Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 52. Zaterdag 24 Maart 1894. Zevende Jaargang. DE EEMBODE ▼oor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eernnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnomontirprijt per drie maanden r ranco per post Afzonderlijke nummers f 0,40. f 0,05. BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereenlging De Eembode. Prijs der AdvertentUm Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 het vleesch geworden Woord aan het vloekhout des kruises den droeven angst kreet slaakte: .Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten 1" Het was bij dat yselijk tooneel op Calvarië's kruin, het laatste bedrijf van het bloedigste drama, dal de wereld ooit aanschouwde, toen de Oorsprong des levens zelf den dood, en wel als van een veroordeelden misdadiger, ging sterven. Zoover was hel gekomen, dat de grootste Weldoener n het mcnschelijk geslacht, die by Zijn intrede in de wereld door een jubelend engelenkoor met den schoonsten lofzang werd begroet, hier zeker onder een bit- I ter angstgeschrei dierzelfde hemellingen j als het slachtoffer van der menschen haat en boosheid leed en stierf. Maar nu was ook de stonde daar, waarop de macht en de heerlijkheid van den éénen Albestierder in den wel ge- smaden doch aanbiddelijken Persoon van 1 Christus zich in haren hoogsten glans zou openbaren. Neen, nooit zag deze aarde de troostvolle leer van Gods Voor- i zienigheid in de meest onloochenbare feiten zoo zegenrijk, zoo overtuigend be- vestigd als op den derden dag na het vreeselijke moordtoonecl, waarmee de lijdenshistorie van den Godmensch werd beëindigd. Reeds bij het eerste morgen krieken, nog voordat de engel van den hemel gedaald den grafsteen had afge wenteld, greep het heerlijkste wonder plaats, dal de Almogende voor ons heefl willen wrochten. Want zie, Hij die voor drie dagen nog zeggen konde.Ik ben een worm en geen mensch," die daar lusschen hemel en aarde hing, zijn vijan den ten spot en het volk van Israël een voorwerp van verachting, Hij die aan den slavenscharidpaal van het leven werd beroofd, Hij legde thans zijn lijkwaad at en de windselen van den dood, en zweefde door eigen kracht uit de nog gesloten gralstede weer omhoog, omstraald van bovenaardschen luister en in een hemelsch licht. Wat een onverwachte omkeer I Nu bleek het zonneklaar, dat er een God i, die het al beheerscht en naar billijk heid de onschuld en de deugd met eer en glorie kroont. Hij die aan het kruis het leven had gegeven, Hij ving hier als verwinnaar van hel en dood zijn glorie- j rijke loopbaan door alle eeuwen aan, en het kruis, waarmede de boosheid de plannen Gods zocht te verijdelen, het is het zegeteeken geworden, waarmee de vorrezene Heiland volken en natiën aan zich onderworpen heeft. En Zijn hoog heilige Naam, die den Joden een erger nis en den heidenen een dwaasheid was, is een naam geworden, waarvoor al wat in den hemel, op aarde en onder de aarde is, de knie moet buigen. In hetgeen echter den groolen Paasch- dag voorafging en volgde, zien wij ook den gewonen loop der gebeurlijkheden in ons aller leven. Ook voor ieder onzer, zoowel als voor geheele gezinnen en gansche geslachten, breken somwijlen tjjden aan van kommer en van wee, waarin geen menschrlijke blik, maar alleen het oog des geloofs de leiding van Gods vaderhand erkent. Wel hem, die ook dan in de dagen der beproeving met christelijk geduld zijn lijden weet te dragen en al zijn vertrouwen stelt op Gods Voorzienigheiden gelukkig het gezin, dat in ootmoed voor Gods slagen bukt, en daarin 's Vaders liefde prjjst, om te zijnen tijde te meer nog in Diens zegening te deelen. Want na lijden komt verblijden, gelijk God de Heer op de schande van het kruis ook eenmaal de glorie van het verheerlijkt graf liet volgen. Doch er is meer in het blijde Paasch- geheim, wat ons ook in strijd en ljjdenkan verheugen en vertroosten. Zoo ooit, dan heeft de Alwijze hier vooral op het schitterendst ons getoond, hoe Hij zelfs het kwaad ten goede weet le leiden, en juist den boozen toeleg van weerspannigen nog dienstig maakt