Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 1.
Zaterdag 6 April 1895.
Negende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnomentaprija p«r_drie atudin:
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 227Amersfoort
Uitgave van de Veroeniging De Eembode.
Prijs der Advortontiéu
Van 1 tot 6 regels
Voor iedcren regel meer
In Memoriam.
De gevreesde slag is gevallen. God heeft
een zwaar offer gevraagd van de Nederlandsche
Kerkprovincie, maar vooral van Utrecht's
Aartsbisdom, door den Metropolitaan Mgr.
P. M. Snickers lot zich te roepen. Droevig
staren wij op zijn lijk, dat de sporen draagt
van ouderdom en uitputting van krachten,
maar ook tevens van die rust en kalmte,
welke het bijzonder kenmerk waren zijns
levens; in hem betreuren wij het verlies van
een liefdevollen Vader.
Want Vader was hij in de volle beteekcnis des
woords voor ons, zijn geestelijk gezin. Niet
met tong en woord, maar in daad en waarheid
openbaarde hij ons zijn volle liefde. Tot de
bisschoppelijke waardigheid verheven, werd de
arbeid zjjn doel en streven, 't werd zijn devies.
Om dit doel nog scherper te teckenen liet hij
hetnon honoris, daarop volgen. De eer wilde
hij in zijne verheven waardigheid en bediening
niet. Streng omlijnd staat de wapenspreuk
van Mgr. Sr.ickers voor ons, maar zeker door
niemand strenger begrepen en toegepast dan
door hem-zelven. Daar, waar men in zijr.e
tegenwoordigheid de door hem gekozen wa
penspreuk een oogenblik vergat, werd men
aan zjjn devies herinnerd, en de eere, die
men hem wilde brengen, met gestrengheid
afgewezen.
En toch, de eer, welke hij niet zocht, werd
ten volle zijn deel; in hem vervulde zich
opmerkelijk de uitspraak van den H. Angus-
tinushem volgt de eer, die haar tracht te
ontvluchten. Aan den reinen eenvoud, dien hij
in alles openbaarde, paarde zich te gelijk eene
waardigheid, welke eerbied afdwong, een eer
bied, die in het hart toenam en groeide naarmate
men dien' minder durfde openbaren. Ieder
eerde en vereerde hem, ofschoon men uiterst
spaarzaam was daaraan eenig uitwendig ver
toon bij te zetten. Bij de raenschen zocht hij die
eer niet en hij ontving haar van God, die hem
reeds hier op aarde tot de hoogste eere riep,
hem verhief op den aartsbisschoppelijken zetel
van den H- Willibrordus, hem bekleedde met
de hoogste kerkelijke waardigheid in Nederland.
geteekend in zijn devies, scherper nog tee-
kende deze zich af in zijn leven in den rusli-
gen en stillen arbeid ging zijn leven op. Nie
mand minder dan hem hoorde men, niemand
wellicht werkte meer dan hijweinig sprak
hij, maar veel deed hij. Behalve de noodza
kelijke ontspanning besteedde hjj den dag
aan gebed en arbeid.
In de openbare bediening zijner verheven
waardigheid werd zijn arbeid gezien en be
wonderd. Voor geen offers deinsde hij terug,
geen vermoeienissen zoo groot of hij wist
ze te overwinnen. Wie herinnert zich hier
niet den grijzen Kerkvorst, wanneer hij, bij
zijne lange vormreizen, vooral in latere jaren,
neergezeten, gebogen onder den last der jaren,
vermoeid en uitgeput, toch kalm en rustig zijn
arbeid voortzette, terwijl hij dagelijks, een gan-
sche week lang, onafgebrolin aan honderden
kinderen het II. Vormsel toediende, en tot
hen telkens zjjn vaderlijl woord richtte Wie
herinnert zich hier niet hoe hij heinde en
verre de talrijk niewverrezen kerken consa
creerde en tot het laatst toe deze langdurige
en vermoeiende ydechtigheden verrichtte V En
toch, bij al dezen zwaren arbeid hoorde men
nimmer een kiachl van zijn lippen, en werd
hij soms beklaagd, dan maakte hij daaraan
zoo spoedig mogelijk een einde. Do arbeid
was zijn eenige leus, het was de arbeid, dien
hij zocht: Zijn krachtige stalen wil had zijn
lichaam dienslbanr gemaakt en taai; daarin
lag het geheim van zijn volhardenden arbeid,
onnavjlgbaar voor allen, door ieder bewon
derd.
