Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 31. Zaterdag 3 November 1894. Achtste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Aboxmamentsprij» p»r drio a Franco per post Afzonderlijke f 0,40. f 0,05. BureauKrommeatraat, F 227. Amersfoort Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Keizer Alexander III. Alweder heeft een machtig Monarch, en wel in de kracht zijns levens, het moede hoofd voor eeuwig ter raste gelegd. Het afsterven van den Keizer aller Russen is voorwaar een hoogst indruk wekkende gebeurtenis. Ondanks zijn lichamelijke reuzenkrachten heeft ook Alexander 111 deemoedig hel hoofd ge bogen toen de Godsgezant, de dood, hem nader trad. Maar een leven werd met het sterven van dezen machtigen heerscher afgesloten, dat een voortdu- renden doodstrijd geleek. Zjjn vorstelijke macht was een gruwel in het oog van velen zijner onderdanen. Een gloeiende haat zat hem altijd op de hielen, be spiedde hem overal. Een rustige ver- poozing, na afmattenden arbeid, werd hem, na zijn troonsbestijging, nimmer gegund. Hetzij zijn matte hoofd ter ruste neigde, of feestelijkheden hem pres ten tot genieting van schijnbare vreugde, altijd was het wapen ter zijner vernie tiging met boosaardige hand omklemd. Met satanisch vermaak beproefde men de gruwelijkste middelen om hem en de zjjnen aan een ontzettenden dood prjjs te geven. Tot op eenmaal de engel des doods, op Gods bevel, zich over dien Keizerlijken martelaar heeft erbarmd. Zoo moge men het afsterven beschou wen van Alexander III, den allerhecr- scher over het machtige Russische Keizerrijk. De jeugd van den overleden vorst deed niet vermoeden dat hij nog eenmaal den troon zijner voorvaderen zou inne men. Tot zjjn twintigste levensjaar leidde hij een leven als eenvoudig grootvorst, toen hij door den dood zijns ouderen broelers, grootvorst Nicolaas Alexan- drowitsj, die in 1865 te Nizza uit het leven werd weggenomen, diens plaats van Troonopvolger innam. Een zeer zware taak werd hiermede op zijn schouders gelegd. Niet kun- kende vermoeden, wat hem eenmaal wachten zou, had hij als garde-officier zich minder ernstig bezig gehouden met staatkundige of letterkundige vorming, zoodat hij, geroepen zjjnde te gelegener tijd de keizerskroon te dragen, indezen n toestand zich minder behagelijk gevoelde. jaar na den dood zjjns broeders voerde hij een Deensche Prinses als gemalin in zijn paleis. En, naar verhaald wordt, heeft deze geestrijke vrouwe op den jongen vorst haar invloed in hooge mate uitgeoefend, getuige de toenemende afkeer voor Duitschland, die steeds bjj verschillende gelegenheden zijn uiting vond. Een ontzettende gebeurtenis riep hem op Zondag 13 Maart 1881 plotseling op den troon. Door snoode hand werd op dien merkwaardigen dag het leven zijns vaders, Czaar Alexander II, op gruwzame wijze afgesneden. En starend op het jammerlijk verminkte lijk zijns vaders, werd de zoon voor het eerst als Keizer gehuldigd. Dat was het begin van zijn keizerlijke loopbaan, die hij thans ten einde toe heeft afgelegd. Zeker een hoogst tveu- rigen en moeitevollen weg heeft bjj be treden. Wat vorstelijke praal en weid- sche titels te beduiden hebben, kan men leeren uil hel leven van dezen Vorst. Eenerzjjds genoot hij een bijna afgodi sche vereering, en van een anderen kant hij een voorwerp van blinde en woedende haat. Een macht, waarop geen enkel Europeesche monarch bogen kon, was hem toevertrouwd, en toch zal te vergeefs een Rjjk ter wereld wor den gezocht waar het leven van Vorst zoo vermetel en zoo hardnekkig door eigen onderdanen wordt bedreigd als in het Land, waarover hij tot zijn laatsten stond te bevelen had. Een schoone eerelitel, welken de vor stelijke doode zich tijdens zjjn regeering verworven heeft, is voorzeker die van stichter des vredes te zijn geweest. Zijn woeste krijgers, die, hunkerend naar itrjjdgewoel, steeds ter verdelging ge reed stonden, wist hjj met vaste hand toom te houdeneen oorlogzuchtige