Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 39.
Vrijdag 24 December 1897.
Elfde Jaargang.
DE EEMDODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baam, Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drie maanden i
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf0,05.
BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Priji dar Advertentlêni
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
Correspondenten en Adverlentiün moeten uiterlijk Vrijdagavond
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
De Koning der armen.
De voorspelling is heden vervuld
uit Bethlehem, de geringste van Judas
steden, is de Vorst opgestaan om te
heerschen over Israël, zijn volk, de
Koning gekomen om aan de armen het
Evangelie ie verkondigen blijde vieren
wij in den Kerstnacht Zijne geboorte.
Maar welk een Koning I De vorsten
dezer wereld spreiden eene uitwendige
majesteit en eenen verblindenden rijkdom
ten toon om hunne verhevene waardigheid
hoog te houden, ontzag en eerbied af te
dwingen, 't Is billijk, dat geleende groot
heid en macht niet verschijnt, tenzij in
het purperen gewaad der uitwendige
schittering en luister. Doch de Koning,
die ons heden geboren is, verschijnt zon
der de indrukwekkende grootheden dezer
wereldHij verschijnt als Koning
der armen met het kleed der heilige
armoede omhangen. Hij, de Koning der
koningen, die alle grootheid en macht
in zich zeiven bezit, heeft niet noodig
om eerbied en ontzag te wekken, zich
te omkleeden met 't luttel praalver
toon dezer werelddat kleed zou den
Hemelkoning ontsieren Hij moest ons
leeren de onthechting van het aardsche,
in ons opwekken de begeerte naar de
eeuwige goederen des hemels en daarom
kiest Hy de armoede tot zijn deel.
Koning der armen is de door Hem
zelf uitverkoren en daarom Zijn glorie
rijkste titel. Hy predikt ons in Zijne
geboorte, dat 't aardsche geen doel is,
maar middel tot hoogere goederen Hij
leeraart ons, dat de Hemel, Zijn troon,
het doel moet zjjn van al ons streven,
en dat de aarde, Zijn voetschabel, door
ons met Hem vereenigd onder den voet
moet worden vertreden. Hier toont Hij
bij Zijne verschijning onder ons, dat de
aarde is eene voetbank Zijner voeten.
Hij, wien de aarde behoort en hare
gansche volheid, heeft van haar niets
gewild dan het stof, waaruit zijn
lichamelijk omhulsel werd gevormd,
alleen om den vloek der zonde, waar
mede de aarde was getroffen, op te
heffen. Luide wordt het ons verkondigd
door de Engelen op Bethlehem's velden:
,Dit zal u ten teeken zijn Gij zult een
kind vinden in doeken gewonden en
liggende in eene kribbe.
Waarlijk, de Koning der armen werd
de uiterste armoede geboren. Den
issen geeft Hij hunne holen, den vogelen
hunne nesten, maar zelf wil Hy geen
steen in eigendom, waarop Zijn hoofd
rusten mag. Geen herberging vindt Hij in
Bethlehem, in eenen stal, eene openc grot
door de natuur gevormd, eene verblijf
plaats van redelooze dieren, komt Hij
ter wereldeene arme vrouw is Zijne
Moeder, Zijn Voedslervader een arme
timmerman. Eenige schamele doeken in
lompen vormen Zijne koninklijke kleedij,
een handvol stroo strekt Hem tot bed,
eene kribbe tot legerstedenooit werd
een kind armer geboren I
Als de Koning der armen gekomen,
wil Hij de armen tol eerste deelgenooten
in Zijne gezegende komst. Hij zendt
Zijnen Engel uit naar de behoeftige en
eenvoudige herders, dio op de velden
van Bethlehem de nachtwake houden
bij hunne kudden, om hun de groote
blijdschap Zijner geboorte te verkondi
gen .Heden is u in de stad van David
de Zaligmaker geboren, die is Christus
de HeereDe Engelen schamen zich
de diepe armoede huns Konings niet
zij verheerlijken Hem en luide en ju
belend zingen zy het glorie aan God
in den hooge en vrede op aarde
aan de menschen van goeden wille!
De herders ergeren zich niet aan kribbe
en windsels; geloovende in het woord
door den Engel tot hen gesproken„dit
zal u ten teeken zijngij zult een kind
vinden in doeken gewonden en liggende
in eene kribbe," wierpen zij zich in
voudigheid des harten neder en werden
Hem aanbiddend, deelachtig aai
zegenrijke schatten Zijner geboorte.
