Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 9. Zaterdag 27 Mei 1893. Zevende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prij» der Advartentiftn: Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 Op de helling. IV (Slot.) 'I Is niet te ontkennenonze dynas tie gaat, gelijk in vele andere Rijken, groote gevaren te gemoet. Zal zij in de naderende worsteling slaande blijven of i vallen Is haar positie hachelijk of wanhopig te noemen Voor onze ster- j felijke blikken is de toekomst verborgen wij kennen het morgen niet, dat ons i verrassingen bezorgen, ongewone gebeur tenissen brengen kan. Volgens 't gewoon verloop der geschiedenis echter is, zoo j voortgaande, de val onzer dynastie voor I de toekomst met genoegzame zekerheid j te voorspellen. Men vergelijke slechts on zen toestand met de parallel-geschiedenis uit vroegere dagen en men zal, wanneer men zien wil, tot de overtuiging ge bracht worden, dat deze voorspelling geen overdrijving of vermetelheid is .in 't verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal." Wat behoort in deze omstandigheden de roeping, de taak der katholieke partij te zijn Nog langer onderling de politieke twisten voortzetten De poli tiek heeft in de laatste jaren reeds genoeg bedorven, getuige de verdeeld heid onder eigen partijgenooten. De breuk tusscben Anti-revoluüonnairen en Katholieken is eenmaal een teit, waaraan niets meer te veranderen vak en die niet meer te herstellen is, èn om den weerzin van 't grootste deel der Katho lieken èn om de verdeeldheid onder onze vroegere bondgenooten. Wij kun nen dus als partij der minderheid slechts door eensgezindheid eenigen invloed uit oefenen op ons staatsbestuurzonder deze is een minderheid in den parlementairen regeeringsvorm geheel tot machteloos heid gedoemd. De liberale meerderheid zal onzes ondanks den Staat wel sturen in democratische richtingen de constitu tie van de helling doen afglijden tot do republiek. Wij behooren dus het onze te doen, in het parlement door volgens j plicht en geweten te stemmen, en door aan de stembus met alle kracht alom de candidalen der katholieke kiesver- eenigingen te steunen. Vandaar blijft ons slechts over ons eigen erf te bewaken, tot behoud van den godsdienst onder de arbeidende klasse samen te werken, haar te beschutten tegen dc verderfelijke aanslagen van 'l revolutionnair socialis me, haar Ie beschermen tegen de veelvul dige groote gevaren van zedenbederf en godsdienstige onverschilligheid, vooral in de steden. Tegen haar worden in onze dagen de felste slagen gericht, zij ver dient derhalve ons diepste medelijden en onze krachtdadigste bescherming. Dit is de reden, waarom wij eensge zind behooren te zijn. Hooren wij slechts den onfeilbaren plaatsbekleeder van Christus in zijn .Encycliek over de voornaamste plichten der Christelijke burgers" .Alle partijen (onder de Ka tholieken) moeten zich verstaan, om den godsdienst met denzclfden eerbied te omringen en haar tegen eiken aanslag te vrijwaren. Daarenboven moet men in de politiek, die onafscheidelijk is van de wetten der zedeleer en van godsdienst plichten, er altijd vóór alles op bedacht zijn, om de belangen van het Katho licisme zoo werkdadig mogelijk te dienen. Zoodra men ze bedreigd zie', moet tus- schen Katholieken elke oneenigheid op houden, opdat zij, één van zin en daad, den godsdienst ter hulp snellen, die het algemeene en hoogste goed is, waaraan al het overige ondergeschikt zijn moet." Dat het gevaar voor den godsdienst bij den vierden stand in ons land niet denk beeldig is, blijkt uit de jongste volks telling daarin staat geconstateerd, dat de katholieke bevolking in getal niet is vooruitgegaan. Verschillende oorzaken zijn daarvoor aangewezen, maar zeker is, dat afval van het geloof, vooral in de steden, waarin de werkmansstand zich ophoopt, onder de oorzaken mede- telt. Ontzettend waarlijk zijn hier in onzen tijd de verleidingen en gevaren, waaraan de vierde stand is blootgesteld. Gebrek, werkeloosheid en ontevreden heid maken den arbeider dikwijls ont vankelijk voor socialistische theorieën, die in zijne naaste omgeving vaak worden verkondigd