party, die in zjjn uitgestrekt gebied zich rusteloos beweegt, en zelfs in zijn on middellijke omgeving zich soms beden kelijk hooren deed, werd door zjjn vrede lievende houding ontwapend met taaie volharding heeft hij iedere neiging tot oorlog weten te behecrschen, iedere poging daartoe inet kracht onderdrukt. Ook zijn afkeer tegen Duitschland heeft in den loop der tjjden trachten te overwinnen, en daarmede een waarborg geboden tot behoud des vredes. Door val- sche inlichtirgon omtrent Vorsten en Staten en zelfs ten opzichte van gebeur tenissen in zjjn eigen Rijk werd hij soms schandelijk misleid vandaar dat voor menige daad des Keizers zijn verraderlijke omgevir'j verantwoordelijk moet worden gesteld. Maar bij ontdekking van misver stand heeft hjj niet geschroomd dit soms openlijk te doen blijken, getuige zjjn hou ding, toen door Z. H. den Paus het af schuwelijk bedrijf zjjner beambten tegen- er de Katholieken te Kroze, in Polen, ar waarheid ontmaskerd werd. Een voorzichtig beleid in grootsche staatkundige gebeurtenissen werd mede sterke mate bij hem gevonden. Het schitterendsheeft zich dit geopenbaard bij het bezoek van het Fransche eskader aan de reede te Kroonstad, en meer nog de feestelijkheden le Toulon. Stout weg liet hjj door zijn ambassadeur der Fransche Regeering verwittigen, dat de feestvreugde zich tot zekere grenzen be perken moest het bezoek der Russische vloot hing geheel van deze voorwaarde af. Zoo wist hij een onstuimige vreugde, en gevaarljjk karakter kc men, naar behooren te maligen; geen vredelievend vertoon mocht een tartend verschijnsel dragen; dat was de uitdruk kelijke wil van czaar Alexander III. In het tragische leven van dezen Keizer bracht zjjn herhaald bezoek aan zjjn koninklijke verwanten te Denemarken een aangename afwisseling. Daar althans scheon de zoozeer vervolgde on altjjd verontruste Vorst nog oogenblikkon te sinnken van stil genoegen cn huiselijke vreugd. Daar, in den familiekring, kon hij zich iets vrijer en ongedwongencr be wegen zijn overspannen zenuwstelsel werd daar minder geprikkeld, zjjn ge moed minder gefolterd dan in zjjn eigen Rjjk. Daar vond hij nog eenigc verpoo- zing van zijn harden, mocitevollen ar beid, die zoo ruimschoots aan het leven eens allccnheerschers van het RuaBlsche volk verbonden is. Aan dat veelbewogen leven is thans voorgoed een einde gekomen. Door ecne sleepende ziekte, die aan do gevolgen van een op hem gcpleegden moordaan slag te Borki wordt toegeschreven, werd zjjn lichaamsgestel dermate ondermijnd, dal zjjn toestand een bange bezorgdheid begon in te boezemen. Adviezen van de beroemdste specialiteiten ingewonnen, hoe stipt ook opgevolgd, moesten echter falen, waar de goddeljjke Voorzienigheid aldus besloten had. Gebogen onder ljj- den en veelvuldige beproevingen, ging hjj, op aandringen zjjner geneesheeren, in zachtere luchtstreken nog genezing cf verlichting voor zjjne smarten zoeken, maar zonder ccnig resultaat. Te Livadia aangekomen, nam zjjne ziekte zulk een ernstige wending, dat alle hoep op zijn behoud moest worden opgegeven. Zjjn ziekbed is thans zjjn doodbed geworden. Op vjjftigjarigen leeftijd heeft deze wel eer zoo krachtige figuur de keizerskroon afgelegd en neemt de glorie daaraan voor hem verbonden met zich naar het graf. Omringd van zjjn naaste bloedver wanten, die naar zijn sterfbed waren toegesneld, sloot hjj een leven af dat menig sombere bladzijde in de gcschied- rollon heeft ingevuld, om, zoo wjj hopen, een beter leven in te gaan. En daarna weerklonken andermaal de zoo diep ingrjjpende en veelbeteekenende woorden: De Keizer is doodl Leva de Keizer 1 BUITENLAND, Zatordag kwam op hel onverwachts bericht dat de Duitsche Rijkskanselier Von Caprivi en de Pruisische minister president graaf Zu Eulcnburg beiden den Keizer hun ontslag hadden aange boden en dat dit ontslag ook was aan genomen. Men horinnort zich dat redert het aftreden van Von Bismarck, die beide gewichtige