Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 42. Zaterdag 18 Januari 1896. Negende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg VeenendaaBen Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnoirontïpriji par drie maanden: Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prije dar Adrartentdiai Van 1 tot 6 regelsf o.30 Voor iederen regel meer- o.05 Een gouden Jubiló. Het volgend schrijven, dat Zondag 11. op last van Z. D. H. den aartsbisschop van Utrecht in alle kerken van bet aartsbisdom bereids werd voorgelezen, ontvingen wjj van den Hoofddraad der Vereeniging can den H. Vinceniius ran Paulo in Nederland met het verzoek, waaraan wij bij deze volgaarne voldoen, om het te dezer plaatse in ons blad op te nemen. Aan da Katholieken van Vaderland. Op Maandag den lOden Februari 1896 zal het vijftig jaren geleden zjjn, dat de Vereeniging van den H. Vincen- tius van Paulo in Nederland te 's Gra- venhage werd opgericht. Zooals van alle groote goede zaken was ook haar begin klein. Het zaadje, schijnbaar bij toeval, doch blijkbaar door Gods Voorzienig heid iu Nederland neergevallen, vond aldaar een vruchtbaren bodem, begon spoedig welig te wassen, bleef groeien en is na vijftig jaren een krachtige boom geworden, die geheel Nederland wel dadig overschaduwt. Dank zij der nooit genoeg tc prijzen milddadigheid van Neêrlands Katholieken werden wij in staat gesteld, aan dui zenden onzer behoeftige geloofsgenooten hulp en steun te bieden in lichame- lijken of geestelijken nood. Welnuzoudt gij 't ons dan niet terecht euvel duiden, als wij het feest van ons vijftigjarig bestaan voorbij lieten gaan, zonder ernstige pogingen aan te wenden, om, als blijvende her innering aan dien voor ons zoo ge- denkwaardigen dag, in de een of andere menschelijke ellende te voorzien, en wel liefst in eene zoodanige waarin he laas nog niet voorzien is. Daar geen liefdewerk, dus ook geen menschelijke ellende aan onze Vereeni ging vreemd is, hebben wij ondervon den, dat in ons goed, weldadig Neder land de Katholieken in de meeste, zoo niet alle behoeften van ongelukkige ge loofsgenooten, wier verpleging in ge stichten noodzakelijk is, in mindere of meerdere mate voorzien hebben. Er bestaat echter een klasse van on- gelukkigen, misschien de ongelukkigsten der ongelukkigen, voor wie geen Katho liek gesticht bestaat, namelijk voor jeugdige of volwassen idioten, die niet in krankzinnigengestichten opgenomen mogen worden. Katholieke instellingen, die vroeger nog idioten opnamen, doen zulks te genwoordig niet meer, of slechts bij uitzondering op zeer bezwarende voor waarden. En toch is een gesticht voor katho lieke idioten, al is hun getal betrek kelijk gering, zoo hoog, hoog noodig, want het verblijf van een idioot in zijn gezin is voor den Ijjder of de ljjderes zelf, en voor het gezin, vooral als het arm en klein behuisd is, aller- noodlotügst, en kan de treurigste ge volgen na zich slepen. Het is dan onze vurige wensch om, ter gelegenheid van ons vijftigjarig be staan, in deze allertreurigste behoefte te gaan voorzien, en aan jeugdige en volwassen katholieke idioten van bei derlei kunne eene goede, geestelijke en lichamelijke verpleging door rcligieusen te verschaffen. Aan de oprichting en het onderhoud van zulke instelling zijn natuurlijker wijze moeilijkheden verbonden. Voor welke moeilijkheden deinst echter de katholieke liefdadigheid terug, en welke heeft zij niet overwonnen? Bovendien wensclien wij, na verkregen kerkelijke goedkeuring, bedaard en in het klein Ie beginnen, en mocht onverhoopt onze poging niet slagen, dan hebben wjj ge legenheid te over om de voor de be oogde instelling té ontvangen gaven goed te besteden. Katholieken van Nederland, gjj wilt onze U zoo bekende St. Vincentius- Vcreeniging bij haar gouden feest toch wel een geschenkje voor een liefdadig