Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 41.
Zaterdag 11 Januari 1896.
Negende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland.
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drie uuiui
Franco per post
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 221, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advortentiin:
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Correspondent!?!! en Advertenliën moeten uiterlijk Vrijdagavond
Gevaarlijk.
Vroeger hebben we in een drietal ar
tikelen aangetoond, hoe de arbeider
ook in onze dagen tevreden kan blijven,
welke klippen hy heeft te vermijden
thans willen wij op eenige overdrij
vingen wijzen in theoriên en prac-
tijken, die meer schitteren door het
uitwendige, dan wei het waarachtig be
lang van den werkman zullen bevorde
ren. 't Is duidelijk dat men in overdrij
ving te vergeefs het heil zoeken zal, 't
ligt in het juiste middenvandaar het
spreekwoord: ,de deugd ligt in hel
midden." Hel juis'.e midden altijd te
vinden is moeilijk, maar bij de groote
quaeslie onzer dagen, liet Arbeiders
vraagstuk, is het ernstig streven daar
naar een heilige plicht. Daartoe is
noodig, dat men de zaken zonder voor-
of legeningenomenheid beschouwt.
Vooreerst zijn er, die onzes inziens te
veel generaliseeren, die datgene, wat
men in de Pauselijke Encyclieken vindt,
overal willen zien toegepast; die toe
standen, welke elders bestaan, wanver
houdingen welke elders voorkomen, en
waarop de H. Vader bepaaldelijk hel
oog nier en daar gericht had bij het
schrijven, overal als bestaande denken,
zoodat men zich aangordt en met on
stuimigheid soms strijd voert voor een
idee dat in werkelijkheid niet be
staat en aldus het doel des H. Vaders
voorbijslre.'fL Uit het schrijven des
Pausen aan de Fransche en Belgische
Bisschoppen bljjkt ten duidelijkste, dat
de Encycliek over het arbeidersvraag-
i stuk met voorzichtigheid moet worden
toegepast, zich moet regelen naar plaat
selijke toestanden en locale omstandig
heid.
Vervolgens ontmoeten we hier en
daar een zekere partijzucht, die over
slaat tot hartstocht en die roekeloos
den band verscheurt, die de maat
schappelijke standen aaneenhecht tot
een geheel. Zeker, waar vereenigingen
van werklieden of volksbonden zijn op
gericht, hebben de leden hun eigen be
langen te bevorderen, hun eigen rechten
te verdedigen, elkander met vereenigde
krachten te steunen overeenkomstig
het doel. Dit is goed en prijzenswaardig.
Maar wat wij hier op het oog hebben
n zekere overdrijving, die, de zoo
genaamde klassenhaat in het leven
roepend, niet anders dan heilloos wer-
zal. Alle standen toch der maat
schappij hebben de hun eigen rechten
plichtenin de eerbiediging van el
kanders eigen rechten, in de vervulling
der plichten jegens elkander zal de
vrede niet gestoord worden en de heer
lijke eenheid, te midden der verschei
denheid door God gewild, behouden
blijven. Wanneer men echter door par
tijgeest gedreven deze waarheid over
het hoofd ziet, geen voeling houdt met
andere standen, geen eerbied jegens
hen koestert, hun rechten niet meer
ontziet, wanneer men zich poseert als
de eenige stand, voor wien alle andere
moeten buigen en zwichten, aan wien
de toekomst behoort als het souvereinc
volk, dan rukt men het raderwerk der
maatschappij uiteen en roept men een
noodlottige wanorde in het levende
aggressicve houding zal de andere stan
den bedacht doen zijn op zelfverdedi
ging en een rampzaligen strijd doen ont
branden op leven en dood. Men ver-
gele niot, dat men bij onderlingen steun
en bevordering van eigen belangen de
rechtmatige belangen van anderen heeft
te ontzien dat bij verdediging of hand
having der rechten, waarvan alleen dan
ipraak kan zijn in geval ?e worden aan
gerand of bedreigd, men wederkeerig
de rechten van anderen heeft te eer
biedigendat men niet ongestraft de
maatschappelijke orde door God gesteld
verwoesten, die de verschillende
standen heeft gewild en in schoone har-
o tol een geheel heeft samen
gevoegd. Het verdringen der standen
het lot van den werkman niet ver
beteren, maar verslechtenin de stoor
nis of verwoesting van Gods orde ver
wachte men geen he:' maar noodlottige
straf.
Deze partijzucht openbaart zich ver
der in het met voorliefde opnemen van
gevleugelde woorden en uitdrukkingen,
meer welluidende trillingen zjjn in
de lucht dan waarheden, in het lezen
van stukken, waarin men de zaak der
arbeiders beschouwt buiten verband,
eenzijdig, oppervlakkig behandelt, meer
geschikt om de hartstochten te slreclen,
dan het verstand te voeden. Lectuur
echter, welke in de bedoelde richting
niet prikki-lt, maar weerhoudend is, wordt
met verheven schouderophalen op zjj
gelegd of teruggestooten. De pnrlij-
zuchtige heeft eenmaal zijn sympalhiën,
waarop hij drijfthet hoor en weder
hoor kent hjj niet, kalme objectieve be
schouwing is hem vreemd.
