Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 33. Zaterdag 13 November 1897. Elfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort. Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blarieum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs por drie maanden: Franco per postf0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs dor Advertentiin: Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.05 Correspondenten en t uiterlijk Vrijdagavond Voor de toekomst. in. Fouten opsporen en aantoonen is nu juist geen behagelijk werk, doch waar het heil des volks zoozeer daarin betrokken is, behooren mis vattingen en gebreken flink en on beschroomd onder de oogen gezien, en deze, ter vermijding in de toekomst, in het juiste licht gesteld. En dan kan tot bemoediging veilig geconstateerd, dat, wanneer het katholiek program meer en krachtiger tot richtsnoer bij ver kiezingen gekozen wordt, ol beter ge zegd, geheel tot leiding daarbij aan vaard, de thans te betreuren fouten zullen vermeden worden. Dit program immers omvat de belangen des geheclen volks, en die van den werkenden stand in 't bizonder. Zijn begin last al aanstonds de sociale quaestie in het hart. Het ver langt allereerst, dat deWotgeverzïjnc aan dacht zal wijden aan de volgende punten .Zondagsrust -, .Zedelijke en stoffelijke verheffing van den ambachtsstand, voornamelijk met betrekking tot de leerlingen .Het vraagstuk der arbeiderswo ningen .Verbod of beperking van den ar beid voor vrouwen en kinderen voor zooveel mogelijk en naar den aard der werkzaamheden en verbod van dien arbeid in fabrieken en werkplaatsen voor vrouwen met de zorg voor eigen kinderen belast; „Bestrijding van overmatigen arbeid ook voor mannen .Regeling der uilbetaling van loon „Verzekering tegen ziekte, ongevallen, invaliditeit en ouderdom." Hier veroorloven wij ons te vragen Kunnen nu de nieuwe kiezers, die toch zoozeer bij de oplossing der sociale vraagstukken betrokken zijn, zich hunne belangen niet volkomen verlaten op mannen, die er zóó ruiterlijk opkomen en ze willen verdedigen met al de kracht, die in hen is? En moet hieruit niet geconcludeerd, dal het eene groote fout moet licetcn, wanneer de werkman-kiezers zich niet eenparig en zonder eenig voorbehoud zouden scharen onder den sehoonen standaard boven hunne hoofden ontrold? Ongetwijfeld mogen en zelfs moeten de werklieden onbewimpeld hunne bezwaren opperen, hunne klachten omtrent werkelijke grie ven laten hooren, hunne verlangens kenbaar inakenmaar aan de ver dedigers hunner rechten in het Par lement behoort zonder eenig beding geheel en onvoorwaardelijk de beoor deeling, wat in gegeven omstandigheden mogelijk, wat bereikbaar is. Met het onmogelijke of onbereikbare te eischen, slaat men eene richting in, die allerver- derfelijkst is, en slechls het socialisme kan ten goede komen. Hel zal nauwelijks behoeven gezegd, dat bij verkiezingen mede als een gevaar lijk euvel moet beschouwd worden, inct het machtwoord .vooruitstrevend" te paradeeren. Hiertegen dient men, voor al onder ons, Katholieken, met voor- zichligen ernst te waken. Dit macht woord toch leidt onvermijdelijk in eene richting, welke de onze niet wezen mag. De tijd, waarin die leuze onder ons, Katholieken, bruikbaar werd geacht, is. God zij dankvoorhij. Thans hebben we oen program, een staatsstuk in den edelsten vorm, dat onze trots en onze vraagbaak moet zijn en blijven bij verkiezingen. Waar thans een katholiek tot candidaat wordt gesteld, is het slechts de vraag of hij in hoofdstrekking het katholiek program aanvaardt, zonder meer. Iedere tocvi e- ging van eischen of beginselen kan slechts verdeeldheid brengen in eigen gelederen. Vooruitstrevende beginselen toch, buiten ons program verkondigd, worden slechts ontleend, zooals ook te Enschedé viel te constateeren, aan begrippen, welke juist door~de tegen partij gehuldigd worden. Hier echter zijn we tevens genaderd tot. liet punt onzer beschouwing, waar veel, ja zeer veel tot verschooning van de handelwijze tier leiders van de ver kiezingen te