Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 50.
Zaterdag 12 Maart 1898.
Elfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie n
Franco per post
Afzonderlijke i
BureauBreedestraat, E 349, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eemoode.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
Het Parlementarisme.
i.
Een der hooggevierde erfenissen, die
de Fransche revolutie ons heeft nage
laten, is de staatsregeling met hare
parlementen. Men achtte de monarchale
regeeringsvorm met de verkondigde ge
lijkheid en vr\jheid in strijd, verouderd
en versleten, een beletsel voor de ont
wikkeling der volkeren.
Aan klachten tegen de vertegenwoor
digers der monarchie was in die dagen
geen gebrek. Dat de revolutionnaire
elementen daarvan ruimschoots gebruik
wisten te maken, leert ons de geschie
denis de vorsten zelve gaven daartoe
dikwijls gereede aanleiding. Maar, gelijk
doorgaans, werden ook hier de personen
met de zaken verward, de gebreken der
monarchen op de monarchie geworpen.
De conclusie lag nu voor de handde
monarchie is slecht en derhalve moet
zjj vervangen worden door een anderen
regeeringsvorm. Dit juist wilde men,
daarheen moest worden koers gezet.
Om deze redeneering meer kracht bij
te zetten, wees men op het voor ieder
zicht- en tastbare feit in den monarchalen
regeeringsvorm, n.l. dat hel bestuur des
rijks van één persoon afhangt, het lot
der volkeren in de handen ligt van écn
enkele. Op dit doek werd voortgewerkt,
men kreeg de monarchie in hare schrilste
kleuren te zien. In bet midden werd de
Vorst voorgesteld met het wel en wee
des volks in handen, terwijl de schaal
dier balans, bevracht natuurlijk met al de
gebreken, die de geschiedenis ons in al-
leenheerschers aanwijst, doorslaat. Een
ruim veld, 't is niet te ontkennen,
vooral in de vóór-christelijke wereld
Als zijstukken moesten dienst doen een
jeugdige monarch, die door onbezonnen
heid het volk doemt tot onderwerping
aan naburige volkeren, daarnaast
wreedaard, die in tyranniezuchl het
volk een hard, ondragelijk slavenjuk
oplegt, verder een gierigaard, die het
volk uitzuigt tol vermeerdering
eigen vermogen, een verkwister, die,
om de klimmende uitgaven te dekken,
als een gier neerstrijkt, waar iets te
halen valtaan de andere zijde van
het middenstuk vertoonen zich aan
blikken de wraak-, de eer- en heersch-
zucht in vorsten verpersoonlijkt met
derzelve rampzalige gevolgen zich als
een stortvloed uitstortend over de door
hen bestuurde Stalen.
Geen wonder, dal deze voorstelling
op de menigte indruk maakte, dat ze
pakte. De monarchale regeeringsvorm
kwam in miscrediet en werd zeer alge
meen veroordeeld. Mon wilde nog wel
de vorsten, maar niet meer als alleon-
heerscherszij moesten de heerschappij
deelen met het volk. 't Ging toch niet
aan, zoo redeneerde men, dat één
soon over 's Rijks belangen heeft
beslissen, zonder tenminste het volk te
hebben gehoord. Men betoonde zich
zelfs genegen schitterende voorrechten
aan de kroon te hechten, hure duur
zaamheid te verzekeren, hare rech
ten te beveiligen achter een muur
legen aanrandingen van een aanmati
gend volk, maar het volk moest door
zijne vertegenwoordiging eene stem hebben
uit te brengen, hoe het geregeerd wilde
worden de wetsontwerpen moesten aan
haar oordeel worden onderworpen, zij
moest deel hebben in de wetgevende
macht. Zoo kwam de moderne staats
regeling tot stand de vnlksregcering,
het parlementarisme trad in liet leven.
Maar de resultaten? Blijkt hel nu
gevolgde systeem, vooral in onze
dagen, beter dan de monarchie Wie,
een blik werpt op den feitelijken
toestand door de volksregeering, 't par
lementarisme veroorzaakt, durft volmon
dig bevestigend antwoorden?
