Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 23. Zaterdag 7 September 1895. Negende Jaargang. DE EEMDDDE voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATEBDACt. Abonnementaprija par drie maanden: Franco per postf 0,40. Afzonderlijke BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereenigin^ De Eembode. Prija der Advertentiim Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 Correspondentie!) e De Kerk en de Wetensch II (Slot). De beschuldiging welke men ir malen tegen de Kerk hoort uitspreken is deze: De Kerk belet, door hare onveranderlijke dogmenleer, de mensche- lijke denkkracht vrij de vleugelen uit te slaan, door haar binnen deze enge grenzen te beperken, terwijl zij, door de gestrengheid harer zedeleer, den mensch het genot tot een verbod maakt, en steeds tot versterving aanspoort Het behoeft zeer zeker geen betoog, dat de Kerk van het menscheiijk verstand volkomen onderwerping eischt aan haar onfeilbaar leergezag, dat zij den Chris ten beveelt zijne daden naar het Geloof te regelen, en zijn vrijen wil te voegen naar de zedeleer, welke God hem heeft voorgeschreven, en welke de Kerk aan alle menschen moet onderwijzen. Daar mede voldoet de Kerk aan hare zending hier op aarde en gehoorzaamt zij aan het bevel dat Christus aan zijne Apos telen gaf.Gaat en onderwijst alle vol keren, hun leerende al hetgeen Ik EJ voorgeschreven heb." Deze even heilzame als wettige ge hoorzaamheid aan het Kerkelijk leerge zag voor te stellen als een de natuur van den mensch onwaardige slavernij des geestes, ziedaar de kern dor beschul diging, welke de vijanden der Kerk tegen haar hebben uitgedacht. Aan den steen der waarheid geloelst, blijkt zij echter te eenenmale onhoudbaar. Lene eigen schap toch wordt ontwikkeld en lot boogere volmaaktheid gebracht, naar mate zij meer en meer tot haar voor werp, haar doel nadert; zij neemt in kracht af, zij ontaardt, wanneer zij er zich van verwijdert. Het doel nu van het verstand is de Waarheidvan den wil het Goede. Dit vastgesteld zijnde, behoeft slechts bewezen te worden, in welke mate de leer der Kerk bijdraagt deze twee hoofdeigenschappen der ziel, het verstand en den wil, tot hare res pectieve doeleinden te doen naderen. De gedact.ten, waarmede onze geest zich kan bezig houden, kunnen o. m. loopen over God, de Schepping, de Natuur, de Maatschappij enz- Nu is het alleen de Kerk, die over deze begrippen de waar heid en niels dan de waarheid leert, zoodat hare leerstellingen als zoovele lichtbakens voor den geleerde zijn, die, wel verre van zijne onderzoekingstoch ten op de wateren der Wetenschap te belemmeren, hem integendeel den moei lijken tocht vergemakkelijken en hem in veilige haven brengen. Het is voor den wetenschappelyken mensch inderdaad geen gering voordcel, bij z|jne navorschingen een steunpunt, een zeker en vertrouwbaar punt van uitgang te bezitten. Dit groote voordeel bezit de Christen-geleerde in de Ka tholieke Kerk. Zij alleen leidt hem lot de oplossing der belangrijkste vraag stukken, bespaart hem tijdroovend en dikwijls vruchteloos onderzoek; zij al leen vooral houdt hem terug van dwaal begrippen. waarin de meeste, ook de grootste geesten vallen, die de Waar heid buiten de Kerk zoeken. Het rnen- schelyk verstand wordt dus evenmin door het onfeilbaar leergezag der Kerk verduisterd, als het gezichtsvermogen door het zonlicht. De groote katholieke wijsgeer Balmes wederlegt aldus op schitterende en af doende wijze de beschuldiging, als zou den de leerstellingen der Kerk den mensch beletten, de