doel geven 't Klinkt niet opwekkend: Een Idio ten-Geslicht." Bedenkt echter, dal de ongelukkigsten der ongelukkigen het meeste recht op onze broederlijke hulp hebben, en dat Jesus Christus, onze God en Zaligmaker, met de meeste liefde de ongelukkigste en afzichtelijkste melaatsehen hielp j schenk! ons dus eene milde bijdrage voor een Katho liek idioten-gesticht Als altijd vertrouwen wij op Uwe liefdadigheid en als altijd zullen wij in dit vertrouwen niet beschaamd worden. Kunt gij niet veel geven, geen dan weinig. Als elk uwer iets geeft, komt de goede zaak zeker tot stand. Di lloofdraad ra» de Vereeniging van den U. Vineentiue tan Paulo in Sederhnd. Mr. Th. L. M. H. BOHKCT, Preeident. Mr. J. G. 3. BEVEHS, Secretarie. Wel niet zonder reden werd in het schrijven van den Hoofdraad der Ver eeniging van den H- Vincentius van Paulo, dat op last van Z. D. H. den Aartsbisschop verleden Zondag van den kansel is voorgelezen, de 1 Od" Februari van dit jaar den Katholieken van Nederland als een merkwaardige en blijde jubeldag aangekondigd. Op dien dag toch is het juist vijftig jaren geleden, dat de St. Vincentius-Verceniging, de ge zegende liefdadigheidsinstelling van on zen lateren tijd, welke in 1833 te Parijs voor het eerst tot stand kwam, op even eenvoudige als treffende wijze ook bin nen de grenzen van ons vaderland werd overgebracht, en in onze residentiestad formeel werd opgericht. Ook haar vijf en twintig-jarig bestaan hier te lande is indertijd met een plechtige verga dering, welke te 's-Gravenhage werd gehouden, en waaraan ruim vijfhonderd leden uit alle oorden des lands deel namen, in dankbare feestvreugde her dacht. Al was zij toen immers hier nog slechts in haren eersten levensduur, toch waren de weinige jaren, die zij ten onzent had doorleefd, alreeds over- rijk aan de schoonste werken en heer lijkste vruchten. Want terwijl op dat oogenblik de gansche Vereeniging, zooals zjj onder Gods milden zegen zich eerst van lieverlede over geheel Frankrijk en daarna met verbazende snelheid ook over de andere landen in Europa, tot zelfs in hel Oosten, had verbreid, te zamen reeds bjjna drie duizend confe- rentiën of afdeelingen mocht tellen, bloeide ook hier al evenzeer deze schoone plant der christelijke liefde, die een kwarteeuw te voren op onzen vrucht baren vaderlandschen bodem was over geplant. En thans, nu andermaal sinds dat hrugeljjk tijdstip een kwarteeuw is verloopen, thans heelt opnieuw het Hoofdbestuur der provinciale afdeeling in ons land te recht gemeend hierop de aandacht van ons katholieke volk te moeten vestigen. Intusschen ligt het geenszins in hare bedoeling om hiermede eigen lof te willen zoeken. Integendeel, al zjjn de weldaden en zegeningen nog zoo groot en zeker onnoemelijk iu getal, welke zjj van hare wording af tot heden toe slechtmet geringe middelen zoo op stoffelijk als zedelijk gebied aan duizen den en nogmaals duizenden ongeluk kigen en noodlijdenden heelt verstrekt, al zijn de liefdewerken en heilzame in stellingen met geen juistheid op te som men, die zij rechtstreeks in het leven heeft geroepen, of minstens door haar invloed en medewerking heeft aange moedigd en gesteund, al slaan (om slechts één enkele zaak in het bjjzonder nog te noemen) de talrijke bloeiende, geheel kostelooze scholen, waar een behoeftige jeugd voor de ontzettende gevaren van het ongodsdienstig onder wijs en een vroegtijdig zedenbederf wordt behoed, daar als zoovele luid sprekende getuigen en verheven monu menten van den rusteloozen ijver en de bewonderenswaardige toewijding der St. Vincenlius-Vereeniging in ons land, tocli weten wij maar al te goed, hoe zjj ook van de gelukkigste resul taten nimmer openlijk gewag pleegt te maken, en hoe zij het juist met den geesl, die haar bezielt en haar als zoo danig ai geheel bijzonder kenmerkt, den geest van den echt