Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
ïrsrx s "bS
No. 43.
Zaterdag 22 Januari 1898.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, \aarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden t
BureauBreec
Iestraat, E 349,
Amersfoort.
Prija der Advertentilni
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Uitgave van
de Vereeniging De
Eembode.
Correspondenten en AdvertentlSn moetan uiterlijk Vrijdagavond
voor 6 ure aan het bureau bezorgd zijn.
Bij dit nummer behoort
„Anti-Dienstvepvangings bond."
Verschillende hier ter stede verschij
nende bladen bevatten vóór enkele dagen
onder bovenstaand opschrift de volgende
advertentie
„De ondergeteekenden, daartoe van
verschillende zijden met aandrang aan
gezocht, hebben gemeend eene poging te
moeten in het werk stellen tot het
weder oprichten alhier van eene onder-
afdeeling van den,, Anti-Dienstvervar.gings
Bond."
„Zij roepen daartoe allen, die tot
dat doel wenschen mede te werken op,
lot een algemeene vergadering in de
Sociëteit „Amicitia" op Dinsdag 11
dezer, des avonds ten 8 ure op welke
vergadering het beginsel van den per
soonlijken dienstplicht en hel streven
van den Bond, voor minder ingewijden
nogmaals zullen worden uiteengezel."
Deze advertentie was onderteekend
door de heeren.Van Lanschot Hu-
brecht, BaronNepveu,Slr. H. Croockewil,
Luit. Kolonel van Gennep, Kolonel De
Petit, Majoor Tromp van Holst en
Kolonel de Koff."
Een hoogst opmerkenswaardig ver
schijnsel valt hierbij al aanstonds te
constateeren. In Amersfoort, de garni
zoensstad bij uitnemendheid, waar men
van al de heerlijkheden, die het mili
tairisme heet te bieden, volop genieten
kan; waar men dag in dag uit de
trommen hoort roffelen en de trom
petten hoort schetteren, wat toch immers
opgewekt leven schenkt; waar men
zich op gezette tijden verlustigen kan
in exercitiën, parades en andere militaire
praalvertooningenwaar men in één
woord den militairen hemel zoo breed
mogelijk voor ieders oog ontsluit, blijft
de burgerij zóó koud, zóó ijskoud voor
het drijven der militairisten naar per
soonlijken dienstplicht, dat bovenge
noemde heeren van verschillende zijden
met aandrang moesten worden aangezocht
toch eene poging te wagen, om eene reeds
aan verval van krachten ineengestorte
onderafdeeling van den „Anti-Diensl-
vervangings Bond" te dezer stede weder
in het leven te roepen.
't Laat zich dan ook gereedehjk den
ken, dat genoemde heeren alleen na
aandrang, en wel van verschillende
zijden, zich bereid verklaarden, dit
zaakje aan te pakken, 't Was zeer zeker
verre van eene begeerlijke taak, die zij
op zich namen. Niet zoozeer om hier
een afdeelinkje van den .Anü-Dienst-
vervangings Bond" in elkaar te zetten,
en vooral niet nu de kolonel-comman
dant van het hier aanwezige garnizoen
in hoogst eigen persoon zich mede zoo
voor de zaak interesseert: maar een
vrij wat moeilijker werk was, om voor
persoonlijken dienstplicht geestdrift te
wekken in de harten van Amersfoorts
burgerij. Toch heeft men dit beproefd.
In vermelde vergadering heeft men
het beginsel van den persoonloken
dienstplicht en het streven jan den
Bond nogmaals" .uiteengezet Aan-
gaande deze bijeenkomst geeft de
Amtrsjoorticht courant een uitvoerig
verslag, waaraan wij, ter bespreking,
enkele der onderstaande citaten ontleenen.
In zijn inleidend woord zegt de ver
slaggever
Naar onze bescheiden meening ligt
in het feit, dat „een veel te klem ge
tal toehoorders" verscheen, een -
sprekend bewijs voor de waai
Amersfoorts burgers allerminst met
persoonlijken dienstplichtmgenomenzijn.
En of de spreker geen pleidooi uit
egoïsme hield zullen wij nader bezien.
