Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 6.
Zaterdag 6 Mei 1893.
Zevende Jaargang.
DE EEMBODE
▼oor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maasden
Francs per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 22?Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Adverteatijni
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor lederen regel meer- 0.05
Op de helling.
n.
Uit den oorsprong en de wording, als
mede vooral uit den aard en het wezen
der constitutie, volgt, dat dezeregeerings-
vorm immer een ernstig gevaar is en
blijft voor het koningschaphet demo
cratisch element glijdt zoo lichtelijk als
door eigen zwaarte af naar de souve-
reiniteit. Er ligt veel waars in 't woord
van Balzac tot de Lamartine, in een
onderhoud met bem, gericht: .Parle
mentaire regeeriugen zijn hel Dorado van
redenaars en van drogredenaars. God
heeft den menschelijken wil slechts met
éénen vorm toegerust, met één middel
om zich te uiten. Dat middel, die vorm
is de eenheid. Waar veelheid van wil
wordt waargenomen, heerscht öfregee-
ringloosheid, die de snelle en geweldige,
óf stilstand, die de langzame dood der
menschelijke samenleving is. Gingen de
lessen der ondervinding niet meestentijds
verloren, ieder zou inzien en erkennen,
dat de parlementaire regeeringsvorm al
de gouvernementen, die hem aannemen,
het eene voor, het andere na ten gronde
richt In Frankrijk zijn in den tijd
van niet meer dan een halve eeuw
tien verdreven gouvernementen daar, om
te getuigen, dat die regeringsvorm zich
evenmin weet te verdedigen als te ves
tigen. Ziedaar zijne geschiedenis, zijne
werken."
Men moge Balzac's beoordeeling van den
parlementairen regeeringsvorm te streng
vinden, zjjn beroep op de geschiedenis
is een beroep op feiten, waaruit
ten minste blijkt, hoe wankelbaar het
koningschap staat in een conslitutioneelen
slaat. Vandaar dat sommigen haarden
overgang noemen van de monarchie
naar de rep"iliek, en van oordeel zijn,
dat zij, staande tusschen beide, nakor-
teren of langeren tijd in deze laatste
zich oplost.
Hieruit vloeit derhalve de dure ver
plichting voort voor degenen, die het
koninklijk gezag erkennen en huldigen,
om zich vooral in onze dagen van gis
ting en beroering aaneengesloten rondom
het roemruchtig vorstenhuis te scharen,
het te beschermen tegen derevolutionnaire
aanslagen, het te verdedigen tegen het
dreigend socialismegeen voetbreed moet
worden teruggeweken voor de revoluti-
onnaire eischcn des volks. Want iedere
concessie, aan hel democratisch element
verleend, is het versterken, terwijl het
koningschap telkens in gelijke mate wordt
verzwakt en derhalve nader gedreven
naar zijn ondergang in de republiek.
Heeft men in Nederland met deze ma
thematische waarheid rekening gehou
den In plaats van ons koningschap in
zijn grondwettige macht te handhaven,
heeft men het een gevoeligen slag toege
bracht in de grondwetsherziening van
'88, de constitutie lager geplaatst op de
helling naar de democratie. Onder meer
werd het grondwetsartikel gewjjzigd be
treffende het kiesrecht, zoodat het wets
ontwerp van minister Tak mogelijk werd
gemaakt en, volgens het oordeel van velen,
het algemeen stemrecht als niet meer in
strijd met de grondwet kan worden inge
voerd, zoodat men daarmede de poort
heeft opengezet voor den vierden stand,
die, gelijk overal elders, het der bevol
king in ons Vaderland uitmaakt. De slag
boom werd weggenomen, waardoor een on
bekwaam deel des volks van het Staatsbe
stuur werd geweerd, de laatste grondslag
weggeslagen, die het koningschap nog
eenigen solieden waarborg voor de toe
komst aanbood; zoo dat onze wettige dynas
tie zich overgeleverd ziet aan het groot
ste gevaar, vooral nu de democratische
elementen toenemen, hel socialisme jaar
lijks zoozeer in getal, kracht en invloed
wint.