rondom zich ziet hij veelal eene kille onverschilligheid aangaande den godsdienst, het ontheiligen der Zon en feestdagen, het overtreden der ker kelijke voorschriftenin fabrieken en werkplaatsen hoort hij menigwerf gods lasteringen, vloeken en zedelooze taal voor IdureRd uitbraken. Allessehijntsamen te spannen om hem van God en gods dienst af te trekken. Met ingenomenheid begroeten wij daarom de katholieke Tercenigingen en bonden in vele steden, overeenkomstig het verlangen van Zijne Heiligheid den Paus in het leven geroepen, om lang zamerhand het verzwakte geloofsleven van velen weder te verlevendigen, hen terug te voeren tot het godsdienstig gildeleven der middeneeuwen, loen men bereidvaardig de spaarpenningen bijeen bracht tot luister van den godsdienst en verheerlijking der Kerk, toen de gildebroeder er een hooge eer in stel de godsdienstig te zijn, op de feestda gen van zijn gilde te communiceeren, zijne kinderen goed op te voeden en zijn verplichtingen als huisvader nauw gezet te vervullen. Daarheen moet het streven dezer corporaties gericht, zullen de wenschen des H. Vaders vervuld, het werk vruchtbaar gemaakt en de werkmansstand behouden worden de godsdienst moet het zieleleven zijn dezer vercenigingen. Bij al de edelmoedige pogingen, om den arbeider te behouden, moeten wij onze aandacht niet laten aftrekken van het huisgezin der werklieden. In stegen en achterbuurten liggen meestal hun woningen verscholen, waar de zedelijk heid doorgaans veel te wenschen over laat. Zonder ijvervolle behartiging der belangen dezer katholieke gezinnen zullen zij verwilderende kinderen zullen op groeien zonder voldoende wetenschap pelijke en godsdienstige vorming van geest en hart, zonder plichtsbetrachting en deugdte midden der godsdienstige onverschilligheid zullen zij den godsdienst verwaarloozen, en aldus de kracht en den steun missen tot ordelijk en zede lijk levenaan de veelvuldige verleidin gen toegevend zullen zij de laagste hartstochten opvolgen, dieperen dieper wegzinken in den afgrond der verdier- lijking. In voortdurende aanraking met onkatholieken, die veelal indifferent of ongeloovig zijn geworden, komen velen tot gemengde huweljjlccn, dikwijls met het rampzalig gevolg, dat ook hel vol gend geslacht voor de katholieke Kerk verloren gaat. Gelukkig openbaart zich in de latere jaren de toenemende levenskracht der katholieke Kerk bij het klimmen der gevaren, waaraan de mindere klas des volks is blootgesteld. Haar Opperhoofd de Paus gaat daarin voor; in verschil lende Encyclieken heeft hij licht gebracht in de duistere quaeslie's en den weg aangewezen tol behoud der maatschappij. Bonden en vereenigingen zjjn op 's Pausen woord ontstaan en overeenkomstig zijne wijze voorschriften ingericht. Instellingen van liefdadigheid ontwikkelen een ver dubbelde kracht en ijver. Op het voor beeld van den Opperpriester hebben zich de priesters aangegord, om daar vooral, waar de arbeider aan de toenemende verleidingen bloot staat en in gevaar verkeert in den maalstroom van ongods dienstigheid en zedenbederf verzwolgen te worden, hem te beschermen, te steu nen en voor de Kerk te behouden. Bla kend van heiligen zielenijver loont hjj in onze dagen een vriend der armen, een vader der noodlijdenden te zijn. Waarlijk een treffend schouwspel den priester, wiens hart 7.00 warm klopt voor het heil en het behoud des volks, te volgen in achterbuurten en stegen, waar hij in ieder katholiek gezin overeenkoms tig deszelfs behoeften weldoende met woord en daad optreedt naar het voor beeld des Heeren, die aan de armen het Evangelie verkondigde. De liefde maakt den priester tot een trouwen wachter van het eigen erf; de liefde vermeerdert zijn ijver en inspanning, naarmate de vijanden talrijker, de gevaren veelvuldiger wordende liefde vormt hem tot een onverwinnelijk strijder, die met opoffering van zich zeiven het rijk Gods in de harten der arme geloovigen tegen de listige en verwoede aanslagen verdedigt, beschermt en behoedt. Deze verjeugdigde levenskracht der Kerk geefl ons een waarborg voor de toekomst, dat het katholieke volk zal behouden blijven. En wanneer eenmaal, wat