vleugelen des geestes uit te slaan: .Ontbrak de ruimte," zoo zegt hij, .aan liet genie van Cartesius, Gas- sendi en Malebranche? Heeft men ooit vernomen, dat deze mannen der weten schap zich over onderdrukking hunner denkkracht van de zijde der Kerk be klaagd hebben? En hoe zoude zulks mogelijk geweest zijn, daar zij en al de groote geesten, ook van onzen tjjd, moeten bekennen, dat zij aan het Chris tendom de verheven ideeën, die in hun- werken uitschitteren, te danken hebben." (1) (I) be Protestantisme comparé au Calholisme. Wanneer de mensch echter vergeet, dat hij van stof en asch door zijnen Schepper gemaakt is, wanneer hij in naam der vrjjheid zich het recht aan matigt zijnen God te lasteren, de vrij heid van den menschelijken wil, de onstolTclijkheid en onsterfelijkheid der ziel te loochenen, dan, wij erkennen het en gaan er fier op, dan verheft de Kerk hare stem, niet om hel verstand van den mensch in boeien te slaan, maar lot handhaving van de eer van God en de waardigheid van den mensch, dan stelt zij tegenover die gewctenlooze vrij heid den vasten rots harer goddelijke onfeilbaarheid. Gelukkige slavernij, die ons" weerhoudt godloochenaars te worden, te twijfelen aan do onsterfelijkheid onzer schoone ziel, en die ons steeds wijst op een eeuwigdurend geluk, dat voor ons, na vele rampen en wederwaardigheden in dit leven, door de verdiensten van een God-mensch is weggelegd Op dezelfde wijze, als wij de onhoud baarheid der door de vijanden der Kerk uitgedachte beschuldiging, als zoude zij de denkkracht van den menschelijken geest verlammen, bewezen hebben, zoo zouden wij kunnen aantoonen, dat ook de wil van den mensch door de ver hevenheid en heiligheid der Roomsch- Katholieke zedeleer als gestaald en met nieuwe veerkracht in den slrijd des levens bedeeld wordf. Dit zoude ons echter te ver voeren. Het zij genoeg hier te verklaren dat de Katholieke Kerk en zij alleen, door hare zedeleer, aan den wil die vastheid schenkt, wel ke den mensch over zijne meest geduchte vijanden, zijn eigen hartstochten, doet zegevieren. Voor ieder onbevooroordeelde is het een onloochenbaar feit, dat Europa den zegepalm over al de andere werelddee- len in Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, in Kunsten en Wetenschappen wegdraagt, omdat het meer dan het minder be voorrechte Amerika, Azië, Afrika en Australië zijn nut heeft kunnen trekken van de groote weldaden, die de Katho lieke Kerk de van hare Goddelijke leer doortrokken volkeren aanbiedt. Even schoon als juist zegt dan ook Joseph deMaistre: .De Scepter der Wetenschap behoort slechts aan Europa, omdat het Christelijk is. Het heeft alleen die ver bazende hoogte op het gebied der Wetenschap bereikt, omdat hel, met de studie der Godgeleerdheid begonnen zijnde, op den stam dier Koningin der Wetenschappen, de Christelijke kunst geënt heeft." (2) J. VAN MEHKENIIOYE. (i) Soit I. Pelersbourg. BUITENLAND. De vijfentwintigjarige herinnering van de schitterende overwinning bij Sedan is Maandag allcrwegc in Duilschland niet groote geestdrift gevierdvooral Ie Berlijn, waar keizer Wilhelm persoonlijk aan de feestviering deelnam. Den vorigen dag, Zondag, begon reeds de plechtigheid met de inwijding der groote kerk, welke tot gedachtenis aan keizer Wilhelm I gebouwd is. Op den fcesldag-zelven was het eerste werk van den Keizer om hel volgende telegram aan Von Bismarck te richten .Heden, nu geheel Duitschland den voor de 25ste maal terugkeerenden ge denkdag van liet wereldhistorisch feit der overgave van Sedan viert, is het