Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 15. Zaterdag 8 Juli 1893 Zevende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Ni j kerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie maanden: Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentièn: Van 1 lol 6 rogelsf 0.30 Voor iedcren regel meer- 0.05 KUNST. m (siot.) Koeren wij thans in den geest eens terug naar de tijden, die wij de middel eeuwen noemen. Toen wapen het vooral de monniken, die de kunst beoefenden, maar haar ook met hart en ziel onder steunden en beschermden, die meer malen den bouw der kerken bestuurden, de teekeningen ontwierpen, en aan hun werk een eigenaardig karakter en een zeldzame schoonheid wisten te schenken. En geen vernederende, maar tot grootsche werken aansporende naijver was het ken merk van die tijden, ieder mocht het z(jne bijdragen tot verhoogingder kunst; degees- telijke.". doorsnuffelden de gewijde historie en wezen de onderwerpen aan der bas-re- liefs de geleerden, de beeldhouwers, de ambachtslieden wedijverden om, elk in zijn vak, iets bij te dragen tot verfraaiing en veredeling van menig Godsgrboinv of ander kunstwerk, dat de eeuwen tart en de bewondering afdwingt. Winstbejag bleef bij den kunstenaar buitengesloten. De beroemde bouwmees ter Mattheus Lavens ontwierp het plan voor het vermaarde stadhuis te Leuven, dat door bevoegde kunstrechters wordt geroemd, en voor dit plan eischle en ontving de kunstenaar, als loon voor zijn arbeid, de som van 5 kroonen, ongeveer 23 gulden van onzen tijd. En de man met zijn kuntenaarsziel was gelukkig en tevreden. Hij, een der grootste bouwmeesters van zijn tijd, was zelfs zoo nederig, dat hij werkte met houweel, schop of truweel Ban de uitvoering zijner ontwerpenzijn geest in kunst werken te kunnen belichamen was zijn hoogste ideaal. Een heerlijke gedachte is, dat aan leiding lot het slichten van een kunstwerk in die dagen veelal bestond in een be tuiging van dankbaarheid jegens God voor een verkregen gunst of weldaad. Dan verrezen tempels, die aan het nage slacht moesten getuigen van den verbeven I kunstzin, maar ook niet minder van den i vurigen geloofsijver dier kinderen der II. katholieke Kerk. En hoewel men meestal I jaren en jaren nan één heiligdom voort bouwde, geen matheid of verflauwing van godsdienstzin in den arbeid viel 1 waar te neinen. Naarmate men vorderde met den bouw, zag men den ijver zich verdubbelen in het aanbrengen van pracht I en sieraden, die het hart moesten be koren en de ziel in verrukking brengen. I Gin slechts te noemen de St. Marcuskerk I van Venetië, wier deuren der portalen, sacristie, kapellen enz. bjjna alle van gesneden brons werden vervaardigd. Aan j de deur der sacristie arbeidde de be roemde Sansovino twintig volle jaren, en hij vervaardigde een kunstgewrocht, dal als bijna onnavolgbaar hoogolijk wordt geroemd. Zoo wedijverden allen om in die da gen de kunst Ie doen leven ieder bracht het zijne aan om den kunstenaar aan te zetten en te bemoedigen en de kunst steeds tot hoogerc volmaaktheid op te voeren. Vandaar dat drstijds kunst stukken werden vervaardigd, waarvan gezegd kan worden, dat zij als liet wur« een handboek der bouwkunst zijn, wier wedergade nergens andcis wordt aan getroffen. Bij al de kwistige pracht en verscheidenheid van versiering wisl men 7.iió meesterlijk de kunstgewrochten der middeleeuwen tol één geheel te vormen, dat de vraag zich voordeed, of die mees terstukken wel door menschcnhandcn waren voortgebracht. Wel een gelukkige lijd, waarin men de gave en de wetenschap bezat kuns- tenanrs te kweeken en daaraan alles ten offer bracht. Men liet den kunstenaar den vollen teugel aan zijne rijke verbeel dingskracht, en zoo ontstonden werken, die ieders bewondering, tot in hel verste nageslacht, zullen wegdragen. De kuns tenaar deinsde voor niets teruggeen ontwerp, hoe trotsch en verheven ook in uitvoering, dat men niet blakend van ijver en tintelend van liefde voor het schoone, ?.onder den minsten schroom en met vurigen geestdrift ondernam. En zoo werden gedenkt eekenen opgericht, die, hoog in de wolken liet teeken der ver lossing