Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 24. Zaterdag 10 Sept. 1892. Zesde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAO.
Abonnementsprijs per drie meenden:
f 0,40.
f 0,05.
BureauKromnmtraat, F 227, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der AdrertentUn:
Van 1 tot 6 rogelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
naar hun aanvoerder, den verheven
Plaatsbekleeder van Christus op aarde.
Want le Rome, in de stad der Pausen,
doch thans helaasin de macht van
roovergespuis, concentrceren zich de hel-
sche machten, om den strijd legen Christus
en Zijne Kerk met des te heviger kracht
te kunnen voeren. Daar wordt de reu
zenstrijd aangebonden, die steeds ver
ontrustender karakter begint aan te ne
men, en welke over de geheele wereld
met schaaintelooze boosheid wordt
voortgezel.
Het vermanend woord van onzen
beminden Paus Leo XIII, dal voortdu
rend tot bidden en strijden aan
moedigt, kan dan ook niet genoeg
worden ter harte genomen, nu de feiten
steeds krachtiger komen getuigen, dat
de vijand voor de uitvoering der laag
ste daden niet meer terugdeinst, als h(j
zijn gloeienden haal maar kan botvieren.
Om dit opnieuw aan te toonen behoe
ven wij slechts te herinneren aan het
geen nog dezer dagen te Rome voorviel.
Eenige katholiekejongelieden wilden hulde
brengen aan de nagedachtenis van Chris-
tophorus Columbus door een krans te
gaan nederleggen voor hel gedenkteeken,
dat te zijner eere op den Pincio is
opgericht. In optocht, voorafgegaan door
een banier, waarop geschreven stond
Aan den wereld-ontdekker Cbrislophorus
Columbus, het katholieke Rome," schreed
men voort, doch de held, wien de eere
gold, was daor Paus Leo XIFI in Zjjn
Encycliek als een uitnemend Katholiek
geprezen, en dat moest door het vrij-
metselaars-gespuis gewroken worden.
Onder de kreten,Weg met de pries-
ters en het VaticaanWij willen geen
nieuwen heiligeWeg met de landver-
radersWeg met de Clericalen Leve
Rome, de hoofdstad van Italiëwerden
de manifestanten aangevallen, en schan
delijk beleedigd en verguisd. En om de
kroon te zetten op dezen grievenden hoon,
der katholieke wereld aangedaan, werd
het katholieke vaandel verscheurd en de
buste van Columbus omvergeworpen.
Dit gruwzame bedrijf, op 7 Augustus
jl. te Rome voltrokken, geeft slechts
een enkele scherramutseliug te zien der
schandelijke aanvallen, die onze Moeder
de H. Kerk te verduren heeft. Want een
blik geslagen op hel Rijk, dat zich zoo
gaarne ,de oudsledochlerderKerk" ge'iefl
te noemen, doet ieder weldenkend Ka
tholiek gruwen over de wreedheid, waar
mede deze dochter hare moeder vervolgt.
Met den grimmigsten haat en woede wor
den daar misdaden op misdaden tegen
de II, Kerk en hare bedienaren gepleegd,
waaruit de verstoktheid der booswich
ten der wereld tegengrijnst. Immers, een
overzicht van de aanslagen, in de laatste
vijftien jaren tegen de H, Kerk in Frank
rijk ondernomen, doet zien, hoe de
reeks dier gruwelen stijgt lot ecne hoogte,
die ieder onzer met den diepsten weemoed
vervult, maar gelukkig ook met den fier-
sten strijdlust bezielt.