Als Koning kwam Hij tot de armen,
d. i. lot het menschdom, dat de on
waardeerbare, den eenigen waren schat
der heiligmakende genade had verloren
Hy is, naar het woord van den Apostel,
geworden, om ons ryk Ie maken.
Ziedaar het doel. Hij, de Koning van
eindelooze rijkdommen, is afgedaald lot
de diepste armoede, om ons, die arm
naar de ziel waren geworden door het
verlies van de liefde Gods, hel recht
op de onvergankelijke erfgoederen des
homels, de verlorene goederen, terug te
schenken, ons te herstellen als ware
kinderen Gods en erfgenamen des hemels,
op voorwaarde, dal wij, onze armoede
bewust, mot een waar harl en in de
volheid des geloofs naderen, om door
Hom verrykt te worden.
Aan deze voorwaarde voldoen niet
allen, Vooreerst de hoovaardige, al
mocht hy tot de kribbe nadeien, hij
wordt verstrooid in den waan zijns har
ten zich zelf genoegzaam wanend en
ryk, vloeit de ootmoedige belijdenis arm
cn behoeftig te zijn niet over zyne lip
pen. Vervolgens de rijke In ongeregelde
gehechtheid aan het aardsche stelt hy
daarin zijn einddoel, wat slechts middel
zijn moest lot het erlangen der hoogere
goederenhij keert de orde, door God
gesteld, om hij keert zich tot het ver
gankelijke in plaats van hemelsche
schatten te zoeken en daarom .wordt hij
ledig weggezonden." Niet in de ver-
eischte stemming, worden beiden niet
deelachtig aan de bovennatuurlijke schat
ten Zijner geboorteniet voor allen
wordt het vreugdelied der Engelen ge
zongen, slechts.- „vrede op aarde aan
de menschen van goeden wille I"
De Koning komt tot de armen, om
hen in hunne nederigheid te verheffen
en hen, in hunne begeerte, met de
hoogste goederen te vervullen Hy komt
tot de armendit is het onfeilbaar
bewijs, dat Hij de verwachting dr
volkeren is, de beloofde Messias der
wereld Pauperes evangelizanturaan
de armen wordt het Evangelie ver
kondigd. Reeds in den stal ver
in wij de bljjdo boodschap, over
de lippen van het koninklijk Kind hooren
wij de zaligspreking vloeien „Zalig zyn
.rraen van geest, want hunner is
het ryk der hemelen I" do armen zien
wjj daar aan het r(jk der genade deel
achtig worden. Zalig ook wy, wanneer
os zijn van de goodereu dezer wereld,
derzelver gemis geduldig en onderworpen
Gods heiligen wil dragen, of bij hel
bezit daarvan zoo naar de hoogere goe
deren des hemels slreven, alsof wy,
het woord van don Apostel, zyn
als niet bezittenden. Dusdanig moeten wy
zyn, willen wy, dat God hot ryk der ge
nade in ons komt vestigen, ons in Zyn
ryk opnemen, ons maken zal tol mede-
erfgenamen Zijner goederen. De minnaars
der wereld en harer goederen sluit Hjj
buitenHy verschijnt in de uilerste ar
moede, om de armen rijk te maken,
over hen den schepter des vredes te
voeren: Hy wil slechts de Koning der
armen zijn I
BUITENLAND.
Prins Hcinrich van Duilschland is
Zondag j.l. met zyn smaldeel te Spit-
head in Engeland aangekomen en we
zoo onverwacht, dat het den admiraal
Seymour, die den geheelen dag mei
een oorlogsbodem gekruist had, onmo
gelijk is het geweest de gebruikelijke
saluutschoten te lossen. Waarschijnlijk
is dit hieraan toe Ie schrijven, dat et-
dien dag een dikke mist hing en men
niet gedacht had, dat prins Heinrich het
zou aandurven door te stoomen. Het is
in de Engelsche pers niet onopgemerkt
gebleven, dat 's keizers broeder den
nacht heeft doorgebracht in de Duilsche
ambassade en niet, zooals men alge
meen dacht, aanstonds op bezoek ge
weest is by „grootmoeder" Victoria of
by den prins van Wales.
Het optreden van Duilschland in China
wekt veel misnoegen bij de Engelschen.
