M
mM t
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
T3
1
No. 26.
Zaterdag 24 September 1898.
Twaalfde Jaargang.
DE EEMBODE
yoor Amersfoort. Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland.
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden:
Franco per postf o,40.
Afzonderlyke nummersf 0,05.
BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentltn:
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer0.o5
ENCYCLIEK
onzen AlIerheiligHten Vader
LEO XIII,
door de Goddelijke Voorzienigheid Paus.
Over den Rozenkrans van Maria.
Aan Onze Eerwssvdigo Broeden de patri
archen, primaten, aarlibiiechoppen bis
schoppen en andere ordlnarljton, in vrede
en gemeenichap met den H. Stoel.
I.EO XIII. PAIN.
Eerwaardige Broeders, lieil en
Apostolische» Zegen
Wanneer Wij in den geest terug
zien op het lange tijdsverloop, dat Wij
door Gods beschikking in het Opper-
piiesterlijk ambt doorbrachten, dan
kunnen Wij niet anders dan erken
nen, dat Wij, hoewel onverdiend, de
bescherming der Goddelijke Voorzie
nigheid in buitengewone mate mochten
genieten. Wij schrijven dit voorname
lijk toe aan de vereenigde en krachtige
gebeden, die als weleer voor Petrus
zoo ook nu zonder ophouden door de
geheele Kerk voor Ons worden gestort.
En daarom brengen Wij daarvoor op
de eerste plaats dank aan God, den
Gever van alle goed, en zoo lang Wij
leven zal steeds de dankbare herinne
ring aan de van Hem ontvangen gaven
in Onze ziel levendig blijven. Maar aan
dien dank paart zich de zoete herin
nering aan de verhevene Koningin de3
Hemelsen ook jegens Haar erkente
lijk, zullen Wij die herinnering in het
uitspreken Onzer dankbaarheid en het
vermelden der Ons door Haar bewezen
weldaden liefdevol en ongeschonden be
waren. Van Haar toch, als in breeden
stroom, komen de hemelsche gunsten
ons toein Ilare handen iijn de schal
len tan de ontfermingen (les lleeren
God wil, dat Zij het beginsel :ij ran
alle goederen In de liefde dier tee-
dere Moeder, wier vereering Wij getracht
hebben steeds te bevorderen, vertrou
wen Wij vasteiyk lot Onzen laatsten
snik te volharden.
Sinds langen tijd reeds gedreven door
de begeerte het heil der mcnschelijke
samenleving te verzekeren door de de
votie jegens do allerzaligste Maagd te
doen toenemen, hebben Wjj nooit op
gehouden de beoefening van den Ho-
zenkrans van Maria onder de christen
volken te bevorderen door de daarover
op den In September 1883 reeds uit
gevaardigde Encycliek en Inter herhaalde
lijk, gelijk gy weel, door decreten, die
op dezelfde zank bclrekking hadden. En
dewijl, door Gods barmhartig raadsbe
sluit, Wij wederom dit jaar de nadering
mogen zien van de maand October,
welke Wij in het bijzonder aan de he
melsche Koningin van den Hozenkraiis
hebben toegewijd, willen W(j ons niet
onthouden, u hij herhaling lol die de
votie op te wekken. Wij willen dit do< n
door in het kort saam te vatten het
geen Wij tot dusver tot bevordering
(laarvan deden, alzoo door een nieuw
document van Onze voorliefde voor de
bedoelde Maria-vereering duidelijk te
doen blijken en levens den ijver der
geloovigen aan te vuren, opdat zij de
gestadige beoefening daarvan vromelijk
en ongeschonden bewaren.
Alloos verlangend het Christenvolk
diep te doordringen Yan de kracht en
de waardigheid van den Hozcnkrans
van Maria, toonden Wij allereerst aan
dat de oorsprong van dit gebed order
aan den Hemel is ontleend dan aan
de aardedat het op bewonderens
waardige wijze is saamgestcld uit de
boodschap des Engels, door liet gebed
des Hecren onderbroken dal hel ver
bonden is mei een plichtmatige over
weging der waarheden van onzen Gods
dienst; dat het een voortreffelijk
smeekgebed is en ton zeerste bevorderlijk
lot het verkrijgen van hel onsterfelijk
leven dat het behalve de voortreffelijk
heid der gebeden, waaruit het is saam-
gesteld, een krachtig bolwerk vormt voor
geloof, een uitnemend toonbeeld.