tot voltrekking Zijner eeuwige raadsbesluiten. Met helsche vreugde hadden Jesus' vijanden hun sluw berekend plan ten laatste ook volvoerd, en den gehaten Nazarener aan het schan delijk kruis doen klinken. Nu, meenden zij, was het uit met zijn predikingzijn naam stierf met hem weg, en geheel zijn nagedachtenis moest wel voor immer van de aarde zijn verbannen. Doch de verblinden wisten niet, dat hun boos aardige aanslag juist Gods heiligste en liefderijkste inzichten zou moeten dienen, daar Hij hun wandaad enkel strekken deed om Jesus te verheerlijken en Hem den Verlosser der gansche wereld te maken. Ziedaar de geschiedenis van den Stichter der Kerk, ziedaar ook die der Kerk zelve. Werpen wjj slechts een blik op gansch haar verleden, en wjj zullen immer Gods wonderbare leiding van het kwaad ten goede, de zegepraal Zijner onbegrensde macht en wijsheid over alle geweld en sluwheid der vjjanden, in het helderste licht aanschouwen. De verstoktheid der Joden was oorzaak, dat zich hel geloof nu eerder nog naar de heidensche gewesten ging verbreiden. De bloedige vervolging, welke een hei densche wereld ondernam, schonk aan de opkomende Kerk nieuwe kracht en grooteren wasdom. Ook de storm der ketterij kwam haar ten goede, en dreef gedurig de kwade elementen uit, opdat het kaf van het koren zou worden ge scheiden. En zoo konden steeds alle aanvallen, ook in tateren tijd, gelijk nog in onze dagen, nimmer de Kerk, maar wel de aanvallers zeiven schaden als altijd staat zij pal in verjeugdigde kracht. Wat reden kan er dan zjjn om, al leven wij ook in nog zoo moeiljjlce en gevaarvolle tijden, gelijk wellicht nooit te voren zijn gekend, ons om het lot der Kerk te verontrusten. Vertoonen zich ook thans al weer geen verblijdende lichtpunten aan haren duisteren hemel, als cm ons op nieuw te herinneren, dat hare leiding geen menschenwerk, maaralleen in Gods handenis. Waarom dan ook heden niet op de kracht en de wijsheid des Heeren vertrouwd, Die toch volgens de meest plechtige toezeg- j ging met haar blijft tot aan het eind der dagen En wat hier gezegd wordt van Gods wondervolle leiding in het bestuur Zjjner Kerk op aarde, het is evenzeer waar ook van het werk der Voorzienigheid, zij ons eigen lot bepaalt, en ieders levensloop zoo juist en treffend regelt. Hoe menigmaal deed al reeds in het afgeloopen leven zich ook voor ons de gelegenheid niet voor om 's Heeren wijs beleid en vaderlijk bestier te onzen opzichte te bewonderen en te prijzen I Maar bovendien is in alle omstandig heden des levens niet deze gedachte reeds genoeg om ons te troosten en te sterken, dat al het leed, wat deze wereld biedt, tot ons eeuwig heil moet strekken Of is hetgeen de Heiland den leerlingen op den weg naar Emraaus toevoegde: .moest de Christus dit niet ljjden en aldus in zijne heerlijkheid binnengaan ook voor ous niet van toepassing, zooals het iederen volgeling van Christus den weg ten hemel wjjst: door het kruis tot de glorie? Daarom nog eens, al is de strjjd vaak hevig en de beproeving groot, al levert onze tjjd ook nog zooveel gevaar, al belooft de toekomst misschien nog kwader dagen, laat dat alles ons niet ontmoedigen, maar dragen wij ons kruis met Hem, die ons is voorgegaan, en deelen wjj als trouwe kinderen van Zijn Kerk vol moed en bljjdschap in haar strijd en lijden, dewjjl de goede God, gelijk Paschen ons leert, alles ten goede leidt, en hun alleen, die voor Hem strijden en ljjden, eenmaal de gloriekroon zal geven. V. C. t A. BUITENLAND. Het in de vorige week goedgekeurde Dui tsch-Russische handelsverdrag ia reeds Dinsdag 20 dezer in werking getreden- Op dien dag werden de ratifleatiën uit gewisseld aan het Ministerie van Buiten- landsche Zaken te Berlijn. Keizer Wil helm heeft den Rijkskanselier Von Ca- privi beloond door hem den gouden keten der Hohenzollernsche huisorde te verleenen. Op een diner bij den Russi- schen gezant, graat Schuwaloff, gat de Keizer zijne tevredenheid te kennen door hel uitbrengen van een toast op den Czaar, waarbij hij ir. het Russisch zeide .Ik drink op het welzijn van mjjn ge liefden vriend, Keizer Alexander 