Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 8.
Zaterdag 20 Mei 1893.
Zevende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenines, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Bntaprij» par drie maanden:
Franco per post
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Advartentitu:
Van 1 lot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Correspondenten on A
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
PINKSTEREN.
Het Peest des Qeloofs.
Als Paschen, de dag der dagen,
waarop ons christelijk geloof zijn volkomen
zegepraal viert met den triomf van zijn
goddelijken Stichter, daarom juist bijzon
der als een dag van geloof staat aan
gemerkt in de rij der kerkelijke feesten,
dan mag men zeker met evenveel recht,
ook het Pinksterfeest deze onderscheiding
wel geven en het betitelen als ,het Feest
des Geloofs". Of is het niet op den
Pinksterdag, dal voor de eerste maal
dat heilaanbrengend geloof in den ge-
kruisten maar verrezen Heiland uit
kracht van den H. Geest openlijk en
plechtig te Jerusalem is beleden, om van
daar uit zijn weg over gansch het aardrijk
te banen Is het niet heden, dat de
twaalf arme Galileïsche visschers, door
den Hemelschen Vertrooster met de
heerlijkste genadegaven verrijkt en in
wezenlijke Godsgezanten herschapen,
onmiddellijk zijn uitgegaan om aan alle
volken der aarde 's hemels grootsten
schat, de kostbare gave des geloofs te
gaan brengen? Is het niet heden, dat
zij zeiven, ten volle door het licht der
goddelijke waarheid bestraald, vrijmoedig
en onbeschroomd zijn opgetreden om in
een wereld, die in de dikste duisternis
des heidendoms lag begraven, overal de
fakkel des geloofs te ontsteken Geen
dag derhalve in gansch den kerkelijken
jaarkring, die, gelijk Pinksteren, zoo le
vendig ons herinnert aan hel onwaar
deerbaar geluk, waardoor ook wij boven
zoovelen zijn uitverkoren om naar het
woord van den Prins der apostelen ,de
macht te verkondigen van Hem, die ons
uit de duisternissen heeft geroepen tot
Zijn wonderbaar licht" geen dag ook,
die ons beter het gewicht en de be-
teekenis dezer zoo hooge bevoorrechting
doet kennen, die ons meer helpt, althans
eenigermaU, de ontzaglijke gunst te
waardeeren, door God ons verleend in
de even onverdiende als onmisbare wel
daad van het ééne, ware geloof!
Wat dan het geloof wel voor ons is
Wij zijn ballingen in deze wereld op
weg naar ons hemelsch Vaderland. Wij
behoeven verlichting en kracht om dien
moeilijken en hoogst gewichtige» tocht
naar behooren en met gunstig gevolg
te maken. Welnu, dat hooge licht als
een onfeilbare gids, die bovennatuurlijke
kracht als een onontbeerlijke steun wor
den door het geloof ons geschonken.
Als licht beschijnt hel ons in de duister
nis van dit leven, wijst het ons onzen
oorsprong, onze bestemming en ons
heilig Vaderland aan en den zekeren
weg om daartoe te geraken. Juist wat
de lichtende vuurkolom was voor Israels
volk, als het uil Egypte door de woestijn
optrok naar het beloofde land, dat is
voor ons bij de reis door het leven het
licht der hoogere Veropenbaring, de
fakkel van ons heilig geloof. Want wat
er wordt van den mensch zonder die
brandende fakkel, het wordt ons door
den allerbeklagenswaardigslen toestand
geleerd van een algemeene ontaarding
en het schromelijkst zedebederf, waarin
de gansche wereld was verzonken bij
de gezegende komst van den H. Geest
en ook heden ten dage leveren hiervan j
milliocnen nog het treurig bewijs, die, in
de duisternis van het heidendom ge- i
boren, hunnen God, hunnen Verlosser,
hunne verhevene bestemming niet ken- i
nen, die voor de schandelijkste en af
schuwelijkste goden hunne knieën bui-
gen, door allerlei onteerende zonden zich
beneden het redeloos wezen verlagen,
die zonder liefde, zonder hoop, zonder
troost voortleven, en eindelijk als vijan
den van God eliendig sterven.
