Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 23.
Zaterdag 2 September 1893.
Zevende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenines, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementoprije par dria auidan:
Franco per post
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommesbaat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prlja dar Advarteatltni
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.50
ZIJ, die alch vóór
1 October aa. abon
nee ren op 1>E EEKBODE.
ontvangen de tot dien tijd
veraehijnende nnmmemgratia.
Werkliedenvereenigingen en
Volksbonden.
IV. (Slot).
Een ernstig en tevens waarschuwend
woord, dat nimmer mag voorbij gezien
worden, doet Z. H. Leo XIII in zijn
Encycliek vernemen, als hij zegt
.Vóór alles komt het by de vestiging
en leiding dezer vereenigingen hierop
aan, haar doeleinde in het oog te hou
den en haar grondslagen en werkzaam
heid aan dat doel dienstbaar te maken
dat doel is de verheffing en bevorde
ring van den lichamelijken en geestelij
ken toestand der arbeiders. L)e gods
dienst moet der vereeniging tot grond
slag van haar regelen strekken. De gods
dienstige gezindheid harer leden moet
het voornaamste doel zijn, en daarom
moet haar geheele inrichting van het
christelijk geloof zijn doortrokken."
Hier wordt dus helder en duidelijk de
grondslag aangegeven, waarop de arbei-
dere-vcreenigingen moeien berusten. Voor
politiek moet daar nimmer plaats wor
den ingeruimd. Geschiedt dit wel, dan
zullen deze vereenigingen, in slede van
een zegen, de oorzaak van veel onheilen en
rampen worden. Dan zullen zjj, in plaats
van vrede, tweedracht stichten verbit
tering en wrevel, die nu reeds in de
hoogere standen, zelfs tusschen vrien
den en bloedverwanten, door die onzalige
politiek is ontstaan, en nog altijd voort
woekert, zal dan ook in den boezem der
werkliedenvereenigingen worden overge
plant Daarmede zou de kiem des verderfs,
die haren ondergang ten gevolge moet heb
ben, met eigen band worden uitgestrooid,
en zou men den armen werkman, dien
men heet te beschermen, leiden op een
weg, waarop noch geluk noch vrede is
te vinden.
Het Congres van katholieke vak-vi
eenigingen te Rotterdam heeft echter
reeds te dien opzichte eenige, zeker ver
klaarbare, ongerustheid verwekt. Waarom
moest de afwezigheid worden betreurd
van afgevaardigden van zoovele ver
eenigingen, die tooh eenzelfde doel wil
len betrachten Waarom moest hierdoor
gereede aanleiding worden gegeven tot
het vermoeden, dat ook in deze zaak
de zoo noodige eenstemmigheid ont
breekt? Op een Congres, dat enkel tot
heil van den werkman werd geconsti
tueerd, en waar een doorluchtig Kerk
voogd, die het eerevoorzitterschap van
deze vergadering bereidwillig op zich
nam, door woord en daad zijn krach-
tigen steun verleende, moesten alle ver-
I eenigingen, zonder uitzondering, door
I hun afgevaardigden vertegenwoordigd
zijn geweest, om middelen te beramen
tot heil van den werkmandoch de
meesten van hen schitterden door hun
afwezigheid. Niettemin zou het hun tot
eere hebben verstrekt zich te scharen
onder het vaandel, dat daar voor
de oogen van het Nederlandsche volk
werd ontrold. Daarop prijkt vrij en
fier
.Wat wil de Nedtrlandsche S. K.
Volksbond
.Een krachtige lie weging onder de
Katholieken van Nederland is ontstaan.
M inen van verschillenden rang en
stand, jong en oud, hebben-de handen
ineengeslagen talrijke vereenigingen zijn
gesticht tot bestrijding van het groote
gevaar, dat den werkman bedreigt en
gaandeweg de maatschappelijke kwalen
doet toenemen, nl. den drievoudigen
vijand, dien wij met alle kracht hebben
te bestrijden.
.Wij noemen in de eerste plaats het
materialisme, of de leer der stofvergo-
ding, waarin voor God of diens gebod
geen plaats meer is.
.De tweede vijand is: het individua
lisme, of het stelsel van den eenling,
hetwelk de kracht van den werkmans
stand heeft gebroken, en welke kracht
moet hersteld worden.
.Op de derde plaats het socialisme,
hetwelk door ons moet worden bestre
den, daar het den godsdienst en het
gezag ondermijnt en tot daden van
geweld aanspoort.