my eene behoefte des harten het tegen uwe Doorluchtigheid uit te spreken, hoe ik steeds met diepgevoelde dankbaar heid de onvergankelijke verdiensten zal gedenken, die ook Uwe Doorluchtigheid zich in dien grooten tijd heelt verwor ven tegenover wijlen mijnen grootvader, hel vaderland en de zaak der Duitsche eenheid." waarop het volgende antwoord inkwam -Aan Uw Majesteit's voeten leg ik mijn eerbiedigen dank voor hare gena dige telegraphische begroeting op dezen dag en voor Uwer Majesteit's vriende lijke waardeering van mijne medewerking aan het nationale werk van den in Gode ruslenden Keizer". De groote parade van het garde-corps werd bijgewoond door de vier oudste zonen des Keizers, de koningen van Saksen en Wurlembeig, de grootherto gin van Baden en andere vorstelijke personen. Aan het na afloop dier parade ge houden diner herinnerde de Keizer aan den grooten worstelstrijd tusscben de beide volkeren en stelde hij in het licht hoe verkwikkend hel is nu den dank te zien opvlammen voor hen, die 's Keizers wapenrok dragen of gedragen hebben, en in het bijzonder voor keizer Wilhelm 1. .Aan hel jonger geslacht de taak te behouden wat die Keizer heeft gegrondvest." .Doch in de blijde klanken onzer feestvreugde" dus vervolgde Z. M. .mengt zich een toon, die er waarlijk niet in tehuis behoort. Eene samenrotting van menschen, niet waard den naam van Duitschers te dragen, waagt het schendtaal te bezigen van het Duitsche volk en den geheiligden persoon des vereeuwigden Keizers door het stof te sleuren. Moge het volk kracht vinden dergelijke ongehoorde aanvallen met na druk af te wijzen. Geschiedt dit niet, dan roep ik u, mijne soldaten, om de hoogverraad plegende benden te weren, om i en strijd te voeren, die van derge lijke elementen ons bevrijdt I" Deze toorn dos Keizers tegen de sociaal-democraten, die hy een .bende van landverraders" noemt, doet velen een nieuwe Umsturz- Vorlage verwachten en deze meening wordt ook door som mige gezaghebbende bladen, o.a. door de Nordtl. Ally. Zty., gedeeld. Inlusschen gaan de sociaal-democra tische bladen voort met hun beleedigende artikelen te schrijven, zoodat van de Vor- toArhi enkele nummers in beslag zijn genomen en de redacleur Pfund, onder beschuldiging van Majesteitsschennis, is gearresteerd. Het talmen van Turkije met het nemen n afdoende maatregelen tegen de geweldenarijen van de Koerden in Ar menië zal nu toch eindelyk eens op houden, dank zij het krasse antwoord door den Britschen Premier, markies van Salisbury, gegeven aan den Turk- schen gezant te Londen, die namens de Ottomanische Regeering kwam mede- deden dat deze het volkomen eens was met de Mogendheden, die met haar de overeenkomst van Berlijn hebben onder- tee' end, wat betreft de tenuitvoerlegging van artikel 61 van gezegd verdrag, maar dat zij in het verlangde toezicht eener internationale commissie niet kon be willigen. In antwoord op deze mede- deeling ontving Ruslem-Pacha van Sa lisbury tot bescheid, dat, wanneer de Ottomanische Regeering in deze hare FEUILLETON. Toen ik uwen brief ontving (Arnhem 18 Hei), was mgn laatste brief jnist een paar dagen op reis, maar dal is niet erg. Wat moet ik op den brief antwoorden? L'at ge u over den toestand alhier niet al te veel zorg moet maken. Het doet mjj genoegen, dat gi zulk een medelijdend hart bezit, en dal ge, ofschoon zonder gnnsli- gen uitslag, pogingen hebt in het werk gesteld, om door het inzamelen van aalmoezen deze ongelukkigen te helpen gjj hebt door dien goe den wil den zegen van O. L. Heer over u