Enschedé behoorl inge bracht. Bedoeld district telde onder de oude kieswet slechts 2d 12 kiezers en 5 heelt het er S778derhalve een werkinans-kiesdistrict bij uitnemendheid Overbekend nu is het, dat socialistische volksmenners sinds jaar en dag met inspanning van nlle krachten door woord en geschrift getracht hebben dit district met hunne verderfelijke idcên le vergiftigen. Dat vele nieuwe kiezers, ok onder de katholieken, door hunne schoone beloften en prachtige voor spiegelingen zoo niet geheel meegesleept, dan toch wel eenigszins in dwaling werden gebracht is, bij veler gerin ge ontwikkeling, zeer verklaarbaar. Eene zekere uiting van dien geest heelt er dan ook juist toe geleid eigen beginselen als 't ware geweld aan te doen, ten einde het district uil de handen van het liberalisme of het altaar en troon bedreigend socialisme te redden, docli de uilkomst heeft be wezen dat deze berekening faalde. Deze les moge nu hard en pijnlijk wezen voor 't gemoed, doch zeer zeker zal ze tot leering strekken niet enkel voor de katholieke kiezers in bedoeld district, maar tevens voor het gelieelc katholieke Nederland. Veel zal dus afhangen van de leiding der verkiezingen zwaar is derhalve de taak der besturen van onze kiosvereeni gingen en groot is voor hen de ver antwoordelijkheid. Terecht schrijft de Tijd in haar aangehaald artikel„Onze kiesvercenigingen hebben door de nie Kieswet den kring harer bemoeiingen aanzienlijk zien uitbreiden. Wat vroe ger in niet weinig gevallen nagenoeg een sinecure kon heeten, eeri i postje, dat men aannam als aanleiding tot een nu en dan gewenschle verpoo- zing. de leiding van een kiesver- eeniging is thans een werk geworden van wijden omvang, een werk, dat aanzienlijke offers vraagt van al de genen, die er zieli mede bezighouden. Maar meer dan ooiteen nooilig werk Een werk. waarvoor dus de krachten ïer mogen ontbreken, willen wij als katholieke staatsburgers ten eenenmale overvleugeld worden door tegenstanders. Een werk, dat al toos dient te worden voortgezet, zonder ontmoediging en zonder vermetelheid. Een werk, dal sterke zenuwen vraagt, helderen onbevangen blik, en boven alles een toewijding, een offervaardig heid, die haar grond vinden in een oprechte liefde voor Kerk en Vaderland." Waar nu zooveel moeile, zooveel zorg, zooveel opoffering van de be sturen onzer kiesvercenigingen wordt gevorderd, mag verwacht worden, dat de kiezers hunnerzijds door oprechten steun en eendrachtige samenwerking de taak der besturen, zooveel eenigszins mogelijk is, zullen bevorderen. Niet krachtig genoeg kan daarom gewaar schuwd legen de allesbedervendc fout om zoogenaamde bezwaren in te bren gen als candidalen eenmaal door onze kiesvercenigingen zijn gesteld. Bij den nieu-.ven stand van zaken behoeft toch nimmer gevreesd, dat een candidaat te ondoordacht, le lichtvaardig zal worden aangewezen. Immers, hel rijp beraad, het ernstig overleg tusschen de verschillende besturen der kiesvereni gingen of de daartoe aangewezen com mission, wanneer candidaten in de des betreffende kiesverenigingen moeten worden voorgedragen, waarborgt alreeds volkomen voor iedere onhandige, foutieve candidecring. Wanneer dus én door de besluren én door de daarbij betrokken kiesverenigingen een candidaat is, of candidaten zijn geproclameerd, moeten meeningen tegen het politiek beleid van besturen en van kiesverenigingen, of persoonlijke opvattingen, die omtrent gestelde candidalen een nadeeligen in vloed kunnen uitoefenen, met alle zorg en kracht vermeden worden. De dervinding heeft, helaas, maar al te zeer geleerd, welk eene ellendige ver warring en schade aan de katholieke partij hiermede alreeds is toegebracht. BUITENLAND^ Aan het jaarlijkschc feestmaal in het Londcnsche Stadhuis heeft de Engelsche minister-president Salisbury eene poli tieke redevoering gehouden, waarin hij twee zaken op den voorgrond stelde Engelands koloniale verwikkelingen in Afrika én deGrieksch-Turksche qnaestie. Omtrent het eerste punt zeide hij, dat Engeland in vriendschap wil leven met zijne buren, maar