Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 12. Zaterdag 18 Juni 1898. Twaalfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort. Apeldoorn, Baarn, Barneveld. Blaricum, Bussiim. Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden, "Vaarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abormeme&taprija par dria maandan; Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs dar Advertenties: Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.05 Correspondenten on AdvertentiGn moeien uiterlijk Vrijdagavond Eene profetie. Toen hel officieele Italië op 20 Sep tember '95, onder aanvoering van den -Garibaldisl Crispi en der vrijmetselarij, sarrende, bombastische redevoeringen en onder tergend praalvertoon het schandfeit der inbezitname van Rome door het Piemonteesche roovergouver- nement feestelijk had herdacht, rees de grijze Gevangene van het Vaticaan, de waarachtige Koning van Rome, in volle majesteit, voor het oog der volken op als de Plaatsbekleeder Gods, en deed protest hooren, dat tevens als een geweldige profetie over de wereld klonk. Aan 's Pausen Staats-secretaris kardi naal Rampolla werd dit indrukwekkend schrijven gericht, welks slotwoord naast eene liefderijke vermaning deze aan grijpende voorspelling bevat: „Indien de Italianen Ons een gewillig oor leenden; indien zij uit de traditién hunner voorvaderen eri erkenning hunner ware belangen den moed putten om het juk der vrijmetselarij af Ie schudden, dan zou Ons hart de meest zoete ver wachtingen koesteren voor dezen zoo vurig beminden Italiaanschen bodem. Maar mocht het tegenovergestelde het geval zijn, dan, het smart Ons dit te moeten zeggen, zouden wij slechts nieuwe gevaren kunnen voorzien en grootere verwoesting." Wy hebben reeds vroeger op deze profetie des Pausen gewezen, doch wij releveeren ze thans, omdat ze steeds meer en meer in vervulling gaat. Tevens zij hier herinnerd aan het feit, hoe nog kwalijk hel woest getier der feestvreugde een weinig was verstomd, of uit de verre gewesten van Afrika kwam de jobstijding, dat het Italiaansche leger in de velden van Erythrea, waar het de macht van het één Italië met koloniale bezittingen vergroolen moest, eene sma delijke nederlaag geleden had. De kolo niale grootheid en macht was als met één reuzenslag vernietigd gev. orden. Sinds die geweldige ramp, welke ook Crispi deed tuimelen, is de revolutie held steeds dieper en dieper gezonken in de schatting des volks. Onlangs werd zelfs machtiging ran de Italiaansche Ka mer verzocht, om dien revolulie-held we gens zijne schurkerijen voor den rechter te dagendoch de Kamer had medelijden met den ouden vrijbuiter en verwees hem niet naar de gewone rechtbank, maar wel verklaarde zij, dat zijne daden afkeuring verdienden. Met deze voor hem grie vende blaam, die als een striemende geeselslag hem pijnigen moest| is hij amper ontkomen aan eene welverdiende straf. In nog erger mate heeft de zich noe mende Koning van het één Italië het vernederende en grievende der nederlaag gevoeld, en is voor verdere vernederingen niet gespaard gebleven. Hoe werd zijne trotschheid niet gekrenkt, toen zijn opvol ger, de kroonprins, onder de dochters der katholieke koningshuizen eene bruid wilde zoeken en overal werd afgewezen. Allen weigerden haar intrek te nemen in het paleis, waaruit de Paus-koning ver dreven is. Toen wendde de blik van den kroonprins van het Italiaansche Rijk zich naar den ruwen stam der Bojaren hij, die zich vleit met een ko ningskroon hu-.vde de dochter van een polentaatje, dat over een luttel getal woeste bergbewoners regeert. Voorzeker eene diepe vernedering voor het eer zuchtige Italiaansche Vorstenhuis. En ze wordt nijpend gevoeld. Immers, toen Italië op 4 Maart II. het -0 jarig bestaan der grondwet vierde, heeft ko ning Humbert een bewijs gegeven, hoe gekrenkte eerzucht en verbittering zijn gemoed vervullenanders ware eene toespraak, als hij by dia gelegenheid tot de senatoren, afgevaardigden en burge meesters hield, niet wel mogelijk geweest. Als geheel verblind door hartstocht snoefde hy op zijn „grootmoedigen voor zaat" op den .vader des