1" Ook in vele Duitsche steden toonde men zich ingenomen met de aanneming van het verdrag. Onmiddellijk na de uitwisseling is de Keizer naar Abhazia afgereisd, waar, zooals men weet, op het oogenblik zijn echtgenoot en kinderen vertoeven. Het Oostenrjjksch Heerenhuis heelt zich vereenigd met een voorstel, strek kende om het aantal kerken in de Ter- schillende wijken van Weenen te ver- Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Paschen. Alleluja! De Heer is verrezen! Die gestorven was, is glorievol opgestaan uit zjjn graf 1 Ja, waarlijk, deze is de dag, dien de Heer gemaakt heeft, laat ons daarom jubelen en juichenZoo luidt de blijde roep, die er heden gaat door gansch de Christeowereld, en die alom reine vreugd en heilige geestdrift wekt Gelijk in den schoonen voorjaars- tjjd, wanneer alles weer ontkiemt, wanneer het groenend veld zich met de liefste bloempjes tooit, en geheel het vogelenkoor zoo lustig kwinkeleert als om zjjn vreugd te uiten, dat blij herle ven der natuur ook in 's menschen hart weer nieuwen levenslust en opgewekt heid stort, zoo jubelt thans ook iedere christenziel, en voelt zich opgetogen, als opnieuw het heugeljjk Paaschnieuws wordt gehoord,de Heiland is verrezen 1" En geen wonder. Want geen dag is er in gansch het kerkeljjk jaar, die met zooveel recht een vreugdedag mag heeten als wel de heilige Paaschdag, die het geloovig hart zoo innig blijde stemt, en zelfs het meest bedrukt gemoed nog opbeurt en vertroost, eo het, ondanks alle bekommernis, in de algemeene vreugd doet deelen. Nergens toch komt de troost rijke waarheid, dat God het is, die alles wijs bestiert en als een trouwe Vader de Zijnen nooit verlaat, zoo schitterend aan het licht, dan in het feestgeheim, dat wij op Paschen vieren. Is de goddelijke leiding bij gansch hel wereldbestuur al naar het woord der profeten vol liefde, wijsheid en macht, zij is daarom niet immer duidelijk voor ons kortzichtig veistand. Soms houdt Gods wjjze Voorzienigheid zich als in duistere en sombere nevelen gehuld, doch om straks op het onverwachtst, voor al wie vast staat in zijn geloof, in des te heerlijker licht te treden. Of, wanneer ging ooit de luister van 's Heeren majes teit in Zijn onbegrijpelijk albestuur zoo zeer schuil als in dat bange uur, waarin FEUILLETON. Een machtige Portier. Bjj den voor Frankrijk too noodlottigen oorlog voegde tieh in 1871 de schandelgke revolutie. Yen deze moeeten, zoonis gewoonlijk, de pries ters en kloosterlingen het meeste lijden. Vin Parijs uitgaande, weid het vaar weldra naar de prorincieslede. overgebracht. Te Angou- lème waren de opstandelingen al spoedig van de sUdsregeering meester. De gevangenissen werden weldra gevold met de bedienaren van den godsdienst en in de omstreken der stad zag men vluchtende geestelgken, die uit hunno woningen verdreven waren. De zusters der Congregatie van het H. Hart vin Jeans hadden evenwel hare gewijde mnren nog niet verlaten, liet angstig gemoed bleven zjj in de gevaarlijke stad, wjjl zg elders nog geen onderkomen konden vinden. Moesten do vrome maagden niet sidderen, na zjj als lammeren waren blootgesteld san de woede vu) grimmige wolven? Zeker, tg hadden het arpte te duchten, en toch wist de eerwaarde Ore rata haren dochters de kalmte in te boezemen, die zjj zelve in hel hart droeg. Ken meer dan gewoae goiirmhl tot dan a Joseph spoorde haar aan, om in alle moeilijk heden lot hem hare toevlucht to nemen, en steeds had zjj zijne machtige voorspraak onder vonden. Waarom zou zjj thans vreezen; immers, de hulp des Hemels is machtiger dan de pogin gen der hel. Sterk in dal vertrouwen, had zjj een beeld van den H. Joseph doen plaatsen in eeu nis boven de kloosterpoort, en in den kin derlijken eenvoud, dien het levendig geloof schenk), stelde zg haren schutspatroon aan als portier, met de opdracht om niemand binnen te laten. Toen sprak zjj lol hare geestelijke zusters: .Vreest niet, wjjhebbeo heden den H. Joseph tot portier: onder zgue bescherming zijn wjj veUighg zal niet dulden, dat iemand den drempel overschrgdL" Intnascben had de avond donkere nevelen over de stad