Waarlijk, wij schrijden in onzen tyd
snel in democratische ricuting voort. Voor
tien jaren werd in ons Vaderland te
nauwernood van 't socialisme verno
men, en thans heeft het schrikwekken
de verhoudingen aangenomen. Een
pestziekte gelijk, heeft het gedurende
dit korte tijdsbestek ontzettend om zich
heen gegrepen, duizenden en duizenden,
vooral onder de lagere standen, aange
past en tot revolutionnaire slachtoffers
gemaakt. Deze revolutionnaire partij heeft
zich tot een dreigende macht uitgebreid en
zich krachtig georganiseerd; alom heeft zij
hare volgelingen en vertakkingen, over
al openbaart zij een onheilspeilenden in
vloed en kracht. Tegenover de verre
gaande brutaliteit en den rasteloozen
ijver harer leiders stelde de regeering
haar grenzenlooze zwakheid en lijdelijk
toezien en trad dan alleen op, wanneer
de openbare rust werd gestoord, zonder
echter de oorzaak te stuiten, zonder het
kwaad in het hart aan te lasten. Zij
liet den leiders vrjj spel om voortdurend
in woord en geschrift hun revolution
naire theorieën en verderfelijke dwalin
gen te verkondigen, propagande te ma
ken, het volk te doordringen van den
socialistischen geest, op te ruien legen
de bestaande orde, het te doen rijpen
voor omwenteling, voor de omverwerping
der wettige dynastie. De mannen, die
doortastend hadden moeten optreden,
beriepen zich op de vrijheid van woord
en drukpers, bij de wet gewaarborgd.
Maar, zoo vragen wij, was het dan een
lijd van talmen, wanneer van die vrijheid,
het grootste misbruik gemaakt wordt,
wanneer voortdurend, door openbare
prediking der revolutie, de Staal in het j
dreigendst gevaar gebracht en het arme j
volk door misleiding gedreven wordt lot
omwenteling Is de Regeering dan niet
meer verplicht krachtdadig op te treden
tot behoud der bestaande orde, tot
behoud onzer constitutie? Was 't niet
hare roeping om zoo spoedig mogelijk
eene, zoo men beweerde, niet bestaande
wet in te dienen en te doen aannemen,
waardoor zij in staat gesteld werd om
den wassenden stroom des verderfs te
keeren, en met alle gestrengheid op te
treden ten minste legen de openbare
verderfelijke redevoeringen en opruiende
geschriften, de overtreders daarvan voor
beeldig te straffen, en hel kwaad in de
oorzaken te onderdrukken en uit te
roeien Moet eerst het kalf verdronken
zijn, voor menden put gaat dempen, eerst
het volk totaal bedorven, om dan met
gestrengheid op te treden, wanneer het
eenmaal te laat zijn zal? Of is men
zoozeer verblind, dat men het toenemend
gevaar niet bespeurt, of wel is men
medegegaan met onzen algemeen
democratischen tijdgeest?
Dit laatste schijnt inderdaad met zeer
velen in ons Land het geval Zeer velen
toch, die geroepen zijn de bedreigde
dynastie te verdedigen, ziet men afge
gleden van de helling tot de democratie.