Het heeft de Stalen in verschillende
Prijs dsr AdvertsntMm
Van 1 tot 6 regelsf o,30
Voor iederen regel meer9.05
Correspondenlifn en AdvertenliSn moeien uiterlijk Vrijdagavond
politieke partijen verdeeld, die elkander
te vuur en te zwaard bestrijden,
de slembus elkander met de uiterste
krachtsinspanning beoorlogen. Kiesver-
eenigingen voor iedere parlij waren
noodig, om met eenig gunstig gevolg
den strijd te kunnen voeren. Als
verkiezingscampagne in aantocht is,
al besprekingen en vergaderingen, wat
al geschrijf en gewrijf, wat al redevoe
ringen en lezingen voor de kiezers, wal
al geharrewar en gehaspel soms,
al moeite dikwijls oin lol overeenstem
ming te komenBovendien, wat al
uitgaven en geldelijke offers daaraan
verbondenmaar vooral, wat enorme
sommen, geput uit geheime staats
fondsen, wanneer eene regccring zich
in den strijd werpt, om invloedrijke
personen, redacteurs van tijdschriften
en dagbladen om te koopen, wat al
zwendel soms tot het forceeren der
politieke opinie, wat dwang soms uit
geoefend
Maar op den dag der verkiezing zelf,
wat eene drukte en beweging 1 Hoe moet
er nog geageerd en gewerkt, sluimeren
den wakker geschud, I ragen aangespoord,
achterblijvers opgespoord en ter stem
bus gebracht! En met welk gevolg?
Wat is het resultaat van zooveel drukle,
inspanning en offers Dat de eene parlij
over de andere heeft gezegevierd soms
met eene geringe meerderheid, terwijl
dikwijls het aantal stemmen, door de
verslagen partij in het gansche land
uitgebracht, die der zegevierendeovertreft.
Vooreerst reeds in dit geval blijkt de
constitutioneele volksregeeringeen hersen
schim tezijn. De meerderheid van stemmen
van het gezamenlijk volk is uitgebracht
ene bepaalde richting; men mocht
verwachten, dat het vaartuig van
Staat in die richting zal worden ge
stuurd... mis! de minderheid, die met
kleiner aantal steramen meerdere
vertegenwoordigers zendt naar de Tweede
Kamer, regeert in juist tegenovergestelde
richting. Want de regeering, opdat zij
zal kunnen regeeren, wordt natuurlijk
in harmonie met de meerderheid der
volksvertegenwoordiging gekozen. In dit
geval wordt de meerderheid door de
minderheid geregeerd. Wat blijft er over
van den volkswil ?1
Vervolgensveronderstellen wjj,
dat de triomfeeronde parlij de meer
derheid van stemmen in den Lande
heeft uitgebracht. De vraag moet hier
gesteld: hoe groot is deze meerderheid
Daar de partijen in de constitutioneele
Ryken in het algemeen tamelijk tegenover
elkander zijn opgewassen dikwjjls een
luttel aantal stemmendit luttel aantal
stemmen geeft den doorslag, of liever
de weinigen, die den doorslag geven,
regeeren.
Eindelijk is nog een derde geval mo
gelijk, nl. dat een der partijen mot eene
aanzienlijke meerderheid overwint. Deze
meerderheid vertegenwoordigt niet het
geheelc volk, slechts het grootste gedeelte
en de uit haar ontspruitende regeering
zal ook hier eene partijregeering zijn
volgens hare beginselen zal de Staat
worden bestuurd, hare belangen behar
tigd staatsambten en winstgevende
betrekkingen voor het leeuwendeel aan
partjjgenooten worden gegeven. Hieruit
volgt noodzakelijk de verdrukking in
meerdere of mindere mate voor de ver
slagenen; zij zullen de lijdende partij
vormen in den Staat. De overheersching
van het liberalisme strikke hier tol bewijs.