verheffend, als zoovele getuigen zijn van de vruchtbaarheid der roemrijke vereeniging van kunst en geloof Want, wil men eenig bewijs van den invloed door den godsdienst uitgeoefend, dan bezocke men de plaatsen waar groole kunstgewrochten den roem onzer voor- vaderen verkonden, en dan zal men liet bewijs ontvangen wat de kunst vermag, die door het geloof wrrdt geinspireerd. j Geen wonder dat in onzen bedrukten lijd hel gildewezen uil de gulden mid deleouwen weer in bekoorlijke vormen voor veler oogen herleeftilie gelukki ge tijd, waa> in den gildebroeder bij de uitoefening van zijn werk do zoo noodige bescherming werd verleend. Over hem werd destijds liefderijk gewaakt, en zijn belangen werden met de uiterste zorg behartigd. Opdat ieder lid op een be hoorlijk levensonderhoud zou kunnen rekenen, mochten zich in eene stad niet meer dan een bepaald aantal bazen of meesters vesligen. leder, die zich als zoodanig wenschlo te vesligen, moest zich aan een onderzoek naar zijn be kwaamheid onderwerpen en een meestor- stuk leveren. Eene commissie van toe zicht was belast er voor te zorgen, dat slcchls goed, degelijk werk werd afge leverd en door de nauwe betrekking, waarin toen vele handwerken mot de kunst stonden, muntten vele werkstukken schoonheid en lijnheid van s juist het uit door wi bewerking. De bloeitijd der gilden I tijdperk, waarin zij hel nauwst eeniging stonden met de H. Kerk. Ieder gild had zijn eigen Beschermheilige, en j in de kerk een eigen altaar, toegewijd 1 aan dien Patroon, wiens feestdag plech- tig gevierd werd, terwijl alle andere feesten der vereeniging ook steeds met een H. Mis geopend werden. Vele gilden maakten ook tot kerkelijke of liefdadige doeleinden rijke stichtingen of fundatiën. En zeker moet geroemd worden de broe derlijke zorg, welke de medeleden van een gild voor elkander hadden. Hel was verboden dat de een den ander zijn klanten of gezellen zocht te onttrekken zieke of zonder eigen schuld lot armoede vervallen meesters, weduwen en weezen van afgestorvenen, werden ruim bedeeld en ondersteund ieder gild was als 't ware één grootc familie, waarin ieder lid afzonderlijk voor allen opkwam en allen voor één stonden. Door hel Protestantisme echter werd het gildewezen der middeleeuwen ver nietigd. Niet alleen sloeg het de hcilig- srhennende handen in den beeldenstorm aan de heerlijke, schoone kunstgewrochten der voorvaderen, onder hamer en moker alles verbrijzelend, wal in uilwendigen vorm zijn dweepziek oog ergerde, maar ook heeft het de kunst in het hart getroffen door het doodende beginsel to verkondigen, dat al het uiterlijke in den godsdienst, die aan de kunst de hoogsle bezieling en leven geeft, moest worden geweerd. Overal waar het Pro testantisme heerschte, zag men al spoedig de gildpn verdwijnen, de kunst wijken, en wat daarvan nog in katholieke landen overig bleef, werd later bijna geheel vernietigd door de uit het Protestantisme onlsproten Fransche revolutie. Zal echter de ware kunstzin op zoo velerlei gebied wederom in hare verheven betcekenis en hare volle grootheid ontluiken cn bloeien, dan zullen de gilden wederom moeten herleven, overeenkomstig onze tijilsomslandighedeu gewijzigd, maar toch met den ouden godsdienstigen geest en onderlinge broederlijke liefde. Door het verdwijnen van schoonheids- en kunstgevoel is de werkmansstand in ellende gekomendoor het op te wek ken en te doen herleven kan in den bestaanden Ireurigen toestand weder redding worden gebracht. Men ver heffe den werkman uit den poel van zedelijke verslappingen verstomping, en voere hem terug tol binnen de heiligdommen, waarin de geniaalste voortbrengselen van beeld houw- en schilderkunst te bewonderen zijn. Met den geest des Christendoms moot het hart van den tot ellende vervallen werkman weder worden be zield, dan zal de oplossing der sociale ((uaestie veel minder moeilijk zijn. Daar om moet niet de machine met hare dorre voortbrengselen, maar de werk man met zijn kunstenaarsziel, voortaan het voorwerp van onze groolste zorg, en onze innigste vereering zijn. BUITENLAND. De opening van den nieuwen Duitschen Rgksdag heeft Dinsdag op bijzonder