Om wille van detv arbeid, had hij eerst in
het Bisdom Haarlem de bisschoppelijke; en
later voor Utrecht de aartsbisschoppelijke
waardigheid aanvaard. De arbeid stond scfierp
Niet minder in de werken van barmhartig-
he,d ontvouwde hij ons zijn minnend, liefdevol
Vaderhartlichamelijke en geestelijke wer
den door hem gezocht e.: breed beoefend.
Wel ligt hier veel achter den sluier, waar
achter hij zich steeds zoo zorgvuldig terugtrok,
verborgen, maar toch, alles kon hij voor ons
oog niet verbergen Zijn medelijden met de
noodlijdenden, zijne liefde voor de armen zijn
bekend. Vrijgevig in hooge mate, heeft hij
schatten weggeschonken om liefdadige instel
lingen in het leven te roepen of te steunen
zelf riep hij, door de ruime feestgift der gees
telijkheid van het Aartsbisdom bij de viering
van zijn 50jarig priesterschap daartoe in slaat
gesteld, een stichting voor verlaten jongens te
Tubbergen in het leven. Wel wilde hij daar-
dc stichter zijn, maar den naam des
stichters mocht ze nial dragenVorstelijk
:n dikwijls zijne giften tot leniging der
armoede, tot oprichting van arme parochieën,
tot ondersteuning van arme kerken. Vooral
voor het Katholiek onderwijs heeft hij onver-
drolen geijverd; het schoolfonds werd door
hem in het leven geroepen, en God alleen is
hel bekend, wat milddadige gaven hij daar
voor besteedde.
Ofschoon weinig spraakzaam in gezelschap
pen, was hij toch de minzaamheid zelve voor
ieder die hem naderde, om in twijfel zijn
oplossing te vernemen, in moeilijkheden zijn
raad in te winnen of in een of andere quaes-
tie zijne beslissing te hooren. Met de uiterste
nauwgezetheid luisterde hij, met scherpen blik
doorschouwde hij de voorgestelde zaak, en zeer
spoedig doorgaans en in enkele woorden ver
nam men zijn besliste uitspraak. Langzamer
hand leerde men zijne schranderheid, wijsheid
en voorzichtigheid hooger waardeeren, en dit
was oorzaak, dat men meer en meer ver
trouwen stelde, zich onvoorwaardelijk aan zijn
beslissingen onderwierp, met nauwgezetheid
zijne uitspraak volgde.
Zoo is hij van ons heengegaan, die van '83
af waarlijk ons ten Vader was, niet in woor
den, maar in werken, niet in uitwendig
vertoon, maar in daden daarin ontvouwde hij
voor ons, zijne kinderen, zijn ware, volle, brcede
liefde. Laboris non honoris niet de eer, maar
arbeid was hetgeen hjj onder ons zocht;
arbeiden voor zijne kinderen met volle toe
wijding, met opoffering van al zijn krachten,
met verloochening van zich-zelven, ziedaar
zijn devies, maar ook zijn leven. In waarheid
kan hij met den Apostel der volkeren tot ons
sprekenVolgaarne heb ik mij en het mijne
ten beste gegeven voor het heil uwer zielen.
En wij van onzen kant zulien gaarne den
laatste wensch, door den beminden Vader
stervend geuit, opvolgen, hem in onze god-
vr"-!.lige gebeden te gedenken de kinderplicht
van liefde en dankbaarheid noopt ons ertoe,
en al dragen wij de zoete overtuiging in ons
rond, dat de werken hem zijn gevolgd en de
eer, welke hij hier beneden niet zocht, reeds
zijn kroon geworden is, toch knielen wij ne
der bij het graf en vereenigen wij ons met het
gebed der H. Kerk. ff
U. I. P.
BUITENLAND.