Doch zoover behoeven wij niet in
den geest naar afgelegen heidensche Ian- I
den en volken af te dwalen, om ons
te overtuigen van al de ellenden van J
een ongeloovig geslacht. Helaas in onzen
tijd, waarin wij in de droeve noodzake
lijkheid zijn om van het herrezen hei
dendom te spreken, dat, erger dan de
oorspronkelijke heidensche dwzling, elk
godsbegrip geheel heeft buiten gesloten
en bij een stelselmatige vergoding der
natuur en der menschelijke rede den
Eenigen persoonlijken God, den Schep
per en Albeheerscher, niet in het minst
wil erkennen, in onzen ongelukkigen tijd
leven zij met en rondom ons, de tal-
looze slachtoffers van het moderne onge
loof, die, wel een voortdurend ge raar
voor een nog geloovige omgeving, toch
ook, voor al wie niet ziende blind is,
lot een ernstige waarschuwing kunnen
dienen. Nooit toch in de opeenvolgende
tijden, waarin het licht van het Chris
tendom de aarde heeft beschenen, kon
men zoo duidelijk als wel in den jong-
slen lijd, zelfs voor geheele volken de
verschrikkelijke waarheid bewezen zien
.neemt weg de fakkel des geloofs, er
volgt een nacht van duisternis en ver
warring."
Want wat is geschied In onze eeuw
van losbandige vrijheid en valsche we
tenschap, van stoffelijken vooruitgang en
zoogenaamde beschaving hebben de man
nen van het ongeloof, door stofvergoding
verblind, gemeend zich dan eerst een
volkomen gelukstaat hier op aarde te
zullen scheppen, wanneer het geloof aan
een geopenbaarde waarheid voor goed
uit de menschelijke samenleving zou
zijn gebannen. Vandaar een verwoeden
strijd tegen den godsdienst en de ge
loovige maatschappij, zooals nooit te
voren is gestreden. In alle staten en stan
den, van af de hoogste regeeringskrin-
gen tot in het laagste gemeen, heeft
men sinds tal van jaren samengespan
nen en de uiterste pogingen beproefd,
om bij alle klassen der maatschappij,
en vooral bij de jeugd, de hoop van een
toekomstig geslacht, hel godsdienstig ge
voel uit te dooven. De staatkunde, de
aardsche wetenschap, alle stoffelijke mid
delen heeft men dienstbaar gemaakt tot
het ecnig gewenschte doelden onder
gang der Kerk en de vorming eener
maatschappij zender God. Werd dit doel
maar bereikt, zoo heette het, dan zou
de maatschappij groeien en bloeien, en
vrede en geluk zouden hecrschen onder
alle beschaafde volken der aarde.
En nu! wat is er van dien hoogge
prezen gelukstaat geworden Waartoe
heeft het materialistisch en rationalistisch
streven geleid We kunnen hol met één
woord zoggentot een woestenij, een
wildernis van diep zedelijk verval, waarbij
tevens de materieele welvaart en de rust
der volken is ten gronde gegaan tot
een toestand van nameloos wee en on
beschrijfelijke ellende, van verwarring en
strijd, van burgertwisten en revolutie,
waarbij men ook in de ongeloovige we
reld angstig de toekomst te gemoet ziet.
Zoo schrikt het moderne ongeloof voor
zijn eigen werk terug, niet wetende hoe
dien stroom van ellenden te stuiten.
Voor ons is dit echter geen raadsel.
Wij weten, hoe noch menschelijk vernuft
noch aardsche hulpbronnen hier in hel
minst zullen baten, maar hoe de redding
alleen mogelijk is door een herleven van
het Christelijk geloof. Want in het ge
loof, dat ons voorlicht, daarin ligt ook
onze kracht, die volgens het woord van
den apostel in staat is geheel de wereld
te overwinnen. Laat ons derhalve in den
gevaarvollen en treuriger: tijd, dien wij
beleven, al onze kracht zoeken in ons
geloof en bijzonder op den Pinksterdag
zeiven den Geest van licht en van sterkte
vuriglijk bidden, dat Hij, die reeds een
maal het aanschijn der aarde heeft her
nieuwd door het licht en de kracht des
geloofs, op nieuw de wereld uit haren
ellendeslaal redde, waartoe zij door den
geest var: ongeloof is gebracht.
V. C. t. A.
BUITENLAND.
In deze week is te Jerusalem het
Eucharistisch Congres gehouden, waar
aan door circa 1500 congresleden werd
deelgenomen en dat werd bijgewoond
door een aantal prelaten van allerlei
natiën, tot zelfs uit Amerika, en van
verschillende katholieke ritussen,
j Z. E. de kardinaal-aartsbisschop Lan-
i génieux, van Reims, presideert als pau
selijk jegaat het Congres. Hij deed Zater-
j dag zjjn plechtigen intocht in Jerusalem
op schitterende wijze, te paard gezeten,
met den grooten purperen mantel en
den rooden kardinaalshoed met gouden
kwasten. Het was een ware triomftocht.
