Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 6. Zaterdag 8 Mei 1897. Elfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden, Haarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par dria mtudani Franco per post Afzonderlijke f 0,40. f 0,05. BureauKrommestraat, F 22?Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Priji dar Advertentitn: Van 1 tot 6 regelsf o,30 Voor iederen'regel meer- 0.05 Correspondenten en Advertentie moeien uiterlijk Vrijdagavond De vergadering van Katho lieke Leden der Tweede Kamer en afgevaardigden van katholieke kiesvereeni- gingen te Utrecht Door den Secretaris der Vereeniging van Katholieke Leden der Tweede Kamer den heer Michiels van Verduijnen, wordt ons het volgend ofliciecl verslag van de te Ulrecht gehouden vergadering toege zonden Aan de uitnoodiging van de Vereeni ging van Katholieke Kamerleden lot een vergadering van gedelegeerden van de verschillende katholieke kiesvercenigin- gen was door haast alle kiesvereenigingen voldaan. Aanwezig waren ook alle Katho lieke leden der Tweede Kamer, behalve de heer d'Ansembourg, die zich niet meer verkiesbaar stelt, en de heeren Mutsaers, Vos de Wael en van Basten Batenburg, die bericht hadden, verhinderd te zijn. De beer Dobbelmann presideerde in zijn kwaliteit van Voorzitter der Katho lieke Kamerclub. Hij heette de aanwezigen welkom en wees op de noodzakelijkheid, het Katho liek Program te handhaven en tetrachten, eene meerderheid aan het bewind le brengen, welks streven het zal zijn dit program in vervulling te doen gaan lot heil van maatschappij en vaderland. Hierna gaf hij het woord aan dr. Schaep- raan om namens de Katholieke Kamer club toe te lichten de volgende motie, welke reeds aan de besturen der Kies vereenigingen was toegezonden en ten overvloede, bij het binnenkomen der zaai, aan de aanwezigen wasrondgedeeld. ,De afgevaardigden van Katholieke Kies vereenigingen uit verschillende deelen des rgks bijeengekomen te Ulrecht op 5 Mei 1S97, het program vu de Katholieke leden der Tweede Kamer, vastgesteld te Utrecht op 30 October 1896, aanvaar dend en bekrachtigend, verklaren dal de aelfatandigheid der Katholieke Staatspartij ten volle door hen wordt erkend en gehandhaafd; dat de openbaring dier zelfstandigheid in den regel moet worden gezocht in het stellen van eigen candidate)! bij eerste stemming dat bjj herstemming de belangen van het oogenblik, voor zoover dat zonder prijsgeving, van beginselen mogeljk is, den doorslag geven, overwegen dat in de gegeven omstandigheden nu door de algemeene verkiezingen over de ge heele richting onzer staatkunde voor de naast- volgende toekomst wordt beslist het stelten van eigen candidateo in alle districten bij eerste stemming de zegepraal zou verzekeren der liberale, op wetgevend gebied godsdienitiooze partj in bet algemeen met de strevingen der liberale partj in sirjd zjn dat in bet goooemdo program van actie vele punten van overeenstemming te vinden zjn met bet program, vastgesteld op 30 October 1896 te Utrecht; dat verder de anti-rcvolulionnaire partj noch in haar program van actie, noch in de toelich ting daarvan .bet moeieljke vraagstuk van de wetteljke organisatie van de levende strijd krachten* met prjsgeviog der plaatsvervanging op den voorgrond stelt dst veeleer wordt nitgesproken, boe bel .zeer twjfelachtig is of in de eerstkomende vierjarige periode, nn zoovele staathuishoud kundige belangen al de aandacht van den wet gever zullen vergen" dit vraagstuk „reeds aanstoudB can de orde zal kunnen komen,' maar dat hel program van actie ,zjn voor slagen niet binnen die vierjarige periode op sluit*, o Kicsv< erleg l migingen teneinde bj eerste stemming hun stem te kunnen geve aan de anli-revolulionnnire candidal™ in di n nodig scli jnt". Dr. Schaepman nam daarop het woord, naar hij geide, ter inleiding, verdediging en verklaring van een resolutie, die niet meer de zijne was, maar welke het geluk heeft, een resolutie te zijn, welke eenstem mig door de 24 Katholieke Kamerleden is aangenomen, aanvaard en tol de hunne gemaakt. „Het bevreemde U niet", zoo gittg hy voort, „dat ik in verband tuet dit feit voor L' optreed, niet alleen mot groole vreugde, maar met een kloek en man nelijk vertrouwen. Wanneer ik aileen haar had voorgesteld, dan zou ik slechts kunnen laten gelden de redenen, welke daarvoor mijns erachtens pleiten, maar nu ik spreek namens allen, die met mij de eer en den eervollen last deelen, meer in hel bijzonder de Katholieke Neder landers le vertegenwoordigen, nu ver trouw ik niet alleen op de kracht mijner redenen, maar ook op het voorbeeld van eenheid en eensgezindheid, dat U door ons gegeven werd." Spreker zette thans in de allereerste plaats uiteen, wal deKamerledengenoopt heelt, deze resolutie voor te stellen. Wij eerbiedigen," zoo zeide hij, ,ten volle de zellstamiigheid van du kiesver eenigingen en wij moeten aan hel oor deel ter plaatse geveld de waarde laten, welke het beslist verdient. De vraag is dus niet, hoe zal moeten worden gehandeld of niet gehandeld in een of ander district, maar wat in het alge- :n het doel moet zijn van ons streven. Het is ons daarom een voorrecht, hier vertegenwoordigd le zien districten, die geen bondgenoolen noodig hebben, maar zij hun steun schenken aan de resolutie, de goede bedoeling en het eerlijk streven van den maatregel, welke voorgesteld, zullen goedkeuren en toe juichen. Wij wenschen, dat het geheele Katholieke Nederland wete, dat de man- het Zuiden staan schouder aan schouder, ook wal het bondgenoolscltap betreft, naast de mannen van het Noorden. „In de tweede plaats wenschen wij aan onze bondgenootcn klaar en duidelijk te zeggen, waar het op staat, en hun te too- ner., dat wij, hetgeen wij verrichten, doen uit vrije beweging, wetende, hoe sterk wij zijn en wat wij vermogen wetende ook, dat wij veel geven en weinig verkrij gen, maar kloekbloedig en fier genoeg zijn, om boven voordeel en eer te stellen het belang van hel geheele vaderland, het belang van allen, die gelooven, dat de Staat op den grondslag van het Christen dom moet gevestigd zijn en kan geves tigd blijven. ,En nu zij gevraagd: Waar willen wij op uit Op eene meerderheid, eene krachtige tot regeering bekwrae meer derheid; een tne, rderheid, die uit ver schillende bestonddeelen beslaande in hoofdzaak en wat de meeste bijzonder heden betreft één is, maar waarvan ieder zijn eigen beginsel kloek en onverkracht handhaaft, een meerderheid, waarbij de anli.-rev. in beginsii voor persoonlijken dienstplicht kunnen blijven, maar waarin wij hel herstel der pauselijke legatie blijven ichen. .Wij brengen dus geen offer, wij geven toe op geen enkel punt. „Maar wat beteekent, vraagt men, de meerderheid, waarop gij uit wilt? Het verwondert spr., dat die vraag gesteld wordt door liberalen, die zoo geducht er op gesteld zijn, de meerderheid te behouden en daarom zelfs samengaan met dominó's, die tegen het clericalisms zijn, omdat zij geen clerus hebben, maar de clerocralie in de hoogste mate na jagen. .Indien de meerderheid niets beteekent, waarom laten zjj ons dan niet eens de meerderheid Waarom gaat dan mijn