God verhoede, eene democratische Regeering het doodvonnis over onze wettige dy nastie zal willen uitspreken, dan zal 't katholieke Nederlandsche volk het vor stenhuis getrouw blijven, en daarvoor strjjden tot in zjjn laatste kracht. BUITENLAND. In de Fransche Kamer is verlof gege ven tot gerechtelijke vervolging van den socialistischen afgevaardigde Boudin, wegens rustverstoring en verzet tegen de politie bij de betoogingen op I Mei. Aan dit besluit ging een vinnige woor denstrijd vooraf tusschen den minister president Dupuy en den afgevaardigde Baudry d'Asson. Toen namelijk de minister op eenigszins spoedige afdoening aandrong, vooral met het oog op een voorgenomen reis van den minister van Justitie, werd in de zaal geroepen ,Is het wellicht om Arton te zoeken .Of mogelijk om Cornelius Herz te halen liet Baudry d'Asson er ondeugend op volgen. Dit nu was den minister te veel, die zich een toespeling liet ontvallen op den niet altijd rooskleurigen toestand van Baudry's financiën. Deze, hierop woedend geworden, wierp den minister de woorden leugenaar en lasteraar naar het hoofd, voor welke uitdrukkingen hjj door den Voorzitter tot de orde werd geroepen met vermelding daarvan in de noluien. De nog steeds voortvluchtige Arton is nu bij verstek veroordeeld wegens ontvreemding ten nadeele der dynamiet- maalschappij tot 20 jaren dwangarbeid en wegens poging tot omkooping van den oud-afgevaardigde Sans-Leroy tot vijf jaren gevangenisstraf en 400,000 francs boete. De aan het mijnwerkers-congres te Brussel deelnemende Fransche afgevaar digden Basly en Lamendin, die destijds in het Noorden van Frankrijk aan de opstokerij tegen de daar arbeidende Belgische werklieden hebben deelgeno men, ontvingen Dinsdag van het Belgi sche gouvernement den last om vóór middernacht het land te verlateD. Zij vertrokken dan ook om 7.25, nadat nog eene poging, bij den minister van Jus titie aangewend, om het bevel te doen intrekken, was mislukt. FEUILLETON. Christus of Mahomed. Nur KARL MAY. UI. 5) .Alles gaal uitstek end," riep h(j mij lachen 1 toe. .Mjja Courier doet zjjn naam eer aan en huppelt als een bekroond renpaard door de golven." .Niets. Er zijn een paar stortzeeën over het dek geslagen, dat is alles. Het is maar een lichte storm geweest. Doch ik moet voorzichtig zon, want het afdrijven was niet te vermijden. Wjj zijn tusscben kaap Talenda en kaap de Fer en kunnen gemakkelijk op de oodieplen van Galita stouten. De wind is gedraaidhjj komt □n uit bet znidwesten, en dus moet ik alles doen, om zooveel mogelijk mijn koers te bonden. De storm is niet ven langen dnnrhet was slechts een flinke donderbui, die weinig water meebracht. Binnen een paar nar ben ik weer bjj n om een grogje met n te drinken op den gelukkigen afloop." Hjj ging weder naar boven. Een lichte storm De min was inderdaad bescheiden genoeg. Maar bjj had geljjk. Toen de aangegeven ljjd vervlo gen was, hield hel woeden der elementen op; de donder zweeg, en de wind blies zonder op houden stjjt nit hel zuidwesten. Tnrnerstick keerde terug om zjjn grogje te drinken en gaf mjj verlof, weder naar boven te gaan. Daar zag het er heel anders uit dan in dien vreeselfiken nacht. Nog was de hemel zwart, nog sloegen do golven om het schip en wierpen een phosphorachtig schuim op het dek. Ja, de storm was voorbij, maar do zee kookte nog. De helft der bemanning mocht naar onder gaan. de anderen bleven boven, maar allen kregen tot belooning voor huone moeite eco dubbele hoeveelheid rom. De trouwe Turnerstick bleef insgelijks bovenik kon geen hulp bieden en ging daarom spoedig weer naar beneden om mjj ter ruste te begeven. Toen men mjj wekte, geloofde ik, nauwelps een nur gsslupen te hebben, en toch was hel reeds dae, en toen ik op het dek kwam, zag ik boven mjj een heldereo, onbewolkten hemel en eene bjjna rustige zee. „Dat is gelnkkig alweer voorbjj, en wjj gaan met dezelfde gezwinde va-'' zeide Tnrnerstick. „Or echter alle schepen zou gelnkkig geweest zjjn als wjj, dat betwjjfel ik. Daarom houd ik Uians op Galita en Tralelli aan om Ie zien of er daar ook een op de klippen gestooton is." Hoe gelukkig dit menschlievend