christeljjken ootmoed, geheel in strijd zou achten, om voor haar jjveren en haar pogen den min sten lof der menschen te willen inoog- sten. Haar hoogste ideaal, haar eenig streven is ter liefde Gods, liefst in stilte en in het verborgene, aan den armen evenmensch zooveel mogelijk wel Le doen. Een geheel andere drjjfveer dus heelt haar nu aangezet om aan het verblij dend feit van haar vjjftig-jarig bestaan aiom in den Lande ruchtbaarheid te geven. Het was allereerst een leve.idig ge voel van oprechte dankbaarheid jegens den goeden God, die haar onder de bijzondere bescherming van hare beide Schutsheiligen, de machtige, nooit vol prezen Hemelkoningin en den Heiligen Vincentius, dien edelen en onsterfelijken menschenvriend uit de eerste helft der zeventiende eeuw, in een zoo luttel aantal jaren ook tot zoo hoogen bloei heeft willen brengeneen gevoel van dankbaarheid, waarvoor zjj steun en deelneming zocht ook buiten haren kring bij het overige katholieke volk. Doch nog een anderen beweeggrond voor de aankondiging van haar gouden feest vond zij juist in de beoefening der naastenliefde zelve, welke het groote doel en de eenige strekking is van ge heel haren werkkring en gansch haar zegenrjjk bestaan. De weldadige Ver eeniging toch van den H. Vincentius, die zich wel meer bepaaldeljjk het be zoeken en naar vermogen verzorgen der arme huisgezinnen ten doel stelt, maar toch ook geen enkel ande- liefdewerk vreemd acht aan haar edel werken en streven, zij heeft thans medt.ljjdend het oog g> richt op een allerongelukkigste en meest beklagenswaardige klasse van menschen, die, hoewel zjj niet, wat men noemt, krank van zinnen zjjn, toch evenzeer van het gebruik hunner geest vermogens genoegzaam zijn beroofd, en peheel verstompt voor hun ganschen levensduur naar geest en lichaam in den vollen zin dos woords ellendig zjjn le noemen, en die moer dan anderen vaak een liefderijke verzorging buiten den eigen familiekring in een daarloe bestemd Gesticht van edelmoedige, zelf opofferende kloosterlingen zoo hoog noodzakelijk behoeven. Hel is daarom dat het Hoofdbestuur der Vereeniging hier te lande zich voor hen tot tolk heeft gemaakt om bij haar vjjftig-jarig bestaan, hetwelk zij in de volgende maand hcrdcnkl, opnieuw een beroep le doen op de zich nimmer verlooche nende milddadigheid van Neêrlands Ka tholieken, ten einde als een blijvende herinnering aan dezen voor haar zoo gedenkwaardigen dag een dusdanig toe vluchtsoord voor genoemde ongelukkige geloofsgenooten te kunnen openen. De bekende offervaardigheid van ons kleine Nederland, dal jaarlijks wel meer dan vjif lonnen gouds voor het liefdewerk van hel Genootschap van den H. Vincen tius van Paulo offert (In het jaar 1893 b.v. was de opbrengst aan giften van ons land 1.377.210 frank, dusbjjnaeen achtste deel van de totale opbrengst ook in de overige landen, welke moer dan elf millioen frank bedroeg), deze offervaardigheid zal ook nu het recht matig vertrouwen der Vereeniging niet beschamen. Moge tevens dit gulden jubilé door Gods genaderijken zegen dienen om een Vereeniging, die in de vjjttig jaren van haar beslaan zor heilrijk heeft gewerkt, en bij meerdere ondersteuning en mede werking nog rijker vruchten belooft, ook alom grooter bekendheid te geven en haar steeds nieuwen steun en immer toenemende belangstelling van den kant van alle oprechte vrienden der armen te verzekeren. Want bij deze Vereeni ging, hoe ruim ook de giften vloeien, is altijd geldgebrek, omdat zij bjj den grooten nood, die immer heerscht, maar vooral in onze dagen, en waarvan zij zich persoonlijk overtuigt, geregeld tol het laatste weggeeft, wat zij krijgt. En moge het verder voor echt deugdelijke mannen, die met den geest des Chris tendoms en vooral met ware christelijke naastenliefde zijn bezield, een gereede- ljjke aanleiding zijn om, waar de Ver eeniging