Zjj ook willen thans een vast punt in
China bezetten, evengoed als Duitsch-
land en Rusland. De Standard zegl,
wyzende op de bezettingen door Rus
land en Duitschland, o.a.„De aanwezig
heid der Russen te Port-Arthur en der
Duitachers Ie Kiao-Tsjou verandert don
geheelen toestand in Oost-Azië. De En
gelsche Regeering moet zich daarom het
recht voorbehouden te overwegen, hoe
dat evenwicht kun hersteld worden,
zonder de belangen van Engeland te
schaden. Wy zyn niet verplicht toe te
zien, totdat alle goede punten ann do
Chineescho kust door andere valken zyn
bezet." De Timet schrijft ook in dien
geest en laat dan volgon „De Engelsche
Regccring moet er bij China op aan
dringen, dal Engeland Ghusan krygt als
vlootstation. onder dezelfde vriendschap
pelijke voorwaarden als de andere Mo
gendheden. Want het gaat niet aan, den
Engelschen handel In Sjanghai over te
laten aan de bescherming van een En-
gelach eskader, dat te ver verwijderd is."
Op denzelfden dag, dat prins Hein
rich uitzeilde werd Mgr. Anzer, de
apostolische vicaris van Zuid-Sjantoeng
in audiëntie ontvangen bjj Z. H. den
Paus. De reden, waarom de H. Stoel
Duilschland niet officieel bedankte, maar
wol persoonlijk aan den Keizer, lug hierin,
dat, ofschoon Z. H. zeer dankbnnr is
voor de krachtige bescherming der mis
siën door Duitschland, de H. Stoel dit
niet officieel kon doen, om Frankrijk
niet te hinderen, dat vroeger het pro
tectoraat heette uit te oefenen, en tevens,
omdat eenige bezorgheid gekoesterd
werd voor de wraak dor Chinuczen door
het krasse optreden van Duitschland,
De Aug tb. l'o.itztg. weel niHo Ie dee-
len, dut Dr. Lechner, kanunnik van het
Melropolitnun-Kapittol te Milnchen, be
stemd is, om den door het overlijden
van Mgr. Von Thoma vacant geworden
unrtsbisschoppelijken zetel van München-
Freising te bezetten. Een gunstig resul
taat is reeds verkregen door het noodige
overleg met den Prins-Regent van Beieren
en den minister van Eeredienst en zoo
is dan ook de definitieve benoeming door
Z. H. den Paus spoedig te wachten.
De vrede tusschen Griekenland en
Turkije is thans een voldongen feit. De
uilwisseling der bekrachtigingen heeft
Zondag j.l. te Konstanlinopel plaats gehad.
De Sultan heeft Rilat-bey, *rt nu toe
eerste secretaris bjj het gezantschap der
Porte te Londen, benoemd tot gezant
te Athene.
Naar eenigen tjjd geleden gemeld werd,
heeft de Porte aan de Oottenryksche
Regcering voldoening moeten geven in
het incident Bruzzafolli, die door de
FEUILLETON.
De twee vriendinnen.
He! was de 34 December 184.... In een der
grootste sleden van Europa sloeg het negen
nar des avonds op de torens der verschillende
kerken, en de anders ioo lsvendige stralender
volkrijke stad waren reeds eeniaam en verlaten.
Slechts hier en daar slopen nog enkele per
sonen rond, die met begeerigen blik door de
bevroren glazen der ramen van de winkels
gloorden naar de kribjts en kerstboomen, die
daarin lot verkoop waren uitgestald.
De sneeuw viel in dicble vlokken. Bjj bet
matte schijnsel der olielampen, welke de
-—mam r—
door dei
beschouwen.
Om dezen tjjd verliet eene donkere gestalte
het groote gebouw, dat door een bek en eenen
lain van de straat gescheiden lag, en ging,
ondanks sneenw en konde, langzaam op de
slrant voort Het was eene liafdezu-'--
die baar klooster verliet, om in een afgel
straatje der stad op een dakkamertje bjj
zieke nachtwake lo honden.