Des avonds werd in processie een bezoek
gebracht aan het H. Graf. Eiken dag
zijn de zittingen van het Congres voor
afgegaan door v.cn pontificale Mis en
besloten door een processie met het
H. Sacrament. Eene merkwaardigheid,
welke alleen te Jerusalem kan plaats
vinden, is wel dal deze pontificale Mis
eiken dag volgens een anderen katho
lieken ritus is opgedragen in hun res
pectieve kerken, te weten: den Latijn-
schen, den Griekschen, den Syrischen,
den Armenischen, den Slnvischen, den
Maronitischen en den Koptischen ritus-
In Duilschland neemt de verkiezings
strijd alle bladen in beslag, maar ook
zelden zijn de berekeningen van den
vermoedelijken uitslag zoo weinig be
trouwbaar als thans. Van de leden van
het Centrum, die voor het comprom s-
Von Huene gestemd hebben, verlangen
de meesten niet weder in aanmerking
Ie komen, ten einde de homogeniteit
van het Centrum niet verder te schaden,
zoodat dit wellicht zegevierend uil den
strijd zal Ie voorschijn komen. De vrij
zinnige partij ligt geheel in duigen, deze
heeft zich in drie fracliën opgelost,
waarvan de leden elkander in eenzelfde
district den zetel betwisten. Keizer
Wilhelm, die juist voornemens was een
reisje naar Noorwegen te maken, heeft
van dat plan afgezien en blijft thuis
om op alle gebeurlijkheden voorbereid
te zijn en persoonlijk den nieuwen
I Rijksdag te openen.
Groot opzien baart een in de sociaal
democratische Vormilrts openbaar ge
maakt schrijven van den prins-regent
Albert van Brunswijk aan een hoog
geplaatst persoon, die evenwel niet
genoemd wordt, en waarin opnieuw eene
verzoening van den Keizer met Bismarck
dringend wordt aanbevolen. Daartoe zou
zich dan de gelegenheid voordoen bij de
aanstaande onthulling van een gedenk-
leeken voor Keizer Wilhelm I te Görlitz.
In den Boheemschen Landdag te Praag
zijn de jong-Czechen of radicalen opge-
komen tegen een voorstel der Regeering
I om een districts-rechtbank te Prinlenau
FEUILLETON.
Christus of Mahomed.
Naar KARL MAY.
4) De gouden xeeGeen andere zee Ier wereld
verdient dien naam meer dan de Middellandschei
bare schuimende golven de kale kusten beukl,
Wanneer de dagvorstin hare gulden stralen over
den breeden waterplas uitgiet, schittert ze in
bet helderste hemelblauw, en is dan zoo door
schijnend, dat hel koperen beslag der voorbij-
zeilende schepen er duidelijk in weerkaalsL En
als de zon ondergaat, dan praalt zg met een
heerlijk kleurenspel van heldere, gouden tinlen,
die langzamerhand in een met purperen lichten
vermengden atralenbondel overgaan, zoo ver
bet oog reikt Daarbij '9 de lacht zoo uelder,
zoo zniver en frisch, dit men zich geheel ver
ruimd gevoelt en met welgevallen de verkwik
kende zeelucht met volle teugen inademt
Dat had ik vroeger ondervonden en thans
ondervond ik hel weer. Ik zat op het dek en
vergat mjjae sigaar om des te dieper adem te
kunnen balen in die reine, aangename atmosfeer.
De kapitein was niet zoo goed geluimd. Hg
bekommerde zich geenszins on: het aange
gevoel van een landkrab zooals ik en staple
met gefronste wenkbrouwen het dek op en neer,
keek nn eens naar de zee en dan weer naar
den hemel en mompelde oni
den. De man aan hat roer zette een even zuur
gezicht en de manschappen lagen hier en daar
geeuwend op den vloer, en wierpen elkaar be
denkelijke blikken toe.
.Wat scheelt er toch aan? Wat is er aan de
hand. kapitein vroeg ik aan Turnerstick. ,Gij
.Wat ar gebeurt?" antwoordde hij, lervrjjl
hg bjj mij in de tent kwam, ,er gebeurt nog
u soms Hel weder
jjk uil als men '1
maar wenschen kan."
.Het schijnt zoo, dat is waarmaar het is
ook niets anders dan sebgn. Achter een altijd
lachend gezicht is een valsche, onheilspellende
tronie dikwijls verborgen. Zoo is 't ook met de
zae. Als deze maar onophoudelijk lacht dan
kan men er op rekenen, dat zij eensklaps ter
dege begint te koken. Toen wij Frankrijk ver
is een prachtige wind om van Marseille uil zee
te kiezen, maar niets anders dan noordwest,
ziet ge, dat is hier, waar de wind zoo veran
derlijk is, een ongunstig voorleeken."
.Maar het is toch juist de wind, dien wjj
voor onzen koers noodig hebben
.Alweer waarl De reis gaat uitstekend en we
zouden wel met eene stoomboot om 't hardst
kunnen gaan, maar ik zag veel liever, dat de
wind wat bijdraaide. Dat is het, wa
maats zoo nit ons humeur brengt. Daarbij komt
Muzelman, ik kan de gedach'.o niet
afzetten dat ik zijn moordenaar ben."