Tn geheel Duitschland is Maandag de
tachtigste verjaardag van Bismarck ge
vierd. De meeste openbare scholen waren
gesloten en in vele steden en dorpen
waren versieringen aangebracht. Eene
deputatie van de dertig hoogescholen
uit de verschillende Duitsche landen
maakte te Friedrichsruhe het glanspunt
van den dag uit. Ongeveer 5000 stu
denten, vati hunne professoren verge
zeld, luidden zich in het park opgesteld
om Bismarck te begroeten en hem hunne
feestgave aan te bieden. Op de gehou
den toespraken antwoordde Bismarck
aan de professoren, dat wie als hij zoo
zeer bestreden is door de partijen, het
niet tragisch opneemt, want het is de
loop der dingen, dat er gestreden wordt,
en hel feit, dat men hem bestrijdt, was
hem een bewjjs dat zjjnc denkbeelden
nog niet dood zyn. Verscheidene par
tijen, de sociaal-democraten, het Cen
trum en de Polen hadden het hc.a
kwalijk genomen dat hjj hen reiclisfeind-
lieh had genoemd, maar hij hield dit
vol. Theoretisch zouden allen wel reichs-
freundlich willen zijn, indien hel Rijfc
maar zoo ware, als zij het wenschen.
Het speet hem, dat tot tweeden vice-
voorzitler van den Rijksdag geen soci-
anl-dcraocraat was benoemd, want het
zou dan gebleken zijn dat de zaak der
sociaal-democraten nog niet rijp is, be
slissend in te grijpen. Men moest reke
ning houden met het Rijk, als practisch
ontwikkeld uit de feiten. Allen moesten
zich tot taak stellen, het Rijk te be
houden.
Tot de studenten sprak de prins
De rectoren der universiteiten huldig
den mij wegens het Verledenuwe be
groeting is mij een waarborgvoor de
toekomst. De Duitscher laat in zijn
ouderdom nooit volkomen datgene val
len, wat hem in zyn jeugd met geest
drift bezielde. Het nationaal gevoel blijft
ook behouden in hen, die naar den
vreemde getogen zijn, zooals de hon
derdduizenden Duitscher8 in Kaapland,
Amerika en Australië bewijzen. De Oos-
tenrijksche oorlog was een noodzakelijke
.Auséinanderselsung"na Sadowa zag
ieder den Franschen oorlog in 't ver
schiet. Toen ontstond hel gerucht, dat
binnen vijf jaren een nieuwe oorlog zou
volgen. Ik zocht dien te verhinderen,
want vechten uit de behoefte om te
veroveren, scheen mjj een karakterloos
heid naar den aard der Bonapartes, niet
naar den aard der Germanen. Sinds
ons Huis was opgetrokken, was ik al-
lijd een vriend van den vrede. Wjj wil
len behouden, wat wij verkregen. De
meeste offers voor de stichting des Rijks
brachten de Duitsche vorsten, de Prui
sische niet uitgesloten mijn oude mees
ter aarzelde langen tijd. Laten wij den
vorsten daarvoor dankbaar zyn. Ik zou
FEUILLETON.
De lofzang „Exultet".
(An legende.)
1) Inde degen, (eendeH. Angustinus predikte
ie de stranden van Noord-
Afrika, bevond zich in een kloostertuin
monnik met ernstig gelaat, waarop sorg en
ïer waren nitgedrnkt. Peinzend, in diepe
gedachten verzonken, de handen eerbiedig ge
en, stond hij in een stillen hoek van den
•n noch de bloemenpracht, noch het trissche
van liefelijke planten, noch de zacht wie
gelende palmbladeren vermochten zgn aan
dacht te boeien. Zelfs de wondervolle en kunst-
J rijke arbeid der zuilen, bogen en nissen van
s den kruisgang, die den tain van allezgden om-
sloot, vermocht niet in '1 minst zijn opmerkzaam-
tot zich to trekken. Ook zyne broeders,
!j die gedurende ban vrijen tjjd paarsgewijze in
j Jen kruisgang achter de zuilen heen en weder
i wandelden, trokken
jj schoon zjj telkens
fe. I
bewondereiiden, maar ook eerbiedigen blik
opzagen.
Da peiotende kloosterling had van den Paus
toonzetting van een jubelzang der Kerk op
Pascheo, tot viering van de Opstaoding des
Heereo. tot dan toe bad men zich vergenoegd
met een geestdriftig herhalen van hel .Alleluja",
nu eehttr zou de geheele Kerk een verheven
dank- en jnbellied aanheffen, hetwelk de
diakon, na verordening des Pausen, janrlyks
tot viering der glorievolle verrazen is op
Paascb-Zalordag zingen zon. De feestzang was
reeds gedicht: dc H. Angustinus had z(jn lief
devol hart daarin uitgestort, of zooals men
zeiity, hadden de engelen het hem ingefluisterd.