deugd, door de mysteriën, die ons
ter beschouwing worden voorgesteld
dat het daarenboven een gebed is, zoo
gemakkelijk te verrichten en ir. volkomen
overeenstemming met de bevattelijkheid
der menigte, die uit dc betrachting van
hot heilig Huisgezin van Nazareth zich
tiet onder elk opzicht volmaakte beeld
ziet gegeven van het welgeordend fa
milielevendat derhalve te nllnn lydo
het Christenvolk du kracht van dat
gebed ten heilrijkste heeft ondervonden.
Terwijl Wij vooral op de genoemde
gronden en door herhaalde vermaning
aldus hot heilige Rozenkransgebed aan
bevalen, trachten Wij, tevens op hel
voetspoor Onzer Voorgangers, door
luisterrijke beoefening den uilurlijken
glans ervan te vorhoogen. Immers ge
lijk üixlus V zal. ged. de aloude zede
van liet Rozenkransgebed goedkeurde,
en Gregorius XIII een feestdag onder
den titel van den Rozenkrans van Maria
instelde, vervolgons Clemens VIII dien
feestdag in het Martyrologium dood op
nemen, Clemens XI dien feestdag als
verplichtend voor de ganschc Kerk voor
schreef, Benediclus XIII een officie
daarvan opnam in het romoinsche bre
vier, zoo hebben ook Wjj, ten al
tijddurende biyke van Onze liefde, voor
dat gebed, dien feestdag niet hel daaraan
verhonden officie te vieren voorgeschre
ven door de gchcele Kerk als dubbel
feest der tweede klassebovendien
hebben Wij de üctobcrmaand aange
wezen als bijzonder voor dat gebed
bestemd; en eindelijk hebben Wij be
paald, dal aan do Laurotaansche Litanie
de aanroeping zou worden toegevoegd
Koningin van den Heiligen lloienkrant,
als een blij voorleekon van de zege
praal, die aan den strijd onzer dagen
een einde maken zal
Nog bleef Ons over, in hel licht te
stellen hoe aan den Rozenkrans vun
Maria zeer hooge waarde en groot nut
worden toegevoegd door den overvloed
van voorrechten en gunsten, waarmede
hij versierd werd, inzonderheid door den
rijken schat van aflaten, welken hij
mededeelt. Hoezeer het voor allen, die
voor hun eeuwig heil bezorgd zijn, van
helang is, om aan deze voordeden
deelachtig te worden, is niet moeiiyk
in le zien. Immers het geldt hier de
geheele of gedeeltelijke kwijtschelding
van lijdelijke straf, welke, ook na ver
geving der schuld, in hel tegenwoordige
of in het volgend leven moet worden
uitgeboet. Rijk voorwaar is dc schal,
door de verdiensten van Christus, van
de Moeder Gods en de Heiligen ver
zameld, op welke door Onzen voor
ganger Clemens Vt te recht de woorden
werden toegepast van tiet Boek der
Wyshciil.Een oneindige schat is don
menschen bereid zij die zich dezen ten
nutte maken, zijn deelachtig geworden
aan de vriendschap Gods" Gebruik
makende van dc opperste macht, hun
van Boven toebedeeld, hebben do
roomsehe Pausen reeds voor de Broe-
ilcrschappon van den Allerheiligslen
Rozenkrans en voor allen, welke dezen
op godvruchtige wijze bidden, over
vloedige bronnen van genade geopend.
Erop bedacht zijnde door dozo gun
sten en uitaten den glans, welke afstraalt
van de kroon van Maria, prijkende als
ware 't inct de edelste gesteenten, te
vorhoogen, hebben ook Wij hel denk
beeld, hetwelk Wij reeds langen tyd in
overweging namen, in Onzen goost lot
rijpheid doen komen, om een Constitutie
uit te vaardigen omtrent dc gunsten,
voorrechten en aflaten, aan de Broe
derschappen van den Allcrhciligsten
Rozenkrans verbonden. Dat deze Ónze
Constitutie moge strekken ten bewijze
van onze liefde ton opzichte der hoog
verhevene Moeder Gods en aan alle
geloovigen tegelijkertijd tol opwekking
en tot bclooning hunner vroomheid,
opdat zij in de laatste ure des levens
door Christus hulp mogen gesteund, in
Zijnen schoot de hemelsche rust mogen
genieten.