afgeroepen. Ja, antwoord ge, maar daar bebt ge niets mee. Dat is niets, ik vertrouw maar op den goeden God, en laat alles aan Hem over, en dan gaat alles goed. Hjj weet immers van. Inlusschen bidt maar dikwijls een vurig Onze Vader en Wees gegroet voor de bekeering der heiderendoor een Onze Vader af een Wees gegroet, met de vereischte hoedanigheden gebeden, kunt ge misschien eene ziel voor den hemel winnen en zoodoendo medewerken lol verheerlijking van Goden wanneer deze door nw gebed geredde ziel vóór n ten hemel op stijgt, wat zal zjj u lol voorspraak dienen bjj O. I- Heer, en wanneer gjj later in den hemel rieten zult aantreffen, die door nw gebed ook tot dal geluk zjjn gekomen, wat zat o dat een genoegen schenken voor de ganscbe eeuwigheid. Kunt ge bovendien aalmoezen inzamelen en one ook op die wjjze de behulpzame band bie- les te beierwant al zjju wij nu van dien toestand bevrjjd, al hebben de menschen nu 'oldoende om den bonger te stillen en zich ien weinig tegen de kou te bedekken, er blijkt nog altijd veel noodig, en wjj welen oiel, wat i de toekom., te wachten staal. Er komen dikwjjls aalmoezen van kaart-clnbjes en derge- vereenigingen op die wjjze bereikt men dubbel goed doel, en al is de som niet groot, vele kleintjes maken een groote. Voor eenige dagen heb ik bezoek gehad van mjjn buurman. Toen bjj naar buis terugkeerde, vergezelde ik hem ongeveer 1' uur gaans. Dewijl hel bier verbazend druk v/as van wege den oogst, bad ik mijn knecht niel meegenomen, maar was alleen opgetrokken en moest ik dus maar opletten welke bergen wjj overtrokken, welke hoogten wjj afdaalden enz. om op mjjn terugtocht den weg te kunnen vinden. En ge lukte dit In den beginne, ja 1 Doch toen ik lang bad gereden, kwam het mi) voor, dat de streek er geheel anders uitzag dan toen ik ver- Eindelijk onlmoetle ik een Chinees. Ik vroeg bem of ik den goeden weg bad naar Cha pa enl O neen, dan moest ik terugkeeren en Ins- schen een paar bergen door. Ik vroeg bem toen, in welke richting Cba pa ent zich bevond, en hjj gat mg de gewenschte inlichting. Ik 1 'gde de zweep er over en ging recht in die richting over alle bergen heen, die voor mjjn neus kwamen, en kwam ten laatste bjj het buis van een mijner christenen terecht Het was inder daad een heerlijk ritje in den morgen. 6 October. Ik heb een paar verloren oogen blikje* eo ga die besleden om nog een weinig te krabbelen. Mjjn petroleumkan is leeg, ik moet mg bjj het schrijven dus met een schapenvel kaars behelpen, maar dat gaat ook goed. De vorige week heb ik Monseigneur een paar dagen lot gast gehad. Z. D. Hw. doet zjjn vorm reis, is echtei eerst verder Zuidwaarts gegaan om daar het H. Vormsel toe le dienen, en komt dan bier terug, 't Is inderdaad een genot Mon seigneur eenige dagen tot gast le hebben. Voor eerst is onze verhouding tot den Bisschop hier zeer familiair onder elkaar, maar vervolgens is Mgr. Bax, ofschoon 70 jaar, een opgeruimd man, die door grappeD, vertelsels enz. de lachspieren dikwjjls in beweging brengt. Tjjdens Mgr's aanwezigheid alhier werd ik 's nachts geroepen bjj eene zieke op ruim 10 nor rjjdens van bier. Ik wilde opslaan om mij gereed Ie maken, doch Mgr., die bjj mjj op den kaog sliep, was inmiddels ook wakker gewor den, en dewjjl ik een weinig ongesteld was ge weest, en loen nog niel totaal genezen, stond Mgr. mjj niet toe le gaan, maar zond een jon- geo Chineeschen priester, die met Mgr. naar bier was gekomen. Het is hier tegenwoordig reeds knapjes koud. In 't laatst van September zjjn hier een groot deel