Meer dan vijftig jaren was het in de
Staten van Europa de machtigste partij,
zijne opperheerschappij aanwendend tot
eigen voordeel, zijn geesten beginselen
dringend in het staatsorganisme, de
jeugd vormend in z|jne richting, ter
wijl de belangen van anderen werden
veronachtzaamd, dezer rechtvaardige
eischcn afgewezen, hunne godsdienstige
overtuiging werd onderdrukt. De min
derheid gold slechts als een quantitc-
négligéable te verwaarloozen menigte.
BUITENLAND.
Dat Z. H. de Paus zich mag ver
heugen in een voortreffelijken gezond
heidstoestand werd Maandae j.l. opnieuw
bewezen. Op dien dag heeft de H. Vader
circa 250 pelgrims uit Baden, Beieren^
Wurtemberg, Elzas en Zwitserland ja
audiëntie ontvangen, die hem tjeor
kardinaal Steinhuber werden voorgemeld.
Bij die gelegenheid heeft Z. F! een
toespraak gehouden, welke rar. innig
heid en levendigheid werd voorgedragen,
waardoor allen twjjfel aan eene minder
goede gezondheid is weggenomen.
B(j een duel tusschen Gavalotli, den
leider der uiterste linkerzjjde in de
Italiaansi-lie Kamer en den afgevaardigde
Macola, directeur van de Qazelta di
Vrnczia, is eerstgenoemde gedood. Door
den voorzitter der Kamer werd Maan
dag nog warme hulde gebracht aan
den vermoorden duellant en te zjjner
eere werd de zitting opgeheven. En
bovendien werd de beruchte vechters
baas, die reeds, volgens sommigen be
weren, meer dan dertigmaal dit bloedig
onmenschelijk bedrijf heeft uitgevoerd,
mot grooten luister begraven.
Hel onderzoek, ingestold naar de
reden van de ontploffing der Maine
heeft volgens de Londensche St. Jamei1!
Gazelle aan hel licht gebracht, dat het
wrak van het oorlogschip werk^ljjk
sporen vertoond van door torpedo'Svte
zijn vernield en het rapport van de.
Commissie van Enquête zou alleen nog
worden vertraagd, om de gemoederen
in Amerika wal te laten bedaren, daar
de Regeering te Washington geen casus
belli ziet in het geval, zoolang niet de
medeplichtigheid der Spaansche Regce-
ring in een boos opzet geconstateerd
wordt. De toestand is eer verergerd dan
verbeterd, doordat de Spaansche Re-
gcering een protest heeft ingediend tegen
de aanwezigheid van Amerikaansche
oorlogsbodems in de wateren van Cuba
en tegen de opruiende taal van consul
Lee te Havana. Ook in Amerika zjjn
de gemoederen verre van bedaard en
wint de partij van den oorlog meer en
meer veld. Na eene conferentie van den
minister van Marine, Long, in het Witte
Huis te Washington, met voorname
leden van het Congres, heeft de voor
zitter van de Commissie voor de Kre
dieten, Cannon, bij de Kamer een
wetsvoorstel ingediend, strekkende om
5000(1000 dollars voor de nationale ver
dediging ter beschikking van president
Mac Kinly te stellen. Dinsdag 1.1. is
deze som reeds door de Kamer beschik
baar gesteld en levens nog eene ver
hooging van 183000 dollars voor....'
FEUILLETON.
6) Natuurlijk duurde deze tweespalt niet lang.
Tot den volgenden morgen bad Maller de
woorden t|jner verstandige en voorzichtige
vroow overwogen en was tol het besluit ge
komen, bQ Kollenburg op verdere betaling aan
Ie dringen. Maar hg wilde er nog een paar
dagen mede wachten an in allen geval zjjoe
aanmaning zoo bescheiden mogelijk doenbet
licfil bad hjj Kollenburg daartoe in liet gobouw
zelf aangesproken, dan bad hjj zijn verzoek om
betaling daar tot hem kunnen richten, zonder
dat dit in '1 oog liep. Maar Rottenburg liet
zich daar niet meer zien, «edert de vierde ver
dieping gereed washet loon voor de werk
lieden bleef nit en het werk werd gestaakt. Nu
werd Muller beaogvL Hg ging. in zjjn beste
pak gestoken, naar Rottenburg» huis, maar
bet gelukte hem niet den aannemer te treilen.