Een dier gevleugelde woorden, zoo
luide in onze dagen aangeheven, is
Loonsverhooging." Als men de too-
ncn hoort op dit thema gespeeld,
men dan niet logisch moe
ten veronderstellen, dat alle standen
der maatschappij zitten aan den disch
des overvloeds, terwijl de arbeidersstand
ullecn als de arme Lazarus zich moet
tevreden stellen met de afvallende krui
melen? Is deze veronderstelling werke
lijkheid? Ieder, die een weinig op de
hoogte is van den algemeenpn maat-
schappelijken toestand, weet wel beter!
De hcerschende malaise is openbaar
genoeg I Gegronde klachten van alle
zijden werden genoeg aangeheven De
latere jaren gaven betreurenswaardige
feiten dienaangaande in overvloed te
en als men den sluier eens kon
oplichten en zien wat nog verborgen is,
men zou bij zeer velen onder don boeren-
en neringdoenden stand een wanhopig
worstelen aanschouwen tegen ondergang
en, als geen verandering ten goede komt,
met zekerheid durven voorspellen, dat
zij tot totale armoede zullen vervallen.
En klimmen wij hooger op, dan kan
ieder zien die zien wil, de onzalige con
currentie voor fabrikanten, eene soms
aanzienlijke inkomstcnvcrmindering ter
gevolge van conversieleeningen of staking
van coupon-uitbetalingen voor renteniers,
eene steeds dalende waarde-verminde
ring van eigendommen en gronden, ge
deeltelijke huur slechts voor eigenaars
en grondbezitters bij de onmacht der
huurders. Klinkt het niet als een bittere
ironie om te midden dezer algemccne
malaise van loonsverhooging te spreken
Wat zou hier de logica vorderen?
Men stelt hier tegenover de in
de werkende klasse dikwijls voor
komende ellende en armoede, welke
dringend verbetering behoeven. Wij er
kennen dit ten voile, maar wat \vj) ont
kennen is dat uit loonsverhooging in
het algemeen waarachtige verbetering
voor den arbeider zal worden geboren.
Dringen wij door lot den grond der
zuak en vragen wij naar de oorzaken
de/er toenemende armoede en ellende,
dan vinden wij de oorzaak daarvan
geenszins in den tegenwoordigen loon-
standaard, maar in de werkloosheid, ge
deeltelijk het gevolg der malaise, of in
de onmatigheid en verkwisting, reeds
vroeger behandeld. Wil men derhalve
werken in hot waarachtig belang van
den werkman, dan tractile men zooveel
mogelijk de oorzaken weg te nemen
alleen met het opheffen der oorzaken
neemt men de gevolgen weg. Loons
verhooging nu zou juist een der mach
tigste oorzaken, de werkloosheid, ver-
slimmeren.
Bovendien, stellen wij de loonquaeslie
het licht der geschiedenis, dan zien
wij dat in vroegere jaren de werkman
minder loon verdiende en duurder leefde,
terwijl in latere tijden de loonen stegen
in de uitgaven aanzienlijk verminderden
'oor woning, kleeding en vooral voor
'ocding, zoodal de positie van den
werkman, die geregeld werk heeft, nisl
verslecht, maar verbeterd ishij kan,
leer hij zuinig en spaarzaam is, in
bctrekkelijken welstand levpn en onbe
zorgd tevens, wanneer, gelijk reeds op
veel plaatsen geschiedt, voldoende gc-
:orgd wordt voor ongelukken en ouder
dom. achten echter hier of daar bil
lijke klachten van werklieden opgaan,
dan is het plicht voor vereenigingen en
bonden om met al hun ten dienste
staande middelen tegen dusdanige ge-
wctenlooze patroons of werkgevers ter
verkrijging van 't rechtmatig loon hun
ner leden op to treden.
BUITENLAND.
De gpbeurtenissen in Transvaal hou
den aller gemoederen bezig. Schier ge
heel Europa, Engeland alleen uitgezon
derd, verheugt zich in de zegepraal der
Hoeren over de Britsehe indringers, die
hel op hun zelfstandigheid gemunt had
den en die zoo deerlijk te pas zijn ge
komen. De bijzonderheden over het ge
vecht tegen Dr. Jameson en zjjn troep,
hetwelk eindigde met gevangenneming
van den aanvoerder, al zjjno officieren
500 manschappen, leveren weder
getuigenis voor den heldliafligen
prijzenswaardigen moed, alsmede
r du tact der Boeren. Behalve Dr.