reeds beslaat, een waardig ledental nog te versterken, of waar zij niet bestaat en tegelijk aan de geeste lijke overheid nuttig en noodig is ge bleken, in overleg met deze een nieuwe afdeeling op te richten. Want inderdaad, vocral in aanmerking genomen het dubbel verschijnsel onzer dagen, van verheogd katholiek bewustzijn en steeds toene mend streven naar vereeniging, kan men zich wel geen edeler mannen-vereeniging denken dan juist de Vereeniging van den H. Vincentius van Pauio, wjjl zjj zich uitsluitend bezig houdt met werken van liefde en tevens een zoo uitnemende gelegenheid is voor oprechte, godvreezen- de Katholieken, die als mannen van karakter behoefte gevoelen om, waar hun maatschappelijke positie zich hiertoe leent, hun verhoogd christeljjk bewustzijn ook door daden te uiten. BUITENLAND. De agitatie, door de Transvaalsche gebeurtenissen in het leven geroepen, begint reeds sterk tn verminderen en met grond mag de hoop gekoesterd worden dat weldra de kalmle zal zijn teruggekeerd. Het telegram van Keizer Wilhelm aan president Krüger, hetwelk in Engeland zooveel verbiltering jegens Duit-chland had teweeggebracht, blijkt overschat te zjjn, en zelfs van eene zijde, van waar men het geenszins zou ver wacht hebben, komt men ertegen in verzet. Zoo schreef de bekende leider der Hollandsclie parlij in de Kaap-kolonie, de heer Hofnleyr, in de Cape Argus, damen niet te veel gewicht moet hechten aan wat niet zoo bedoeld en feitelijk niel meer dan eene „bloote pralerij" is geweest. Want niemand, zegt Hofmeyr, weel beter dan de Keizer dat de eerste kogel, dien de Duitschers op de Engelsehen zouden afschieten, geheel Europa wakker zou maken en waarschijnljjk aan Duitschland al zijne koloniën zou kosten. Niettemin vind de daad van Jameson ook in Engeland afkeuring bjj de hooge autoriteiten. De heer Ridley, minister van Binnenlandsche Zaken, heeft in eene redevoering te Newcastle Jamesons in val in de Transvaal onverantwoordelijk en niet te rechtvaardigen genoemd. De Regeering was geenszins van plan zich los te maken van de overeenkomst van 1884. Maar tevens is dc Regeering ook vast voornemens geen inbreuk te maken op de rechten van andere landen De Minister deed een beroep op de bevol king des lands, om vereenigd te blijven, en sprak de overtuiging uit, dat uit het kwaad van heden goed zou voortkomen. De Gouverneur van Natal, de heer Hutchinson, heelt in een gesprek met Krüger onverholen zijne verontwaardi ging over Jameson's daad van vrede verstoring uitgesproken, die hem als Engelschman zeer had geriefd. Hjj wenschte den President geluk met de flinke afwering van den aanval en bracht hulde aan de gematigde en groot moedige behandeling der gevangenen. Op een °n ander antwoordde Oom Paul eenvoudig, dat V hem verheugde te hooren, hoe de ^eldenkenden onder het Engelsche volk ook afkeurden wat hij een der schandelijkste daden achtte, die ooit waren begaan. En wat de be toonde zachtmoedigheid betreft, de Re geering der Zuid-Afrikaansctje Repu bliek zeide Krüger is "gegrond vest op de christelijke beginselèu, en ons streven zal steeds wezen onze staat kunde daarmede in overeenstemmibg te doen blijven. Over de uitlevering van Jameson en de zijnen is president Krüger het eens geworden met den Gouverneur der Kaap-kolonir, Sir Hercules Robinson. Jameson en diens officieren gaan als gevangenen naar Engeland, om daar te recht te staan men zendt hen naar Natal, zoodra de Gouverneur aldaar de noodige maatregelen zal hebben ge nomen om hen le ontvangen terwjjl de manschappen eenvoudig in handen gesteld worden van de Britsche over heid, om hen op niet ojizienwekkende wijze naar Engeland of naar eene an dere woonplaats te doen vervoeren, waar dan naar het goedvinden der Britsche Regeering tegenover hen ge handeld kan worden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1