aardappelen, die zich nog op het veld be vonden, bevroren. In mjjn bof bevindt zich een door mijn voorganger gegraven vijver, waarin, indien ik er water in laat dragen, of gedurende den regentijd, eenige eendvogels duikelen. Welnu, den iSslen of 30sten September had bet jja in dien vjjver zulk een dikte, dat ik een dikke slok moest gebruiken om het te breken. Eo van nu af aan vriest bet isderen nacht, tot, tot ja, wanneer wjj een half jaar verder zjjn zal ik u schrijven hoe dik het jjs dan nog is. Wjj dragen dan ook reeds een weinig dikkere klee- ren, de kleeren echter va,, hel grootst aantal menschen hier hebben om zoo te zeggen geen vorm. Zjj wikkelen zich in zooveel lompen en schapenvellen als zji maarmacbiigkunnsnworden. A proposwanneer hier in de familie iemand sterft, dan dragen de bloed- en aanverwanten den rouw. Waarin bestaat die? Ia een witten muts van zeer zonderlingen vorm. Bezitten zjj tot dat oindo geen katoen, dan maken zjj zich een rouwmuts van papier, leder land heelt zjjn eigenaardigheden. Onlangs heb ik eene begrafenis gezien van een heiden. De doode in doeken gewikkeld, zoodat alleen zjjn hoofdhaar zichtbaar was, lag op een instrument, dat goed te vergelijken is bjj eene helft van eene weegschaal. Boven door de touwen been was een stok gestoken, wiens uileinden op de schouders van twee Chineezen rustten. Achteraan liep de weduwe met hou weel en Bpade, om hier of daar in een berg, of in onbebouwbaren grond een grafkuil te bakken en te graven. Zjj slaakte erbarmelijke jammerkreten (ik kan u van het Chineesche jammeren geen denkbeeld geven). Ik geloof echter, dat zjj bet meer deed, omdat znlks de gewoODte is, dan wel omdat zjj om hel verlies van haren echtgenoot zoo diep bedroefd was. Tan Ijjd tot tjjd immers wisselde zjj haar ge jammer plotseling af met een praatje. Och, die ongelukkige heidenen, bidt maar veel voor hen, opdat O. L. Heer ben de oogen voor bet ware geloot moge openen. Op dit oogenblik zjjn hier weer twee beidemche fam bezig christen te worden. Indien do beurs bet toelaat, en Mgr. er nut op tegen heeft, ga ik hier nog een buisje bon- wen, waarin zjj, die zich wenschen te bekeeren, gedurende den wintertijd het noodige onderricht kunnen ontvangen. Er is bjjna niemand, die een letter kan lezen zoo groot als een koe, zoodat bet onderricht niet in enkele dagen is afgeloopen. De klok heeft half negen, bet is dus de tjjd om mjjne avondgebeden en voorbereidende medi tatie te verrichten en dan le gaan slapen. Wjj nemen er een goede nachtrust van, want van nu af tol aan de Lente kunnen wjj tot vjjf uur btjjven slapen. 14 October. Bjj leven en welzjjn. en wanneer bet weder gunstig is, d. w. s. indien bet niet regent, moet ik overmoigen naar Koung kouti ien, om Monseigneur al le balen. Dinadag namiddag denk ik aldaar aan te laodeo, om Woensdag met Z. D. Hw. near Siang bono ti te vertrekken. Alsdan Ponderdag van daar af reizende, komen wjj Vrijdag namiddag weer te Cba pa eul. Den daaraan volgenden Zondag zal Mgr. denkelijk bier bot H. Vormsel aan een honderdtal christenen (groote en kleine) toe dienen en 's Maandags zullen wjj wellicht nsar Eul cbeu san bao optrekken, waar Mgr. even eens moet vormen. D*ze brief kan dan met mjj vertrekken, en dewjjl ik morgen, van wege de voorbereiding tot bet H. Vormsel, geen oogen blik Ijjd zal over hebben en bjj mjjne terug komst uit Siang houo U san schrjjven niet be hoef te deuken, zoo moet ik beden dezen brief Bidt v. lufh. Br.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1895 | | pagina 1