De spanning van den jongen man werd bjj den
dag grooter, maar nn bleek het, wat voor een
goed vrouwtje bjj had. Zjj voegde hem geen
woord van verwijt toe; zjj wees hem niet,
1 zooals menige vrouw in bare plaats zou ge-
daan hebben, er triomfeerend op, dat zjj alljjd
gezegd had, dat bet zoo en niet anders kon
trouwen was. Neen. zö beurde baren man door
troostwoorden op, spoorde hem aan onver
moeid door te werkeó en de toekomst met
opgeheven hoofd te gemoet te gaan. Ach, bet
centeoaarslost drukte het vermoedoo op haar,
dat zjj moeilijke dagen te gemoet gingen en
dat zjj door een gev/etenloozen ecburk nog van
al, wat zjj bezaten, zouden beroofd worden.
Intusachen drong Mullere houtleverancier aan
op betaling. Muller stelde hem voor, dat het
hem in enkele dagen mogelijk zou zijn, de ge-
beele som zjj bedroeg, wjjl hjj het kapitaal
vrouw aangesproken had, slecht! 800
mark te betalen, daar Rottenburg zeker
binnen dien tijd zou betaald hebben. De hout-
ilaar trok ongeloovig lachend, de schouders
Ji wilde hjj zeggen, dal Muller daarop
nog lang kon wachten, en verklaarde slechts
nog geduld te willen hebben, als Muller
wissel, over zes weken betaalbaar, wilde
teekenen. Zes wekec schenen den baas een
oneiodig lange tjjd toe, welke meer dan genoeg
1, alles in orde te brengenhjj toekende
Nu ging bjj da2eljjks naar Rottenburgs huis
1 met hem vele anderen, die ook bun geld
sebten. Maar de knecht verklaarde, dat zijn
rer op reis was. Toen kwam hol tot woeligs
oneeleo.
„Op reis? Je heer op reis?" riep een smid
>oe uil. „Zeg, heb ik hein daar juist niet
boven aan 't raam gezien? Laat mg binnen,
ik wil mjjn geld hebben.'
De knecht wist echter, wat bjj Ie doen had.
Hjj bield de prachtige ijzeren traliedeur, welke
daags in plaats van de eiken vleugeldeur het
portaal afgesloten hield, gesloton en antwoord
de „Wal gjj gezien hebt, weel ik niet en gaat
>jj ook niet ai
„Wat e
Mijnheer
1 op reis en d
aamdheidriep ei
r, .daar zit de ellendeling in zijn paleis
inkt champagne, en wjj, werklui, welen
10e wjj onze koechts zullen belaleo. Doe
open, zeg ik, ik wil mjjn geld hebben!"
.Doe openriep ook de smid en sloeg met
zjjn sterke hand tegen de traliedeur. Maar wat
ielp dat alles! Rottenburg kwam niei voor
en dag, hjj hoorde van het leven beneden
iets, want hjj zat jui-t met zjine vrouw in
:n vertrek, dat aan deo achterkant lag, aan
zjjn beerljjk onthjjL
Nu ging Muller op den loer liggen. Toen het
avond werd slond hjj onbeweeglijk naast de
poortzuilen aan den ingang van den tuin, of
hjj Rottenburg niet zoo kunnen spreken. Den
'eeden avond reeds diende hem het geluk.
Een rjjlnig op raderen met gummibanden reed
de tninpoort vlogen
ig bewoog zich langzaam over
t buis. Muller maakte van dit
oogenblik gebruik en in weerwil van het ge
roep des bedienden, die de poort geopend bad,
hjj het rijtuig na en kwam aan het por-
I, toen Rottenburg, wiens gelaat het gebruik
1 wjin toonde, uitsteeg. Toen bjj Muller be
merkte, die bedeesd met den hoed iu de hond
hond, riep bjj hem barsch toe:
.Wal wilt gg?"