Een heerlijk bewijs van edelen strijd
lust, waarmede de Katholieken zijn ver
vuld, is voorzeker ,de Duitschc Katho
lieken-dag", die te Mentz in de vorige
week met den grootst mogeïijken luister
gehouden is. De voortreffelijkste zonen
uit het katholieke Duitsche volk waren
daar bijeengekomen, om elkander tot
nieuwen moed op te wekken in de ont
zaglijke worsteling, die voor de eer
van God en het heil van den Staat moet
gestreden worden. Met verpletterende
welsprekendheid werd de wereldgeest,
die overal tracht in te sluipen, gevon-
nisd, en de werking der vijanden van
onze Moeder de H. Kerk naar verdien
sten gebrandmerkt. Onder toejuiching
werden zoo treffend de geloften hernieuwd,
van de rechten der Katholieken in Duitsch-
land tot het uiterste te zullen verdedigen,
maar ook met kracht voor den vervolgden
Paus-koning te zullen strijdeR, en niet
te rusten vooraleer diens rechten weder
erkend en het bezit der Eeuwige Stad
aan de H. Stoel verzekerd zij.
Nog andere blijde en bemoedigende
gezichtspunten vertoonen zich, als men
het gehpele strijdperk onzer dagen over
ziet. De ongeloovige wetenschap is zoo
ver reeds gekomen, dat zij door de
wonderen, die in de katholieke Kerk
zich zoo schitterend openbaren, tot de
heerlijkste bekentenissen wordt genoopt.
De miraculeuze genezingen, welke door
de voorspraak der H. Maagd Maria te
Lourdcs, of op andere bevoorrechte
plaatsen, verkregen zijn, doen protestan
ten en ongeloovige geneeskundigen de
getuigenis afleggen, dat zij verbeteringen
en herstellingen bij hunne patiënten heb
ben waargenomen, die door de weten
schap niet te verklaren zijn. Zoo weel
onze Moeder des Hemels zich op hare
bestrijders te wreken, maar ook, welk
een troost in den strijd verschaft dit
ons, kinderen der H. katholieke Kerk.
Niet minder troostvol is de geestdrift,
waarmede de kinderen der II. Kerk hun
lieve Moeder Maria, vooral in onze tijden,
weten te huldigen. De jubelzangen te
Harer eere weerklinken onophoudelijk
het aardrijk over, en vinden hun weg
lot voor den troon van den voor Zijne
kinderen zoo liefderijken Vader in den
Hemel, die dit jubileeren met zegen be-
loonen zal. Want wat kan er schooner
zijn dan dn Moeder te eeren van den
voor ons menschgeworden God P Wat
schooner dan in een wonderbare harmo
nische stemming de verschillende volken
bijeen te zien en in onderscheidene
vormen en talen den lof te hooren
aanheffen van Haar, die te allen tijde als
Beschermster harer kinderen wil optreden
en hunne gebeden immer verhooren wil
Die hartverheffende Processiën in deze
dagen leggen immers een krachtig bewijs
af van een vurig geloof en een onover-
winnclijken moedder kinderen van Maria,
zoodal zcffs de traagste worden aangezet
tol deelname aan een strijd, die altijd
door een eeuwigen triomf bezegeld wordt.
Wel verkwikkend en opbeurend moet
het daarom zijn als de afgematte strijder
voor de eere Gods het strijdperk over-
schouwt en zoo duidelijk ontwaart,
welke krachten hem drijven en aanzetten
tot zijn eindelijke zegepraal. Dan gevoelt
hij eerst recht, dit hij zich bevindt op
de roemrijke baan, waarlangs men alleen
kan voortschrijden ter eeuwige victorie.
En dan ook zegt hij met volle overtuiging
Laat de vijand jubelen over den steun
van de machtigen dezer aarde, ik zal
mijn kracht en steun, maar ook mijn
heil en vreugde zoeken alleen bjj Hem,
die lijd en eeuwigheid bcheerscht.
BUITENLAND.
De bekende Iersche leider Michael
Davitt heeft in de Family Review een
artikel geschreven over Home Rule, dat
nog al indruk maakt, vooral om hetgeen
daarin aangchanld wordt uit eene vroe
gere redevoering (in 1865 gehouden)
van den afgetreden markies van Salis
bury, toen nog lord Robert Cecil.
Daarin erkent de vroegere Premier,
dat Ierland's grootste materieele voor
spoed dagteekent uit den tijd, toen het
zijn eigen zaken bestuurde, en dat de
eenige zaak, die aan Ierland kwaad heeft
berokkend, het Engelsch beheer is ge
weest.