Overgaande tot de mededeeling van
de rede des heeren De Petit lezen wij
het verslag:
loo dikwijls is door tegenstanders van den
P.D. als argument aangevoerd, zoodra een oili
er er vóór pleille ,Ja, zie je. dokiers moeien
eken hebben en advoealeo processen en jelui
Alsof 'de Iraclemenlen der oldcieren zouden
irbeleren, wanneer het leger qualltutief of
lanlilaUef veranderde, geljjk een epidemie ol
1 van processen de posilie van geneesheer ol
Ivocaal gunstig doen worden.
Uier maakt de heer De Petit al
dadelijk eenen zijsprong, die hom het
rechte spoor doet uit 't oog verliezen.
Door niemand toch wordt beweerd, dat
de tractementen der otficieren zouden
verbeteren, maar wel is met stellige
zekerheid ie constateeren, dat, als per
soonlijke dienstplicht wordt ingevoerd,
wat gepaard zal gaan met uitbreiding
hel leger, dan meer officieren enz.
zullen henoodigd zijn, waarvan
noodwendig 'iiel gevolg wezen zal, dat
in de belastingplichtigen
zal gevergd worden, en daarvoor deinst
de burgeuj met huivering terug.
Vervolgens betoogt spreker het nut
n den Bond en slaat daarna een
vluehtigen blik over Europa, om, uit
heigeen daar te aanschouwen valt, aan
te toonen, dat in verschillende landen
het militairisrne triomfeerten gaal dan,
aar hel verslag, aldus voort
Men zegt,
■leu van Tromp en Ue Huytor e
heel ilegeljfk bei
:U° b
uien zich ach lor dien dood-
il kosten van hunne ouders -
,r weioige guldens vervullen
rommel, die mets heeft dan
met graagte geeft, waar hel
land bjl I
1st dit vooral klassenhaat
en verder beloog.
Dat behoeft wél verder betoog en be-
ijs. Dat plaatsvervanging klassenhaat
wekt, moet bewezen worden, met feiten
worden gestaafd. Aan groote woorden eri
holle phrasen hebben we niets, 't Gaat
toch niet aan, al wat men belieft maar
klakkeloos te beweren, zonder daartoe
ook bewijzen aan te voeren. Evenzoo
uit te varen over een „schreeuwend on
recht" kan ieder wel. Waar echter door
militaire specialiteiten in bladen van
verscheidene richting reedi bij herhaling
met kracht van argumenten bewezen
sociale onrechtvaardigheid
in deze quaestie geen sprake mag zijn,
maakt men met voort te draven op
bet stokpaardje van een „schreeuwend
onrecht" zonder meer, toch waarlijk
een niet al te ridderlijk figuur. Met
bescheidenheid zij daarom den heer De
Petit o. m, de lezing aanbevolen van
het betoog van den oud-minister mr.
van Houten, voorkomende in de
Avondpost van 20 Nov. des vorigen
jaars. Daarin toch verklaart genoemde
staatsman ruiterlijk het een schandelijke
huichelarij te vinden, onze bevolking in
den waan te brengen, alsof afschaffing
van plaatsvervanging in haar belang ge
schiedde.
Gaarne doen wij ook den heer De Petit
kennis maken met het betoog, dat zijn
wapenmakker, majoor Van Vlijmen, in
de Tweede Kamer omtrent „rechtvaar
digheid" tegenover den dienstplichtige
ten beste gaf. Met den gloed der over
tuiging sprak deze militair:
"Het xö rojj vergund, nog de aandacht van
Z. Excellentie te vestigen op drie onderwerpen
van hel hoogste belang.
Ik zou kunnen zeggen van sociale rechtvaar
digheid.
Maar ik acht dat nieuwe bijvoeglijk naam
woord onzinnig.
Wal is rechtvaardigheid
Dat men vaardig zjj, om recht te verschaf
fen un alle leden der maatschappij.
Weina, in naam der rechtvaardigheid sou
ik wenschen, dat de wreedheid van hel lol
voor sommige dienstplichtigen en voor hunne
ouders werd verzacht door eene redelijke gel
delijke schadeloosstelling.
Wy weten. - maar vooral do leden der
Tweede Kamer, die liet antbl van burgemeester
hekleeden, zij weten, hoe wreed hel lot kan
zjjn. hoeveel ellende dikwerf in een arm huis-
gezin, waar vele kinderen zijn, wordt geleden,
of wel voor zijne moeder werkt, die w
door de onverbiddelijke conscriptie word! ver
plicht, maanden achtereen het gezin te verlaten,
ten einde zich in den wapenhandel ie oefenen.
