Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 37.
Zaterdag 9 December 1893
Zevende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAO.
Abonnementsprijs per drie meenden:
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prije der Adrertentlini
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
ZIJ' die zich vóór
1 Januari op .DE
EEMBODE" abonneeren.
ontvangen de tot dien tijd
verschijnende nummers
GRATIS.
Eene nabeschouwing.
ui.
De verkiezingen (in Frankrijk) hadden,
zooals wij in on3 vorig artikel aantoonden,
aan de Loge en het Jodendom de overwin
ning bezorgd. Hun sluwe listen en kuiperij
en waren weder gelukt. De stem des volks
had niet alleen het onrecht ten troon ver
heven, maar ook de smaad en de schande,
die velen bekende misdadigers aankleefden,
met stembiljetten bedekt. Een juichkreet
ontsnapte aan de benauwde harten van
hen, die zich voortbewogen, beladen met
de diepste verachting van de kern des
volks. Maar wat maakte hen dat, nu zij
in hun heillooze b ^drijven werden gesteund
en beschermd door de meerderheid des
lands?
Niets ontbrak nu nog dan een open
bare uiting van vreugde en een dank
bewijs door een feestelijkheid te bieden
aan het door hun bedrogen volk. En
de omstandigheden waren hun hierbij
uitermate gunstig. Het tegenbezoek van
het Russische eskader was aangekondigd
aan hen nn de eer, om de Russen met
Franschen bluf en ijdele praal te
ontvangen, en tegelijk hiermede te toonen
wat hunne vaderlandsliefde vermag.
Nu immers -varen de kansen gunstig,
om als bij tooverslag hun populariteit
te verheffen, als met de ontworpen
feesten de eerzucht des volks maar
geprikkeld, het zingenot gestreeld en
de hartstochten tot kookhitte konden
worden opgewekt.
Na alzoo in het bad der stembus te
zijn gereinigd, staken zij zich in het gewaad
der vaderlandsliefde. Daarmede ge
tooid, traden zij op bij de leestelijkheden,
die ter eere der Russen gegeven werden.
Thans dient de vraag gesteldIs hel
succes, uit politiek oogpunt beschouwd,
voor de Fransche gelukzoekers zoo schit
terend geweest, als werd voorgegeven
Het Journal de Sl. Pttersbourg schreef
over de komst van het Russische eskader
te Toulon:
,Aan het eskader is opgedragen,
namens onze marine het bezoek te
beantwoorden, dat een Fransch eskader
in 1893 te Kroonstad heeft gebracht.
.Twee der onder admiraal Avellan ver-
eenigde schepen keerden terug uit Ameri
ka, waar zij aan de jubileumfeesten had
den deelgenomen. Men weet, welk eene
hartelijke ontvangst hun bij deze gelegen
heid werd bereid. Onze lezers weten, op
welke wijze onze zeelieden nog pas te
Cadiz zijn gevierd. Wij nemen met ge
noegen deze bewijzen van sympathie
met onze vlag aan, die, overal waar zjj
verschjjnt, de gedachte van zekerheid en
vrede opwekt. Hierin ligt de hooge be-
teekenis van deze demonstration, evenals
van die, welke thans Frankrijk voor onze
marine wil doen. Naar de voorbereid
selen te oordeelen, die wij elders mee-
deelen, schijnt de ontvangst niet alleen
in overeenstemming te zjjn met de tra-
ditioneele hoffelijkheid, welke in het Fran
sche karakter ligt, maar ook met de
vriendschap welke beide volken en re
geeringen verbindt. Deze vriendschap is
reeds van beide zijden, bij verschillende
gelegenheden, bevestigd. Men mag ver
wachten, dat de tegenwoordige bevesti
ging evenzoo hel karakter der plechtigheid,
dat het bezoek van ons eskader te Toulon
kenmerkt, als de hartelijke verhouding,
waarin het bezoek plaats heeft, zal weer
spiegelen."
