Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 52. Vrijdag 24 Maart 1899. Twaalfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort. Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs p.r drie maanden i Franco per post40. Afzonderlijke nummersf 0 05. BureauBreedestraat, E 349, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentitm Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 D uiterlijk Vrijdagavond Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Een tweede proef. De minister van BinnenlandscheZaken, de heer Borgesius, heeft een tweede proeve zijner vaardigheid in het samen stellen van een wetsontwerp op den leer plicht geleverd. Men weleziin eerste kon den toets eener gezonde kritiek in de verste verte niet doorstaanin de afdeelingen der Tweede Kamer werd het zoo geducht gehavend, dat eene verdere behandeling alle succes buiten sloot. Toch vermocht dit den heer Bor gesius geenszins te ontmoedigen. Ander maal toog hij ten arbeid en als vrucht daarvan is een nieuwe wetsvoordracht verschenen. Hierdoor leert men echter dezen Staats man nog te beter kennen. Met een weer- galooze naïeveteit heeft hij getracht door eenige tegemoetkomingen aan ge opperde bezwaren de harten der legen- standers voor zijne plannen te winnen, en daaraan paart hij den overmoed om eene bepaling betreffende herhalings- onderwijs aan zijn gewijzigd wetsontwerp toe te voegen, zoodat de aanneming ervan voor zijne bestrijders nog onmoge lijker wordt gemaakt. En de Regeering, die onder het gesternte „dwang" geboren schijnt, heeft aan deze politieke stoutheid van den heer Borgesius hare goedkeuring gehecht. Wjj zullen ons de moeite bespa ren ons al te zeer in deze nieuwe proeve van ministerieele studie desheeren Borgesius te verdiepen en deze te ont leden; onze bezwaren onlangs tegen het vorige wetsontwerp ontwikkeld, zjjndoor de geringeerinaangebrachte verbeteringen geenszins weggenomenook het gewij zigde is in zjjn geheel o. m. strijdig met de christelijke beginselen en alleen daarom achten wij het reeds beslist verwerpelijk. Waarop wjj echter thans met een enkel woord willen wjjzen is het bekrom- pene inzicht des Ministers aangaande de wezenlijke belangen van den werkenden stand. De bepaling immers betreffende lierhalingsonderwijs, toont daghelder, dat wel wetenschappelijke bespiegelingen, maar niet de volle ernst der zaak bjj zijn politieken arbeid den doorslag'gaf dat wel de theorie, doch geenszins de praktijk hem daarbij voor oogen trad. De praktijk leert heel andere dingen. Afgaande op des Ministers redrneeringeu zou men zich voorstellen, dat de jeugd I geen grooter zaligheid kent dan op de schoolbanken te zitten, en de werke- I lijklieid is, dat er bijna geen enkele knaap zjj, die zich aan de studie willen wijden, bljjven van zelf buiten bespreking te vinden is, die zich niet verheugt, als de schooltijd verstreken is. Natuurlijk dient de jeugd terschoole behoorlijk onderwezen te worden, en dit te bevorderen is zeer zeker een dure plichtmaar de grenzen van een bepaalden tijd voor dit onderwijs moeten daarbij nimmer overschreden worden, en juist deze waarheid wordt door de ijveraars voor de school totaal uit hot oog verloren. Zij gaan van de veronderstelling uit, dat op de eerste plaats in schoolonderwijs het heil voor ieder individu zonder onderscheid moet gezocht worden. Deze meening nu komt geheel in botsing met de wenschen en belangen van den werkmansstand. Deze verlangt onderwjjs, maar slechts als een hulpmiddel, niet als hoofddoel om door de wereld te komen. Vandaar de innige over tuiging onder deze klasse, dal bet leeren van een vak of handwerk als hoofdzaak in aanmerking moet komendoor een leerling dus langer dan noodig is tot een verblijf op de schoolbanken te dwingen, wordt hij, en dit gevoelen valt niet tegen te spreken, in zijn toekomstig bestaan gedwarsboomd. Mogelijk zal men ons hier willen tegen werpen, dat er scholieren zjjn, dia wegens povere geestesgaven meer tijd behoeven om schoolsch ontwikkeld te wordenmaar juist deze leer lingen hebben te meer hun leertjjd noo dig om zich in een te