vriend Borgesius rond als vrede-engel, om Tak en Van Houten weer in elkanders armen te voeten „Neen zij welen wel van welke groote beteekenis de meerderheid is. De meerder heid is, den loon aangeven niet alleen in de wetgeving, maar in het geheel bestuur. En nu meenen wij, dat hel Christelijk deel van ons volk ook wel eens zijn eigen man aan het bestuur mug brengen, en dal het beter is, zijn eigen zaken le doen, dan ze door anderen le laten doen. „Zeker, wij zullen niet ontkennen, dal op menig gebied de liberalen even goed wetten kunnen maken als wij, maar een regeering heelt meer te doen zij bestuurt, geleidt, bevordert, benoemt, ontwikkelt een regeering keurt zedelijke lichamen goed of weigert die goedkeuring. .Ue geheele werking van ons nationaal leven hang' af van den geest van de regeering, en de geest van dc regeering is len langen leste de geest van de parlij, die de meerderheid heeft. Indien wij dit welen, kunnen wij geen regeering dulden, die alleen om de politieke constellatie geen invoering van lijk verbranding durfde voorstellen, maar ondanks de polilieke constellatie de statuten van den Mal- thusiaanschen Bond goedkeurde. „Indien wij dit weten, kunnen wij geen regeering dulden, die, bij de vraag om verdere toepassing van het aangenomen beginsel, reeds dadelijk spreekt van her opening van den schoolstrijd. „Een christelijke regeering nu is alleen te krijgen, indien wij de meerderheid be zitten. Daarom moet dit doel en inzet zijn van den strijd. „Wij slaan op dit oogenblik aan den vooravond van een geheel nieuw tijd perk, een geheel nieuwe periode, waarin nieuwe vragen aan ile orde zullen komen. „Het loopt nu niet als in 1894 overéén vraag. Irt dergelijke gevallen kunnen partijen uileengaanen bondgenootschap- i van eiken aard vormen. .Maarnuzijnde omstandigheden geheel anders, nu zal het gaan niet om één punt, maar om het geheele regeerings- beleid, dal, behalve het bestuur zal moe ten omvatten hef sociaal gebied, en de sociale beginselen van het Christendom op de.i voorgrond zal moeten plaatsen. „En nu vraag ik u, of de uiterste krach ten niet moeten worden ingespannen om te beletten, dut de eerste slap gezel worde onder de leiding van een niet christelijke meerderheid. Indien wij toch willen, dat gerechtigheid geschiede zon der onderscheid des persoons, dan moe- aan het bewind zijn mannen, die zon der gerechtigheid zien in den ongeschapen God. Het is toch geheel iets anders, of wij sociale wetgeving krijgen in chrisle- lijken zin, dan een, die slechts op stof felijke en niet op zedelijke lotsverbete ring uit is. ..Men heeft in Duilscltland, meer mis schien dan elders, wetgevende maatre gelen op sociaal gebied genomen met de kracht, die een regeering als die van het Duitsohe Rijk kan uitoefenen. „En wat is nu de uitkomst Een uit breiding van de Staatsalmaeht, een uit breiding van de burgerlijke souvereiniteit. „Op zedelijk gebied is niets gedaan de werkman is meer afhankelijk geworden. „tedere bemoeiing op sociaal gebied zonder Christendom zal leiden lot staats socialisme alleen de sociale beginselen van het Christendom kunnen geven socialen vrede. „Men ziet, dus, welke gewichtige zaken op het spel staan, van een gewicht, zoo ernstig en zoo groot, dat niet alleen de belangen van het vaderland in de eersle vier jaren, maar ook in de volgende tjjden daarvan afhangen. Ja, spreker Is overtuigd, dat de uitslag van deze verkiezing evenlang zal nawerken als de verkiezingen onder vigueur van de grond- van 1848 ons hebben beheerscht. adien wjj weten, dat de liberalen van 