In deze sobere lijnen wordt hier de
geheele politieke beteekenis des bezoeks
van het Russische eskader weergegeven.
Naast de Fransche opgewondenheid werd
de Russische koele berekening geplaatst.
Voor de Fransche bewindslieden en
hun vrienden kon, bjj teruggekeerde
en kalmte, teleurstelling niet uit
blijven. Met de bokaal aan de lippen is
de vriendschap wel hemelhoog bezongen,
maar dat de Russen revanche-plannen
zullen steunen, deze illusie is minstens
te niet gedaan. De Russen willen zich
desnoods doodfeesten met de Franschen,
doch zich «oor de Franschen doodvech
ten ligt niet in hun bedoeling. Wel heeft
admiraal Avellan verzekerd, dal hij Frank
rijk .eeuwig dankbaar blijven zal", wat
waarlijk niet te verwonderen is, nu de
geschenken hem met scheepsladingen
werden vereerdmaar zjjn bewering
.Ikweet zeker dat Frankrijk en Rusland
de vrede weten te handhaven," is van
heel wat grooter waarde. Geen oogenblik j
hebben de Russische zeelieden, hoe dol
de feestvreugde soms toeging, hun op- 1
dracht uit het oog verloren. Noch de
admiraal, r.och de Russische zeeofficie
ren hebben zich uitgelaten alsof een of-
en defensief verbond tusschen beide
landen was getcekend, of een alliantie
in het verschiet gesteld.
Zelfs voorzichtigheidshalve, om moei
lijkheden en conflicten te voorkomen,
verlieten de Russische grootvorsten nog
vóór de feesten Parijs, om eerst naafloop
daarvan, toen de Franschen aan den
wensch van den Czaar hadden gehoor
gegeven, door geen stoornis in de
vredeshymne te brengen, terug te komen.
De telegrammen van den Czaar zeg
gen het overige. Terwijl Carnot in vlei
ende en met nagebootste hoffelijkheid
den Czaar zijn hulde en dank betuigde,
kwam uit het Noorden een antwoord
des Keizers in, dat als van een ijsberg
scheen afgerold. Eerst toen hel Rus
sische eskader vertrokken was, en hier
door de aanleiding tot politieke dwaas
heden was weggenomen, kwam een har
telijker dankbetuiging des Keizers in,
waarin echter nogmaals, op het na te
streven doel.het bevestigen van den
algemeenen vrede", woordelijk en met
nadruk gewezen werd.
Geljjk te verwachten was, kreeg men
bij de feesten meermalen walgelijke din
gen te zien, zoozelfs dat een der Parij-
sche bladen schreef, dat de schaamte
loosheid der vrouwen deed denken aan
de dagen der Groote Revolutie, en hel
hoog tijd werd, dat de Russen heen
gingen. Er was echter meer dat aan de
Revolutie denken deed. In die dagen,
thans honderd jaar geleden, brachten
hun voorzaten een edel Koning der
Franken onder smaad en hoon op gruw
zame wijze om het leven, en thans werd
een Keizer in den vreemde allerdolzinnigst
gevierd en vereerd. Zeker een verschijn
sel dat wel de aandacht vraagt. De toon
gevers in Frankrijk gruwen van keizers
en koningen en thans vleiden zij een
Keizer om het hardst. De omstandig
heden noopten hen tot daden, die hun
leer niet enkel verbiedt, maar ten diepste
verfoeit.
