Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 22.
Zaterdag 26 Augustus 1893.
Zevende Jaargang.
DE EEMBODE
voor A.mersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenmes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementnprijsi per drie a
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prija der Advertentiën:
Van 1 tot 6 regelsf o.30
Voor iederen regel meer- 0.50
Correspondenten en Adv
vóór 6 ure aan het bureau
Werkliedenvereenigingen en
Volksbonden.
De roeping der arbeidersvereenigingen
is dus van den meest verhevcnen aard.
Haar voornaamste doel is niets minder
dan verheffing en bevordering van den
lichamelijken en geestelijken toestand
der arbeiders. Blijven nu dergelijke ver-
eenigingen aan deze roeping getrouw,
dan moeten zij de heerlijkste uitkomsten
opleveren. Evenals in den tijd der gilden
moeten zjj den werkman en den werk
gever weder tot elkander brengen, dan zal
de gebalde vuist ook zeldzamer, onder
wrokken en morren, dreigend tegen de
overheid worden opgeheven. Dit resultaat
kan en moet verkregen worden, wanneer
de werkman in zjjn nood en kommer
liefderijk wordt bijgestaan, vooral door
hem werk te verschaffen, en niet min
der door zijn geest in een kalme, rus
tige en godsdienstige stemming te hou
den, of die met zachtheid en liefde ir
zijne ziel weder op te wekken.
Men veroorlove ons hier de opmer-
king, dat gereede twijfel aanwezig is of
de wijze, waarop soms besturen dier j
vereenigingen hunne taak opvatten, wel I
de geschiktste is, om de zaak in ecne I
goede richting te leiden. Men gaat, naar
veler meening, te veel sollen met den
werkman, door hem uitspanningen te
verschaffen, waarmede aan zijne positie
eer na- dan voordeel wordt toegebracht.
De agenda's van sommige vereenigingen
kunnen getuigen wat er zoo al wordt
beraamd tot heil van de leden, en hoe
hunne zaak behartigd wordt. Men vindt
daarop vermeldopvoering van come-
diestukken, het oprichten van zangcur
sussen, het houden van feestvergaderingen
waartegen op zich zelf wel geen
bezwaar bestaat, mits deze zaken zeer
matig worden toegepast maar ook
hel uitnoodigen van sprekers, die diep in
grijpende vraagstukken zullen behandelen,
welke het hoofd van menig diepdenkend
man of geleerde soms reeds hebben
doen duizelen bij het onderzoek naar
een goede oplossing daarvan. En wan
neer men dan nader moet vernemen,
dat de sprekers door de stumpers van
werklieden dapper werden toegejuicht,
ofschoon ieder bezadigd mensch, met
een gezond verstand begaafd, overtuigd
is, dat zij er zoo goed als niets van
begrepen hebben, dan moge men zich
afvragen of daarmede hel lot van den
weikman wel kan verbeterd worden. De
arbeider van verkeerde plaatsen en
gezelschappen afhouden is zeker lof
waardig vooral voor personen, die da
gelijks in fabrieken worden opgesloten
en zich met geestdoodende machinale
werkzaamheden moeten bezighouden,
kan eene opwekkende ontspanning wen-
schelijk zijn, doch wanneer zij dan
worden onthaald op eene redevoering
over „democratie", zooals helaasin R.
K. arbeidersvereenigingen reeds gehouden
worden, dan ontstaat eene gewettigde
vrees, dat het goede doel wordt voorbjj
gestreefd. Nu omtrent den zin van
„democratie" in den boezem der ontwik
kelde wereld reeds zooveel getwist en
gehekeld wordt, de hoofden der onont-
wikkelden daarmede te verhitten en te
verwarren, geeft een bewijs dat de ware
belangen van den werkman, hierin althans,
niet al te best worden begrepen.
Zoodoende bekomen de R. K. werk
liedenvereenigingen eene schaduwzijde,
die alleen aan de minder goede leiding
der bestuurders moet geweten worden.