1848 tot 1887 hebben geregeerd, gead ministreerd en gelegislcerd, dan zeg ik laten wij zotgen, dat wij in dienzelf den toestand komen en daarom Hink ons vaan omhoog heffen. „Luien wij zorgen, dut wij de leiders en geleiders worden van het nii tijdperk, dat wij beginnen. „Daartoe strekt de resolutie. Bondge nootschappen zijn voor een minderheid onontbeerlijk. Men kan alleen ki tusschen toevallige bondgenootcn in de Kamer en bondgenootcn reeds bij de slembus. „Tegen de bondgenootschappen in de Kamer beslaat echter groot bezwaar, vooral in ons land. De Kamer bezit nu eenmaal grooten invloed, groote macht, en een regeering, die op geen vaste meer derheid kan rekenen, vermag weinig. „Wilnueen minderheid een vaste meer derheid hebben, dan bieden zich verschil lende bondgenoolen aan. ..Vooreerst de christelijk-hislorisclien, die misschien van verbazing zouden be zwijken, indien wij hun een bondgenoot schap aanboden, omdat zij dan aan dt reinheid hunner eigen bedoelingen zouden moeten gaan twijfelen. „De liberalen zijn niet zoo kieskeurig nemen wel den steun van de cltrislelijk- historischen aan, al is liet wellicht slechts zoolang, totdat het briefje in de slem bus is. „Ook inel de radicalen kunnen wij geen bondgenootschap aangaan. Deze partij is nog in wording. Men kan nog niel zien, welke oogen en haren het kind zal krijgen. Nu en dan helt het over naar het socialis me, dan weer geeft hel lonkjes aan de liberalen, terwijl hel ook den steun van een beminnelijk christelijk-historische, niet schijnt te versmaden. „Helradiealisine is dan ook beslist unli- ilericaal, zoodat er reden is le gelooven, lat voor de radicalen het anti-eloricalisme Is uitgevonden. „Zij toch willenop elkgebicd de absolute onafhankelijkheid van alle hoogere orde. „Onderde liberalen zijn zeer zeker man- n van karakter en mannen van talent, men zou verkeerd doen, ze allen over één kam le scheren. Zij allen echter heb ben één ding gemeenzij meenen, dat men God niet uit den hemel moet halen. Van God als grondslag van den Blaat, van Gods souvereiniteit, van Gods waarheid en gerechtigheid willen zij niet welen. Om de munt kan men nog een rand schrift maken „God zij met ons", maar in de wetgeving met God rekenen willen zij niet. Er is ondanks dit alles veel, l ons aanlrekl in de liberalen, vooral de gewone burgerlijke orde. Het libe ralisme wil vrijheid en gerechtigheid, maar het gaat aan dit eene euvel mank dat het, Gods souvereiniteit verwerpend, nog slechts op zich zelf rekent, op zich zelf vertrouwt. Hel maakt daardoor tot grondslag van het bestaan van den mensch den grooten ego. Dit is waar van het individu, maar ook van het liberalisme in zyn geheel. „Met al zijn gerechtigheid, eerlijkheid vrijheid heeft het altyd gezorgd, dat deze altijd in de allereerste plaats gege- n werd aan de liberalen- „Niets heeft dit in ontzaglijker mate getoond, dan de schoolwetgeving in alle landen. Zij passen toewij zorgen voor s, en God voor de anderen. „Daarom is hel liberalisme genoemd de „op wetgevend gebied godsdienst loze parlij." Dit is geen beschuldiging, naar een feit. „En nu deanti-revolutionnairen. Spreker zal niet beweren, dat dit altijd even beminnelijke mensehen zyn. maar op staatkundig gebied zyn zij Christenen :n goede Christenen, vertrouwbaar en •erlijk. Voor wat zij eenmaal als be ginsel hebben aangenomen, zijn zij be reid offers te brengen. „Deklacht,dat de anli-revolutionnairen worden achteruitgezet, is nietteloochenen. „De protestanten, die geen anti-revo- lutionnairen zyn, hebben een afkeer van hen, die alleen