Doch niet enkel de toongevers, maar
het geheele Fransche volk heeft zich
ook hierin weder doen kennen, zoo als
het altijd is geweestwat het den eenen
dag onder smaad en verguizing verdrijft,
wordt des anderen daags onder luid
ruchtige vreugde weder in triomf bin
nengehaald, zoo ook thans bij de ver
eering eens Keizers. Maar nu vooral
heeft dit volk ook scherp moeten gevoe
len, dat de ware glorie, waarop het zoo
gaarne bluft en snoeft, aan een konink
rijk of een keizerrijk behoort. De Russen
konden met fierheid spreken van hun
Keizer en hun Keizerrijkde Franschen
daarentegen van hun Carnot of
hun Republiek. Zeker een
vernederend en stuitend gevoel voor het
ijdele Fransche gemoed. Als de
feesten hun hoogsten glans moesten be
reiken, werd een man uit het volk ver
toond, die in de dagen van ,Ik weet
anders geen raad" tegen den keizerlijken
troon der Franken geworpen werd. Dan
verscheen een Carnot, en het volk
bulderde, omdat het toch ook snoeven
moest: Leve de Republiek!
Wie in de jongste feesten in Frank
rijk niet den vinger Gods wil erkennen,
geeft een bewijs van ziende blind te zjjn.
In den geheelen gang, dien de zaken daar
genomen hebben, valt een richting waar
te nemen, die in de toekomst, zij het
dan ook in een verre, een grootsche
verandering belooft. Reeds nu kon men
ontwaren, dat er weinig meer noodig is
sen .Leve de Keizer der Franschen"
door dit volk te hoeren jubelen. Een
uit k, ïinklijke bloede, met gods
dienstzin en vorstenmoed, behoeft slechts
op te staan, en de toestand is ten goede
gewijzigd.
De Fransche bewindslieden, dit is
zonneklaar, hebben terrein verlorende
feesten zijn geen politieke overwinning,
maar wel een bedenkelijke nederlaag
voor hen geweest. De politiek des Pausen
daarentegen heefteen belangrijken zegen
behaald.
Dit zullen wij trachten aan te toonen
in ons slotartikel.
BUITENLAND.
HetDuitsche Centrum heeft ditmaal
haar pogen met een onverwacht schit
terenden uitslag bekroond gezien. Het
door die partij ingediende voorstel tot
opheffing der wet, waarbij aan de Jesuïeten
en aanverwante orden hel verblijf bin
nen het Duitsche Rijk was ontzegd, is
in den Rijksdag met 173 tegen 136
stemmen aangenomen. Veel vroegere
tegenstanders (zoo men weet is dit voor
stel herhaaldelijk gedaan, jioch het werd
telkens verworpen) hebben zich van
stemming onthouden, terwijl de leiders
van de Conservatieven, de Vrij-Conser-
vatieven en de nationaal-liberalen ach
tereenvolgens namens hunne party ver
klaarden zich ter wille van den confes-
sioneelen vrede van discussie te zullen
onthouden, doch, zooverre aanwezig,
zouden tegen stemmen. Niet alzoo de
heer Schroeder, van de vrijzinnige ver
eeniging en voorzitter van den Protes
tantenbond. Deze kon het niet over zich
verkrijgen om zonder heftige bestrijding
het voorstel in stemming te doen komen.
De wet, die de orde verbood, dus bracht
hy in herinnering, was destijds in alle
bedaardheid en onder geenerlei druk
van confessioneele hartstocht gemaakt
en de katholieke kerk kon best buiten
FEUILLETON.
Si-wax-ozs, Ï6 November 1891.
Waarde Zustere en Broeders.
Overtuigd dat gij, na mijn briel uit Peking
ontvangen te hebben, wederom met een vurig
verlangen naar een volgenden brief uitziet, wil ik
niet in gebreke blijven van mijnen kant bel
mogelijke te doen, om uw verlangen te bevre
digen. Ik neem daarom de eerste de beste
gelegenheid tv baat om
e verzenden
n geworden, d
en hem u" spoedig
in mijne band.