Ook uit vroegere uitingen van den
heer Chamberlain, thans hoofd der Uni
onisten, en wel uit eene redevoering,
door dezen in 1885 gehouden, heeft de
heer Davitt een kostbaar getuigenis van
Ierland's onafhankelijkheid opgedolven.
„Ik geloof niet" dus heeft de heer
Chamberlain toen gesproken „dat de
meeste Engelschen eenig denkbeeld
hebben van het Regeerings-stelsel, 't
welk de vrije Engelsche natie op het
zustereiland toepast, een stelsel, dat
rust op de bajonetten van 30,000 sol
dalen, die als in een vreemd land zijn
gelegerd."
Waar dit wordt toegegeven door de
hoofdbestrijders van Home Rule valt
het den heer Davitt niet moeilijk een
warm en krachtig betoog er voor te
leveren, dat aan het vroeger zoo voor
spoedige volk althans een kans behoort
te worden gegeven, zich wéér tot zijn
vroegere welvaart te verheffen.
De President der Fransche Repu
bliek heeft weer eens een bezoek ge
bracht aan het Zuiden des Lands, waar
hij te Chambéry de feesten heeft bijge
woond ter viering der honderdjarige
vereeniging van Savoye met Frankrijk
en vervolgens te Aix-les-Bains eene sa
menkomst had met den Koning van
Franco per post
Afzonderlijke nummers
jZij, die zich met 10ctober
op „DE EEMBODE" abon-
neeren, ontvangen de tot dien tijd
verschijnende nummers gratis.
De strijd onzer dagen.
't Is ontegenzeggelijk een zware,
raoeitevolle strijd, die door de kampioenen
voor de goede zaak in onze dagen moet
gestreden worden. Zwaar en moeitevol
vooral, omdat de vijand onder zoovele
verschillende vormen optreedt, zoovele
verraderlijke gedaanten aanneemt, dat de
goede strijders al hunne krachten moeten
vergaren, al hun bekwaamheden ten
toon spreiden, al hun moed en on
versaagdheid moeten toonen, om de
zegepraal van het kwade over het goede
te verijdelen. Want wie in onze dagen
lust gevoelt zijn beste krachten aan die
edele zaak te wijden, vindt zijn vijand
altijd en overalhet wapen, ter verde
diging aangegord, moet immer gericht
blijven op de belagers van datgene, wat
hij, zoo noodig, ten koste van zijn leven
wil doen triomleeren.
Wel zal hij overwinnen, die voor
Christus strijden wil, maar toch is
de kamp, welken hij te voeren heeft,
er niet te minder bitter en moeilijk om.
Dat altijddurende strijden en worstelen
tegen een vijand, die, hier neergeveld,
dadr weder met toomelooze razernij op
doemt om met schrikwekkend geweld
zijn aanvallen te herlialen, is wel ge
schikt om bijwijlen de edelste zielen te
doen ontstellen en met angst hunne
blikken te doen richten tot Hem, die
de wankelmoedigsten met nieuwe kracht
bezielt, en de zwaksten tot strijders
maakt, die met stalen moed den schok
der vijandige bende weten te weer
staan en steeds nieuwe lauweren weten
te garen, welke alleen in dien strijd te
behalen zijn.
Geen wonder dus dat de Katholieken
in de hitte van den strijd onzer dagen
ook met bezorgheid het oog richten
FEIHLLÉTOH.
Bakker Frans.
(UK den tijd der Fransche Revolutie.)
4] „Treurig genoeg," riet de tukker hem in
de rede. „Maar viel de schande, die Judas op
zich laadde door lot de godsmoordenaars over
te gaan en rijn Heer en Meester 'oor een hand
vol geld le verraden, ook op de Apostelen teiug?
De rampzalige pater B. geelt ergernis, dat is
waar, maar daar de wereld hem in de laatste
dagen, die de revolutie vooralgingen, reeds eeni-
germale mistrouwd bad, zal bjj bezwaarlijk
verstandige lieden tot afval lokken. Mjj dunkt,
dat onze eerbiedwaardige pastoor Koblbaas alleen
wel legen duizend van zulke afgevallen mon
niken opweegt Of denkt ge van niet?"