plechtige wijze plaats gehad. De Keizer verklaarde, dat, sedert de indiening der door den vorigen Rijksdag verworpen legerwet, de staatkundige toestand van Europa onveranderd dezelfde is gebleven en de betrekkingen des Rijks tot het buitenland van vriendschappelijken aard zijn dat evenwel de verhouding van Duitschland's militaire krachten tot die zijner buren inmiddels nog ongunstiger is geworden dan in het afgeloopen jaar en derhalve eene verdere uitbreiding van Duitschland's weerkracht, met het oog op de vorderingen, daarbuiten ge mankt, eene dringende noodzakelijkheid wordt. Tot vervulling der plichten, hem door de Grondwet opgelegd, acht de Keizer het onvermijdelijk met alle middelen te streven naar het tot stand komen eener voldoende en krachtige verdediging van den vaderlandschen bodem. In de nieuwe, hierop hetrekkirg hebbende voordracht zijn de eischen, zoowel wat den persoon lijken dienst als wat de geldelijke offers betreft, lager gesteld. Maar eene spoedige afdoening van het ontwerp zal noodzakelijk wezen, opdat de recruteering reeds dit jaar op den nieuwen grondslag zal kunnen plaats hebben. Ten slotte zei de Keizer -En nu, Mijne Heeren, gaat! Ons aller God verleene u Zijn zegen tol het tot stand brengen van een eervol werk voor het welzijn van ons vaderland, Amen Omtrent het lot der legerwet zal niet lang onzekerheid heerschen, want reeds gisteren (Vrijdag) is met de behandeling daarvan begonnen. Woensdag werd de Pruisische Landdag door den Koning met een troonrede gesloten. Daarin werd mededeeling ge daan van het onmiddellijk in werking FEUILLETON. Christus of Mahomed. Naar KARL MAY. II) De goods kapitein had rich van het toerlje veel meer voorgesteld dan het opleverde. Zoodra men Slaks achter zich hoeft, wordt de streek vlak, zandig en onvruchtbaar. Slechts zelden vertoont zich een stroomend watertje, dal dan toch nog na een korten loop weder in hel zand vcrdwjjnt. Daar groeit een soort van gras, het welk de Bcdoutnen bun vee laten alweiden. De heuvels, welke zich daar verheffen, worden be woond door Bedonlnen van den stam der Metelits. Bij hen hielden wij balt. en vernamen daar, dat de beul even te voren met zjjn gezelschap voorbijgetrokken was. Spoedig kregen wjj hen in het gezicht Hjj had voor rich en zjjne vrouw met het kind twee kameelen de dienaren giDgen te voet Nu maakten wjj in vollen draf een groolen omweg, om hen voor te komen. Onderweg ontmoelten wjj eenige arme Selass-Bcdonlocn, die ons al weenende verhaalden, dat zjj hadden moeten verhuizen, wjjl een geduchte panter hunne kndden geweldig dunde. Na eenigen tjjd vond ik, dat de lucht eigon- aardig zwaar werd: bet was, alsof zjj ons van onze paarden wilde drokken. Ik kende dit en werd bezorgd. In het zuidwesten begon de hemel te kleuren; er zat eene bank, die van achtige tint had. .Dat is de Xoubaa tl mith, de zoutstorm!" riep ik uit. .Geef uw paard de sporen, dan zjjn wjj binnen een kwartier in het hol." Turnerstick had nog nooit van een zouLstorm gehoord. Het is de woestijnwind, die over de Schotts strjjkt, golfvormige waterbekkens met andere oorzaak opgestoven endoordonSamoem medegevoerd, dan ontstaat de zoulstorrn. welke hoogst gevaarlijk is. Het zout dringt in oogen en ooren, in nlleopeningenen poriën des liol'nams; hel dringt als de punt eener naald in de huid en veroorzaakt een branden en bjjlen, dat zelfs de leeuwen en panters dol kan maken. Zulk een storm zag ik opkomende zilverachtige wolkenbank was zouthoudend en de matgele daarboven bestond uit lichter woestijnzand. Nog hadden wij de spelonk niet bereikt, toen het weder losbrak. Hel was geen orkaan met loeien en donderen, maar een geriadige, regel matige storm, die met dof geruisch over de vlakte 8treek. In een oogenbbk hadden wjj mond en uens vol zout. Wjj inocslon niezen en hoesten. Met de paarden ging het evenzoo zjj wilden doordraven. Men kon geen Hen schreden ver zien, maar gelukkig wisl ik de plaats der grot nauwkeurig. Binnen vijf minuten hadden wj) het hol bereikl. De ingang was smal, maar daarna werd tiet hol veel wijder en vormde een ruimte van wel vjjl voet in bet vierkant, om dan weder nauwer