vaderlands, die de nationale verrijzenis heeft ver richt." Voorts oreerde hij: „Het geloof in het herrezen Italië voerde ons naar Rome," en „mijne wenschen stijgen op tot God, die de eenheid van Italië ge wild heeft, opdat ons vaderland groot en voorspoedig zou zijn." Dwaasheiden verblindheid strijden hier om den voorrang. Zwetsen op de groot heid en den voorspoed van Italië, terwijl de armoede en ellende, waaronder het volk verzucht, in schrille klanken zich over het land reeds hadden doen hooren de bange kreet„brood en werk" op vele plaatsen de lucht vervulde. „Wij hebben horfger I Sinds maanden hebben wij geen werk meerwij willen brood en werk 1 Wij eischen eten 1" schreeuwde men te Torre del Annunziala, en te Napels weerklonk de kreet van vertwij feling .Wij willen niet omkomen van hongerWjj willen werk, geen brood, dal ons als honden wordt toegeworpen Te Ancona, ti Sinigaglia, te Macerata en in den omtrek van Florence had men volksbewegingen zien uitbreken, waarbij benden, groolendeels uit vrouwen en kinderen samengesteld, onder de kreet der ellende: .Brood en werk!" door de straten trokken, en als razend van den honger bakkerijen en graanpakhuizen plunderden. Dat alles was reeds geschied, toen koning Humbert zijn rede over de „grootheid en voorspoed" van Italië ten beite gaf! De jongste gebeurtenissen in Italië hebben op de toespraak van koning Humbert een vreeselijk antwoord gegeven. Duurte van het brood gaf in het begin dezes jaars reeds aanleiding tot gemelde volksbewegingen, doch de stijging der broodprijzen in den jongsten tijd dreef de bevolking tot daden van geweld, welke in volslagen revolutie ontaarden. „Maar," schreef destijds de Vossische Zlg., „deze aanleiding wordt ook be nuttigd om aan de in de volksmassa's opgekropte verbittering over de ondra gelijke sociale ongerechtigheden, het uitzuigende belastingstelsel, de onver schilligheid van de overheden, het slechte gemeentelijk bestuur, de werkelooze re- geeringspolitiek lucht te verschaffen. De volksmassa's, die door het heerschende stelsel tot het uiterste gedreven, allen vertrouwen in de regeering en de heerschende klasse verloren hebben, woeden legen hel openbaar en bijzonder eigendom, plunderen waar zij kunnen en deinzen niet voor wreedheden terug. De regeering kan voorshands alleen ge weld van wapenen loepassen Het Roovergouverneinent van het één Italië heeft zjjn eenig middel, wapenge weld, met gestrengheid toegepastniet enkel met bajonet en geweervuur, i zelfs met geschut heeft het dood en verwoesting onder de eigen bevolking aangerichtin sommige steden werden straten en pleinen door het bloed van de zonen en dochters des lands gedrenkt. En terwijl deze ijzingwekkende bloedige tooneelen voorkwamen, vierde koning Humbert te Turijn het halve-eeuwfeesl van het eerste Subalpijnsche Parlement en hield daarbij al weder eene snorkende rede op de grootheid en de eenheid van Italië, zonder schijnbaar te letten op de angst- en smartkreten der ge wonden en stervenden, welke niet enkel over het hooggeroemde Italië, maar over de gehecle wereld de diepste ontroering brachten. Het wapengeweld heeft den geest des op- roers en van het verzet tijdelijk gesmoord maar de despoticke Italiaansche Regee ring met hare goddeiooze staatkunde blijft staan voor eenebevolking, door belastin gen uitgeschud, voor een ledige schatkist, waarin toch het noodige voor nieuwe groo- le staatsuitgaven moet worden gezocht, wegens oproeping van lichtingen onder de wapenen, tot het in bedwang houden of overmeesteren van de door honger en ellende of dooi den heerschenden geest van revolutie tot razernij opgevoerde menigtekan er wanhopiger toestand bedacht worden Met kruid en lood moge men hongeroproeren onderdruk ken, maar de volksellende wordt er niet door weggenomende honger kan er niet mede gestild worden! Een koning het bewind voerend bij de gratie der revolutie, gedwongen de re volutie, die als eene wrekende gerechlig- heid tegen hem optreedt, te beteugelen dien onmogelijken toestand geeft het één Italië te aanschouwen; maar voor hoe lang nog? „Waarlijk, de proletie des Pausen gaat op