Terwijl Wy van harte door do voor
spraak der Koningin van den Aller-
hciligsten Rozenkrans deze genade van
God in den Hooge afsmcckcn, verleencn
Wij aan u, eerwaardige Broeders, aan
de gcestclykheid en aan do geloovigen,
welke aan de zorg van ieder van u
werden toevertrouwd, als belofte en
onderpand der hemelsche goederen, den
nposlolischen zegen.
Gegeven te Rome bij Sint Pieter den
5n September 1898, in hel ccn-en-twin-
tigste jaar van Ons Pausdom.
LEO XIII, Paus.
Joani
BUITENLAND.
De droeve plochlighcid der teraarde
bestelling van H. M. Keizerin Elizabeth
van Oostenrijk heeft Zaterdag jl. met
groote plechtigheid doch zeer eenvoudig
en onder ecnen toeloop van duizenden
plaats gevonden. Nadat Vrydag nog
zeer velen verlof hadden bekomen om
langs het lijk, ofschoon reeds de kist
was gestoten, te mogen defllceren, brak
de groote ilag aan, waarop Oostenrijks
geliefde Keizerin ecne rustplaats zou
vinden bij hare verwanten.
l)e begrafenis was zeer eenvoudig en
dit kon moeiiyk anders, daar do weg
lusschcn den Hofburg en den grafkelder
kort is en door zeer nauwe straten
gaat. Eene ontplooiing van vorsteiyke
pracht is daar onmogelyk en de kerk
zoo klein, dat er nnuwlyks plaats was
voor don Keizer, diens gasten en bloed
verwanten.
Met uitzondering vnn den omtrek der
stralen, waar dc stoet zou voorbylrek-
ken, was de geheele stad als uitgestor
ven. Men zag er bijkans geen monsch,
hel was alsof de geheele bevolking zich
had geschaard langs den weg dien de
keizerin voor het laatst zou gaan. Alle
winkels, kantoren en werkplaatsen wa
ren gesloten, vele particuliere woningen
evenzoo en huis aan huis zag men
rouwdccoraties om ramen, langs balcons
of in uitstalkasten.
De keizer, de aartshertogen en de
huitenlandsclic vorsten of hun vertegen
woordigers begaven zich van te voren
naar de kerk, waar zijhun zetels inna
men. Keizer Frans Jozef reed met keizer
Wilhelm van en naar hel paleis.
Om vier uur kondigde het brommen
der klokken het vertrek van dentykstoet
aan. Onder het roffelen der trommen
werd de Keizerin uitgeluid. Omringd
dooreen groolen hofstoet werd het lyk
door acht zwarte pnarden naar de kerk
gereden. Geen lijkkleed en geen krans
dekten de kist. Bij dc nadering ontblootte
men liet hoofd, en velen snikten toen
de lykwagen voorbyrced.
Nauwelijks was de stoet de kerk ge
naderd ot de deuren werden geopend.
Voor zynen zetel, midden in dc kerk,
stond Keizer Franz Joseph, zynon blik
onafgewend op do deur gevestigd. De
geestelijkheid ontving het lijk en leidde
het de kerk binnen onder het geween
der vrouwen. De kist werd op de baar
gezet voor den zetel van den keizer,
die zijn blik geen oogenblik afwendde.
Na tiet zingen van het Libera schaarden
zich Clapucyncr-inonniken met fakkels
om de kist, een achttal tilde haar op
de schouders en droeg haar onder het
resileeren der gebeden naar den grafkel
der. De keizer volgde met zijne schoon
zoons en de Bciersche verwanten der
keizerin. Voor do laatste maal werd het
lijk ingezegend, waarop de opper-cer r.no-
nicincciter de sleutels der kist aan den
FEUILLETON.
Het testament der moeder.