De twee buren knikten ten teeken van instemming.
God beeft Ae boo re wereld, die sinds de laat
ste jaren zoo slecht en goddeloos geworden is,
willen straffen." hernam Frans. „Lang heeft Hjj
gednld gehad, tol eindelgk de maal rol was en
Hjj de wereld en in het bjjzonder het onge
lukkige Frankrijk het: „Tot biertoe en niet
verder I" toeriej. En als God begint te straffen,
goede vrienden, dan is er meer dan gewoon
gebed noodig om Zjjnen rechlmatigen toorn van
onze hoofden af te wenden. Zwaar zucht het
arme Frankrijk onder Zjjne gramschap, en ook
wjj moetan ze, helaas, ondervinden. Maar deze
tjjd zal, goddank, ook voorbijgaan, en uit dien
jammerpoel van ellenden zal ongetwjjfeld wel
weer iets goeds geboren worden. Zeker was de
revelutie, boe verschrikkelijk ze ook moge woe
den, noodig, anders, dat kan ik u verzekeren,
had God ze niet in 't leven geroepen."
„God geve, dat die tjjd spoedig moge aan
breken," zuchtte da wever. „Het ziel er anders
nog niet erg naar uithet is nog pas een
„Binnenkort zal de nieuwe vrj)hcidsboom
weer in 't openbaar leestcljjk opgericht worden,"
zeide de kruidenier, die v*n alle markten thuis
„En de groote massa," vervolgde de bakker,
„zal er beenloopen en meedoen, evenals vroe
ger; daar kunt ge vast op aan. Als er eerst
maar wat te eten en te drinken valt, dan zal
bjj ongetwijfeld met een geestdriftig „hoera!"
begroet worden."
„Zoudt gjj dat denken van het Ddrensche
volk, buurman?" vroeg de wever ongeloovig.
„Daren's burgers hebben zich toch alljjd als gods
dienstige mannen en trouwe zonen der Kerk ge
dragen en met jjver alle kerkelijke feesten in
eere gehouden, terwijl de naam der heilige Moe
der Anna in ieders hart staat geschreven. Men
zou meenen, geen reebt meer le hebben om
naar de ka'hedraal van SL Anna op te zien,
als de DQrensche burgerschap rond den vrij
heidsboom danste, en de republiek verhief, die
geen God eikent en het kruis vertreedt. Ik ten
minste zou mij over onze goede vaderstad scha
men an mjj aan het andere uiteinde der wereld
„Ziet, vrienden," begon de bakker wat bedaar
der, „geljjk wjj drieün hier in de rustige bak-
kerjj, waar wjj gelukkig nog ons hart voor
elkaar kunnen uitstorten, zonder voor de gevolgen
te moeien vreezen, gezind zjjn, zoo geloof ik,
dat tegenwoordig ook bet grootste gedeelte der
burgerschap gezind is. Gaal van huistolbuis, en
ondervraagt het volk in 't geheim, allen zullen
zjj dezelfde klachten uilen als wjj bier. Maar
waarom legt niemand in 't openbaar zjjne grieven
bloot? Waarom teekent het geheele volk geen
krachtig protest aan tegen de brutale, goddelooze
aanranding van onzen heiligen godsdienst? Dat
de oorlog geld kost, ja zells zware geldelijke
offers eisebt, dal daarbjj have en goed, vrjj-
heid en leven niet zelden in gevaar kuinen,
weet iedereen, on zal, zoolang er nog ergens
ter wereld oorlog gevoerd wordt, wel immer zoo
bljjven. Het rou toch de eerste keer niet zjjn,
dat DOren bjjna in puiuhoopen veranderde
onder den gecsel des oorlogs. Maar zoo godde
loos en onbeschaamd is er, zoo ver de geschie
denis reikt, niet in DOren met God en godsdienst
omgesptongen, als nu door die ellendige republi
keinen. Waarom verzet zich dan het volk
niet, al was het alleen maar om den godsdienst te