kiezen vak ge noegzaam te bekwamen ten einde later hun brood te winnen. En daar komt het toch maar op aan. Oi loopen er niet nu alreeds veel te veel werklieden rond, die door het uitkramen hunner schoolsche wijsheid, hunne onbedrevenheid als werk man trachten te verbergen Laten we echter nu eens voor een oogenblik veronderstellen, dat het geven van herhalingsonderwijs wetteljjk werd voorgeschreven, welk resultaat zou daar van dan wei in werkelijkheid te hopen z(jn Dan zoudenallen, diedoor de wel weder naar de schoolbanken werden terugge dreven, daarop zeker niet anders dan met weerzin plaats nemen. Verreweg de meesten onder hen zouden zich slechts on willig met leeren bezig houden, waardoor het gegeven onderwijs nagenoeg onvrucht baar bleef. En het gezag eens onder wijzers tegenover zulke leerlingen zou, zonder politie-ageut bij elke klas, zeer zeker uiterst moeilijk te handhaven zijn. Men houde hierbij in 't oog, dat de Regeering met haar voorstel geen tee- ken- of vakonderwijs, wat enkel tot be vordering dient van der leerlingen levens doel, beoogt. Juist het herhalingsonder- wjjs, in het ontwerp-leerplicht bedoeld, zal dit tegenwerkende jongeling wordt er door in hel aanleeren van de noodige kundigheden voor zjjn vak bemoeilijkt. Hoe kan men zich nu nog verbeelden, dat hij, na den school- druk te hebben afgeschud, zich daar onder opnieuw krommen zou zonder geest van verzet te toonen? Wie zich zoo iets voorstelt, vertoeft op eenen dwaalweg. En onze bewering berust op onder vinding. Ons is eene bijzondere school bekend, waar vóór eenigen tijd eene proef met herhalingsonderwijs genomen werd. Het resultaat daarvan, was zoo goed als van nul en geener waarde. Slechts een gering aantal jongelingen maakten van dit onderwijs gebruik, en ofschoon deze nog gedeeltelijk vrijwillig de lessen bijwoonden, toch kwam spoedig tot de ervaring, dat de der leerlingen zich niet met onderwijs maar met andere dingen bezig hield dat de schooltijd meer tot hel uitvoeren van ongepaste kwajongensstreken werd benut dan tot het verkrjjgen van onder richt, en dat handhaving van gezag en tucht door den onderwijzer tegenover dergelijke scholieren niet doenlijk is. Het slot van deze historie was dan ook, dat men zich wel genoopt zag ermede te eindigen. Derhalve, wanneer men van herhalings onderwijs voor onze jongelingschap heil verwacht, koestert men niets meer dan een henenschim. Maar de onzinnigheid bereikt haar toppunt met ook de meisjes niet enkel in de steden, maar zelfs op het platte land naar de school te drij ven en ze daardoor te noodzaken met jongens in het donker van den avond soms langs eenzame wegen te gaan. Men zou hier dan ook geneigd zjjn te vragen of het in 's Ministers bedoeling ligt de taak der ouders niet enkel in de opvoeding hunner kinderen, maar ook in het waken over de deugd en zedelijkheid hunner door God toever trouwde panden totaal onmogelijk te maken. Een en ander te «aanvattend komen wij dan ook tot de conclusiebehalve dat alleen de toepassing der wetsbepaling betreffende herhalingsonderwijs jaarlijks inden zo door de reeds zoo zware belastingdruk nog ontzaglijk zou toenemen behalve dat een concurreeren van de bijzondere met de openbare school in deze absoluut onmogelijk wezen zou, wat tengevolge zou hebben, dat zeer velen gedwongen worden eene godsdienstlooze openbare school te bezoeken, waardoor de vruch ten van vroeger genoten christelijk onder wijs dreigen te loor te gaanhet nut van herhalingsonderwijs behoudens enkele uitzonderingen zoo goed als niets beteekenend zou zijngelijk we aantoonden, deugd en zedelijkheid voor de jeugd in schromelijk gevaar zouden komen ja zelfs eene behoorlijke uilvoering van de bedoelde wetsbepaling zeer spoedig zou blijken onmogelijk te zjjn. Is het nu te verwonderen, aldus zjj len slotle gevraagd, dat een krachtig, heldhaftig verzet zich openbaart tegen een zoo ellendig wetsontwerp als door minister Borgesius ter behandeling bjj de Tweede Kamer is ingediend? BUITENLAND. Omtrent den gezondheidstoestand des H. Vaders wordt uit Rome gemeld, dat Dinsdagmiddag de doktoren