Geheel alleen ging zij in deze late avondnre,
zonder de minste ang;l te gevoelen. Wat had
zjj ook (e vreezen Zit, een engel der naasten
liefde, dieals bode der weldadigheid de nederigste
hallen der armen opzocht, om daar hnlp en
troost eo opbeoriog te brengen aan het arme,
lijdende menscheohartIeder kent ze, de ne
derige rasterszelfs de booswicht treedt baar
eerbiedig ter zjjde; want ook hg weet, dat,
waar zjj verschgnt, de tranen der drukkendste
smart gedroogd worden en de wonden des
lichaam! en die der ziele re«l verliezen van
hare smart en bare bitterheid.
Moedig schreed de zuster door de onder
lenw bedolven straten voort-, hare klecderen
reo reeds met eene laag sneeuw bedekt. De
—.-alen harer rozenkrans glodon in regelmatige
luiscbenpoozen door hare koude vingeren. Zij
beproefde te bidden, doch van tjjd tot tjjd
ierd zjj daarvan algetrokkeoherinneringen
it haar vroeger leven kwamen haar heden
vond meer dan ooit met onweerstaanbaar
eweld immer weder voor den geest. Zij her-
acht, hoe zjj voor ongeveer tien jaren in den
lacht van het heilig Kerstfeest als een zestien
jarig meisje hand aan hand mot hare vriendin
in de kerk van baar geboortedorp voor hel
kribje op de koieêo lag om daar, voor de
laatste maal wellicht, hare gebedeo tot God
op te zonden. Voor de laatste maal wellicht
want de ure der scheiding naderde met rassche
Met welk eene vnrige aandacht had zjj toen
maals hare gebeden ten hemel heen geslierd
Zjj bad gebeden voor haar eigco heil, en dal
van hare vriendin, die, evenals zjj, op het
punt slond, het geboortedorp te verlaten, om
bij bloedverwanten haar intrek te nemen. Nog
klonken in hare ooren als loen de woorden, welke
hare vriendin by hot afscheid gesproken hnd
„Regiaa", had deze tot haar gezegd, „Kegina
van onze vroegste jeugd af waren wij onaf
scheidelijk met elkander verbonden-
geweest ijjt, was ook ik, en waar ik w
gjj nooit ontbrokensteeds hebben wjj t
ooze kinderspelen genoten en Ie zameo lief en
leed gedragende band der lietde en vriend
schap, welke ons reeds vereenigde als kleine
kinderen, is met de jaren nog vastergoworden.
Ach nn moeien wg scheiden ik ga naar de
■aaste stad, gjj naar een landelijke gemecote
onze levenswijze zal nu geheel verschillend
wordendoch, welk lot ons ook de toekomst
bereiden zal, ot wjj rjjkdom en weelde rallen
genieten, of in bet zweet des aanscbiins ons
brood moeten eten, onze vriendschap zal voort
duren tot aan gene zjjde van het grall"
Z66 had hare vriendin gesprokendaai >p
er £5
in de oogen elkaar ii
n elkander loa. o
geroepen.Irma, zgt altijd b
zaam, gelijk gjj tot hiertoe
gedenk uwer vriendin, zooals
r gedonl
f. Nog
lenum toe-
en deugd-
sl^zjjt, en
Tien jaren waren sinds dien gedenkwaardigea
feestdag van Kerstmis vervlogen. SindB vier
jaren had zij do wereld vaarwel gezegd, om
als liefdezuster zich aun den dienst der arme
en lijdende menschheid le wjjden.
En Irma wat is er nil haar geworden?
Is zjj hare belofte trouw gebleven of heelt zjj
bjj de genoegeoB dor wereld hare vriondin
vergeten? Heeft zjj de parel der onschuld be
waard? of is zjj gevalleo in het sljjk der zon
den. gelyk zoo vele vroeger onschuldige meis
jeszielen, die van het land naar een groole
stad getrokken zijn, om daar baar jeïuk te
zoekeo, en dan, door hoogmoed, genotzocht
en zedenbederf verlokt, in de nellen der boozen
en op dwaalwpgen geraakt zjjo?
Hjj deze gedachlo ging haar een steek door
het har'. Zjj bad voor de vriendin harer jeugd,
voor Irma, die sinds zes jaren niels rneer van
i had 1
en al scheen vergeten te h
Waarom dacht zjj heden m<
Irma? Waarom zweefde
ibhen. Zonderling I
rr dan anders aan
haar heden dezer
vier jaren bevond zjj zich in de sted, naar
welke Irm na haar afscheid zich begeven lied,
en waarin zij zich waarschijnlijk nog bevond.