He'., ving aan met de woorden: .Exultet jam
angplica tnrba coelorum". ,Nu vorhengt zich
hel Engelenkoor der Hemelon0. Het pree
Imogen jubel de overwinning van den Hei
eD; zijn schitterende verrijzenishet preès den
zaligen nacht, waarin de Heer in hdt graf weder
le vend werd en daaruit is opgestaan; het prees
dia menschen gelukkig, wier schuld- zulk een
rioddeiyken Verlosser deed nederdalen; hel prees
den goeden God, die Zijn eenigen Zoon over-
ira den knecht te verlossen, en met den
vensten lofzang vcreenigde het tevens de
innigste bedej voor het goheele menschelgke
geslacht, voor den Pens, de priesters, den
r en alle Christenen. De woorden van dit
lied lagen prachtig geschieven op de tafel ven
muziek worden gezet. Wel is waar was hjj
reeds beroemd als do beste kenner en beoefe
naar der toonkunst, maar bi) het doorlezen
van dit wonderbaar gedicht had hy uilgeroe
pen „Voor dezen lofzang vermag menscheljjke
kunst geen melodie te vinden, die hem in
schoonheid evenaart I" Maar toch bad hg zich
aan dien arbeid gezet, niet slechts uit gehoor
zaamheid, maar ook, omdat hem een machtig
gevoel beving, dat hij den schoonsten en ver-
bevensten zang der Kerk op muziek zon zetten
en dat de geheele Christenheid in den loop
der iijden zjjn noten zingen zou. Dus was hst
niet te verwonderen dat hg zwaarmoedig en
zorgelgk zgjn dagen sleet. Meermalen had h'g
zjjn werk aangevangen, maar zoodra hg een
godeelte van dsn. zang had voltocsd en hem
len van den H. Augustinus
zingen wilde, dan hield hij spoedig weder op,
sloeg zich op de borst en riep mismoedig nit
,Wal ik ook beproef, het gelukt mg niet, mgn
kunst is hier machteloosEn loch ving hg,
door een innerlgken drang aangezet, allgd we
der aan, maar evenzoo vruchteloos. Nog meer
dan anders was hg heden van zgn onbekwaam
heid lol zulk een grootsch werk bewust. Heeds
lang hadden zgne broeders den kruisgang ver
luien en waren near bun arbeid teruggekeerd,
en nog allgd stoad hg alleen peinzend in den
hof. De abt, die zga zorgen kende, liet hem
rusLlg verwglen, waar hg stond, en zoo bleef
thg geheel alleen. Op eens knielde lig neder
en bad vurig: ,Kom, heilige Geest, en sla mg
bg met Uwe genade, want ik gevoel mg zoo
hulpbehoevend en onmachtig I Vergeel mg
dat ik tol dnsvere nog altgd waande, dit werk
door eigen kracht te kunnen voltooien en mgn
naam met trots daaraan
mg zeiven vergeten, maar geef mg, ik smeek
het U, die heilige melodie welke ik behoef, op-
het Paaschfeest af ">#ar waarde
'oo als U het mg ingeeft, zal noderschrg-
dat ik U alleen do eer zal geven en
i naam gehoel_zal weglaten I" Nog langen
Igd ba 1 de musicus ia kinderlgken eenvoud tot
■iligen (leest, op Wiens goedheid en liefdo
iwankelbaar vertrouwde, dat Hg hem als
iu, wat zga hart verlangde.
Zgn gebed zou verhoord worden.
Het was Zaterdagavond geworden. Nedat de
plechtigheden in hot koor waren geëindigd,
stond de monnik weder in den turn en dacht
over zgn opdracht andermaal ernatig na. In
dien oogenblik zonk hg zacht ter aarde; de
armen vielen hem slap tor zgde, zgn knielend
lichaam neigde zgwaarta, en sprakeloos stortte
hg roerloos ten gronde. De palmen- en aman-
delboomen rnischten, de^avondwind woei ver
koelend van het strand der zee, de zon rer-
bare stralen d*.gansche omgeving,
r de r
n dat al
A '•"•aLi iêsi.A.
en ik Nfi; h^l hot hunslrj
't minste. Schgnbaar levenloos lag zgn
bleeke gestalte in het donkere gewaad gehold
neder. Zgda ziel echter verwglde
■hol:]
de