Die zoon wordt in den militairen dienst goed
gekleed, goed gevoed en ontvangt bovendien
akgelii. IT
riëet beter
Maar lliuis wordt, door zjjnc alwezighoi J,
armoede, gebrek geleden.
Daarom is bel een eisch der rechtvaardigheid,
dat aan de ouders ol aan de moeder, die den
kracliligen arm des jongelings moeten tnissin,
die Ier wille van liet algemeen belang gebrek
lijdeneene geldelijke belooning door liet Itjjk
worde verstrekt.
De minister, die deze vergooding weet te
doen invoeren, zal zich wnariyk den eoretitcl
van den rechtvaardige door het volk zien toe
gekend
Ziedaar een edel, ridderlijk pleidooi
in zake de militaire quaestie, dat nog-
eetts van waarachtige rechtvaardigheids
zin getuigt 1 Maar waarom wordt door
de ijvcraars vóór persoonlijken dienst
plicht over die bestaande schandelijke
onrechtvaardigheid tegenover den mili
cien met geen enkel woord gerept
Vervol -ens ontleenen wjj aan meer
genoemd verslag
Unze tijd wordt bijna geheel behcerscht door
hel streven naai maatschappelijke rechtvaardig
heid. Geljjk vóór 100 jaren de derde stand
vrijkwam «n een slem in hel kapittel kreeg,
zoo zal ook binnen mul al Ie langen Ijjil de
vierde stand zijne rcolilcn eisclien. Voorkomen
schreeuwend onri
Allen zijn kindere
tegenover dal lai
met welk recht ki
Daar is een groot gei
Afschalling der plaalsvei
beperking: in een vrjje
moei men ieder vrjj laten i
de plaatsvervanging.
Ifde verplichtingen
;o zich dan alntakcn
arme. ook als is hjj
el it vervullen V
breeuw van vrijheid,
anging is vrijheids-
laat zegl men
a Zijne plichten tegen
over uai lano ai 01 mei ie vervullen. Doch dit
is gecne vrijheid, maar een exces van vrjjheid
en leidt tol blanke slavernij.
De verwijdering tusschen leger en burgerij
moet uithebben anders blijf! het land ziek en
wordt het al rotter en ellendiger en gaal ten
gronde bjj de allereerste complicatie,
Hier meeneu wij de „hoogst aange
name causerie" even te moeten onder
breken. Uit hetgeen de heer De Petit
in zijn eigenaardige geestdrift hier zoo
al oreert, zou men gevoegelijk afleiden,
dat hij gelijkheidsideên huldigt, waar
tegen iemand in de Telegraaf met klem
van redenen waarschuwt, als deze
schryft
Uit een oogpunt van sociale gelijkheid is de
persoonlijke dienstplicht geenszins te verdedigen.
Zoodra de Staat I egint eene regeling in te voe
ren op grond van sociale gelijkheid, moet de
physieke gelijkheid bowezen zjjn. Zoo deze niet
bestaal en deze zal nimmer op de wereld
Ie vinden zijo - kan er van sociale gelijkheid
tegeoover den Slaat geen sprake zjjn.
ook persoonlijk
dergelijke uiterste
consequentie behoort onbetwistbaar zeker, dal
de zoon van den minister of oud-minister, hoog-
waardigheidsbekleders van allerlei rangen stand,
van hoog en minder hoog adellgke famililin,
van leden der Stelen-Generaal en Provinciale
rijke bankiers, van vermogende
en en fabrikanten, van renteniers
allen over ééne kam geschoren worden.
Eo dan
Dan zullen al die zoontjes eelf hun geweer
moeten poetsen, self hun sokken stoppen, zelf
op wacht staan, ceif plaatscorvée verrichten,
zelf aardappels schillen, zelf inkoopen doen,
zelf steenkolen halen voor de wacht, zelf ran
sels en ander leerwerk ter reparatie brengen
en halen, en meer dergdjjke diensten en al
gemeene corveeën zelf verrichten.
Als hel dan toch onbillijk is, dat iemand,
die geld beelt, zich van den dienst kan vrij
kopen, noem ik voor rnjj hel nog veel onbil
lijker. dat dit beginsel in het leger gehandhaafd
en bevorderd zou worden, en de bezittende klasse
zich voor een beetje geld zou kunnen vrjjkoopen
van het zoogenaamde vuile werk en van
wat een arm soldaat wel moet doen.