Zeker hebt ge reeds meermalen van hel Pa
radijs gehoord, en vooral toen ge nog een kind
waart, hebt gij het u met de gloeiendsle kleuren
voor den geest gehaald. Misschien zjjt ge wel
boos geworden op het eerste,menschenpaar, dal
door hun eigen schuld het deed verloren gaan
Ja, daar moet het schoon, wonderschoon ge
weest lijn. Maar, troost u, Qod is barmhartig
Hij heelt b»t paradijs vernietigd en de enkele
overblijfselen er van over de geheele we
verstrooid, opdat de meoschon overal wel
den weten, wnt zjj verloren hebben en hen
heilig verlangen naar het verlorene zou vervu
Als wjj, b.v. naar Zwitserland, naar de Beier
Hooglanden of naar Tirol gaan, vinden wij
streken, zoo schoon en vruchtbaar, dat meu
geneigd zou zijn te gelooven, dat het in het
paradjjs niot prachtiger heeft kunnen zjjn.
Ook ik, geachte lezers, wil u leiden naar zulk
een heerlijk aardptekje, naar het fraaie dorpje
C. io Thuriogen. Eene plechtige stilte heerschte
alom en slechts het slaan van de kloosterklok
wordt vernomen en deze klinkt zoo weemoedig,
als treurde zjj oog heden over het ruwe geweld,
waarmede de vrome monniken uit zijne heilige
muren eertijds verjaagd waron,
Op dou feestdag van Maria Hemelvaart 1855
knielden, in eene armoedig stnip, aan het sterf
bed eener arme moeder, twee onschuldige kin-
een jongentje, Xikolaas genaamd, van II)
Bleek en meer gelijkend9 op een geraamte dan
op een menscbolük wezen, lag daar de drieën
dertigjarige moedor. Drie janr gelodon was de
vader, bjj hel iozainelen van borggras veronge
lukt en dood thuis gebracht i van dien tjjd af
was de moeder ziek geweest en nu stond zij ook
it tranendal verlost I
worder
Moedig en onderworpen aan dods wil
duurde zjj bare pijnen eo slechts de gedachte
„Wat zal er vau mjjne arme weesjes worden 1"
maakte haar het afsterven moeilijk.
„Kinderen,zeido de sterrende tolde kleinen,
„biyn braaf, bidt veel voor mij en vertrouwt
to allen tjjdc op Maria, die lieve Moeder iiods,
zij zal vao nu af uwe Moeder zjju. Als gji altijd
op haar vertrouwt, zal zjj u zeker uil alle ge
vaar redden, eo g(j zult gelukkig worden. Ik
kan u niets vermaken dan twee rozenkransen.
De zwarte me', de groote medaille is oog van
vader en die is voor u, Nikolaas; de aodere,
met het ivoren kruisje is mjju huweljjksrozeu-
kraui, en die moet gij behouden, Kalharina.
Uw vader en ik hebben dezo heilige rozenkransen
dagelijks met u gebeden en gij moet dit ook
levenslang doen, dan zal de heilige Maagd het
u zeker vergelden." De kinderen beloofdeo de
moeder plechtig, alijj-J, wat er ook mocht gebenreo,
den rozenkrans dagelijks tezullen bidden en daar
bij telkens hunne liovo moeder le gedeokon, Daarop
zegende de moedor do kleinen voor den
keer, en met do bede: „Maria, ik stol
deren onder uwe hoede, wees gü hun eene be
kreet: „Moeder, gij zult niet sterven," wierpen
zich de kleinen, luid snikkend, op het doodsbud.
Zoo vond ze do pastoor, die de zieke dagelijks
bezocht, en ook nu weder bjj baar binnen trad,
De edele kindervriend kon zjjne tranen niet be
dwingen, troostte de kinderen zoo goed bjj kon,
nam zo daarna bjj de hand en bracht zo naai
de pastorie. Aanstonds bracht 's pastoors zuster
slcvig middagmaal, waaraan Nikolaas zich
ood deed, lerwjjl Kulhurlna, uit louter vor
ig nauwljjks iets door de keel kon krjjgen.
wee dagen later trok een kleine stool naar
het kerkhof. Achter de baar liepeo aan da hand
eeos vreemden, den broeder der overledene,
beide kinderen woonend en klagend. Aan liet
graf, dat dc kist der moeder bevatte, hield do
pasloor een kleine maar roorendo aanspraak,
waarin h(j hal echt christelijke leven dor over
ledene schelste en do nagelaten weczen lo de
liefde zijner parochianen aanbeval.
Na den lijkdienst begaf hjj zich naar den
burgemeester, om met hem le overleggen, waar
de kinderea onder dak zouden gebracht wordon.