dat de regeering zich toch genoodzaakt ziet te zeggen, dat het met de lankmoedigheid tot dusverre betoond, eindelijk uit is. Ver volgens werd alle lof gebracht aan het Europeesche Congres, dat Europa voor ecnen algemeenen oorlog heeft behoed. De minister besloot zijne rede met de volgende woorden ,De eenige hoop om den wedjjverin de bewapening der Europeesche naties, een wedijver die hen wederkeerig te gronde moet richten, te beletten, is ge legen in het streven om de mogend heden er langzamerhand toe te brengen gezamenlijk in vricndschappelijken geest te handelen in alle geschillen, die kun nen rijzen, totdat zjj ten laatste ver- cenigd kunnen worden in één inter nationalen bond, die bij voortduring de wereld een lang tijdperk van voor spoedig verkeer en onafgebroken vrede zal geven." Dat de wedijver in de bewapening de Europeesche naties ten gronde richt, wordt dus openlijk door den Engelschen minister-president verkondigd. Inlusschen ziet het er voor Engeland nog altijd niet gunstig uit in zijne be zittingen in Engelsch-Indië. Wel hebben neerdere stammen hunne onderwerping langeboden, maar de voornaamste stamhoofden kunnen nog maar niet besluiten zich aan het Engelsche gezag te onderwerpen. Generaal Lokhard heeft zijn kamp opgeslagen midden in het vijandelijke land, om van daar uit zijne operalies beter te kunnen uitvoeren. De stammen, die nog niet lot onder werping zijn gebracht, verspreiden zich door het gebergte, en men vreest een guerilla oorlog, welke den Engelschen waarschijnlijk op groole verliezen zal komen te staan. Zelfs het kampement van den generaal wordt nu reeds meer malen heftig beschoten en bij de troepen, FEUILLETON. De Pleegzoon. Door Philoponos. III. 7) Bijna vier jaren ijjn weder in den Inop des Ijjds verdwenen. Voor vader en moeder Barlena zijn het jaren geweest, die door onder vonden teleurstelling, kommer en verdriet den langen duur van hon verloop dnchtig deden voelen. Moedig hadden zjj gestreden tegen de beproevingenmet kracht hadden zjj het hoofd geboden tegen aanvallen van mismoedigheid, doch niettemin waren afmatting en nitpntting hunner lichaamskrachten op beider gelaat te lezen. tZg hadden zich, toen hun pleegzoon vertrokken was, nog hoopvol gevleid met eene verbetering des gedrags van bun eigen zoon. Alles stelden zö daartoe in het werk. Met nog grooterr gezetheid trachtten zjj zjjoe wenschen te komen, hem het huiselijk leven le veraange- namen. Over Jan werd in zjjn bjjzjjo met gee enkel woord gerept, om toch maar alles I vermgden, wat hem hinderen kon. Toch, w: men ook beproefde, er kwam geen verandering in zjjn levenswandel. Aan zjjne verkeerde levem wjjze wbb hjj al te zeer gewoon geraakt, en reeds te veel aan den drank verslaafd, om den hniseiyken haard rust en genoegen tot diep in don nacht, zat moeder Bartens in voortdurende spanning rusteloos op de komst van haren zoon ichten. En wanneer hg eindelijk in niet normalen toestand wederkeerde, tiachtte de :r te voorkomen, dat vader Bartens dit kon. Niet om de boosheid van haar kind le vergoelijken, maar alleen om haren man hel leed daarvan le besparen. Scheen de kans haar gunslig, dan nam zü die voorzichtig waar om voor de zoovoeUle maal haar zoon mol zachte, liefderijke verma- a op het pad der deugd lenig te voeren. Onuitputtelijk was ze dan in hare smeekingen, doch al beloofde hjj al eens zich te zullen nagekomen. Een enkele lichtstraal werd weieens op het levenspad der zwaar beproefde ouders gewor pen dit gebeurde wanneer de goede pastoor der parochie ben bezoeken kwam. Als de toe komst hun al te somber loescheen, wist de trouwe zieleherdcr hen altö'd -veder te troosten en moed in te spreken. En wel het meest waren zij verblijd, als hjj dan tjjding van hon dierbaren pleegzoon bij zich had. Dat bracht dan nog eens opwekking en hoop. De brieven van hun pleegzoon waren terecht troostvol voor bon ouderhart. Die bezoeken van den pastoor eo de harte lijke brieven van Jan gaven gewoonlu'k slor tot gcnoegeljjke gesprekken; maar de zc waaronder zjj gebokt gingen, verdreven snel