Hoe geheel anders was voor tien jaren
hun oordeel dan thans over de groote
quaestie's van grondwetsherziening, uit
breiding van het kiesrecht, persoonlijken
dienstplicht, vermeerdering van 's volks
rechten enz. Toen wilde men niet hooren
van grondwetsherziening, en thans is zjj
reeds jaren een feitvoor ettelijke jaren
gold nog: uitbreiding van kiesrecht is
een sprong in 't duister en derhalve zeer
gevaarlijk, algemeen stemrecht een sprong
in het niet, en thans is reeds hel bijna
algemeen stemrecht aan de orde; toen
lachte men met het luttel getal socia
listen, en thans is het aangegroeid tot
de groote en machtige partij, die den
Staat ernstig bedreigt met verwoesting
en verdelging, die reeds in het Noorden
des Rijks tot openlijk verzet kwam
en te Amsterdam en in vele andere
plaatsen met geweld moest worden on
derdrukt; toen grondde men het kiesrecht
op het beginsel, dat zij geen aanspraak
hebben op het staatsbestuur, die niets
bijdragen tot hel onderhoud van den
Staat, en thans begint men reeds te
spreken, dat door uitbreiding van kies
recht, zooverre het de grondwet toelaat,
de zoolang onthouden rechten moeten
worden verleend toen beschouwde men
persoonlijken dienstplicht een utopie van
eenlge Calvinisten, en thans bedreigt
zy ons reeds te tweeden male. Voor
korte jaren zag men er geen gevaar
in dat in woord en geschrift het
bezadigde Nederlandsche volk, gelijk het
heette, zijn rechten werd verkondigd en
aldus gemancipeerd, en thans spreekt
men reeds van een stroom, welke niet
meer kan worden gekeerd, thans erkent
men reeds de oppermacut des volks en
eigen onmacht in de uitdrukking der
onderwerping,'t moet toch komen eu
daarom maar toegeven 1" Niet lang ge
leden achtte men onze Natie te zeer
saamgegroeid met het roemruchtig vor
stenhuis, te kalm en te vreedzaam om
ooit voor onze dynastie een gevaar te
worden, en thans kan zelfs de politie
niet meer beletten, dat onze geliefde
Koninginnen te Amsterdam aan de schan
delijkste beleedigingen ter prooi zjjn,
dat er rondom haar paleis en hare
rijtuigen op de laagste wjjze wordt
gedemonstreerd.
Waarlijk, wel snel en diep zjjn wjj in
korte jaren van de helling in democra
tische richting afgegleden I
BUITENLAND.
De dokwerkers te Huil geven nog
geenszins blijk van toenadering, maar
gaan integendeel voort met hun verniel
zucht bot te vieren. Zij hebben nu ook
de houtzagerij, welke in plaats van de
onlangs verbrande dour vrije werklieden
was ingericht, in brand gestoken. Deze,
alsmede een achttal belendende huizen,
zijn geheel vernield. Zjj verklaren de
werkstaking nog wel zes maanden te
kunnen uithouden.
Met de anti- Home-Nnfe-betoogingen
wofdt ook nog steeds voortgegaan.
Woensdag werd in Guildhall te Londen,
onder voorzitterschap van den Lord-
Mayor, eene druk bezochte vergadering
gehouden, waar Chamberlain een felle
redevoering hield tegen het ontwerp en
ten slotte een resolutie in dien geest
werd aangenomen.
Bij tweede lezing heeft hel Britsche
Lagerhuis met 279 tegen 201 stemmen
de wet goedgekeurd, waarbij de acht
urige werkdag voor mijnwerkers wordt
vastgesteld. De heer Gladstone zeide dat
bij deze wet de Regeering zich als zoo
danig geen partij stelt, maar dat de
meeste ministers er voor zouden stem
men, omdat zij overtuigd zijn dat de
meeste arbeiders dien maatregel wen-
schen, evenwel dient een uitzondering
gemaakt te worden voor die plaatsen,
FEUILLETON.
Christus of Mahomed.
,Och kom, 'l is belachelijkVoor da siel vau
een gestorven Christen te bidden, daarran is
(•en heil te verwachten," zei de muzelman, .want
al de aanhangers van dezen afgodendienst
komen in de hel terecht. Ware ik in de plaats
van den ongelukkige geweest, ik had den naam
van den profeet aangeroepen, en de panter
ware vol ontzetting teruggedeinsd I Hoe machte
loos uw Jesus en al uwe kruisbeelden samen
zijn, zil ik u terstond laten zien. Ik wil eens
zien, of hjj mjj strait, als betgeen ik nu ga
doen hem niet bevalt."