verspreid. Nn was het nnr der boosheid geslagen en dreef zg hare handlangers naar het klooster van het H. Hart De nabijge legen slraten waren opgerold met menschen republikeinsche liedaren werden aangeheven, woeste kreleo stegen omhoog en menige vnist werd dreigend opgeheven tegen de stille klooa- tormuren. Alles voorspelde aan de vreedzame bewoonsters een nacht van verschrikking eo leed. Maar wie ook beefde fag het dreigend onheil, de vertronwvolle Moeder-overste niet. Daar sloeg het 10 uren op de stadsklok, en als wu dit het afgesproken teek» van aanval. regende het plotseling steenworpen en slagen op de eikenhouten kloosterpoort. Verschrikt Moeder. .Vreest niet, mgne dochters,'' sprak zg andermaal .hoe kunt gg zoo kieingeloovig zjjn I Is dan de H. Joseph niet machtig genoeg om de eer, het leven en het goed van 's Heeren dienstmaagden te beschermen?" Eo terwijl zg bare medezusters aanspoorde, zich Ier ruste te begeven, wierp zg zich met de Assistente neder voor een beeld van den H. Joseph en smeekte om zgn bjjstand in dit gevaar. De zware mokerslagen weerklonken akelig door de stille gangen, doch naarmate zg heviger werden, groeide ook het vertronwvol gebed in vurigheid aan. Reeds eenmaal had de Overste zich naar het voorbuis begeven, om te zien welke vorderingen het baldadig werk maakte en toen zg ontwaarde, boe het paneel reads wu gespleten, was zg haas lig teruggekeerd naar de voeten van den H. Joseph, om bare smeekingen te verdubbelen. Bg een tweede onderzoek bleek, dat het paneel weldra zon wg- ken; dan konden de boosdoeners vrgelgk door dringen, en wie zon hun woestheid beteu gelen .H.Joseph. H. Joseph," bad zg, naar het baeld terugkeerend, .bedenk wat ik n gezegd heb; niemand mag den drempel overaehrgdenl" Nauwelgka bad xg deze bede geJindigd, of het gedreun der slagen verstomde. Was de poort bezweken waren de woeataards bet klooster binnengedrongen 1 Met ingehouden adem luisterde zg Alles wu stilzelfs geen kreet werd meer vernomen. Ja, haar hart getuigde hetde H. Joseph had haar verhoord. Ea zachtjes daalde zg de trappen af, en kwam in het portaalde dear lag half verbrgzeld an toch, niemand had den drempel overschreden verder gut zg. ziet door hel open paneel zelfs de straten waren eenzaam en verlaten. Met welk een innigheid dankte zg den H. Joseph voor zgn machtige voorspraak 1 O, zeker, hg bad bnlp verleend in den hoog gestegen noodmaar hoe dat kon zg zich nog niet Den volgenden morgen om 10 uren werd de eerw. Moeder in de spreekkamer geroepen, waar eene vrome dame baar hour medelgden uitdrukte met al den angst, in den verloopen nacht doorstaan. „Maar," vroeg zg aan de religieuae .wie waa toch die persoon, die alleen door zgn plotse ling verachgnen, de woestelingen weerhield en deed vluchten En toen de Moederoverste ver klaarde dat zg daar niets van wiat, vertelde de bezoekster„Toen ik in den laten avond dat geweldig rumoer vernam, zag ik door het vensterraam mgner woning, dat uitzicht geeft op sw klooster. Bevend van schrik «n ontstel- lenis zag ik, welk een ontzettende wandaad hlar gepleegd werdnog zag ik naar dit achandelgk tooneel, toen op eens een man van deftig uilorlgk, van eerbiedwekkende houding nit een zgstrut te voorschijn trad. Ik dacht: Hoe waagt zich die heer lusschen dat granwwu het nieuwsgierigheid? neen, want nanwelgks wu hg te midden der woeste menigte, of allen zagen naar hem, hielden ontatald op met hun ellendig bedrgf en namen in aüergl de vlucht ook de eerbiedwurdige man wu verdwenen; ik kan niet verklaren, boe dit zoo in eena geschieden kan. Wie mag het toch goweeat ago In elk geval een man van groolen invloed, omdat zgn verachgnen zooveel vzeas verwekte onder dat ruwo volk." Dankbaar getroffen vouwde de Moederoverste hare handen: „Laat ons de goddelgko Voorzienig, heid prgzen." sprak zg, „wgl holden Heer behaagd heelt zgne dienstmaagden in het gevaar te beschutten." Aan hare medezusters vertelde zg later de geheele toedracht, en wees er haai op, hoe men onder de hoede van den H. Joseph altgd veilig is. m.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1894 | | pagina 1