In plaats van den werkman in een kalme
stemming te houden, of daarin te bren
gen, wordt door onnadenkende ijveraars,
al is het dan ook met de beste bedoe
lingen, zijn verbeelding opgezel, zijn
hartstocht geprikkeld en zjjn arbeiders-
natuur geweld aangedaan. De vergade
ringen, tot welker bezoek men den werk
man uitnoodigt, zijn niet altjjd de plaat
sen, waar de gewenschte gemoedsrust
voor hem wordt gevonden, en deze kan
het minst door hem gemist worden. De
resultaten van sommige dier vereenigin
gen bepalen zich tot heden grootendeels
in het verschaffen van vermaak, wat
tevens gepaard gaal met het betalen
van de daartoe noodige contributiên,
die toch ook alweer aan de zuurver
diende penningen, voor zijn gezin be
stemd, moeten ontwoekerd worden. De
vraagstukken van den dag moeten daar
behandeld worden, en zij, bij wie soms,
helaas, de godsdienstige indrukken hun
ner jeugd bijna verdwenen zijn, doch die
over eene zekere bespraaktheid beschik
ken, en dit als werkman dan ook al
eens graag doen uitkomen en wat
zeker wel het dwaaste is, soms danrlce
nog worden aangezet voeren daar
meermalen den hoogsten toon over quaes-
tiën, waarvan zij gewoonlijk al even weinig
begrijpen als de groote hoop, die met
open mond naar zulke orakels luiste
ren moet.
Of nu op die wijze aan den boom der
arbeidtrsvercenigingen duurzame en ge
zonde vruchten zullen rijpen, meenen
wij sterk te mogen betwijfelen. Wanneer
van den trouwen, ijverigen, door arbeid
vermoeiden werkman, of den vurigen,
zoo spoedig tot hartstocht ontvlambaren
jonkman, die bij zijn arbeid soms maar
al te veel van den hem in zijn kind-
sche jaren ingeprenten godsdienst ver
geten heeft zoozelfs dat soms bij den
deugdzaamste nog slechts de hoogst
noodige godsdienstige wetenschap is
overgebleven wanneer van dien werk
man hoofd en hart met staatkundige
ideeën, of die daarmede in nauw verband
staan, moeten worden vervuld, dan zal
zijn toekomst er waarlijk niet op verbe
teren. Neen, de kalmte, die de godsdienst
alleen schenken kan, moet in zijn hart
wederkeeren, of worden bevorderd dat
is de roeping dier vereenigingen. Daarbij
moet men trachten hem werk te ver
schaffen, als hem dit ontbreken mocht,
zoomede den jeugdigen leerling aanmoe
digen en hem in de gelegenheid stellen
zich in zjjn vak te kunnen ontwikkelen,
dan eerst zullen bemoedigende uitkom
sten in het licht treden.
Een groote schrede zou men vorderen
op den goeden weg, wanneer zjj, die
zich met de leiding der werkmansver-
eenigingen met onverflauwden ijver bezig
houden, zooveel mogelijk lot regel stel
den, producten, door den werkman ver
vaardigd, zich aan te schaffen, en niet
datgene wat door de machine wordt
voortgebracht. Dan zouden zij, die het
goed recht der arbeiders zoo gaarne en
i zoo schitterend verdedigen, daar
mede een daad verrichten, waardoor
wending ten goede voor denwerk-
moest en zou plaats grijpen. Te
bejammeren is het daarom, dat op het
Congres van katholieke vak-vereenigin-
in Meijl. te Rotterdam gehouden,
het volgende besluit werd genomen
.Het Congres, betreurende dat het
machinale werk zeker op dit oogenbPk
den werkman een scherpe concurrentie
aandoet, meent toch dat het niet ge-
wenscht is, de industrie te drukken door
belasting op de machine en stelt voor,
de nijverheid zooveel mogelijk vrij te
laten."