vreeselijke wijze in vervulling 1 BUITENLAND. De Turken hebben thans Thessalië geheel ontruimd. Keizer Wilhelm heeft den Sultan door den Duitschen gezant te Konstantinopel, vrijheer Von Mar- schall-Bieberstein, daarmede geluk ge- wenscht, en Abdoel Hamid 11 heeft van zijn kant Edhem-pasja, den over winnaar der Grieken en opperbevelhebber van het bezettingsleger, nu zijne taak is afgeloopen, benoemd tot inspecteur- generaal van het Turksche leger. Voordat Edhem-pasja uit Larissa ver trok had hij gaarne gewenscht, dat de Grieken onder Vassos voor zyne troepen zouden deiileeren, maar dit werd door Vassos beslist geweigerdwel liet hij den Turken door zijne cavalerie mili taire eer bewijzen. Te Volo werden de binnentrekkende Grieksche troepen door de bevolking jubelend ontvangen, waar- nain de hoofdkerk eenegodsdienstoefening tot dankzegging werd gehouden, die door alle officieren werd bijgewoend. N'u ook de herstemmingen voor de Provinciale Staten in België weer tot het verledene behooren, is het mogelijk een blik te slaan op het gehee! en de verhouding der partijen na te gaan. Niet in alle provincies waren de katho lieken gelukkig. In Zuid-Brabant verloren zij acht zotels, waardoor de liberale meerderheid aldaar zeer versterkt is en van 42 leden op 52 werd gebracht; ook in de provincie Namen gingen zeven zetels aan de liberalen verloren. In Antwerpen bleef de partijverhou ding na de herstemming onveranderd, evenals in West-Vlaanderen en Limburg.' In Oost-Vlaanderen klommen de katho lieken van 78 lot 81, in Henegouwen wonnen zij.een zetel, in Luik was het voordeel zes en in Luxemburg moesten de liberalen twee zetels aan de katho lieken afstaan. Na de verkiezingen voor Frankrijks Kamer, heeft het er meer dan eens gespannen en geleek de Kamer, evenals voor cenigen lijd de Oostenrijksche Volksvertegenwoordiging, eerder op een Poolsthen landdag, dan op eene samen komst van de elite des volks. Ook Maandag 1.1. heeft de Fransche Kaïner weer een onstuimige zitting be leefd. De nieuwe voorzitter Deschanel deed een beroep op de eendracht en de hotTelijkheid. Daarna interpelleerde de socialist Millerand over de staatkunde van het kabinet. Hij vroeg aan Méline, of deze de staatkunde der rechter- of die der linkerzijde wilde steunen, en verdedigde het program der socialisten, die geen kelterjagers zijn. Ook laakte hij het anli-semitisme. Méline antwoordde, dat het land geen inkomstenbelasting wil, waarachter zich ontneming van het grondbezit, landnati onalisatie verbergt. Het land wil even min grondwetsherziening. Het land wil een Kamer, welke minder aan staatkunde doet en meer tot stand brengt. Handel en nijverheid hebben lUbouchte noodig. Het oogenblik is gekomen om het ko loniale vraagstuk te onderzoeken. Daarna kwam de oud-minister Bour geois aan het woord, die Méline's po litiek gevaarlijk voor het land noemde en geen .pauselijke inmenging" zei te dulden. FEUILLETON. ,Roe ver ben ik nog van het naaste loge- ,Nog drie mijlen, mijnbeer!" De tolgaarder hief de lantaarn op, waartegen de door den storm gexweepte regen lievig sloeg, en zag mij oplettend in 't gelaat .Hoe laat is het thans?" Hjj kjjkt over zijnen schouder naar de balf geopende deur, waar de kleine lamp haai der licht laat vallen op eene groote, oude hangklok. Met een woord van dank gaf ik mijn paard de eporen, de denr van hel lolhnisje, die dicbl- geworpen werd, scheidde mjj van licht warmte en men schel ijk verkeer en ik bevood mjj weder alleen temidden van storm, regen en tastbare y_ duisternis. Maar wat zon dat, drie mijlen, 't was de moeite niet waard. Spoedig zou ik een be- ecbnttend dak boven mjj hebbenik klopte mjjn paard liefkozend op den bals en zeide kalmeerend .Vrees niet onde jongenHet hemelvuur zal ons niet deren en spoedig krijg je lekkere haver en een drogen stal." Snllan schudde den kop, alsof hg mjjne aan moedigende woorden verstaan bad en versnelde den stap. Op dit oogenblik schoot eene helle bliksemstraal door het zwerk en toonde mij mijne naeste omgeving in hel helderste licht een dicht woud, waardoor een smal pad slingerde, een soort van hekwerk aau