Zeer juist, doch een dergelijke toepas
sing van de gelijkheidsidee ligt geenszins
in de bedoeling van den beer De Petit.
kreeg de
hij zjjn zi
Luistert maar:
„De studie wordt zoo kwaadaardig afgebroken,
illen andere ziekelijke oudersmaar studeert
in onze jongelingschap op dien lecftjjd zóó
rwoed? Menigjongmensch, die 't vooroordeel
in don kaot zette en els reservist een paar
aan,ten do gezonde oefeningen meemaakte,
izen op do wangen terug, welke hjj
•e studiën in zwerto en bruine wet-
verspeold."
Precieseen paar maanden reservist,
aar dat is geheel iels anders dan
maanden lang in de kazerne verblijven
en diensten verrichten, van allerlei aard,
door den schrijver in de Telegraaf
voorgecjjferd. Maar er is meer:
Neem bijvoorbeeld de kans 0|
tot milicien-korporaal en milicien-
wordt, als do jongolui uil honger stt
inondlenstplicht moeten vervullen, no.
t den min leren man ontnomen, omdat die
tnljes aanstonds door do intellectueel meer
wikkeldon zullen ingenomen worden,
„cl verder op hot leit, dat ook de zoons van
itairen, dus ook die der subalterne, hoofd-
opperotlicieren, voor den diensl worden op
geroepen en allicht een schreefje voor zullen
hebben. A bijvoorbeeld is de zoon van eenen
olftcier, misschien wel van den bataljons-com
mandant. Hjj inaskt zich aan liet een ol ander
vcrgrjjp legen hot reglemenlschtildig. Daar moot
rapport van gemaakt worden. MaRr zal J-' -
Dat dergelijke loeslanden te wachten
slaan, wanneer afschaffing van plaats
vervanging wordt doorgedreven, zal
niemand aan den schrijver in de Tele
graaf kunnen betwisten. Zij zullen
konten ondanks de geestdriftige opti
mistische heschouwingen des heeren De
Petit. Zijn verdere opsomming der
heerlijkheden over het samenzijn van
„jongelieden uit de eerste lamiliën naast
en tusschen de gewone miliciens," welke
het publiek zeker wel koud zullen
laten, vermogen wij dus slechts terloops
te vermelden, om het geduld onzer
lezers niet ai te zeer op de proef te
stellen. Echter uit bedoeld verslag nog
slechts dit teekenend citaat.
De soldatenboel is een hoogst immoreele
rommel, krgschen tierden angstig spr. kon na
37-jarige ervaring verklaren, dal zelfs de meest
religieusc instelling kan leven tiansl de kazerne.
Dus niet gelijk de Minister van
Oorlog, die zich in eene kazerne als
in eene kerk gevoelt. Een dergelijk gevoel
schijnt de heer DePetit nog te missen. Doch
wel lacht hem toe de idee, dat vlak
naust de kazerne de meest religieuse
instelling staat, en overigens zeker ook
wel, dat in de kazerne „keurige vormen"
tol „hoogst aangename causerie" worden
aangeleerd.
Nog zij vermeldenswaard de verma
ning door spr. ten slotte tot zjjne toe
hoorders gericht om „het platteland te
bewerken want vooral in deze materie
is het „onbekend maakt onbemind" van
veel kracht."
Alsof ook op het platteland om de ha
telijke, ellendige conscriptie niet reeds
genoeg zuchten werden geslaakt en
overvloedig tranen vergoten zijn
o Op een zeer opmerkelijk verschijnsel
meenen wy echter, in het gegeven ge
val, nog de volle aandacht te moeten
vestigen. In den strijd voor afschaffing
der plaatsvervanging hebben de mili
tairisten aanhoudend den mond vol over
dienstplicht, landsplicht en wie weet
wat plichten al niet meer. Het zij ons
daarom veroorloofd, slechts met één
enkel feit aan te toonen hoe soms bij het
leger met het begrip van plicht be
lasting beialen is immers ook cm plicht
en zeer zeker een eerste plicht, niet
waar? wordt omgesprongen.
In de raadszitting dezer gemeente
van 30 November 1897 dus nog
van jongen datum kwam aan de
ordeeen staat van oninbare posten
in zake de inkomstenbelasting, dienst
1896.