te worden, hetgeen dengene, die bet niet nauwkeurig onderzocht, gemakkelijk kon doen gclooven, dat het niet dieper was. Maar er was eene spleet, waar zelfs nog een paard doorheen konwie daar door was. bevond zich in een hoog, koepelvormig gewelf. Hier drongen wjj binnen, zout beveiligd waren. Nauwelijks hadden wjj hel ons zoo gemakkelijk mogeljjk gemaakt, ol wjj zagen andere schepsels naderen, die hier insgeljjks redding zochten, nameljjk oenigo jakhalzen. Er kwamen er lang zamerhand nog meer. cn zells twee hyena's. De angst had hen vredelievend gemaakt; zjj duidden elkander. Door onze rotsspleet glurend, zageo wij het zout in dichte vlagen langs den ingang oarbijslrjjkeo. Wee dengene. die ge dwongen was, het einde van den storm af te Plotseling was hel mjj te moede, als hoorde ik, te midden van hel onafgebroken gesuis, het geluid eener kinderstem. Ja, werkeljjk, al weer Hel kwam dichter bjj. Weldra hielden er buiten gehouden weiden. Eerst steeg do beul af en toen zijne vrouw met het weenende kind. Allen vluchtten in het hol, ook de kameelen. De jakhalzen en de hyena's echtor sloven verschrikt Het gezelschap nam in het voorste gedeelte plaats: van de aanwezigheid van een tweede scheen niemand hunner iets te weten. Wjj hielden ons stil, daar wjj het raadzaam achtten zwjigend toe te zien. Hel kind weende nog altjjd en zjjne moeder trachtte het zachlkens tot bedaren te brengen. „Nu." zoido haar man spottend, „bid nu uwen Jesus, dat Hjj hel zout gebiede, weg te gaan Misschien helpt Hjj u wel. Uw geloof is Het woord bleef hem in de keel steken, en ook rnjj klopte op dat oogenblik het hart in don boezem, want voor den ingang verscheen opnieuw een dier, dol eene schuilplaats in hel hol zocbl, een reusachtige zwarte panter. Zijn tong hing hem ver uit den bek, zoo driftig had hjj ge- loopen. Misschien wns dat het dier, waarvan de Selass-BedouTnen gesproken hadden, en kende hjj het hol. Hjj trad onbevreesd binnen, hoestend en blazend. Nauwelijks had hjj zjjne oogen van het zout ontdaan, ol hjj deed een sprong naar een der kameelen, verbrijzelde mei zjjn klauw de halswervels en scheurde hem de keel open. Daarop begon hij, zich om de aanwezigen in hel geheel niet bekommerend, zijne prooi te verslinden. Hel kraken en knappen der beenderen klonk ons afschuwelijk in de ooren. .Zullen we schieten vroeg Turnerstick zacht. „Neen," antwoordde ik. Een misschot zou veel De vjjf menschon zalen sprakeloos on onbe- weogljjk van schrik. De moeder drukto Imar kind krampachtig in de armen. De beul trachtte zijne pluats te verlaten, maar terstond hief hel dier den kop op en brulde vertoorndhjj moest wel bljjven zitten. Zjj waren gevangen cn konden zich niet verdedigen. De drie slaven hadden geene geweren, en dat van den benl lag in den hoek der spelonk. Nu steundo ik op mjju linker elleboog en mikkcD. Het was een mociljjk werk. as zeer donker ia de diepto, enjhet regelrecht ia het oog getroffen trachtte l< dier moe Eene hyena kwam binnenstormenzjj duikelde over den panter heen en vluchtte terstond weder naar buiten. Daarover vergramd, liet het gewel dige dier een zoo vreeseljjk gebrul booren, dat de wanden van het hol er van dreunden. Dit was te veel voor de reeds zoo zwaar geschokte zenuwen van Kalada. Zjj breidde onwillekeurig hare armen uit, om haro ooren te stoppen, cn het kind rolde van haar schoot af naar den panter. Een snijdende gil weerklonk, en ook ik kon een angstkreet niet weerhouden. Het nu volgend tooneel laat zich niet beschrijven. Tot zjjn onuitsprekelijk geluk was do knaap van schrik in onmacht gevallen. „Allah, o Allah, help, help!" kermde de vader, en het scheen als stoorde do roenscheljjke slem den panter niet in zjjn bloedigen maaltjjd. Do moeder had haar gezicht in hare handen verborgen. Abd cl Fadl zat daar doodsbleek, als oen beeld der ontzellondste vertwijfeling, ,0 Allah, Allah, helpO Mahomed, gjj mach tige proleet, zend redding 1 O heilige kaliefen, troost mjj!" zoo hoorde men hom jammeren. De slaven hielden zich doodstilzjj waren slechts bezorgd voor bun eigen leven.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1893 | | pagina 1