De scherpe Concurrentie, waarmede de
werkman te worstelen heeft, en die nog
steeds scherper wordt, zoodat zijn toe
stand nog onhoudbaarder gaat worden,
wordt hier dus wel betreurd, doch om
daartegen op te komen werd met 15
tegen 3 stemmen afgekeurd.
Wel moet gereedelijk worden toege
geven, dat aan een krachtigen strijd te
gen de concurrentie der machines bezwa-
zijn verbonden, doch deze zijn niet
ernstig als het kwaad dat door die
hataljjke concurrentie wordt gesticht. Wil
men dus een maatschappelijke kwaal
verbeteren, dan moet ze ook in het
hart worden aangetast, en daartoe
schijnt men, althans voorloopig, nog
niet den moed te bezitten. Hierdoor
toont men nog eene zwakheid, die vroeg
of laat zal moeten overwonnen worden.
Het arbeidersvraagstuk laat zich niet
enkel door woorden, maar oneindig
beter en zekerder door practische da
den oplossen.
BUITENLAND,
De Fransche Republikeinsche Regee
ring heeft bij de jongstleden Zondag
gehouden verkiezingen niet alleen het
terrein behouden, maar is zelfs in ge-
lalsterkte vooruitgegaan, terwijl de con
servatieven een aantal zetels hebben
moeten missen. Aan de rallifo zjjn slechts
13 zetels ten deel gevallen, terwijl hun
voortreffelijke leiders Piou en De Mun
niet herkozen zjjn. Paul de Cassagnac,
die in herstemming komt, geeft den
rallifo de schuld van de nederlaag der
conservatieven.
Het algemeen stemrecht heeft overi
gens weer vreemd huisgehouden. Zoo
werden o.a Delahaye, de groote be
schuldiger in de Panama-schandalen,
en Andrieux, die op meer bedekte wijze
hetzelfde deed, niet herkozen; daaren
tegen hebben, op ééne uitzondering na,
allen, die in de Panama-zaak betrokken
heetten te zjjn, hunne zetels behouden.
De acht leden van het Kabinet, die
tevens lid der Kamer zjjn, werden allen
als zoodanig herkozen. Ook de o.n zijn
knoeierijen zoo beruchte Wilson, schoon
zoon van den vorigen president der
Republiek, is opnieuw een zetel waardig
gekeurd.
Den 3en September moeten voor 164
zetels nog de herstemmingen plaats
hebben, en danrbjj staan de kansen voor
de Republikeinen gunstig, maar dezer
meerderheid is zoo heterogeen, dat uit
den uitslag der verkiezingen alleen niet
valt op te maken in welke richting het
schip van Staat verder zal gestuurd
worden.
Een leelijk incident is voorgekomen
de Fransche grensplaats Aigues-Mor-
tes, waar het tusschen Fransche en
llaliaansche zoutmijn-arbeiders tot een
botsing gekomer is, waardoor van de
Italianen, die in de minderheid waren,
een tiental gedood en een grooter aan
tal ernstig gekwetst werden. De burge
meester dier plaats vaardigde eene pro
clamatie uit, waarin hij den Italianen
de schuld gaf van het voorgevallene en
de daden der Fianschen vergoelijkte.
Dit nu gaf aanleiding tot anti-Fransch-
gezinde betoogingen in vele llaliaansche
steden, waarbjj het zoo ruw toeging, dat
de militaire macht er aan te pas kwam
en verscheiden belhamels in arrest
werden genomen. Men drong aan
op ontslag van den burgemeester van
Aigues-Mortes, benevens schadeloosstel
ling aan de nagelaten betrekkingen der
FEUILLETON.
Onschuldig veroordeeld.
IX (SM).
6) Het wu een koude Novemberdag. In een
der grootste werkplealsen in de gevangenis zat
in een kring ran boondoeners Hubert Roller in
zgn boerenpak, een bnis en broek ran grove
stol, berig met hot werk der veroordeelden. De
eene zoo krachtige jongeling was i
gere man gewordendiepe rimpels doorploegden
zijn voorhoofdde oogen stonden dof en op
de bleeke wangen, die onder de voornitstekendt
bovenkaken diep wegzonken, waren de blauwe
aderen te tellen. Wie Hnbert vroeger gekend had,
tn hem nu wederzag, moest zich ontstellen
over de verandering, die bjj ondergaan badhg
was lichamelijk en geestelijk geknakt, het was
ot een zware ziekte zjjn lichaam gefolterd had.