Mazzoni en Lapponi Z. H. een bezoek hebben ge bracht, en hun volle tevredenheid be tuigd over den loestanil De Paus be treurde het levendig, dal de tolegraflsche agentschappen zulke valsche geruchten over Z\jn toestand verspreidden. Vooral het telegram der Figaro over een nieuwe operatie heelt Z. H. ergernis gegeven. De doctoren hebben een vertegenwoor diger van het agentschap Stephani ge machtigd te verklaren, dat de toestand des Pausen niet beter kan zijn. De Italiaansche Regeering gaatintus- schen voort den Paus door vervolgingder H. Kerk te grieven. Thans heeft die regee ring in een nieuwe wet, die regelen zal de uitgaven voor eeredienst, een clausule opgenomen waardoor het mogeljjk wordt den priesters hun traktement te ontnemen niet alleen oin administratieve, maar ook om politieke redenen. Zoo is dus de geestelijkheid overge leverd aan de willekeur van ambtenaren, terwjjl een lyranniek wetsartikel haar feitelijk builen de wet plaatst. Want niet de wet, doch wat de minister „poli tieke redenen" zal gelieven te noemen, der geesteljj'-heid een vonnis. Dit ia i nieuwe d .angwet, een nieuwe uit zonderingswet voor de priesters, waar mede de Italiaansche Regeering aan haar woede en haat tegen de Kerk lucht geven wil. De ratificatie van het vredesverdrag tusschen Spanje en Amerika heeft Vrij dag 1.1. plaats gehad. Spanje heeft, door geweld gedwongen, zijne beste koloniën in Amerika en Azië moeten afstaan, en ziet thans haar koloniaal-gebied be perkt lot de Kanarische eilanden en de Carolinen. De Koningin-Regentes Maria Christina van Spanje heeft, buiten de FEUILLETON- Troosteres dep Boirokten. (Bm terhatl u it surtirndt terne). VUL t) Eea heerlijke lentenacht vlocht zgne gehelm- sinoige schaduwen om de oevers ven den Arno. Zacht kabbelend stroomde het water der nvter M beepoetde den marmeren onderduw der UI rijke paleizen, die door de troUche Repubhek aan xjjne oevers wareD opgetrokken. Zoeoneo dan schoot het sneller voort, als de kiel van esne laat naar huis keereude boot hel door- „iH 0f de aleenen pilaren der bruggen dec vrijen weg versperden. Een koele nc^den. vrind woei v« de bergen en streek over de r^d. sluimerende stad. Elk luchtje van den wind droeg in óch den geur van narcissen en rosea, welke de helling» der Apanngaen be dekten en hier in het Arno dal beren zoet umt,d. heilige vreedzaamheid van een hoer kwam «o den ernstig» top Horello met ailverglana overgoot, keek ook vriendelijk in het Arno-dal. Waarbeen hare ■tralen ook mochten vallen, door bet dichte gebladerde of door de menigte bloemea heden zagen zjj niets dan bljjde gezichten of vreed zame alapers. OI schuilt er miaschien ook hier een adder? Zint de jonge man ginds op de Loggia der Trattoria aan den stroom, welke zjjo gelaat zoo ïanbondend in de scha law van den boogen eik weet lehondeo,op de eene of andere boozo daad? Spelt hel flikkeren van zjjuzwart oog, ala hg het loereod vestigt op het door de volle maan beschenen gelaat van den man tegenover hem, verraad? Daar speelt weer een schurkachtige trek om zjjoen mond, ala hjj hat glas opholt en dea ander toedrinkend zegt ,Ecco Lndo, vergeef mg, dat ik met uw ba-baanchen naam niet terecht kan, het ontwerp voor nwe zegegodin voor het paleis I' Tschio is klaar niet waar, en morgen zolt het de Signora brengen?" .Klaar, behalve hier eo daar nog iéta af werken!," antwoordde de gevraagde diep adem halend en met stralende blikken. .Wal inmjjn i tjjd mj) als oen heerlijk doel voor oogen zweefde, wal mg zoovele jaren reeds geleid en geholpen beeftik heb het thane bereikt, Cesare. irmen noordacben knustenaar, zonder stand im is hel thans voor 't eerit gegeven met dedoor God begunstigde Italia t strijdperk te treden. Als ik ala dezen wedstrijd der edelste geesten treed, sis ik den prijs behaal, dan...." ,No, wat daar .Dan verheugt mjj dat meer nog dan om mgzell, om ,Om Ginlilta, ik begrjjp o," vulde Cesare den Zijne stem had een zeldzaam snijdenden toon aangenomen en een onderdrukte vloek volgde, de op tafel nutende hand balde zich, maar Lndo, ol liovor de ons wel bekende Ludgeroa Eskens, de zoon der