„Mijnheer Rottenburg, ik zou gaarne
,'t Is thans avond, 'a Avonds doe ik geen
taken. Waarom zjjt gy niet over dag gekomen
'„Omdat u mjj liet afirjjxen, terwjjl gjj toch
thuis waart," antwoordde Muller al zijn moed
bijeenrapend.
„Maar, wal wil je dan eigenlijk?" vroeg
„Ik zou u willen verzoeken mjj wat af Ie
betalen, mijnheer Rottenburg," zeide Muller,
ïoet den houtkooper voldoen en mjjne
knechts betalen. Hel is voor u (och maar eene
einigheid mg S a 3000 mark te geven."
„Ik heb nog niel eens eene rekening," bromde
Rottenburg minder ruw.
isr, gg weet toch zoo goed als ik, boe
hoog tnyn werk u koml. Ik moet geld hebben."
1, kom dan maar," antwoordde Rotlenbnrg,
■middels had nagedacht. Het scheen hem
isl toe, den lastigen aanhouder met eeoige
rd mark weg te sturen, om weer een paar
rust te hebben. Toen bg met Muller de
trap besteeg, zeide hg:
„Jelui handwerkslieden zgn allen een vreemd
ig van mnschen. Als men u niet op den
raten wenk bedienl, dan krggt gg kwade ver
laten loopen. Kgk eena rond, zou iemand, die
woont eu leeft als ik wel op de belachelgke
gedachte komen zich te verrgken met de nietige
tar duizend mark van den bandswerksman
Zg waren voor de rgk gebeeldhouwde deur
in Rottenburgs kautoor gekomen. De aanne-
er sliet haar open en drukle op eenen knop.
welke zleh naast den ingang bevond. Plotseling
verspreidde een krans van gloeilichljes aan den
kroonliehler -L- helderheid van den dog in bet
rgk gemeubileerde vertrek. Tc gelgkar tgd werd
de lamp op Rotteoburp snhrgftafel aangestoken.
,Ou zitten," zeide Rottenburg, „ik zal ueene
uitantie geven en een wissel op mgn bankier."
Muller stond verbluft. Rottenburg trad zoo
ikcr op, dal do jongo man zich er een verwgt
an maakte den grooten hoor op zoo'n lompe
ianier aangesproken to hebben. Hoe had hg
ook kunnen denken, dat Rottenburg het plan
koesterde zgoe verbintenissen niet na te komen I
lien had hg een zeer domme streek bet
den invloedrgken aannemer tegen zich
ingenomen en zgne klandizie verspeeld I
0 zoo," zeide Rottenburg, .bier is eene
itie voor 800 mark, welke ik u nu zal
n en hier een wissel van 3000 mark,
welke nu drie weken bg Pinkus inloabaar is.
Dan zgl ge ook met 't overige werk klaar en
kunt ge mg de gebeele rekening inleveren. Na-
tuurlgk betaal ik dan terstond."
Met bevende handen onderleekende Muller
de quitanlie en stak de achthonderd mark en
>n wissel op Pinkus bg zich. Daarop zeide bg
„Ik dank u zeer, mgoheer Rottenburg. Gg
eernl bet mg, hoop ik, niet kwalgk, dat ik
>o zooheb aangehouden, rnaar mgn
,Cr*h kom," riep Rottenburg lachend uit en
klopte hem op den scboudor, „ik zeg immers
dat jelui ambachtslieden vreemde monschen
zgt. Kramers en penningvrieuden, dat zgn jelui,
kt, inoet men vertrouwen in elkaar stellen,
it zonder wederzgdsch vertrouwen vlot het
eenmaal niet. Heb ik u geen vertrouwen
geschonken, toen gg bg mg kwaamt? Ik kende
u toch volstrekt, niet; gg hadt een knoeier