Jameson en de majoor Willoughby, van
llarer Majesleils horse guards, bevinden
zich thans in de gevangenis te Pretoria
cpii kolonel, vijf majoors, zeven kapi
teins, dril- luitenants, drie tweede luite
nants en twee officieren van gezondheid
en bovendien nog een twaalftal bereden
politie-inspeeteurs en onder-inspecteurs,
allen in het Brilsche leger gevormd en
voor een deel nog zelfs officieren in
dienst van Hare Britsehe Majesteit,
doch tijdelijk het bandictenbedrijf ter
hand genomen hebbende.
Do krijgsraad moet hen allen reeds
tot den kogel veroordeeld hebben, maar
President Krüger zou besloten zijn aan
allen lijfsbehoud te schenken en hen
met hunne vijfhonderd ontwapende
makkers dwars door Transvaal heen
naar de grens van Natal te voeren, om
daar in handen te stellen van den
ferneur der Britsehe Kaap-kolonie,
Sir Hercules Robinson. Ten opzichte
van Dr. Jameson, zoowel ook als van
Sir Cecil Rhodes, den hnofdaanlegger
van den verraderlijken inval, is bovendien
door de Regeering te Pretoria bedongen,
dat zij uit Afrika zullen worden ver
bannen, hetgeen vooral wat laatstge
noemde betreft, die aldaar vole goederen
en eigendommen bezit, niet gering is te
FEUILLETON.
Stad en Dorp.
Vrij gevolgd naar hel Duilsch door M.
10) „Terugkeeren," schreeuwde Lange, „en
mij met deu vinger laten r.awjjzen en oillachen
Neen, waarachtig niet. En wat moest ik daar
beginnen? Mijn eigendom heb ik verkocht, en
nadat ik toen mjjn schulden heb afbetaald, heb
ik nog wel een som overgehouden, maar daar
voor kan ik geen ander koopenEn knecht
spelen 7 Neen, daarvoor bedank ik I"
„Dan moet je maar sneeuw scheppen," zei
Woortman schouderophalend. „Ik weel geen
anderen raad. Gü hebt je door je eigen domt
leelQk in de klem gewerkt Waarvan wit je i
eigenlijk leven?"
„Voorloopig heb ik geld genoeg," xei Lange.
,Jn mjjn koffer ligt nog zoo ongeveer twee
duizend mark aan papieren."
„Wat? Heb je tweeduizend mark?" riep
Woortman. Met voldoening vernam hjj dit,
nu had hij zjjn vriend waar bg hem he
wilde. „Ah, dat is zeker de erfenis van je tante.
Je bent een rijk manZoo kan je gerus
tijd afwachten tot je een andere betrekking vindt
Wat voor papieren zgn het wel?"
„Pandbrieven," zei Lange.
„Zoo, pandbrieven? Hm, veel renten geven
die niet" meende Woortman nadenkend.
„Drie en een hall percent"
Woortman bleel een oogenblik in gedachten
vanonkenhjj staarde op de tafel en draaide
met zgn vingers geheel achteloos door zijn
„Weet je wat, Gbristiaan," zei hij na een
wjjle, „drie en een half per-ent is te weinig
ik kan je in de gelegenheid stellen, dat je zes
ni*aar noe is dat mogelijk riep Cbris-
die bet reeds moeilijk ging zijn gedachten
bjjeen te honden.
,Hi;r woont een makelaar," zei de ander,
„die agent is van een voornaam bankiershuis
te Londen. Daar in Engeland nu is met geld
veel meer te verdienen dan in DnitachUnd, en
daardoor geelt het ginds ook meer renten. Ik
zon bet das daar zien te plaatsen, want denk
eens na; in plaats van zeventig mark krijgt
je dan jaarlijks honderd twintig mark."
„Maar is de zaak daar ook solied vroeg
Lange.
„Wis en zekeranders zon ik het je niet
aanraden. Ik weet dat hem van alle kanten
geld wordt aangeboden, omdat hjj regelmatig
de renten betaalt en ook te allen tijde het geld
bjj hem tsrug te krijgen is."
,Hm, dal was nog niet zoo slecht Hoe heet
die mao
„Makelaar Rulcnbrock. Hg beeft een groote
zaak en is algemeen bekend. Wanneer ji
na verkiest, dsn wil ik je er morgen wel
brengen. Je behoed dan nog niet dadelgk mei
hem af lo ha-delen, maar je laat je eeo
leggen boe de zaak in elkander ziL"
Lange was bet daarmee volkomen eei
beide vrienden dronken nn nog eenige glazen bier
en tegen tien uur verlieten zjj de herberg.
frisscbe lucht te kwaad kreeg, onder den
nemen en zoo naar huis geleiden. Zoodr
hem aan de hevig ontstelde vrouw van Lange
had overgeleverd, die haren man dadeijjk l
hielp, spoedde hjj zich door verschil
•traten, tol hjj op een groot plein, dat door
hooge gebouwen was omsloten, stand hiel"
ramen der onderverdiepingen van de h
bewezen, dat in elk lokaal zaken worden ge
dreven. Aan een dezer bnizen klopte Woortmi
driemaal met zjjn gekromden wjjsvingur zuc
aan en bleef dan luisterend staan. „Ah, hjj
er nog io!" mompelde bij tevreden. Na enkele
eutel in
velig v.