Tot en met Peking heb ik u onze reis be
schreven en de wetenswaardige lotgevallen en
andere beschrjjvenswaardige dingen medegedeeld,
rest dus nog onze reis van genoemde keizerstad
tot hier en hetgeen verder zal volgen. Varietas
detedat, segt een Latjjnsch spreekwoord,
waarvin de vertaling luidt: verandering is
aangenaam. Of dat spreekwoord waarheid bevat
of niet, hiervan hebben wij in onze manier van
relae de proef kunnen nemen. Tot Marseille
is onze reis per spoor, van daar tot Tien-lain
per stoomboot afgelegdhier echter, tooals u
reeds bekend is uit mijn vorigen
wj) de ree vaarwel gezegd en moest de stoomboot
plaats inruimen voor de door mjj beschreven
huifkarren, waarmede wjj naar Peking hobbelden
en strompelden.
Peking, een der grootste steden "an des ganscbsn
aardbodem, de stad, waar dl keizer van het
kolossale Chineesche rjjk troont of liever
opgesloten ia in zjjn domeinen, wat is zjj nog
verre gedaald beneden de kleine verwachting,
die wjj van haar koesterden. Prachtige paleizen
zjjn er niet te vinden, zelfs geen enkel huis, dat
in Europa voor fatsoenlijk zou doorgaan, of
waarin iemand uwer een dag en nacht, laat
staan dus geheel zjjn leven, zou willen door
brengen 't zjjn niet anders dan lecmeo bulten,
opgetrokken van steenen, die niet in 'l vuur
gebakken, maar in de zon gedroogd zijn, en
van voren en van achteren, aan de beide zijden
en van boven met leem zjjn bestreken ook
zjjn er gaten in voor dear en venster, doch
deze zjjn slechter of althans even slecht als in
de hutten van een of andere heistreek in
Holland. De vensters zijn over 't algemeen met
Chineescb papier dichtgeplakt, hier en daar
echter hangen eenige stukken aan flarden ge
scheurd naar benedendoor de openingeo,
hierdoor veroorzaakt, kan de windvrij doorspolen,
alsook door de vrjj breede reten in de deuren.
Binnentredend ziet ge eenige lompe, kromme
balken, waaraan het plafond van behangselpapier
en ander papier is bevestigdoebter ook in Jat
papieren plafond zijn, ter oorzake vau stukken
papier die losgescheurd zjjn en bjj wjjze van
draperieën naar beneden hangen, groote ope-
oiagen, die een verder gezicht op de gebindten
van hel dak aanbieden.
Ik overdrijf echter een weinig door Ie zeggen
dat alle huizen or zoo uitzien. Wjj hebben
namelijk een bezoek afgelegd bjj den minister
van de Fransche republiek te Peking:
diens woning zag het er althans van binnen
tamelijk lijn uil, eene Oostersche weelde spreidde
zich daar ten toonook in de huizen der Mis
sionarissen zag het er althans zindelijk uit. De
kbangs (legersteden, zooals ik u vroeger reeds
heb verklaard) dienen overdag voor canapé.
De dekens worden opgerold en tegen den muur
gelegd, om tot ondersteuning van hoofd en
armen enz. te dienen (wel te verslaan bij de
weinige voornamen). Stralen zijn er in Peking
niet te vinden. Wel staan de huizen op reien,
welke een breeder» of smallere ruimte tusschen
elkander openlaten, doch dezo verdienen den
naam van straat niet. Zjj zfln niet met steenen
belegd, gaan nu oens in de hoogte, dan weder
naar de iaagte, zonder rekening te houden met
de huizen, die zich op vrjj onregelmatige hoog
ten bevinden, en zjjn bovendien vol gaten, die
een passagier in een vroeger beschreven kar
bjjna de ribben doen breken. Dal men na eenige
oogenblikken in zulk eene straat, of wel zelfs
in geheel Pekipg en omstreken te hebben door
gebracht, grijs wordt van een dikke laag stof, zal
u niet verwonderen, wanneer ik zeg, dal er be
halve in den bepaalden regentijd geen druppel
regen op de fljn gemalen en uitgedroogden klei
grond valt.