.Tegen dezen drievoudigen vijand
treedt de Nederlandsche li. K. Volks
bond met ontplooide kruisbanier in 't
veld en doet daverend hooren:
.In naam van den Christus vereenigt
Voorwaar heerlijke taal, die liet harl
van den Katholiek met sneller slag moet I
doen kloppen voor de edele mannen, j
die haar verkonden. En toch moest blij- j
ken, dat er waren gekomen, die nog
andere dingen op het progiain begeer-
den die de politiek, met haar ellendigen
nasleep, in het arbeidersgeding wilden
binnenloodsen. Gelukkig werd deze poging
met vastberadenheid in tjjds onderdrukt.
Wijselijk zag men in, dat, waar de op
lossing van het sociale vraagstuk reeds
zooveel studie en zorg vereischt, geen
moeilijkheden, of liever gezegd, geen
onheilen daar tusschen mogen geworpen
worden. Maar hiermede waren die poli
tieke mannen geenszins bevredigd in
plaats van zich bij deze uitspraak neer
te leggen, en hun dwaasheid in te zien,
gingen 7ij hun wrevel luchten in eene ver
gadering, waarin men tot de treurige erva
ring kwam, dat die leiders van den werk
man diens ellendigen toestand nog willen
verergeren. Door verdeeldheid te zaaien,
waar met inspanning van de uiterste
krachten naar eenheid moet worden
gestreefd, trachten zij een werk, dat door
den grooten Leo XIII als een doel
treffend middel wordt aanbevolen, tot
onvruchtbaarheid te doemen, en dat
alleen om die ellendige politiek. Zij wil
len de tot geestelijk en lichamelijk heil der
werklieden geslichte vereenigingen gebrui
ken, om huneigen politiek doel te be
reiken.
Laten wij ten slotte nog eenmaal ons
verkwikken aan het rijke program, dat
door genoemd Congres werd aangeboden.
De schoone werkplannen worden daarin
als volgt vastgesteld
.Ons program is gegrond op de heer
lijke Encycliek van Z. H, Paus Leo XIII
Serum novarum (.Over den toestand
der werklieden").
.Wal wij willen
,W(j willen, dat le werkman niet
als een stomp werktuig gebruikt worde,
't welk slechts waarde heeft naarmate
het voortgebrachte werk, maar dat hy
behandeld worde als een vrjj wezen,
met een onsterfelijke ziel, onze broeder
en gelijke voor God!
,Wy willen, dal hij het zoete geluk
van het familieleven geniete dat zjjn
huiselijke kring geeerbiedigd zijdat i
zijn echtgenoote hem niet door de fabriek j
ontnomen worde, maar de engel des i
huizes blijve.
.Wij willen, dat noch zijn krachten,
noch die zijner kinderen door een over
dreven arbeid worden uitgeput.
.Wjj willen hem zyn recht op de
wekclyksche rust waarborgen, opdat de
,Dag des Heeren" zyn eigen dag, de
dag des werkmans zij.
.Wy willen hem verzekerd -iou tegen
armoede, wanneer ziekte, ongeval of
ouderdom hem trefF,
.Wij willen volgens 's Pausen woord:
.dat een matig en eerlijk werkman van
zijn loon kan beslaan."
.Wy willen, door de oprichting van
staatswege van Arbeidsraden en Arbeids
kamers, trachten mede te werken tot
het voorkomen en uit den weg ruiinen
van geschillen tusschen patroons en
werklieden.
.Wy willen waarschuwen tegen de
verderfelijke theorieën der sociaal-demo
craten en door middel van de pers ont
wikkelen, kenbaar maken en verdedigen
datgene, wat kan dienen in het beiang
van Kerk, Staat en Gezin."
Flink en onbeschroomd wordt hier
gezegd wat men wil om den nood en
den kommer van den werkman te leni
gen en hem uit zyn zedelyk en stoffe
lijk verval weder op le beuren. Zonder
de minste wyfeling wordt hier die
scl^pie taak hoog en breed opgevat en
onverschrokken aanvaard. Als nu in
dezen reuzenstrijd de milde steun der
meergegoeden niet ontbreken mag, dan
zal de kamp ten voordeele ven den
Cliristelyken, geloovigen werkman wor
den beslist. Want dan kullen weder
handwerkslieden worden gevormd, die,
als in de dagen der gilden, van rich
zullen doen spreken door werken, die
het hart verheffen en aan de kunst
weder haar roem geven. En dan ook
zal men vóór het gevaar worden behoed,
dat de werkman geheel door den waan
zin van den dag zal worden aangetast,
door te schreeuwen om stemrecht oi
andere rechten, die louter op teleur
stelling voor hem moeten uitloopen.
Daarbij zal het katholiek hart dan nog
het genot mogen smaken, te zien, dat
de stem van den Stedenhouder Gods,
om krachtig by te dragen tot redding
van de maatschappij, niet zonder schit
terend gevolg over de wereld heeft
weerklonken.
BUITENLAND.