„Nou, wat heb je nog
„Wees maar wat vriendelijker, mijnbeer
Rutenbrock," zei Woortman. „Ik heb een zaakje
„Gauw, gauw maar, ik heb geen tjjd. Hoe
groot is de som
„Tweo duizend mark."
„Van wien?"
„Van iemand nit Munsterland."
„Ah, das een boerBreng hem maar hier,
met dien zullen we het spoedig klaar spelen."
,Zjjt ge morgenmiddag thuis?"
„Ja, ja, kam dan maar."
„Nn, wel te rusten dan, mijnheer. Tot mor
genmiddag."
De winkeldenr alool zich weder en Chrisliaan,
Lange'e edele vriend, verdween in een duistere,
Den volgenden morgen bad Lange, ofschoon
hjj zich in een zeer gedrukte stemming bevond,
locb den moed niet aan zjjne vrouw te zeggen,
wat er was voorgevallen. Op het gewene uur
begat hjj zich van buis, sleoterde rond en ging
legen tien uur er op uit om werk te zoeken.
Ondertusschen kwelde hem, ten gevolge der drin-
kerjj van den vorigen avond, een geweldige na-
meldde zich toen hier en daar aan waar hij
meende werk te zullen vinden, doch vruchteloos.
Saoouwschcppon was inderdaad het eenige werk,
dat er te krjjgen was, maar zou hjj, de vrjje
landbouwer, zich tol zulk dagloonerswerk ve
nederen? Zjjn trots verzette zich daarlegei:
noen, een sjouwerman te worden, daartoe Wi
hel nog tgd genoeg. Waarom zon hij zich oc
bezorgd maken over de toekomst? Had h(j Ia
geen papieren van waarde in zgn bezit?
Daar viel hem plotseling in, de afspraak, d
hg met Woortman had gemaakt. Hjj herinnerde
zich echter niet duidelgk meer welk een i
stel zjjn vriend hem gedaan had, maar zot
zweefde liera er nog wel van voor den g
dat hjj van zyn geld meer ronton halen
dan hy lot dusver er mee verdiende. Het hoofd
duizelde hem bg de overweging of by wi
standig zou bondelen door het voorstel o
nemen, en of -bet niet beter wezen zon zyn
papieren te behouden. Wel kwam het hen
dal 'hel nog zoo kwaad niet wezen zou a
ander zgn geld in bewaring had, dan kon hg
I ba! althans in benauwdo oogenblikken niet zoo
gereedrljjk uilgeveo. Maar is de zaak wel zeker?
Wie gaf hem waarborg, dat zgn geld in goede
handen kwam? Wooi traan had wel is waar
gezegd dat hel daar zoo zeker was als op de
spaarbank maar had Woortman ook den toe-
stand van Hamborg niot voel roosklonriger,
schitterender voorgesteld, dan hg werkclgk was
Peinzend ging hy naar zjjn woning terug,
omdat hel middaguur geslagen was. Als hg nu
zijn «oberen maaltijd genuttigd had, kwam Woort
man, die zich bg vrouw Lange aanmeldde met
de opmerking, dat hfl toevallig voorbij kwam
en nn Chrisliaan wilde meenemen. Terwgl de
vrouw zich een oogenblik verwgderd had, (luis
terde Woortman zijn vriend in bel oor, o( hg
nu besloten was zgn pandbrieven bg den make
laar tegen hooger renten geveode stukken in te
wisselen, dan wilde hg wel met hem mede gaan.
Chrisliaan antwoordde echter dat hg daartoe
nog niet besloten was. wel was bg bereid met
dien persoon de zaak eens te gaan bespreken.
„Maar neem dan de papieren mee," zei
Woortman, „want komt de zaak niet uit, dan
kan je ze immers weer mee n-or buis nomen."
Dat was cok zoo. Met een snello beweging
Dam Lange een groot couvert uit deu koffer
enelakdit in den zak. Daarna verwyderden zjj
een zeer voorko-
prachlig ingericht
en moest tets zeer solieds aanduiden. Een
kolossale geldkast, wier openstaande deur een
blik op talrijke gzeren schuifladen vergunde,
maakte op Lange een goeden indruk. Op twee
lessenaars lagen groots boeken opengeslagen,