die kortstondig genoten blijdschap, de toestand werd steeds hachelijker voor De groote verteringen van hnn zoon b ringen ir ontzeggen, niet gedekt worden. Zoo hadden zü weder vier lange en bange jaren in onophoudciyk zwoegen, lobben en zor gen doorworsteld. Nu stond het ook bg hen stond voor de deur. Bovendien had hun zoon door zjjn liederlijk gedrag zich reeds meermalen moeilgkheden gebracht; slechts ter nauwer- itkomen. Helaas, dat het ouderlijk leed nog grievender worden moest! Aan eenen zyweg, welke van het dorp, door een ruwe streek met bijna onbegaanbare wegen naar een naburige stad leidde, en daarom een- zram eo verlaten bleef, stond in de schadjiw van breedgetaktc eiken een kleine vervallen woningaan den gevel van dit gebouwtje was een gzeren slang bevestigd, waaraan een schild bengelde, waarop twee handen ineengevat waren aigobcold. Onder deze schildering, die nanweljjks meer te ooderscbeiden viel, stond met onbeholpen letters ,De vriendschap" te lezen. Door de dorpelingen werd deze kroeg echter nooit anders dan als het ,Strooperskwartier" aangeduid. Daar was het dat Hendrik ten laatste vrien- don zocht en zo ook vond in den kaatelein, ge naamd zwarte Peter en nog een persoon, die als Driekcs de strooper bekend en berucht was. Sedert jaren reeds woonde Peter met zjjn oude moeder daar; de winst, dia de herberg afwierp, leverde wel geen beslaan, maar als een ronde duit. Voor slroopers van beroep was Peter de persoon om den buit aan den man te brengendie kunst verstond hjj meesterlijk. Geen wonder dus, dal bjj avond en ontgaeo de vriemlen daar aanklopten. Daar vooral ook kun het stroopersbart zich vcrlustigon over de ver- haleo, die opgedischt werden, omtrent listen en sluwheden, die in dit vak worden toegepast Op zekeren avond was het weer vrg woelig in „De vriendschap" toegegaan, zoo zelfs, dat Peter een zacht van verlichting slaakte, een paar woordvoerders, die geducht geborreld hadden, waren afgetrokken, Alleen Dri strooper zat nog rustig io een hoek en kee een gluiperigen blik naar de hangklok, onder de opmerking .Zou er met onzen braven Hendrik wat haperen, Peter?" .Dat zou ik niet denken,", gaf deze om scbillig ten antwoord. „Hu is genoeg door de wol geverwd om zich ons gezelschap niet t< schamen. Ik vertrouw stellig, dat we op der dnur een termen bondgenoot in hem vinder ,'tls te hopen, dat het waar is," grinnikli de ander, „want hulp hebben we noodig, al: we zaken willen doen." „Is het nou nog niet gedaan," pruttelde eet schorre stem, dienit den boek van het ruimi vertrek bon in de ooren klonk en beide mannen vragend deed opzien. .Moeder, ik zeg je, ga naar bod 1" riep Peter een weinig wrevelig. ,We hebben nog zaken I hespreken, die niet wachten kannen. Je bohoeft om mg niet op te bljiveo, dat weetje ook wel." .Ja, dat weet ik," grgnsde de oude, wier uiterlijk eene norsche onbehagelijke uitdrukking had. Grommend stond zg op en schreed naar een zijvertrek, waarvan zg de deur met kwalgk ver borgen wrevel met een krachligen ruk achter ,Zie zoo, nu zijn we weer onder ons," riep Peter, toen de deur achter de vrouw zich ge sloten had. „Zeg dat wel," mompelde de ander nadenkend, ,we moeten voorzichtig zjjn. Maar ik begrjjp niet, waar Hendrik bljjlt." Een zacht kloppen op de deur onderbrak plotseling het gesprek. „Daar zal je hem hebben, Dries; ik dacht wel, dat hg komen zon," mompelde Peier zacht, terwijl hjj naar du deur ging, doch alvorens le openen tol den buitenstaande riep: „Wie is daar 1" „Goed volk," was hot antwoord. .'lis in orde," riep Poter, die de stem her kende en daarna de deur ontsloot Een kreet van vreugde ontsnapte de twee mannen, toen hun vriend, de ongelukkige Hen drik Bartens, want deze was de late bezoeker, binnentrad. .Goed opgepast!" riep Driekes opgetogon. .Je bent een kerel uit één stuk." „Een man een man, een woord een woord," gaf Hendrik onverschillig ten antwoord. .Dat zeg ik ook," zei Peter, met een zgde- liogsehen glimlach naar Driekes gericht, die zjjn

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1897 | | pagina 1