Aan de begrafenis van hertog Ernst
II van Snksen-Coburg-Gotha heelt de
Keizer Tan Duitschland toch deelgeno
men, niettegenstaande de tegenwoordig
heid van vorst Ferdinand van Bulgarije,
die als zoodanig niet door Duitschland
erkend is. Daarom heeft deze de dis
cretie gehad om, zoolang de Keiler
aanwezig was, niet in uniform te ver-
schynen maar gewoon in zwarten rok.
Nauwelijks fcas echter de Keizer ver
trokken of dfe rok'werd weggeborgen en
de vorst verscheen in de Bulgaarsche
uniform met alle mogelijke ridderorden
getooid.
De troonsbestijging van hertog Alfred
heeft menigeen verbaasd, omdat nu een
Engelschc hertog Duitsche Bondsvorst
geworden is. Ten einde iets dergelyks
in hpt vervolg te voorkomen, verlangt
de conservatieve Seichsbote eene her
ziening van de wet op de erfopvolging
in Coburg en opneming in de Rjjks-
grondwet van een artikel, dat vreemde
vorsten van de legeering over Duitsche
Bondsstaten uitsluit.
Te Kiel zyn twee Franschen in hech
tenis genomen onder verdenking van
spionnen te zyn. Verscheiden papieren
zijn by hun gevonden die dit vermoe
den bevestigen daaronder bevonden
FEUILLETON.
Een beroemd Mariakind.
1) Tegen den avond van den ÏOeo Augustus
16J9 keerde de oude pastoor van Paleelrina van
eene wandeling naar bnie terug, toen hi), lange
den rechter oever van den Tiber gaande, eene
vrouw bespeurde, die, als een waar beeld van
vartwijfeling, midden op den weg op eene steen
lat en een nog jeugdig knaapje in hare armen
hield. Zij was nog zeer jongtranen vloeiden
lang* baar schoon gevormd gelaat, haar zijden
kleed waa geheel met stof bedekt en hare
satjjnen schoenen, waren vol gaten. De pestoor
naderde haar on. iets omtrent haar lot te ver
nemen en zjjne bnlp tan te bieden, maar be-
meikte dat zij uitgepnt van vermoeidheid was.
Nauwelijks boorde de jonge vrouw eene
menscheljjke stem in hare nabjjheid, of zjj
sprong schielijk op. Toen zjj echter den priester
zag, die zich hield alsof hij wilde weggaan,
werd zjj weder rnstig en ging hem eenige
schreden te geraoet
.Vader," zeide zg met zachte stem, ,ik ben
doodeljjk vermoeid."
.Ik zal voor n zorgen, mijne dochter," ant
woordde de grjjaaard, .maar waar wiltgjj heen?"
Bjj deze woorden brak de onbekende in Inid
snikken Ioe, vervolgens sprak zjj.0, ik zon
soo gaarne hier blijven, indien het slechts
mogdgk ware hier een kleine bnt voor mjj te
koopen."
.Dat treil juist goed, mijne poellier," verze
kerde de eeibiedwaardigeherder; .xiet gjj daar
aan uwe rechterhand dat kleine witte buis,
hetwelk middeu ia deo tuin ligt en met bloemen
en struiken omgeven ie Dat is de woning van
de visseherswednwe Pietrino, wier man de
vorige week gestorven is. Deze vronw wil zich
naar hare bloedverwanten te Rome begeven en
zon gaarne vtWr hare afreize bet bescheidens
erfgoed verkoopen, haar door baren man nege-
.Denkt gjj dat zjj hel terstond zou willen
verkoopen vroeg de onbekende.
,Ik denk het wel."
„Laten wg er dan heen gaan, als u er niets
op legen hebl." En zij richtteo hunne schreden
naar het wiUe buisje. Toen zg daar aangeko
men waren, legde de putoor un de weduwn
het SdhP van bun bezoek bloot. „God heelt n
hierheen gezonden," riep deze, terwjjl zjj de
onbekende, wier uilpottiog den boogsten giaad
scheen bereikt te hebbeo, een stoel aanbood,
„want mjjne moeder ie zoo even aangekomen
om mg morgen mede te neoien."