denkbeeld was, bleek reeds na eenige uren. Eensklaps toch riep de kijkuit: .Een wrsl in zicht!" Wjj stuurden er heen en tegelijkertijd gaf de kapi tein bevel, bjj te raaien en bet dieplood te werpen. Men peilde negentig vademen, zoodat bet gevaarlijk was, het wrak nog dichter te nade ren. Dit stak als een donker, driehoekig voorwerp boven het water nit. Van masten was niets meer te zien ook waren wjj te ver verwijderd, dan dat wjj zelfs door den kjjker een menscheljjk wezen konden bespeuren. Tnrnerstick liet niette min de groote boot uitzettenzjj werd met de noodige roeiers onder bevel van den stnurman bemand en ik kreeg verlof mede te gian. Hoe dichter wjj het wrak naderden, des te duidelijker zagen wij het. .Spoedig bevonden wjj, dat het '1 voorste gedeelte was van een schip; bet middelste en achterste deel lag geheel onder water. De masten waren met het gansche ta kelwerk over boord geelagen en ook de klnif- boom was afgebroken. .Wal mag dat voor een vaartuig geweest .Dat kan niemand zeggen," antwoordde deze. .Slechts de beid van den boeg en de spriet zpn ervan te zien. We zulten het echter spoedig weter, want er schjjaen menscben op te zjjn." Ja, er waren menscben opik kon ze door den kjjker lellener waren er slechts drie. Zjj handen. De boeg van bet vaartuig stak zoo hoog boven het water nit, dal de naam ervan te zien was. Maar hoe ODlstelde ik. loen ik een dubbe len naam las, nameljjk in gewone letters Le Vent en in arabische letters .El Hawa". was dus de tonische brik, die vóór on» de I van Marseille verlaten had. En weldra veranderde mjjne verbazing in blijdschap ik haalde ruimer adem, wanl in den eenen man, die, om eerder gezien te worden, op den boegspriet geklauterd was, herkende ik onzen doodgewaanden belager, den Muzelman. No wareo wjj len minste geen moordenaars, en ons geweten zon ons voortaan Gelukkigerwijze was er geen sterke branding; zonder veel moeite slaagden wjj er in de boot naast het wrak te sturen. Het geheele ruim stond vol water, zoodat het ons onmogelijk was tot het inwendige van hot schip door te dringen en nog wat van de lading te redden. Wjj moes ten ons bepalen lot de verlossing der drie man- Wat er in de ziel des Hozelmans omging, was voor mjj een raadsel. Hjj deed, alsof hjj mjj niot kende en gedroeg zich zelfs alsof ik er niet bjj was. Zooals bjj daar in de boot voor mjj zat, met doornatte kleederen. geleek hjj sprekend op dengene die langs de valreep der brik omhoog- geklanterd was. Hjj wisselde eenige onverstaan bare woorden met de beide anderen, waarop dezen mjj tersluiks, maar vorschend beschouw den. De stuurman richtte nog eenige vragen tot hen. maar kreeg tot scnig antwoord slechts een gebrom, waaruil ik niets kon opmakoD. Wat mjj betrelt, ik besloot vooralsnog te zwjjgen „Karei," riep bjj mi) verhengd toe, „nn is alles goed. Nu zal ik ten minste weer gerust kunnen slapen, zonder door dio angstige droomen benauwd te worden." Natuurlijk moesten de geredden ondervraagd worden. Tnrnerstick deed hel in zjjn vreemden tongval, maar kreeg steeds „non comprendre" on „no capire" (wjj verstaan n niet) ten ant woord. Hjj was dns wel gedwongen de onder vraging aan mij over te Isten. De twee malrozen gaven zich nit voor Tunischeo, maar spraken het arabisch zoo vlecht, dat ik hen voor Grieken en ook voor schurken hield, die alleszins reden hadden, misscbifD wel op bevel van den Muzel man, de waarheid te verzwjjgen. Zjj noemaen mjj den naam van den reeder in Tunis, aan wien bet schip toebehoord had en vertelden ook, op welke wjjze het verongelukt was. Naar bnnne gezegden te oordeclen, scheen de kapitein slecht van zjjn vak op de hoogte geweest te zjjn, maar ik was 100 wjjs, er anders over le dcoken. Het was er hun klaarblijkelijk om te doen geweest, met opzet schipbrenk te ïyden en zoo de hooge verzekeringspremie te behalen, maar de zoo onverwachts opgekomen storm had hnn spel in ernst veranderd eo, heldoor ons geredde drietal uitgezonderd, aan de gan sche bemanning bet leven gekost. „En wie is die andere man, over wien gjj in n bebt?" vroeg ik

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1893 | | pagina 1