't Was dus niet om de schoonheid van de
stad, dat wij in Peking eenige dagen toefden,
doch wjj hadden er onze zaken te doenboven
dien bevond Monseigneur Hutjes, de Vicaris
Apostolicus van Oost-Mongolië, lirh daar
noemde Monseigneur beeft in de laatste v<
ging vsel doorstaan, doch is geenszins geknakt.
eeuwige
Integendeel, ZHw. ziet er uit als h
leven, en bezit eeo bnitengewone opgeruimdheiu
van geest; van den vroegen morgen tot den
laten avond was bjj bjj ons en als het ware als
een onzer. ZHw. heeft ons doen lachen, dat
hot schudde.
Doch onze reis was nog niet ten einde; wjj
waren nog op een afstand van 6 4 7 dagen
van Si-wan-dze, de residentie van den Apoato-
liachen Vicaris van Midden-Mon;olië, Monseig
neur Bax, en daarheen waren ons aller oogen
en verlangens gericht
Wjj moesten dus nogmaals een kaartje nemen
en in den trein stappen o neen, 't is waar ook,
dat hsdden 'wij niet noodig; China leert ons
dat er verschillende manieren van reizen be
staan. Wat zou bet dan nu zjjn Muilezels en
karren muilezels voor bagage en passagiers,
karren voor de overige bagage. Goed. 't Was
Woensdagmorgen 16 Nov. Nadat wjj bjj Ijjde
hel H. Misoffer opgedragen en dus opnieuw
sterkte tegen moeilijkheden en gevaren ontvan
gen hadden, werd de vleescheljjke mensch door
een stevig ontbijt reisvaardig gemaakt waarna
de regeling van de karavaan wederom een aan
vang nam. Op de muilezels werd eenige bsgage
geladen, daarop legde men ons bed (waaruit dit
beslaat zal ik n verder wel zeggen) en boven
op dat bed namen wjj onze plaatslerwjjl wjj
in onze band een touw hielden, hetwelk aan
den kop van het muildier was bevestigd en voor
toom en zweep enz. moest dienen.
Ook hadden wjj twee palankjjneo bjj ons,
vlerkante kastjea door muilezels gedragen. Die
palankjjnen waren uit slechte planken aan
elkander getimmerd of met touwen gebonden
viel er een plank a'1 Jan hadden onze voerlui
touwen in den zak om alles weer in orde te
brengen. Aan beide kanten was een deurtje;
daarlangs moest de passagier binnenkruipen;
en wanneer bet nu niet te koud is, niet regent
of sneeuwt, kan hij daardoor naar beide xjjden
uitzien. Van voren is een klein venstertje.
Heeft nn de passagier plaats genomen, dan
wordt het rjjtuig bjj de stokken in de hoogte
gebeurd en op twee muilezels gelegd, die hem
dan als in een draagburrie loepeud in eene
van voren naar achter schommelende beweging
vervoeren. De twee palankjjnen dienden om hen
op te nemen, die door het rjjden vermoeid
waren geworden.
Dus Woensdag 16 Nov., 's morgens ongeveer
9 uur, was alles reisvaardig. Wjj hadden Mgr.
Ruljee en de overige daar aanwezige missiona
rissen (Lazaristen) de hand gedrukt en den
zegen ontvangen, en onder alle mogelijke bell-
wenschen der acbterbljjvenden, die wjj vau
onze bovge zetels op de muildieren af beant
woordden, zette de karavaan zich in beweging.
Te Cha-ho, op 6 uur afstands van Peking,
gingen wjj eene Chineesche herberg binnen,
om te middagmalen. Hen bracht ons eenige kom
metjes en schoteltjes, benevens dingen, welke
dienen moesten om den inweodigen mensch te
versterken. Gelukkig hadden wjj messenen vorken
bjj ons, alsook brood, boter, en een schapen
bout dat wjj ons goed lieten smaken. W|j namen
echter ook een weinig van dat fhlaaaecha gerei