Aan het offtcieele verslag dier ver
gaderingen ontleenen wjj de volgende
aanhalingen
De beer Van Eaveld ia door dien ataat
teleurgesteld. Men vindt daarop eene reeka oc
oflieieren, Borgeant-majoora en adjudanl-ot
olflcioren, dio van het Rijk een goed trt
genieten, maar hel inwonen in de kazerne te
duiken.
En nog me
wekken, als 11
Nu heelt spr. getroffen de geringe medewer
king van de militaire autoriteiten. Eene oor
deelkundige inmenging van dezen zou de beate
uitwerking kunnen hebben in dien zin, dat zij
eonigen drang tot betaling uitoefenden. Spr.
dringt er op aan, dat hol bestuur der gemeente
niet zal alil zitten en eteede bil ieder geval
opnieuw zal aandringen. W(j kunnen toch niet
aannamen, dat de ministor van oorlog de on
willige belastingbetalers zal blijven beechermen
of de ontduiking in de hand werken.
Het bescheid, dat op deze pakkende
redeneering slechts kon gegeven worden,
luidde
De vooi
Wethouders zeer
an billijkheid en fatsoen het geval betreuren.
Hel dagelijksch bestuur heeft aan den minister
geschreven. Echter scbjjnt in deze zaak geen
inoroclen dwang te kunnen worden aangewend.
Tot nu toe zjjn Burgemeester en WethooJere
steeds blijven aandringenniet bü elk geval,
maar liet gelteele lijstje is aan den minister
gezonden. En als het geval
zullen zij dit weder doen.
Zoo komt men dus te pas als men
zich tot hooge en nog hooger militaire
autoriteiten wendt met verzoek onwil
lige ondergeschikten tot hunnen plicht te
brengen, den ernsligen plicht nl. van
verschuldigde belasting te betalen.
Voorloopig wenschen wij ons tot deze
bespreking der quaestie te bepalen. Ai-
leen nog deze bemerkingNu de jonge
heer C. van Lennep c.s,, en met dezen
zeer waarschijnlijk eene reeks van school
knapen het strijdperk van persoonlijken
dienstplicht zijn binnengestormd, wil het
ons voorkomen, dat het voor achtens
waardige mannen toch een kritieke po
ging mag heelen achter de hielen dier
knapen, in zake dienstplicht, nog lauwe
ren te willen oogsten.
BUITENLAND.
De leden van den Romeinschen adel,
die getrouw zijn gebleven aan den H.
Stoel, werden Zondagmiddag in gezamen
lijke audiëntie door Z. H. den Paus
ontvangen. Meer dan vierhonderd per
sonen waren in de zaal v»n het Con
sistorie bijeen, om den H. Vader hunne
eerbiedige hulde te brengen. In een
heerlijk schrijven, dat voorgelezen werd
door den prins assistent bij den Pause
lijken Troon, vertolkten zij hunne ge
voelens van toewijding en aanhankelijk
heid. Op deze schoone betuiging van
trouw, werd door Zijne Heiligheid ge
antwoord
„Niet alleen kwijt gij u van eenen plicht
van godsdienstige getrouwheid, maar gij
brengt ook eer aan de edele overleverin
gen en aan de heilige herinneringen door
de verzekering te geven van den onwrik-
baren band tusschen den H. Stoel en
de stad Rome, wier naam en karakter
even heilig zijn.
„De politieke hartstochten verloo
chenen de getrouwheid aan den Paus
zoowel als de getrouwheid aan het
vaderland. Daardoor worden de grond
slagen van het algemeen welzijn ont
kend en het egoïsme eener secte be
vorderd, dat schadelijk is voor het land,
welks heil niet verzekerd zal zyn dan
wanneer het rich onttrokken zal hebben
aan den kwaden invloed, welken het
ondergaat.
„Antwoordt op de leugenachtige be
schuldigingen, die op u gericht zijn, met
de rechtvaardigheid uwer werken, door
er het zegel op te drukken, dat eeuwen
geheiligd hebben. Toont, dat de Chris
telijke deugd het beste heilmiddel is in
deze moeielijke tijden."
Bij de audiëntie waren acht kardinalen
tegenwoordig. Leo KID geniet de beste
werd luide toegejuicht.