjne krachten te boven. .Maar zooals ik reeds gezegd heb, kinderen, de godsdienst vermag veel op den monsch, en zoo kwam het ook, dat wjj overgegeven aan Gods H. wil, ons van lieverlede in ons droevig .Onze hoop, van hem in dit leven nog weder aan den onderljjken haard te zien terugkeeren, begon al meer ei meer te verflauwen, maar onze vurige gebeden, voor hem gestort, zjjn, God zjj geloofd! verhoord geworden." Hier bleef de goede Frits eenigen tjjd bet stilzwijgen bewaren, dat wjj eerbiedigden, maar het treffend verhaal had zoozeer onze belang stelling gewekt, dat wjj htm verlangend aan staarden, of bjj niet weder beginnen zou. Dit ontging hem niet, en daarom zeide bjj .Het doet mjj goed, kinderen, dat mjjne ge schiedenis met aandacht door n wordt aange hoord, daarom zal ik voortgaan, want het einde kroont het werk. ,In de maand November 1 m bet jaar 18... hadden wjj eenen zeer somberen dag, deregen kleUerde bjj tusschenpoozei tegen de ruiten, en de windvlagen gierden huilend door da lucht. Dit werkte zoo op mjju gemoed, dat ik er zwaarmoedig door werd. Eu wat ik aanwandda om mjjne droefgeestigheid te verzetten, bet wilde mjj maar niet gelukken. Met mjjne werk zaamheden wilde bet evenmin vlotten; ik waa zoo afgetrokken en somljjds zoo gedacbtelooe, dat ik den arbeid geheel rusten liet. Dit alle* kon mjjne goed- Bertha niet ontgaan, het be droefde haar zeer, want zjj begreep maar alt# wel, wat de reden ervan wezen moest. .Des avonds verzocht zjj mjj om het werk ta staken en liever aan den baard den avond ge zellig door te brengen. Ik gaf daaraan garea- deljjk gehoor, want ik had afleiding noodig, en de harteljjke gesprekken mjjner vrouw konden hare uitwerking niet missen. ,H«, Frits, wat is het buiten toch onstui mig," zoo onderbrak mjjne vrouw, nadat ik aan den haard had plaals genomen, de stilte; .die in zulk een weder zjjn brood moet zoeken, heeft ook een harde taak." .Zeg dat wel Bertha," liet ik er op volgea, ,en vooral de zeeman zal het weer hard te ver antwoorden hebben. Daar behoort wel moed toe om zoo'n baantje tot het zgno te kiezen." .Middelerwijl wjj ons gedrukt gemoed, door zoo met elkander te keuvelen, afleiding trachtten te geven, werd er op eens aan de voordenr geram meld, die daarna behoedzaam geopend werd. Het balderen van den wind echter maakte zooveel la ven dat wjj even aandachtig moesten teeluiaUran,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1892 | | pagina 1