De directeur van het gesticht trad in de
werkplaats, vergezeld van den rechter van
instructie. De gevangenen stonden op, zooals
het reglement htm dat vi
heer en traden tot Roller.
„Gjj hebt immer beween
sprak de directeur, terwjjl h
en beide
ig te zgn,"
k den hemel, u
onschuld is ontdekt geworden gjj zjjl vrjj I"
Hubert staarde den spreker met groote oogeu
houten zitbank terug. Het schemerde vooi zjjne
oogendroomde hij, of was het werkelijkheid
.Gf zjjt vrg." herhaalde de direeteur vrien
delijk en reikte hem de hand .de wet kon niet
anders dan n veroordeeleD, maar hst oordeel
trol een onschuldige. Ik belrem bel oprecht."
Hubert verhief zich en een dofTe glimlach
verlevendigde zjjne verwelkte oogen. .Vrij
stamelde bij en legde hel werk, dat lijj in de
handen had, op de zitbankzjjne kuioJn beef
den en zjjne sidderende band tastto naar een
steunpunt. Hubert had van vreugd willen jube-
lon, maar zjjn borst was als toegeprangd. Vrjj
Dit denkbeeld kon hjj nauwelijks vatten. Nog
zeven en een half jaar tuchthuisstraf meendo
hjj voor zich te hebben, en nu op eeomaal vrjj
en onschnldig! Hjj was geen misdadiger, geeo
moordenaar, hjj mocht weder lier eo vrjj ieder
onder de oogen komen I Het brandmerk, hem
door de justitie ingedrukt, was weggenomen en
gereinigd.
Een kwartier later verliet Hubert iu dezelfde
kleederen, waarmede bjj voor lange jaren dit
huis binnentrad, het treurige verbljjl, en toen
hjj den laalsten der hooge muren achter zich had,
en hem geen gieren slaven en cellen, opzich
ters en schildwachten van de overige wereld
meer scheidden, ademde hjj als iemand, die
lang in een bedomjilen, donkeren kerker ge
smacht heeft en plotseling bet licht der zon
begroet Het verwonderde hem schier, alleen,
zonder toezicht te mogen gaan, geen sleutel-
gerammel te hooren, een vrjj mensch te zjjn,
en herhaaldo malen wendde hjj hst hoofd om,
ten einde zich Ie overtuigen, of hem niemand
achtervolgde.
De menigte in de straten liep hem achte
loos voorbij, leder bed zooveel met zichzelf te
doen, dat de een zich niet om den ander be
kommerde. Niemand wist ook, dat hier een
ongelukkige ging. die jaren achtereen uil do
menscholjjke samenleving was uitgesloten ge
weest.
Ja, Hubert was vrjjmaar wat was er van
den eens zoo krachligen, levenslustigen jongen
man geworden? Een gebrokene, verwelkte,
krachtelooze figuur, wiens levensmoed onlzag-
ljjk geleden en wiens hoop op geluk voor
doffo vertwjjleling had plaats gemaakt. Zoven
der beste levensjaren waren voor hem verloren,
reddeloos verloren, en zjjn ganscbe vermogen
bestond uit eenige penningen, die bjj in de ge
vangenis had verdiend. Wie gaf den onschuldig
veroordeelde zjjn opgeruimde gemoedsstemming,
zijn werklnst weder, wie schonk hem vergoeding
voor de marteling en schande, die bg doorslaan
had - zelts wanneer de slaat tot stoffelijke
schadeloosstelling ware overgegaan?
Als droomend wandelde Hnbert steeds voort.
Alles scheen hem nienw, vreemd, - de men-
schen, de huizen, en de beweging in de straten.