betrekkingen bekleedde, deze niet weer in dén persoon vereenigd waren. Dit gaf menigmaal aanleiding tot verkeerde verstandhouding tusschen deze beide grootmachten. Zoo ook nu. Het geschil, liep deze keer over de te nomen maatregelon tegen do door den Keizer aldus genoemde fiH«(n«-partjj- en, de anarchisten en de sociaaldemo craten. Von Caprivi verzette zich tegen uitzonderingswetten, die door graaf Eulenburg werden voorgestaan, en reods had Von Caprivi don Keizer en de moor- derheid der Bonds-regeering op zjjn hand, waardoor aan het aftreden van graaf Eulenburg alleen gedacht werd, toen de voorgestelde llnancifielo rege ling des Rijks, waarvoor Von Caprivi geen meerderheid kon vinden, ook hem deed heengaan. De twee gewichtige betrekkingen zjjn echter niet lang onvervuld gebleven. De stadhouder van Elzass- Lotharingen, prins Von Hohenlohe, vervangt Von Caprivi als Kanselier des Duitschen Rjjks en minister van Buitenlandsche Zaken, ter- wjjl hjj tevens minister-president van Pruisen wordt. Graaf zu Eulenburg wordt als minister van Binnenlandsche Zaken opgevolgd door den heer Von Köller, onder-Staatssecretaris van Bin nenlandsche Zaken, meer bepaaldelijk belast met de afdeeüng Elzass-Lolharin- gen. Mensehen dus, die elkander zeer lang kennen, heigeen voor de goede verstandhouding zeer bevorderlijk is. De nieuwe Rijkskanselier is reeds 76 jaar oud. Van geboorte is hij een Beier en is kutholiek, ofschoon hjj zich tjjdens den kuituurkamp als liberaal-katholiek deed kennen. In het verleden van den thans benoemden Rijkskanselier meeneu som migen een waarborg te zien, dat zjjn optreden een vredelievend karakter zal dragen en vooral de nationaal-libe- ralen koesteren te hunnen opzichte FEUILLETON. CHARLOTTE. Vxjj naar 't Pransoh, door J. F. L. IX STIEFDOCHTER EN STIEFMOEDER. 7) Melanie's gezondheid had door den xwari slag veel geleden, en zy had hardnekkig elk geneesmiddel geweigerd, voorgevende leven voor haar geen «aarde meer zelfs naast hare Charlotte niet begrijpende, dat het leven een plicht is, dien men esnvaardl, geen genoegen, dat men smaakt. Op een goeden dag eindelijk kon xjj, door eene kwaal aange vallen, haar bed niet veriaten; er deden xich ernstige vorscbjjnselen voor, en Melanie werd door den geneesheer tot een -.Hengen leefregel en tot volslagen nut veroordeeld. ,Eo wie zal my verzorgen?" riep bitterheid uit. ,lk, moeder, als gy het goedvindt", antwoordde Charlotte edelmoedig. Van ditoogenblik al werd Charlotte haar meest nanwgeselte en waakzame oppasster, maar niet zonder iawendigen strjjd ging zy over voortdurende en liefderijke verzorging barer voormalige doodvijandin, de oorzaak v het leed, dat haar in hare kinderjaren komen was. Zy gevoelde een instinctmatigen alk eer voor Melanie, en reeds long streden het ge ir bare stieflnoeder si liefde der ware deagd itrjjdwant zij, die het goede willen machtig worden, vinden eiken gesteld aan hunne zcllverloocheniog en naastenliefde. De ziekte van mevrouw Henriot was de vruchtbare akker, waarvan Charlotte a oogsten. Hare voortdnrende, teedere zorgen irden in 't eerst ontvangen met die koelheid, larmede Melanie gewoon was tegenover haar te handelen. Charlotte verloor den moed niet; zy bracht al hare dagen op haar kleine kamertje weinigo oogenblikkeo, welke baar do zieke vergunde, aan het werk bestedende ch voor vermoeienis, noch voor ondankbaarheid rugschrikkend. Somtijds dreigde haar de moed ia de schoenen te zinkeD, en overstelpte haar levendige droefheid bij het strakke gelaat, Tan die armelijke en duistere drukkende bezigheden, maar dan verhief zjj haar hart tol Goddan zjj aan don gelukkigen eindpaal van baren vigen pelgrimatocht, en putte hieruit nil moed en nieuwo kracht. Somtjjds droeg zjj Hem het oiler barer ontberingen en i voor de ziekehaar veelvuldige tranen en flinke kerde, en welker aanblik menige ziekeooppasster zou teruggeschrikt hebben. Melanie's aandacht werd haars ondanks getrokken door