Hg braakte nog eenige godslasteringen uit,
die te schandelijk wareu om ze te vermelden,
en daarop hoorde ik een hevig gekraak, waamit
k begreep, dat hg het kruis ging omverwerpen,
ik wilde opspringen em bel bem te beleUsn,
maar Turnerstick, die er niets van gehoord
bad, hield mjj terug, niet wetend waar ii
gauw been wilde. Ik zeide bem haastig de reden
en stond op, maar te laat; het in den grond
stekende gedeelte van bet hout was verteerd
het brak af, en het sterke, wel vjjf dien hooge
crucifix viel neer in de richting van de plek
waar wjj zalen, zoodat het den kapitein aan het
hootd trol. Deze slaakte een pjjnljjken kreet,
sprong op en volgde mjj snel naar den anderen
int van het boscbje, waar de beide mannen
In den eenen herkende ik aan zjjn haviksneus
en zjjn vreemd gelaat terstond den Armeniër,
roeg een muts van scbapevel, een kort
leed, een wjjde broek en hooge kaplaarzen
nes stak in zjjn gordel. De ander was, naar
het scheen, een Bedoulo. Ik schatte hem op
ongeveer vijftig jaar. Zjjne lange, hoekigeNge-
was in een witten burnous gehuld. Zijn
hoofd was gedekt met een rooilen tulband. Zjjn
mager gelaat leekende hem als een dier dweep
zieke volgelingen van Mahomed. Blijkbaar
door ons plotseling verschijnen geschrokken, mat
hjj ons met trotschen, aanmatigenden blik van
bet hoofd tot de voeten.
.Wat is dat voor onbeschaamdheid 1" zeide
de woedende kapitein in zijn gebroken Eogelsch.
.Hoe durft gij bet wagen dit kruis te ver
nielen en mij er door te kwetsen
.Wat wil deze man?" vroeg de Muzelman,
zich tol zijn metgezel wendend, dio den post van
tolk bjj bem waarnam. In plaats daarvan ant
woordde ik
,Gjj hebt daar iets gedaan, wat bier Ie lande
streng gestraft wordt Gjj hebt hel beeld des
Gekruislen enteerd, eo als wjj u bjj de overheid
aanklagen, zal men u in de gevangenis werpen."
Hjj wierp mjj een verachteljjken blik toe
.Wie zjjl gjj, dat gjj het wasgt aldus tot mjj
te spreken?"
,Dt ben een Christen, en als zoodanig is het
mjjn plicht, eene daad als de uwe aan
rechter bekend te maken."
»Gjj zijl een christen En toch spreekt gjj de
taal der geloovigen als een echt Muzelman D.tn
geljjkt gij de slang, die een dubbele tong heeft
zult gjj die gunst verkregen, maar dit wil ik
u wel zeggen, dal ik een man ben, die gewoon
is, met verachting op den grond te spuwen,
wanneer een schurftige christenhond hem durft
Hjj spuwde driemaal naar mij, en zoo, dat
hjj mjj den derden keer trof. Nu ben ik een
gemoedelijk mensch en zal mjj niet licht driftig
maken wanneer ik op eene beleediging even
snel een scherp antwoord laat vallen, dan ge-
•ebiedt dit niet in een plotselinge drift, maar
enkel uit achting voor mjj zeiven. Hier echter
was niet alleen ik beleedigd, maar de vreemde
ling had het heiligste gevoel in den christen
aangetast en zjin laaghartige aanval liet geen
bescheid in scherpe, kwetsende wcorden toe.