De koop was spoedig geslotende vreemde
baalde van onder haar kleed een beunt te
voorachjjn, betaalde met goud, en verzocht
toestemmiog om den nacht in deze but door
te brengen. „Gjj zjjt in ow eigendom," antwoordde
de weduwe Pietrino, „mjjne moeder eo ik moeten
n veeleer verzoeken hier lol morgeo le mogen
blijven." Van beide kanlen werd bel verzoek
toegestaan de putoor verliet de wooiDg eo de
dris vrouwen bleven ta zemen. Wu het ter
oorzake van do moeitevolle voetreis, die le veel
van hare krachten gevergd bad, of wellicht
ongerustheid over het lot van haren echtgenoot,
die haren geest ter nederdrukle, althans de
vreemdelinge werd zwaar ziek. Drie maanden
lang dobberde zjj tusschen leven en dood en
wu onverschillig voor alles w.
d .ebt
De wednwe Pietrino had onder zulke omstan
digheden de arme moeder niet willen verlaten
en de eerbiedwaardige herder bad baar gedu
rende hare ziekte menigmaal bezocht. Evenwel,
toen de zieke op zekeien morgen, door een
hevige zwakte overvMlen, den priester wenschte
te spreken, en men om hem zond, wu hij
eveneens zeer ziekeen brandende koorts nood-
zaakto hem het bed te honden en zyn toestand
verergerde dermate, dal bjj reeds na eenige
dagen bezweek. De vreemde daarentegen begon
te herstellen en was weldra geheel genezen. De
weduwe Pietrino verliet daarop de woning om
naar Rome te gaan bjj bare moeder.
Van nu al aan werd de deur van het witte
huisje zelden geopend, alleen dan, wanneer de
vreemde, die haar zijden kleed met de dracht
eener Romeinsche burgeres verwisseld had,
uur de markt ging ora levensmiddelen te
koopen. Hair kind, dal de eenzaamheid der
moeder deelde, groeide voorspoedig op; het
ging met niemand om en kende geen enkel
•pel, un zjjn leeftijd eigen. De lieden, dia
des avonds langs de woning kwamen, bleven
dikwjjla luisteren naar
die oaur buiten drongenalljjd wan het een
godsdienstig gezang, een loflied ter eere der
H. Maagd, door twee volnuakt harmonieercode,
even zuivere als zachte stemmen gezongen.
Deze gebeurtenis had in Pslulrina wel eenig
opzien verwekt, maar toch was men er spoedig
gewoon geraakt aan het geheim van het witte
buisje. Acht jaren waren aldus voorbijgegaan,
toen op zekeren dag een vreemdeling voorbjj
hel hek kwam. dat den tuin omgaf. Plotseling
bleef bij stil stun, want bjj hoorde de slem
v.io eeo kind door de heldere lucht weerklin
ken, zoo rein en vol ale de wierook, die nur
den hemel opsljjgt. Er lag iels eigenaardigs
in deze tonen, iets zoo klagend en emeekend,
dat de vreemdeling erdoor geroerd werd en bjj
dengene trachtte te ontdekken, die zulke klan
ken wist voort Ie brengen. Terwjjl hy zyn blik
door den tuin liot rondwaren, bespeurde hy in
een der lanen een kleine knaap, die er zwak en
ziekelijk uitzag en ongeveer 'acht jaren oud
scheen te zyn. Het kind leunde legen een
boomstam, de oogen ten hemel gealag.n en de
handen gevonwen naar omlaag uitgestrekt, ale
door groot» smart terneder gedrukt. Tranen
bevochtigden zyne bleeke -vangen en zyne lang
aibaogende haren. Geen weerstand kunnende
bieden aan de gemoedsbeweging, die dan treu
rige aanblik en het klegendo gelald der stam
op hem maakte, trad de vreemdeling op bat
hek toe en riep bet kind lot zich.
De koup naderde langzaam.
Hoe beet gg, lieve Jongen?" vraagde de
in het Itallaanach, maar mat ma
,En uw vader?"
.Hg is dood."
En uwe moeder?"
„Signora Je
i, verlangt n haar
ingen. ik wenschte
Bapllst Pierre."
.Waarmede houdt xy zich bezig
,Zy spint altyd eu gaat nooit uit."
.En waar leeft zy dan van?"
.Als zg veel garen gesponnen heeft, dan breng
ik het bg oen linnenkoopman, den heer Goldom,
en bet geld dat hg er my voor geelt breng Ik
aan inline moeder, die het weer Ier hand stelt
aan de buurvrouw, die one eiken dag wat te
eten brengt."
.En wat doet gg dan? gü moet echtar
niet boos wordrn dat ik sooveel vragen tol a
licht, want gU zyt zoo vriendeiyk, dat ik my
onwillekeurig tot u gelrokken voel."
,0 neen, mynbeer. Ik wordt niet booe, u b
de eerete niet, die my zulke vragen doet, en Ik
geef steeds hetzelfde antwoord. Wat ik doet
Ut lean ra achryf ra m|jne moeder onderricht
my daarby. Ba als het daa avond wordt, ao ik
genoeg geleerd beb, deo zingen wy te samen
by hel licht der inua, en ook wanneer de muu
niet schijnt, lied». ter eere der Allerzaligste
.bi wat Uit gt d
t gtibBgtn