overtroffen wordt door hun afkeer voor de katholieken, zooals gebleken is in 1894, toen de oud-Iiberaleu te Katwjjk aan een steilen anti-revo- lutionnair nog altijd de voorkeur gaven boven een katholiek. „Op politiek gebied staan deanti-revo lutionnairen ons ook het naast. Indien men hun program van actie naast het onze legt, dan zal men zien, dat op enkele formules na de inhoud bijna dezelfde is. „Ditiseen omstandigheid, welke zwaar moet wegen, indien wij lot de meer derheid willen komen. „Eén gewichtig verschilpunt is er De katholieken willen de dienstvervanging niet prijsgeven en zoolang dit gevaar ons dreigt, konden wij hot bondgenootschap niet onomwonden aanvaarden. Wij moesten hun le verstaan geven, dal wij met een Staatsbeleid, dat den persoonlijken dienstplicht aan de orde zou stellen, geen vrede kunnen hebben, omdat een dergelijk Staatsbeleid noch het vertrouwen onzer kiezers noch het onze heeft. „Wij willen een christelijke meerder heid, maar één prijs willen wij daarvoor niel betalende opheffing van de plaatsvervanging. „Mocht een ministerie dit voorstellen, dan, wij verklaren het allen zonder uitzondering, dan zou zonder verdere waarschuwing het kabinet ons ver trouwen geheel en al verbeurd hebben. „Men zal zeggen, dat men dit in de resolutie had kunnen vermelden. De Katholieke Kamerleden hebben gemeend, dit niet le moeten doen, omdat, indien men vertrouwen vraagt, men ook ver trouwen schenken moet. „Daarom hebben wij niet genomen onze woorden, maar de woorden van de deputaten-vergailering, waarin wij lezen, zooals wij duidelijk hebben uit gesproken, dal h. i. de maatschappelijke vraagpunten op den voorgrond moeten treden en de legerorganisatie niet aan de orde kan komen. „Meer mogen wij niel vragen. „Maar dit staat vast, onwrikbaar vast, t een regeering, hoe voortreffelijk, hoe edel, hoe christelijk ook, die tot invoering van den persoonlijken of alge- meenen dienstplicht een voorstel zou doen, onmiddellijk, onvoorwaardelijk, voor eens en voor goed, het vertrouwen van ons allen verloren zal hebben en op onzen steun niet meer heeft te rekenen." De resolutie, verder in détail toelichtend, zegt spr., dat men gemeend heeft, het program in de resolutie te moeten noe men, ont duidelijk nog eens in het licht te stellen, dat het doel moet zijn, dit de toekomst lot vervulling te brengen. „En nu hel besluit der resolutie. Indien wij niet de nederlaag willen lijden, indien wij eenmeerderheid willen hebben, die niet afhankelijk is van de hoofd pijn of het pootje van één lid, dan moeten wij een offer brengen, een offer dat zwaar, pijnlijk, ja voor sommigen zelfs kwetsend kat) zijn, maar een offer, dat de zaak, waarover het gaat, vordert." Met een schitterende peroratie, waarin spreker de aanwezigen opriep, in het belang van Nederland dit offer te brengen, en onzen steun te schenken aan hen, die onze erfvijanden worden genoemd, besloot hij zijn rede. Met een donderend applaus, betuigdede vergadering hare instemming. Er volgde een kort debat. Tilburg wilde in de resolutie een bepaling hebben opgenomen, dat, waar de keuze zou loopen tusschen een liberalen vrijhan delaar en een liberalen protectionist, zoodat een lid der rechterzijde geen kans had, men zou stemmen op den protectionist. Dit voorstel vond echter geen steun, zoodat Tilburg daarop niet verder inging. O-a- ontried dit voorstel de ZeerEerw. pastoor. Eerstens, die tevens onder luide instemming der vergadering verklaarde, lot het bondgenootschap met de anti-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1897 | | pagina 1