Nauweljjks had hjj zjjn venijn op mijne jas ge
spuwd, of ik gaf hem een vuistslag in het ge
laat, zoodat hjj tegen den grond stortte. Vlug
als een kal stond hjj op en ging op m{j af,
doch even snel greep Turnerstick hem bjj den
nek, schudde hem driftig door elkaar en riep
.Karei, haal de politie 1 Ik houd bem inlus-
schen zoo stevig aan boord geklampt, dat hjj
binnen een uur geen duimbreed van zjjn plaats
den kapitein op te volgen. Misschien bad ik deu
Moslem na het ontvangen lesje laten loopen,
toen in de verte een tuinopzichler als geroepen
aan kwam loopen. en vroeg, wat er aan de hand
was. Terwijl Turnerstick met zjjn zeemanavuis-
ten den misdadiger nog alljjd stevig vasthield,
vertelde ik wal er gebeurd was. De tolk trachtte
moest zjjn loop hebben. Wjj moesten den be
ambte naar den directeur volgen. Deze hoorde
de aanklacht van den kapitein en mjj, en liet
ons in dank vertrekkende beide anderen hield
bjj bij zich om hen streng te straffen.
Wjj bevonden ons dicht bjj den uitgang,
een onbezet tafeltje plaats, om een glas wjjn te
drinken. Na ongeveer een kwartieruurs zagen
wjj lot onze niet geringe verbazing de beide
drukking van tevredenheid op het gelaat. Zjj
bemerkten ons. De Muzelman kwam naderbjj,
bleef op een behoorlijken afstand staan en siste
woedend
.Twintig frank boete, die schenk ik Frankrjjk
gaarnemaar u schenk ik nietsGjj hebt een
Muzelman geslagen, en geen christen kruis zal
n voor mijne wraak behoeden I"
Ik deed, alsof er niets gebeurd was, en bjj
verwijderde zich in Irotsche houding en met
zulken waardigen tred, alsof bjj als overwinnaar
uit het strijdperk getreden was. Toen ik Tur
nerslick zjjne bedreiging verteld had, zeide bij
.Het had mjj niet moeten gebeuren ik
zeu hem op de plaats zelf neergesmakt hebben,
de schurkNu stapt hjj, trotsch als een pant
serschip, daarheen en deukt, dat wjj al heel
bang voor hem zjjn I"
.Nu, bang ben ik niet, maar toch moeten wjj
voorzichtig zj|n. Wjj zjjn wel niet in een ara-
bischen duar (uit tenten bestaand dorp), maar
hier in Marseille, en ik zie dien Bedontn
er beat voor aan, dat hij zich in zjjne woede
daar niet om bekommert. Naar zjjn uiterlijk
te oordeelen is een vuistslag in het gelaat
slechts met bloed af te wasschen.
Na een korte poos gingen ook wjj heen naar
de haven, om ons am boord te begeven. Daar
zagen wjj onze beide vjjanden in een steegje
staan. Zjj lieten ons posseeren en volgden ons
op den voet. Wjj maakten verscheidene omwe
gen, maar hel gelukte oua niet, hun bet spoor
bjjster temaken. Toch mochten zij one verblijf
niet te welen komen, kost wet kost. Tornerstick
sloeg daarom voor, naar bet slot Jf te roeien.
Hjj had op zijn reizen in ledige uren den
.Graaf van Monte Christo", van Dumas, gelezen,
en wensohte den onderaardtchen kerker van
den beid van dit verhaal te bezichtigen. Deze
bevindt zich onder'bet kasteel If en is tegen
matigen prjjs voor een ieder toegankelpk. Al
hoewel ik niet van Dumas' romans hield, wil
ligde ik niettemin het verzoek des kapiteins
in, want ook de kamer, waarin Mirabeau in
bet jaar 177* gevangen zal, bevindt zich daar.
Wjj namen dus een kleine boot, om den voor
slag van den kapitein te volgen en ons aldus
aan onze vervolgers te onttrekken.
Turnerslick stelde zooveel belang in zjjn nooit