dio jeugdige en tengere gestalte, die daar aan hare voeten hol de verpersoonlijkte offervaar digheid. Het 1 l dat a s kind k volharding stegen ongetwijfeld ais een geurige offerande omhoog en bepleitten de zaak Melanie voor die rechtbank, waar de barmha tigheid zoo menigmaal do rechtvaardighi ontwapent. Op zekeren dag verbond bed harer stiefmoeder geknield, dat lei verdrukking doorgebracht; haar geweien ont waakte voor de eerste maal, en plotseling ch schamende voor oen verleden, waaraan zy ch zoo schuldig betoond had, vroeg zjj zich live af, waaraan zy zooveel toewijding had verdiend. Eene ongekende ontroering overmees terde haar hart, dat de bitterheid der wroeging opkomende beid ondervond, en verlegen sprak zy .Charlotte, gij zjjt wel goed voor mij ik heb dit niet verdiend Charlotte bloosde, cn zich bakkend om haar erk voort te zetten, schoot een kruisbeeld (het crucifix harer moeder) uit haren le voorschijn. Mevrouw Henriot beschouwde het langen tjjd in stilte, en hernam ,Gjj zjjt vroom, zeer vroom, od daarom, zjjt gjj zoo goed. Ik heb u niets gezegd, maar sedert lang hebben mjj nwe zorgen ge troffen, en ik gevoel wel, dat ik dit en niql aan nij) zclven to danken heb." „Inderdaad, moeder, als or iels in mjj n heeft kunnen aantrekken, dan is God degene, dio mjj dit geschonken heeft hjj heelt ncr dochter I dat moet gij niet zeggen, Charlotte, gü kunt, gij moogt mjj niet bemin- ik ben altijd zoo hard en onrechtvaardig i u geweest I cn niettemin gevoel ik, dat ik mjj gelukkig zou achten door u bemind to Op dit woord hief Charlolle het hoofd op, tlo mevrouw Henriot by de hand, en sprak, iir mot oogen, waarin zich al hare loowjjding liefde afspiegelde, aanziende „Ik heb u liof, moedor, wees er zeker van „Maar hel verlcdenokant gjj dat ver gelen? knot gjj dat vergeven?" „Ik denk er niet meer aan." .Haar God denkt er aan, en God zal zulks □lot vorgoven I" ,0, moeder, wat zegt gjj daar I God, die u duizendmaal meer bemint dan ik, Hjj zou u geen vergiffenis schenken van de fouten, die gjj zelf bekent „Ach, kon ik a gelooven I Het verleden ont stelt m|j; sedert Ik u niet van mjjoe legerstede zio wijken, begrjjp ik dat gjj Godo welgevallig z(jt en dat ik dal ik Hom afkoer inboezo Komaan, Charlolle, spreek mjj nog oeni Godmisschien is bet voor mü weggelegd, eenmaal zoo gelukkig en tevreden to zjjn als SÜ Charlotte, in andere zakon weinig onderwezei kon in overvloed over God spreken, b«t eeoi onderwerp hsrer gedachten, hot voorwerp hare genegenheid, de gids en leidsman op has doornig levenspad. Zjj sprak ovsr Hem met SOM hartelijke an kinderlijke blijdschap, dio langzamorband tot Melanie's hart doordrong. Die God, dien zjj zich tot nog toe voorgeaield had, dio gestrenge God, onbereikbaar in zijne ontoogankeiyke eouwigheld, maakte In hare verbaelding plaste voor eene geheele andere voorstelling van God, zooul» hij is in do oogen der rechtvaardigen een God, die ons met meer dan moederlijke loodorheid bemint, want eene moeder, hiorvan had zij de treurige ervaring opgodnai n is die, v scbitlig voor ons te zjjn, geen htar vaa ons hoofd zonder zjjne toestemming last krenken; in wiens band onzo namen geschreven staan en wions lielde van onze wieg al over ons go- waakl heelt en reeds aan ons dacht voor wjj nog gebaron waren. Charlotte hield haar dit alles voor oogen, en met welken nadrnk, met welke goedhartigheid I Het jonge meisje word wel sprekend in hare schildering van het aan of fers on ontberingen zoo rijko leven di x(j nam inet gretigheid olke gi om haro mooder deze schoone waerheden te ontsluieren en ze bjj baar ingang te doen vinden. Haar onderhoud duurde gewoonlijk slechts kort, wijt hare dagtaak bijna aj haren tjjd in beslag nam, maar tiaar gobocle levenswandel, baar minsto bundelingen leverden hel sohoonsta be wijs voor do waarheid van'hotgoea z(j zoide. Melanie, door haro ziekte aan het bed ge-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1894 | | pagina 1