Weemoedig beschouwde hjj hel weinige geld,
dat hjj zjjn eigendom kon noemen, daarna
trad hjj bjjna schroomvallig een koffiehuis bin
nen, en dronk, sinds negen en tachtig maanden,
weder het eerste glas bier. En de
schon in de kamer lachlen en schertsten, bab
belden en vermaakten zich, spraken ook
hem eren alsof hem niets bijzonders wederva
ren was, alsof hjj nimmer aan de samenleving
was ontrokken geweest
In den namiddag van dienzelfden dag bereikte
Hubert zjjn geboortedorp. Ja, dal was oog het
zelfde gebleven, dal herkende bjj weder. Daar
slond nog de kapel met zjjn kleinen toren en den
groolen haan eropginds do lindeboom, in
wiens takken hjj als jongen had rondgeklauterd
danr was do weide, waarin do eenden en gan
zen luimeldon, en daar ruisebte de stroom.
.Zjjt gjj het Hubert? vroeg plotseling eeno
stom aan zjjno zjjde, ,Ja. waaraehlig, gjj zjjt
hot 1 Groote God I Wjj hebben reeds gehoord,
dat u onrecht is aangedaan, dat gij in vrijheid
zoudt gesteld worden. Arme Hubert!"
Hol was een oude visscher, die zoo sprak
en die Hnbert hartelijk de hand schudde. .Hebt
gjj het reeds gehoord vroeg deze, .gjj hebt
mjj wel allen voor onschuldig gehoudeu
Duizoud vragen verdrongen elkander op zjjn
lippea, doch hjj verstomde, want hjj stond v
de nederige woning, waarin hjj met zjjno n
der zoovele gelukkige jaren had gesleten,
de tranen welden hem in de oogen. Die go
moeder was doodbet verdriet over bet ot
Ink van haren zoon bad de arme vronw
hart gebroken. Hnbert wankelde naar hel kerk
hof, het zich de plaats wjjzen, waar dat trouwe
hart voor eeuwig was ter ruste gelegd, tn zonk
dan op de knieën neder. „Hoeder-," riep hjj
smarteljik, „ik zal u in dit leven niet wederzieo,
maar gjj zjjt ten niin9t« niet met de gedachten ge
storven, mjjn zoon la oen moordenaar I"
Geljjk een loopend vuur had zich liet bericht
van Hubert's terugkomst in den omtrek ver
spreid. Alles liep te zamen, want de deelneming
was algemeen en oprecht, en ieder voelde zich
als 't ware vereerd, no Hubert's onschuld dag
heldor gebleken was. .Waar is bjjwasonop-
dat hjj naar het graf zjjner moeder was gesneld,
besloot men hem te gemcol Ie gaan. Jong en oud
begaven zich op weg naur hel kerkhof en
opmerkelijk, dezelfde poisonon, die hem voor
jaren om het hardst voroordeelden, waren nu
liet bedrjjvigst en beklaagden hem het diepst.
„Ik heb altjjd gezogd, dat Hubert geen moor
denaar is," verklsardo cede oude, babbelachtige
vrouw, ouder levendige gebaren, en diezelfde
vrouw bad vroeger die daad van hem een
onuitwischbare schande voor geheel het dorp
Toen Hubert wankelend en met door tranen
bevochtigde wangen opstond, legdo eene hand zich
zacht op zjjn schouder. Hjj zakte ineen onder
den uitroep: „Mathilda!"
„Ja, ik bon bet, arme, zwaar beproefde
Hnbert I"
Heer kon zjj niet zeggen, tranen verstikten
hare slem. Hubert vroeg niets meerzwijgend
reikte hjj haar de hand en sprakeloos verlieten
zjj het kerkhof.
.Wat bednidl dat?" murmelde Hubert, toen
hjj plotseling honderden monschen hem zag te-
gemoelsnellenen eondonderend: „Hjjlevelangl"
uit volle borst, weerklonk. Hen omringde hem,
men drukte bom de handen, zwaeide met de