Toch was zjj nooit zoo wonderbaar te moede
geweest, als beden, nn zjj over de eenzame,
met sneenwbedektc stralen voortschreed Het
kwam baar zelfs voor, als bevond zjj zich in
de nabijheid van Irma, die zjj nog denzelfden-
•vond zien en aan haar bart drukken kon.
De lieldeiuster verhaaalte, zooveel zjj bjj da
•neonwophooplng vermocht, bare schreden.
Zij si
in hier en daar zag men nog enkele personen
door de sneeuw waden. In deze straat lag de
schouwbnrg.
De zuster was dit gebouw reeds op een
honderd schreden nabij gekomen, toen zg eene
jonge dame ontmoette, die onbemerkt een boek
verloor, dat zij lot dusver onder den arm ge
dragen had. De raster raapte het van den
grond, maakte daarna de dame op baar ver
lies opmerkzaam, en overreikte haar hel boek.
Beide personen keken olkander aan. Derlippeu
der zuster ontsnapte een vreugdekreet.Irma
mgn geliefde IrmaDoch deze verbleekte, nam
hol boek, en verwjjderdo zich haastig. .Irma,
kent ge uwe vriendin Reglna niet moer?" riep
haar de zuster oadoch zjj was bereids in
een nabij staand huis binnengegaan en had de
deur achter zich gesloten, ooderwjjl de zuster
ilagen met trage schreden
om nan het bed oener
Daar ut tü op hare kamer, de gevierde
toooeelspeelsterden arm had zü op do tafel
geleund, hel hoofd steunde zjj mot de haod en
op het prachtige vloerkleed.
Daar zat zit, Irma, de vroegere, jarenlange
vriondin van Roginauil hare aogen parelde
een vloed van tranen, welke atroldeo over hare
Daar lat zjj, de door het genotzuchtige, naar
zionenbedwelmend vermaak smnchlend publiek
gerlorde looneelspeelsler mot vertwijfeling
in de ziel, met ontevreden hart verzonken
Bg het matte licht der straatlantaarn had zjj
onder het eenvoudige kleed dar lieldezuslor
hero vroegere vriendin herkend, z(j had hare
slem vernomen en de woorden gehoord .Irma,
kent ge uwe vriendin Regina niet meer Dele
uebte klanken waren baar als Mn snf
Ja, zij had Regina herkend, maar deze schga-
haar verloochend. En toch had deio onver
wachte ontmoeting in liaur hart een tol dusver
onbekend gevoel wakker geroepcu, het gevoel
van schuldbewustzijn en zeltverwjjl, dio ge
woonlijk voorboden van een spoedig berouw
en verbetering z[jo.
Daar zat zü eenzaam op hare kamnrmaar
haar geest schouwde op het verleden terug.
Zoele herinneringen der jeugd stegen op in
hare ziel eo zweefden lieftallig voor haren
geesl. O, hoe gelukkig waren do oogenbllkken
geweest, die zjj aan de zjjde harer vriendin
gesleten had. Hoe kon zjj toch iemand vergoton,
die zjj zoo onuitsprekelijk had bemind, en dia
zij eene eeuwige vriendschap gezworen had I
Hoe tevreden en gelukkig was zjj geweest in
het arme, onaanzienlijke dorpje, waar hare
wieg had gestaan eD waar iedtr plekje haar
herinnerde aan de kinderspelen, welkezü melde
vriendin barer jeugd had uitgevoerd I Stil en
rustig, zorgeloos en ODgekend van dn wereld
had xij daar geleefd naar de onda zed"»
gebruiken der geloovige landbevolking.
Daar wist zjj nog niets van
bederf, welke tie onschuld d
geweest! Ach.
verdwijnen?
Id den geest stond zij weder bjj hare vriendin
aan den weg, waar zij van elkander moesten
scheiden. Nog eonmasf omarmde zjj deze met
innige llotdnnog eenmaal drukte aii atom de
hand tot afscheid, en ijj gingen ieder baars-
-Ach", zuchtte Irma, .deze vriendin heb lk
soliandelijk vergelen; bovendien ben ik mijnen
Heer en God trouwelooageworden. Ach, wal
blijltmjj over van de ear enden roem, welke lk
ryklgk heb geoogstWat voordeel brengt ml)
ledcro bijvalsbetuiging der lianen» treelende
.1