beide zijden, en was bet een gezichtsbedrog? of staarde mij een bleek, verwrongen gelaat uit de struiken tegen? .Hela!" riep ik opgewonden, naar eeoi der geluid luisterend dan bel kletteren van den regen eo bet geloei der lakken boven mij. Niels echter roerde zich. Tweemaal herhaalde ik den kreet, maar kreeg geen antwoord. ,Wjj hebben gedroomd, Sultan," zeide ik tot mijn viervoetigeo reismakker. .Kom, wees maar blij, oude jongen, anders gaan we ten slotte oog meeuen, dat de hekseo ons zullen tegen- Van nature ben ik niet vreesachtig, maar deze drie mijlen schenen mjj de langste, welke ik ooit beb afgelegd, en onwillekeurig luisterde ik onophoudelijk naar voetstappen aan den kant des wegs en mjjne oogen zochten voort durend bleeke, verwrongen gelaatstrekken en toen eindelijk een Otnw licht nit het logement door da duisternis been mjj tegenglom, begroette ik dat met een big bart in dien nacht sliep ik den slaap van een ge heel ui'gepnt schepsel en stond 's morgens on prettig eo loom op. Het gelukte zelfs niet aan bet heerlijke brood met bam en de gearige koffie mjj in een goeden luim te brengen. .Mag ik de rekening?" vroeg ik aan .Neem mjj niet kwalijk, mijnheer, dat beb laten wachten," sprak de dikbuikige, joviale waard, terwijl hjj na geruimen tijd in d< lagkamer terugkeerde, mjjne bedienden komen zoo even uit het dorp terug en vertelden is een krankzinnige uil het krankzinnigeoge- atiebt ontsnapt een van de ergstoo, van de gevaarlijkste soort, eo die bondt zich nu ver moedelijk io 'I wond op." .Een krankzinnige!" riep ik en voelde hoe mg het bloed uit de wangen week bjj de ge dachte aan bet bleeke gelaat, dat mjj nit de struiken bad aangestaard. .Wanneer is hjj ontvlucht?" vroeg ik. .Tegen zeven uur, mijnheer," antwoordde de Eo ik had die verschijning even voor negen nur gezien. Het was derhalve geen gezichtsbe drog, geen ingeving eener zenuwachtige phan- Zwjjgend betaalde ik mjjne rekening en .Men is hem echter op het spoor en zal h-m wel spoedig te pakken hebben." „Hoor eens," begon ik weer, terwjjl iki handschoenen aantrok, „is het nog ver Arch Hall?" .Arch Hall? De bezitting van jonker Ackley Door het bosch maar twee mjjlen, op den rechten straatweg echter zes." Ik overlegde een oogenblik. Hel en warm straalde de heerlijke morgenzon door het raam, zacbtkens bewoog de wind de blarea, die de heldereglazen raakten. Ik éacht aan Sultkn die gisteren reeds meer gedaau had, dan zyne krachten toelieten. ,Ik zou haast lnst gevoelen er Ie voet heen te gaan en mjj Saltan na te sturen," zeide .Zeker, een mooie wandeling, mijnheer," sprak de vriendelijke waard, en zich lachend |le handen wrjjvehd, voegde hjj er bij„Zeker een oud vriend van u, jonker Ackley „Ja -- neen, ik heb bera nog nooit gezien. Hjj stond op zeer vriendscbappeljjken voet met mjjnen broeder." De waard wierp een blik op mjjoen met ronwvloers omgeven hoed en knikte. „Verwacht men n daar, mijnheer?" vroeg hjj verder. .Ik geloof bet wel," antwoordde ik. Den praatzieken oude zweefden wellicht nog meer dergelijke vragen op de lippen maar ik Ipnttrok er mij'aan, door hem te verzoeken mjj den weg duii.J.ljjk op te geven, waarop ik af scheid van bem nam en heenging. Het was een eenzaam bosebpad. Overal was het nog nat van het ooweder van den vorigen dag en hier en daar druppelde het nog van de hoornen. Als ik door de struiken heen moest dringen vielen de droppels bjj menigte op mij, ■near dat deerde mjj niet. Juist leidde mjja weg over eenen steen mid den in eene beek, die het pad doorsneed, toen mijn blik eeu paar groote, zwarte oogon ont moette. Een man met een kleine schotsche pet op het hoofd, het haar eu de kleederen druip nat stond voor. mjj. Hjj moest met groote behendigheid van den steilen bergwand gegleden zjjo. Ble^jt, zwartoogig, het dichte, natte haar van het blanke voorhoofd weggestreken, riep hjj het korte oogenblik van den vorigen nacht helder voor mijnen geest terug dezelfde ge- stilte midden io de struiken, door den bliksem eene seconde lang blauwachtig wit beschenen. [Wordt trvnlgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1898 | | pagina 1