Saksische helde, bemerkte het niet. Het oog van den bloaden knnitenaar richtte zich op de zilverwitte echjjr der maan, en glimlachend dacht hjj, hoe die lilveren stralen na ook het sUtige, door zailen geschraagde hola der geliefde beschenen. Nog bleef hem deze woning gesloten, oog durfde bjj bet niet wagen, bjj eenen bloedverwant van Peruzzo, bg Messer Antonio, om de hand zijner dochter te werven. Als hij echter de overwinning be haalde, ala zjjo werk gekroond werd, gingen alle denreo voor bem open, dan mocht hjj ook de beveiliging van datgene, wat hjj in Giulitta's oogsn gelezen had, van hare lippen hooren, de Gormaansche wonden wel zeggen, nis gij de braid ait het verre, vreemde land mede brengt vroeg Cetare, die zj)oe oogen onafge wend op zijnen makker gevestigd hield. .Heer Brano wil alechta mjjn geluk. De on baatzuchtige liefde, welke, zooals ik n meer malen verteld beb, zich erbarmde over den dakloozeo vondeling; welke mjj jaar aaa jaar behoed en kosten nog moeite gespaard beeft, om mjja talent la ontwikkelen en te vormen, aal ook mjjn hart geen dwang willen aan doen. Een kort, scherp geloid klonk In de stille. De met bloemen bedekte kroon der Datara wankelde en viel gebroken op den grond. ,Om Gods wil, Cesare, wat waa dat?" ,Och, mijne onhandigheid, als gjj wilt. Ik lennde in mjjnen stoel achterover en de dunne paal scbgnt al eene break gehad te hebben. Overigens geloof ik, Lndo, dat het Igd wordt naar hnis le gaan. Da hospus, die jelni Duit- scheri meer toegeeft dan ona, heelt reeds een paar malen om den boek gekeken, of de late gaaten dan heel niet zonden heengaan. Daarom nog een laa'aten dronk, Lndo, en dan raarsch, opdat niet de nachtwacht bg hare tweede ronde de scholieren vsn Orcagna als goeden bait met zich voerel Dat zon jammer zgn om nwe godin der overwinning I" Zoo sprekend had de jonge Italiaan de glazen weer gevuld, terwgl Ludgeroa met een trenrig weemoedigen blik de in het maanlicht zeld zaam fraai schitterende kelk der gevallen bloem aan zgnen voet beschouwde. Herinnerden bem de witte bloemen der Datara aan oen beeld nit zgoe kinderjaren? Riepen zg hem de bleeke waterlelies nit den rietpoel in het geheugen terug, om wier wille hg bgna het leven ver loren had, als niet broeder Heinwerk hem snel ware nagesprongen en den hnlpeloos zinkonden nit het moeras getrokkeo bad? Die goede broe der Heinwerk t Of bg wel alles zon goedkeuren, wat thans hand en veratand van zgnen eenigen leerling vormde en maakte?" ,Op je welslagen, waarde vriend I" sprak Cesare weder ea hief het (las op met den gelen, pareleoden Falernerwgn. .Veel gelnk en een gezagenden nacht t" .Gezegende nacht," herhaalde Lndgerni, nit zgn gepeins ontwakend en een lachende blik werpend over de in licht en geuren prgkonde omgeving. .Ja won'eracLaone nachtan, zooals het Noorden ze one zelfs niet in den droom kan voortooveren, trekken ods hier in het ge zegende Zuiden bg geluk en vriendschap." .Geluk en vriendschap I" sprak ook Cesare zgn glas tegen dat dee vreemdelinge atootsnd. .Geluk en vriendschap," Het onderweUehe gnlden glas, oen kostbaar erfstuk van den hospus, dat hg slechts zgn beste gasten voorzette, sprong niet in slokkan, geen wanklank verstoorde den harmonlsehea klank. De hand van Cesare trok zich evenmin terng en beefde niet, toen zg de toegestoken hand van deu zoon van het Noorden greep eo haar warmen druk even warm beantwoordde! De maan echter zag den blik vol haat, wolke, scherp als staal onder de neergelagen wimpers van den Italiaan uitschoot. Weinige oogen blikken later hadden de twee" vrienden de Trattoria verlaten. Reeda twee jaren waren zg vrienden, van af den dag reeds, dat Lndgerus Eskcna zich geschaard had onder de talrgke scholieren van den beroemd» An drea Orcagna. Vreesachtig en wglelood, in weerwil derrgke- Igk geschonken, wichtige dukaten, waarvan zgn vaderlgke vriend hem voorzien had, in weerwil der schitterende aanbevelingsbrieven, welke xgne leermeeeter» te Straatsburg en Augsburg hem mede gegeven hadden, had Lndgerus op een i

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1899 | | pagina 1