.Hetzelfde is hel met mij. Wji hadden, zoo-
al» w(j reeds zeiden, niet op hem in moeten
varen, maar hem landwaarts moeten drijven."
.Dat was veel heler geweest. Nu hebben wjj
wel zjjo geredden burnuns aan boord, maar hij
is hoogstwaarschijnlijk voor de baaien. Ik gaf
een vinger mijner hand. ja wel twee, als er
niets gebeuid was. Zells 's nachts in mijn droom
verschijnt die mensch voor mjjn geest en doel
mg telkens wakker schrikken. Misschien wordt
het aan land anders het is aan boord zoo
.Wanneer denkt gg Tunis Ie bereiken?"
.Morgen avond, als de wind in dien hoek
blijft. ,We zullen maar hopen dat hjj ons niet
Hij verliet de tent, stapte weder eenige malen
op en neer en bleef toen staan om den horizon
voor de duizendste maal Ie onderzoeken. Eens
klaps hief hg drifli» het hoold op. hield zijne
hand voor de oogen, keek scherp naar hel
wcslcn en zeide loen tot mg
.Daar hebben we 'tl Ik had het wel gedacht.
Daar ginder broeit iets, dat ons niet al le best
bevallen zal."
Ik trad naar bniten en zag in de aangawezen
richting. Daar vertoonde zich aan den helderen
hemel een klein wil wolkje, zoo groot als een
noledop. Hoewel ik geen zeeman was
toch wel, dat zulk een nietig begin in slaat
is, den ganse hen hemel binnen kerlen tgd
vroeger gebeurt. Wij moeten onze maat.cgelen
gaan nemen, en ik hoop, dal injjo Courser de
proef zal doorstaan."
gelijk was, stevig vastgezet. Nog liet hg h«t
schip met volle zeilen varen, maar toen na een
kwarticruurs het onbeduidende wolkje den gan-
scben wesltlgken hemel bedekt had, gal hg be
vel te minderen. Het onweder kwam echter niet
zoo snel opzetten als hij verwacht had. He|
duurde nog een vol uur eer de wolkenmassa
werden de groote zeilen ook gereefd en de brik
slechts zooveel zeil gelaten als zij noodig bad
om naar het roer te luisteren.
Het liep tegen den avond, een bedenkelijke
tjjd. Op zulk een binnenzee is een storm bjj
oacht oneindig veel verschrikkelijker dan bjj dag.
Dat wist ook ik. Maar ik beangstigde mjj niet
al le zeer, want de brik was een pronkstuk en
Tornerstick een zeeman waarop men blindelings
Thans werd de hemel hoe langer hoe don
kerder en nu kwamen moeder Karey's knikenljes
aanhuppelen. Zoo noemt de zeeman die kleine
golfjes, die den storm vooralgaan. Op die
kuikenljes volgden hooge golfslager.de
werd sterker en de golfjes werden opgezweepte
beren de sterm was losgebarsten,
j Hjj gietdo over het dek, zoodat met
stevig vast moest houden om niet losgernkt te
arden. I)e brik danste met haar weinigje zeil
weidig, nn eens op de kruin der golven, dan
ser in de dieple dor watervloeden. Het was
o donker geworden, dal men nauwelijks vjjf
zes pas voor zich uit kon zien.
„Karei, ga in de kajuitried de kapitein mg
iu een oogenbiik, dat de storm evon be
daarde.
,lk blijf boven," antwoordde ik.
.Gij wordt weggeslagen
,Ik bind m{j aan den mast vast"
.GekheidIk beveel het u, en gij zult gehoor
zamen. Voorwaarts, msrsch, naar benedon
ik iets kon zeggen, werd ik door de reu-
zenhanden van twee mat: ozen aangegrepen -,
zjj voerden mg de trap af, duwden mg naar
binnen en wierpen hel luik boven mgn hoofd
t. Tegenstand zou vruchteloos geweest zjjn.
Nu zat ik, daar alle man op hel dek was, geheel
i en hoorde do woededer losgelaten elemen
ten tegen de wanden van het schip beuken.
vas een huilen en gieren, een suizen en
bruisen, een bulderen en razen, waa. van hjj
alleen, die zulks bijgewoond beeft, zich een
denkbeeld kan vormen. Het schip kraakte in
alle voegen. De donder ratelde en rolde onop
houdelijk en de bliksemstralen hulden het schip
in een hellen gloed.
De minuten schenen mg waken, de aren
jaren toe. Ik meende, de eenzaamheid in mgn
eng verblijf niet le kunnen uitstaan, en toch
was ik er toe gedwongen. Na ario of vior oren
scheen bet geloei van den sterm eenigszins te
bedaren, en spoedig daarop kwam Turnerstick