verdedigen? Het Fransche volk heelt geweld ge
bruikt en den bewoners de schrik om het bart
doen slaan, ziedaar de reden. Gjj allen weel,
hoeveel slroomen bloeds in Frankrijk het scha
vot rood geverfd hebben. Gjj weet, wat al die
schoonklinkende woorden van „vrjjheid, gelijk
heid en broederschap" in den valschen mond der
republikeinen le betoekenen hebben; hoe zjj, in
spjjt dier vrjjheid, die zjj allerwegen verkondigen,
opvliegen, wanneer hun ook maar de geringste
tegenstand geboden wordt. De vrees voor de
overmacht houdt do goeden in bedwang, en do
slechten verheugen zich over den legenwoordigen
staal van zaken, die hun veroorlooft, zich in
hunne ware wolvengedaantc te vertoonen. En
achter dezen komt zooals gewoonlijk de groote
hoop des volks, dat gewoon is, niet verder te
denken dan zjjn neus lang is, en bjigevolg eerst
in zjjn element ia als er spektakel te maken valt.
Geloof mjj vrjj, het is een goede aanwinst voor
de republikeinen, dal zjj de menigte op hun
band hebben. Gjj zult zien of ik mjj vergist heb
of niet, als de vrijheidsboom de hartstochten
eerst maar weer heeft opgewekt. Hel volk slaat
zoo licht aan 't razen en tieren, en is het een
maal zoo ver, dan is er niets meer aan te doen
zelfs de geestelijken der parochie schjinen in
zulke oogenbükken hunnen invloed verloren te
hebben."
In dien geest waren de gesprekken, welke de
bakker dien avond voerde met zjjne twee buren
in de bakkerjj aan de Voorstraat. D.,t de bak
ker geljjk had, ondervond men al heel spoedig
op treurige wjjze.
Toen de kruidenier den volgenden morgen,
met de handen als naar gewoonte onder zjjn
voorschoot, aan de winkeldeur stond en de
straat eens inkeek, bemerkte bjj, dat op het
plein, WBar het koor der St. Annakerk op
uitzag, verscheidene met steenen beladen karren
stilhielden; ook kalk en zand werden aangevoerd.
Juist kwam de bakker van dien kant af. De
kruidenier, die zjjne nieuwsgierigheid niet langer
kon bedwingen, vroeg hem:
„Wat is er gindtr aan de band?"
De bakker had in zjjn haast niet eens de
drukte op het plein gezien, en keek nu wat
scherper dien kant uit Hjj schudde hel hoofd,
ten teeken, dat hjj er niets van begreep.
„Ik zal eens gaan zien," zeide hjj kortaf, en
ging naar het karwei.
Aan de omliggende huizen was niets te zien,
maar hel hek, dat hel groote crucifix met de
beelden van Jesus en Maria omringde, hetwelk
in een hoek tusschen de kerk en het laatste
buis was opgericht eene oude stichting, die
door de buren van DOren trouw in eere werd
gehouden waren eenige lieden druk bezig,
den grond schoon to maken. De bakker trad
naderbjj.
„Wal is hier te doen?" vroeg hjj een motse-
laar, dien hjj goed kende.
De aangesprokene keek op en zette zjjne taak
„Meester Frans," zeide bjj halfluid, „we had
den gehoord, dat bet oude kruis eerstdaags zou
omvergehaald wordenen zjj, die bet moeten
doen, zjjn reeds aangewezen. Daarom willen wjj
hen voor zjjn en in der haast een muur bou
wen, om het kruis te beschermen."
Men heeft bet dus werkeljjk gemunt op de
kruisen aan straten en wegen vroeg de bakker.
De metselaar knikte en de bakker vervolgde
peinzend zjjn weg. Toen hjj op de markt kwam,
was daar juist iemand bezig, een heiligenbeeld,
dat in eene nis boven de huisdeur prjjkte, weg