De eebtgeooote van den burgemeester, eeoo edele
weldoenster der armen, onderbrak terslond het
gesprek met de woorden Kalharina blijft bjj
mjj. De goddeljjko Verlosser heelt gezegd, wi
it zich m
lot zich, en daarom zal ook ik dit woosje op
nemen en als rajjn eigen kind beschouwen.'
Toen echter de pasloor hot meisje hiervan in
kennis stelde, antwoordde zjj„Mijnheer pasloor,
ik verlaat mjjaen broedet niet, voor ook bjj
is heeft,"
„Voor hem zal oom wel zorgen," zcide do
pastoor, dis door deze woorden van zusterliefde
ep getrolTan was„kom nu, kindaren, we zullen
ig eens naar hel graf van moedor gaan en
tar afscheid netnen."
Op den grafheuvel weeaden broeder on zuster
)g eens goed uit; hier beloofden zjj hunna
oeder haar teslamont, de beide rozenkransen,
steeds in eete to houden on or dagelijks aan lo
bidden. Van liet graf gingen beiden naar de
kerk, om voor het beeld der H. Maagd don
rozenkrans te bidden. Tranon rolden over do
wangen der kinderen toen zij na den rozenkrans
„Onder Uwe bescherming" baden. Hardop smeek
ten de weesjes„O, Maria, lieve moeder Gods,
wees ons ecne moeder, op U blijven wjj hopen,
tot U zullen wjj onze loevlucht nomen in den
nood on U willen wjj tocbehooren in loven en
dood." Toen zjj na dit warm gobod naar do
pastorie terugkeerden, was reeds hunne kleine
bezitting ingepakt en nu sloeg voor hen het uur
van scheiden.
Het afscheid was roerend. Zjj beloofden elkaar
jaarlijks op Allerzielendag op hel gral der moeder
to ontmoelonmaar hot zon lang duren voor
zij voor het eerst huone belofte kooden vervullen.
Nikolaae giog met zijnen oom naar een op vjjf
uur afalands gelegen dorp, waar deze
bouwer was en Kalharina trok in het hui
burgemeesters. De vrouw van den burgemees
ter waa zeer godsdienstig en iliiar Kath
haar aanhing mot ware kindcrltofde, beralndo
zjj het meisjo als haar eigen kind. Haar broertje
ging het niet zoo goed. Toen de paehlai
den wees thuis kwam, raasde zijne vrouw
n verre, wat voor een bedeljongen hij nu had
icgebracht; dien wilde zjj niet in huls heb
ben, zjj kon haar brood zelf wel optoch tnooal
zü ton ntolto onderdoen voor den wil baars
mans en Nikolaas kon blijven. Maar hou zwaar
bot den armen jongen niet vallen, waken
lang geen vriendelijk woord to booren, maar
aanhoudend scheldwoordoo en vloeken, waar
mede bjj letterlijk overstelpt werd, Ja, niet
zelden mishandelde do ruwe pleegvader den
armon wees dormato, dal zelfs zjjne vrouw, tui-
sclien beide mooal (reden. H|j kreeg slechts
knrig voedsel te oton. Hoe dikwijls roldeu den
geo, als hjj voor zjjnen slroozak, welko hom
lot bod diende, zijnen rozenkrans bad. „Ach",
zuciilla hjj, „als mjjne zuster Kalharina oona
wist, hoo het mjj gaat, zjj zou mjj zeker komen
halen", en b|j verheugde zich op Allerzielen
dag, waarop bjj haar wederzien en zjjn leed
klagen sou; hjj hooplo stellig, dat h|J dan oiet
meer terug zou behoeron te gaan naar do boozo
vrouw en den ruwen man. Maar, om zijn onge
luk vol 4
toen b|)"
in hot bosch, op don grond viel en al hot vaal-
woik in slakken brak. Als door den bllkaem
getroffen stond b)i daar en wist niet, wat hjj
zou beginnen. Naar zijno tante durfde hjj oiet
terug, en zoo liep hjj, under bepaald doel,
steeds verdor het bosch in, tot do nacht inviel
en li(j uitgeput op het zachte mos neerzonk.
Toen hjj ontwaakte, glansden reeds do zonne
stralen in de toppen dar boomeo, en dicht b|J
hem kweelde een marei zoo Troeltjk en Ufj,